Faillissement
Oorzaak: beroerte
(1) Il est marié avec Wilhelmina Johanna Antoinetta Caspers.
Ils se sont mariés le 1 octobre 1839 à Arnhem , il avait 22 ans.Source 3
Vader Jacobus gaf toestemming voor het huwelijk van zijn zoon met Wilhelmina J.A. Caspers, zijn moeder had bezwaar tegen het huwelijk.
Enfant(s):
(2) Il est marié avec Maria Wilhelmina Rensen.
Ils se sont mariés le 25 juin 1851 à Arnhem , il avait 33 ans.Source 4
(3) Il est marié avec Elisabeth Maria Francisca Huberta Janssen.
Ils se sont mariés le 1 février 1860 à Arnhem , il avait 42 ans.Source 5
Enfant(s):
Bij de verkoop van Hotel du Soleil in 1839 aan zijn zwager Gerhard de Haas wordt het koetshuis achter het hotel in huur afgestaan aan Albertus Franciscus t.b.v. de paardenposterij. Bij Koninklijk Besluit van 16-8-1838 was Albertus al benoemd tot paardenpostmeester. Op 20-4-1850 krijgt hij een concessie om een Diligence- of Postwagendienst te exploiteren tussen Arnhem en Maastricht samen met zijn jongste broer en diligence-ondernemer Cornelis Martinus onder de naam A.F. Burgers en Co. In 1853 worden zij nog veroordeeld tot een boete wegens het slechts met twee i.p.v. drie paarden bespannen van een voor meer dan 6 personen ingerichte en tevens voor vrachtgoederen bestemde diligence. Het postmeesterambt heeft Albertus vervuld tot hem bij KB per 1-7-1854 ontslag werd verleend.
Na het overlijden van zijn eerste vrouw Wilhelmina Caspers op 28 jarige leeftijd hertrouwt Albertus in 1851 met Maria Wilhelmina Rensen. Samen met haar koopt hij blijkens een aantekening in het kadaster en een koopakte uit 1859 aan de Koningsweg de ontginningsboerderij Rijzenburg. Zij hadden deze boerderij (bestaande uit o.a. stalling voor 40 stuks vee, paardenstalling, schuren, bakhuis en varkensschotten met hooiberg met de daarbij behorende 42 bunders gronden) in eigendom verkregen "ten deele bij aankoop van de gemeente Arnhem in 1851 ten deele bij ruiling van den heer Johannes Backer en verdere eigenaren van het landgoed "Kemperberg" terwijl de op die gronden staande gebouwen geheel nieuw zijn daargesteld" (bron: Archief van de"Stichting "Het Nationale Park de Hoge Veluwe").
Op 3 februari 1859 koopt hij het Hôtel de Hollande in de Weverstraat. Deze aankoop blijkt niet wat hij er van verwacht. Op 27-1-1860 adverteert hij nog in het Algemeen Handelsblad, in de Nieuwe Rotterdamsche Courant en het Nieuw Amsterdamsch handels- en effectenblad en "blijft [hij] zijn geheel nieuw ingerigt Hotel bij voortduring minzaamst aan het Geëerde REIZENDE PUBLIEK"aanbevelen". zo ook op 25-10-1860, echter, op 20-8-1861 vond de publieke veiling plaats van het vroeger gerenommeerde Hôtel de Hollande in de Weverstraat en werd de massa aangekocht voor ƒ 20.151 door de heer A.E. Cohen voor de oprichters van het fonds der Protestantse begrafenissen. In het pand komt een kosthuis voor hulpbehoevende kinderen, die geen aanspraak hebben op een weeshuis (bron Arnhemse Courant 21-8-1961.
Albertus vertrekt met zijn inmiddels derde vrouw Elisabeth Janssen naar Londen en opent daar het Holland Hotel in de Bishopsgatestreet Without nr. 172. In de Leeuwarder Courant van 23-5-1862 beveelt hij het nieuwe en smaakvol ingerichte hotel "gelegen in de nabijheid van de aanlegplaatsen der stooombooten en der Spoorwegstations bij gelegenheid der Wereldtentoonstelling, het geëerd reizend Publiek minzaam aan. Open tafel ten 5 ure". Hij ondertekent met A.F. Burgers & Co. De International Exhibition, ook wel bekend als de Great London Exposition, was een wereldtentoonstelling die van 1 mei t/m 1 november 1862 werd gehouden in Londen.
Hij adverteert met: "LOGIES, BEDIENING en KAARSEN, ONTBIJT en TABLE d'HOTE 7 sh. 6 p., zonder Diné 5 sh. 6 p. Bij de aankomst der Booten, zal er iemand van hunnentwege zijn dio de Reizigers in ontvangst neemt, om alle misleiding te voorkomen". In Londen wordt in 1862 nog een dochter Eugenia Mary geboren.
In 1865 keert hij met zijn gezin terug naar Arnhem en na ook nog enige tijd bij familie van zijn vrouw in Stratum te hebben gewoond, gaat hij in 1869 naar Antwerpen met zijn vrouw en kinderen. Hij werkt daar als commissaris. Hij overlijdt op 4-6-1872 in Antwerpen aan een beroerte.
Albertus Franciscus Burgers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1839 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1851 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Wilhelmina Rensen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) 1860 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||