Familie Doevendans » Bruining Corneliszoon SCHILDER (1792-1858)

Persoonlijke gegevens Bruining Corneliszoon SCHILDER 


Gezin van Bruining Corneliszoon SCHILDER

Hij is getrouwd met Huijbertje Cornelisdochter BOOTSMAN.

Zij zijn getrouwd op 5 augustus 1821 te Edam, Edam-Volendam, Noord-Holland, hij was toen 29 jaar oud.Bron 1

civil

Kind(eren):

  1. Cornelis SCHILDER  1822-1822
  2. Neeltje SCHILDER  1824-1903 
  3. Aaltje SCHILDER  1827-1908 
  4. Aafje SCHILDER  1830-1834
  5. Cornelis SCHILDER  1833-1921 
  6. Cornelis SCHILDER  1836-1913 
  7. Aafje SCHILDER  1838-1866 
  8. Jannetje SCHILDER  1838-1840


Notities over Bruining Corneliszoon SCHILDER


De Russische veldtocht van Napoleon begon op 24 juni 1812 met een leger van in totaal ca. 600.000 manschappen. Hiervan keerden er slechts 40.000 terug. In totaal streden ca. 14.000 Nederlandse dienstplichtigen aan Franse zijde.
Na de slag bij Borodino op 7 september 1812 (42.000 Russische doden, 58.000
Franse doden) nam Napoleon Moskou in. De Russen brandden de stad voor 3/4 plat, waardoor Napoleon zijn troepen niet meer kon bevoorraden en zich terug moest trekken. Dit werd een catastrofe van honger en kou.
Halverwege de terugtocht moest de Berezina worden overgestoken bij -20 graden op 26-28 novembr. De Fransen verloren hier nog eens ca. 22.000 manschappen.

Ook deze Bruining Schilder is in Franse Dienst geweest in Rusland in 1812. Tijdens die overtocht van de Berezina is hij naar Volendam gevlucht wat zijn leven gered heeft.

De Witte Schimmels
Een historie uit de Franse Tijd.
Laten we even gedeserteerde en vluchtende soldaat rusten om een beeld te geven van de grote catastrofe die zich diep in Rusland had voltrokken.
Europa haalde weer even vrij adem bij de berichten dat de schier onoverwinnelijke legers van Napoleon een rampzalige nederlaag hadden geleden. Van de 420.000 man die begonnen waren aan de oversteek over de Berenzina bleven er 18.000 over. De Russen maakten 130.000 gevangenen. 50.000 man deserteerde. Er zwermden dus zo·Äôn 50.000 man in erbarmelijke toestand terug naar thuisland.

Bruin, die nog niet voor de helft met deze oorlogstragedie bekend was, besloot toch maar een barbier op te zoeken om zich te laten scheren en knippen. Hij overdacht ook, of hij het nu niet kon wagen om zich in een goed kostuum te steken. Z·Äôn plunje zag er zo erbarmelijk uit, dat hij in bewoonde streken op een afstand werd gehouden. En hij kon toch gemakkelijk betalen z·Äôn geldbundel was nog welgevuld.
Zo liep hij in een boerendorp een winkeltje binnen dat hem voorkwam als een kleermakerij. Hij kocht daar een net costuum en voelde zich weer een heertje.
Maar voor hij tot kopen overging, had hij zich nodig op een beschutte plaats zich met sneeuw geheel gewassen en zag wel dat zijn donker ondergoed pikzwart was van smerigheid. Maar een goed costuum zou dat wel voor het oog bedekt houden.
Op heel wat confortabeler wijze kon hij nu zijn terugweg vervolgen. Vele dagen liep hij voort. Vaak wist hij met een wagen of met een voertuig liftend vlugger door het land te komen. Spoedig bereikte hij de Franse grens en toen dacht hij eerst maar naar Parijs te gaan. Dat hij gedesserteerd soldaat was met deze chaos van het leger toch niet meer te achterhalen. In het Franse land werd hem alle hulp en raad verstrekt. Vooral z·Äôn goudstukken deden wonderen. Maar de weg was nog lang voor hij de omgeving van Parijs onder de vermoeide voeten had. Op zekere avond meende hij Parijs dicht te zijn genaderd. Hij was maar een simpele dorpsjongen. Z·Äôn geografische kennis was maar zeer klein. Onderwijs had hij nagenoeg niet genoten. Hij kon lezen noch schrijven. De brief had hij denkelijk wel laten schrijven. Want het schrift was te fraai voor ·Äôn vissersjongen. Zonder geluk vaart niemand wel!! En dit geluk had Bruining ·Äúondanks alle ontberingen toch wel mee·Äù.

Aan de kant van de weg, in het schrale gras, zag hij een jonge vrouw zitten; ze zag er nog jeugdig uit. Bruining keek naar haar, en ook zij keek naar hem. Het was of hij aanvoelde dat zij een apart soort vrouw was. Zij was de eerste die de stilte verbrak. Zij sprak in tamelijk goed Hollands de jongeman aan. ·Äúje bent zeker een Hollander of Vlaming en deserteur?·Äù Bruin bevestigde dat hij Hollander was.
Uit het gesprek dat hierop volgde bleek dat zij een Marketenster was, een vrouw die met het leger meereist en getrouwd was met een Duitser. Zij overtuigde Bruining dat er nog wel een dag mee gemoeid zou zijn voor hij in Parijs was. Ïk wil er aan een လpasဝ zien te komen zei hij. Zij vervolgde: လDat kan je beter morgen doen. Ga mee naar gindse herberg, daar is gelegenheid voor wat maagvulling en je kunt er rustig overnachten. Zo volgde hij de vrouw naar de herberg, waar hij kennis maakte met de man van de marketenster die hier het zaakje dreef.

De Duitse logementhouder sprak gebroken Vlaams met z'n moedertaal. Veel wat hij zei ontging hem. Z'n aandacht ging uit naar wat hij hier zag. Dit was geen gewone herberg. Er waren vele meiden, en de wijze waarop ze de bezoekers benaderden was voor Bruining, zo vreemd. Ook het manvolk,gedroeg zich op 'n wijze die hij nooit eerder had meegemaakt. De behaaglijk warmte deed hem goed, maar er kwam een gore reuk in z'n neus. Hij vroeg zich af waar hij nu eigenlijk onderdak had.
Na een korte tijd kwam een jonge vrouw ongevraagd aan z·Äôn tafeltje zitten: Ze was schaarsgekleed en benaderde hem vrijmoedig. Aanvankelijk lachtte hij en schikte bij. Och, hij was jong en de ontberingen hadden ook hem niet onberoerd gelaten. Nog een tweede meid kwam lonkogend langs met een bord met glazen. Hij bestelde er twee √©âˆš©n voor hem en zijn tafelgenote. Steeds aanhaliger werd de meid. Opeens drong het tot hem door, hij was in een prethuis, waar verdorven vrouwen haar lichaam verkochten. Plots kwam er een walging over hem. Het flitste door z'n hoofd er dreigt gevaar. De gevaren waarop z·Äôn moeder hem had gewezen. ·ÄûJongen" had ze gezegd. ·ÄûHoe het je ook vergaat, bewaar je geloof en blijf het gevaar voor je ziel en zaligheid uit de weg. Ik smeek je, kom terug zoals je bent weggegaan. En mocht je sneuvelen, laat dan een herinnering na, dat je onbesmet de eeuwigheid bent ingegaan".

Ook de pastoor had hem op 't hart gedrukt in het ruwe soldatenleven de gevaren voor de ziel uit de weg te gaan
En had hij beiden niet plechtig beloofd dat zeker na te komen. Hier moest hij weg, maar; vlugger gedacht dan uitgevoerd. Hij wachtte 'n gunstig moment af. Toen de meid even weg was pakte hij z'n ransel en spullen bijeen en sloop weg, de duisternis in.
Een koude nacht stond hij nu moederziel alleen in. Dat was geen aangenaam vooruitzicht. Toch was het geluk met hem. Hij liep 'n gendarme tegen het lijf. De Fransen keken hoog op tegen soldaten, vooral in deze tijd vol tegenslagen voor het leger van Napoleon. En wie wist het verleden van deze soldaat. Hij werd vriendelijk toegesproken. De man nam hem mee en gaf hem onderdak in een cachot. Daar was hij de koning te rijk mee en nestelde zich warmpjes in het stroo. Er was zelfs 'n deken. De volgende morgen kwam hij verkwikt wakker. Op het bureau kreeg hij 'n stuk brood en ·Äôn nap water. Een karig ontbijt dat hij toch met graagte naar binnenwerkte.
De marechaussee ging daarna met hem mee om voor hem de benodigde papieren te verkrijgen. Ook dit gelukte en met de pas op zak wist hij zich veilig. In montere stemming trok hij Parijs binnen. Hij bleef enkele dagen en profiteerde van z'n goudstukken. At en sliep in een degelijk gastenverblijf en begon toen aan de terugreis

Hij zocht naar een vervoersmogelijkheid, maar, in deze tijden bestonden nog geen treinen en auto's. Het snelste vervoer was de diligence en het paard. Overal probeerde hij inlichtingen in te winnen, maar er heerste een grote chaos. Toen besloot hij maar weer te voet zijn terugweg te vervolgen. Hij kocht wat mondvoorraad en begaf zich op weg. De eerste dag liep hij wel 30 km. In een klein gehucht vroeg hij onderdak in een klein gebouw dat op 'n herberg leek. Hij had geluk, voor een goudstuk kreeg hij een bed en ontbijt. De dochter van de herbergier, behandelde hem zeer vriendelijk. Zij was het evenbeeld van het meisje op Volendam, waar zijn hart naar uitging.
Een hevig verlangen naar z'n dorp en dierbaren hield hem uit de slaap. Deze herinneringen waren op de achtergrond geraakt. De angst en ontberingen, de prikkel tot levensbehoud hadden hem beziggehouden. Thans scheen de toekomst hem weer zonnig toe. Wat had hij allemaal al niet meegemaakt. In het voorjaar was hij er ingeloot en kort daarna ingelijfd. Hij was het leger ontvlucht, dat krijgshaftig de Russische grens overschreed. Reeds dagen op terugweg door schier onbewoonde gebieden had in oktober, het was 1812, Napoleon de grote slag verloren bij de Berenzina. Nu was het reeds achter in december. Hij hoopte vurig voor Kerstmis thuis te zijn In de geest zag hij weer z'n oudelui, die niets meer van hem gehoord hadden. Was hij nog in leven? En Huibje zijn meisje. Hoeveel anders was zij als de gore meiden die hij had ontmoet. Haar beeld was dat van een Madonna Als zij kuierden over de schelpenpaadjes en langs de rietkragen. Ze liepen niet gearmd, maar volgens de zeden van die tijd met 'n el tussenruimte van elkaar. Hij zag haar nu voor zich met de wijde rokken en blauwe boezelaar. Haar fijne gezichtje gemarkeerd door de slap hangende hullewiekjes. Huibertje was de enige dochter van de botterknecht Bootsman. Die naam had hij nog maar kort want hij was afkomstig uit Bunschoten. Hij had zich als vissersknecht verhuurd op 'n Volendammer botter. Het was een wonderlijk verhaal, dat Bruining van z'n ouders had gehoord, over z'n schoonvader. Op 'n nawinterse dag, er lag nog wat schotsijs in de haven, ging de vloot voor het eerste weer naar zee. De zware botters werden dan met haakstokken afgeduwd. Hij had aan een gebeuren, z·Äôn bijnaam te danken van ·Äûde wuiver". Toen hij de botter afduwde, stond Lijsje z'n meisje aan de havenkant naar het uitvaren van de botters te staren. Hij zag haar staan en wuifde naar haar, tegelijk met de haakstok tegen z'n borst, de botter afduwend. Hij verloor z'n evenwicht en viel met stok en al op een schots ijs in de haven en verdween onder water. De schipper hielp hem op het droge, maar hij had een hersenschudding opgelopen. Met 'n kuulburrie werd hij naar de schipperwoning gedragen. Enige weken moest hij bed houden. De vader van Bruining ging die tijd in z'n plaats op de botter mee. Er was nog weinig handel in vis, en anders moest de botter opgelegd worden.

De volgende dag had Bruining geluk. Een boer moest met groente naar een markt, vele kilometers ver. Dat hij mee mocht rijden op de bok had de herbergiersdochter voor hem bedisseld. Lopend en liftend bereikte hij de Belgische grens. Het is ons niet bekend hoe hij de verdere weg heeft afgelegd. Bekend is, dat hij in Amersfoort opdook en daar ook z'n vriend de Slok weer tegen het lijf liep. Het was toen twee dagen voor Kerstmis. Vandaar zat het vervoer hem niet mee, want pas 's avond bereikte hij Amsterdam. Daar kon koude noch sneeuw hem weerhouden en liep hij via Monnickendam naar z'n geboorteplaats. Doodvermoeid zag hij de contoeren van het torentje van het Hervormde kerkje met het vergulde scheepje in de de trans. Hij spoedde zich langs de; enige weg, de dijk en langs het haventje, naar z'n ouderlijk huisje, dat toen, uitzicht had op het havendeel wat nu nog ·Äúkleiperk" heet. Aan de zeezijde was geen enkel huis. Hij klopte aan de deur, want geen enkel lichtje brandde. Alleen de havenlichten wierpen "n natte schijn·Äù over het witte havendijkje en de bevroren zee. Tot tweemaal moest hij bonzen op de deur. Toen deed vader open. Ze vielen in mekaars armen. Ook moeder Aaltje klom uit bed en spoedig brandde de petroleumlamp. Het was, een ingelukkig weerzien.
Twee jaar later overleed zမn vader op 14 september 1814. Hij trad toen in zijn plaats op als viskoper. Hetzelfde jaar trouwde hij met Huibertje Bootsman. Ze kregen twee zoons en een dochter. De jongens kregen namen van Kees en Jan. Zijn koopmanschap had hem welgesteld gemaakt. Rond 1840 stond heel Volendam op de dijk naar een wonderlijk schouwspel op zee te staren. Daar liepen twee nieuwe kwakken de haven binnen, opgetuigd met witte zeilen. De bevolking stond in extase. Als twee witte schimmels gleden de vaartuigen de haven binnen. Geen wonder dat de twee zonen van Bruining als bijnaam kregen: de ouwe Schimmel dat was Cornelis en de jonge Schimmel dat was Jan. De nakomelingen van de eerste hebben de naam လ€œSchimmel" nog als bijnaam. Nog speelt in mမn herinnering, die zondagmiddagen na het eten. Dan gingen wij als kinderen naar het huisje aan de voet van de dijk. Daar woonde eenzaam als tachtigjarige onze bab, de oude Schimmel. Hij deed altijd een middagdutje en steevast lag de zondagscent in het schenkblad voor zမn kleinkinderen. Hij was een zoon van onze held uit dit verhaal. Op de plaats waar het huisje stond, staat nu een nieuwe woning tegen de dijk van ook een nazaat van Pietje Mooijer.
De oude Bruining was lang voor de ·ÄúKeuning·Äù een legendarisch figuur in de jaren na de Franse overheersing in het kleine Volendam
B.S.

Heeft u aanvullingen, correcties of vragen met betrekking tot Bruining Corneliszoon SCHILDER?
De auteur van deze publicatie hoort het graag van u!


Tijdbalk Bruining Corneliszoon SCHILDER

  Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor browsers met Javascript ondersteuning.
Klik op de namen voor meer informatie. Gebruikte symbolen: grootouders grootouders   ouders ouders   broers-zussen broers/zussen   kinderen kinderen

Voorouders (en nakomelingen) van Bruining Corneliszoon SCHILDER


Via Snelzoeken kunt u zoeken op naam, voornaam gevolgd door een achternaam. U typt enkele letters in (minimaal 3) en direct verschijnt er een lijst met persoonsnamen binnen deze publicatie. Hoe meer letters u intypt hoe specifieker de resultaten. Klik op een persoonsnaam om naar de pagina van die persoon te gaan.

  • Of u kleine letters of hoofdletters intypt maak niet uit.
  • Wanneer u niet zeker bent over de voornaam of exacte schrijfwijze dan kunt u een sterretje (*) gebruiken. Voorbeeld: "*ornelis de b*r" vindt zowel "cornelis de boer" als "kornelis de buur".
  • Het is niet mogelijk om tekens anders dan het alfabet in te voeren (dus ook geen diacritische tekens als ö en é).

Bronnen

  1. Vrije tekst
    Burgerlijke stand - Huwelijk

Aanknopingspunten in andere publicaties

Deze persoon komt ook voor in de publicatie:

Historische gebeurtenissen

  • De temperatuur op 10 maart 1792 lag rond de -2 °C. De wind kwam overheersend uit het noord-oosten. Typering van het weer: zeer betrokken. Bron: KNMI
  • Erfstadhouder Prins Willem V (Willem Batavus) (Huis van Oranje-Nassau) was van 1751 tot 1795 vorst van Nederland (ook wel Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd)
  • In het jaar 1792: Bron: Wikipedia
    • 25 april » De Marseillaise, het Franse volkslied wordt gecomponeerd.
    • 10 augustus » Bestorming van de Tuilerieën, de woning van koning Lodewijk XVI in Parijs wordt bestormd door een woedende menigte. Het zou resulteren in de bloedigste dag van de Franse Revolutie en was de opmaat voor de Septembermoorden.
    • 6 november » Tijdens de Eerste Coalitieoorlog vindt de Slag bij Jemappes plaats.
  • De temperatuur op 5 augustus 1821 lag rond de 18,0 °C. De wind kwam overheersend uit het zuid-oosten. Typering van het weer: helder. Bron: KNMI
  • De Republiek der Verenigde Nederlanden werd in 1794-1795 door de Fransen veroverd onder leiding van bevelhebber Charles Pichegru (geholpen door de Nederlander Herman Willem Daendels); de verovering werd vergemakkelijkt door het dichtvriezen van de Waterlinie; Willem V moest op 18 januari 1795 uitwijken naar Engeland (en van daaruit in 1801 naar Duitsland); de patriotten namen de macht over van de aristocratische regenten en proclameerden de Bataafsche Republiek; op 16 mei 1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarmee ons land een vazalstaat werd van Frankrijk; in 3.1796 kwam er een Nationale Vergadering; in 1798 pleegde Daendels een staatsgreep, die de unitarissen aan de macht bracht; er kwam een nieuwe grondwet, die een Vertegenwoordigend Lichaam (met een Eerste en Tweede Kamer) instelde en als regering een Directoire; in 1799 sloeg Daendels bij Castricum een Brits-Russische invasie af; in 1801 kwam er een nieuwe grondwet; bij de Vrede van Amiens (1802) kreeg ons land van Engeland zijn koloniën terug (behalve Ceylon); na de grondwetswijziging van 1805 kwam er een raadpensionaris als eenhoofdig gezag, namelijk Rutger Jan Schimmelpenninck (van 31 oktober 1761 tot 25 maart 1825).
  • In het jaar 1821: Bron: Wikipedia
    • 5 maart » James Monroe wordt beëdigd voor een tweede termijn als 5e President van de Verenigde Staten
    • 25 maart » Griekenland verklaart zich onafhankelijk.
    • 24 juli » Slag om Carabobo.
    • 28 juli » Peru verklaart zich onafhankelijk van Spanje.
    • 27 september » Mexico's onafhankelijkheid wordt erkend na 11 jaar oorlog.
    • 1 december » De Republiek Santo Domingo verklaart zich onafhankelijk van Spanje.
  • De temperatuur op 2 maart 1858 lag rond de -3.3 °C. De winddruk was 23 kgf/m2 en kwam overheersend uit het oosten. De luchtdruk bedroeg 76 cm kwik. De relatieve luchtvochtigheid was 91%. Bron: KNMI
  • De Republiek der Verenigde Nederlanden werd in 1794-1795 door de Fransen veroverd onder leiding van bevelhebber Charles Pichegru (geholpen door de Nederlander Herman Willem Daendels); de verovering werd vergemakkelijkt door het dichtvriezen van de Waterlinie; Willem V moest op 18 januari 1795 uitwijken naar Engeland (en van daaruit in 1801 naar Duitsland); de patriotten namen de macht over van de aristocratische regenten en proclameerden de Bataafsche Republiek; op 16 mei 1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarmee ons land een vazalstaat werd van Frankrijk; in 3.1796 kwam er een Nationale Vergadering; in 1798 pleegde Daendels een staatsgreep, die de unitarissen aan de macht bracht; er kwam een nieuwe grondwet, die een Vertegenwoordigend Lichaam (met een Eerste en Tweede Kamer) instelde en als regering een Directoire; in 1799 sloeg Daendels bij Castricum een Brits-Russische invasie af; in 1801 kwam er een nieuwe grondwet; bij de Vrede van Amiens (1802) kreeg ons land van Engeland zijn koloniën terug (behalve Ceylon); na de grondwetswijziging van 1805 kwam er een raadpensionaris als eenhoofdig gezag, namelijk Rutger Jan Schimmelpenninck (van 31 oktober 1761 tot 25 maart 1825).
  • Van 1 juli 1856 tot 18 maart 1858 was er in Nederland het kabinet Van der Brugghen met als eerste minister Mr. J.L.L. van der Brugghen (protestant).
  • Van 18 maart 1858 tot 23 februari 1860 was er in Nederland het kabinet Rochussen - Van Bosse met als eerste ministers J.J. Rochussen (conservatief-liberaal) en Mr. P.P. van Bosse (liberaal).
  • In het jaar 1858: Bron: Wikipedia
    • Nederland had zo'n 3,3 miljoen inwoners.
    • 11 februari » In Lourdes zou in een grot voor de eerste maal de Maagd Maria aan Bernadette Soubirous zijn verschenen. Dit leidde tot het ontstaan van een van de grootste katholieke bedevaartsoorden.
    • 30 maart » Hymen L. Lipman patenteert het potlood met gummetje aan het eind.
    • 1 juli » De evolutietheorie van Charles Darwin en Alfred Russel Wallace wordt gepubliceerd door de Linnaean Society van Londen.
    • 21 juli » Ontmoeting van Plombières tussen de Franse keizer Napoleon III en en graaf Camillo Benso di Cavour, de eerste minister van Piëmont-Sardinië.
    • 3 augustus » Eerste kabeltelegrammen tussen Amerika en Europa.
    • 16 augustus » De eerste trans-Atlantische telegraafkabel wordt in gebruik genomen, waarbij koningin Victoria een felicitatietelegram verstuurt aan president James Buchanan.


Dezelfde geboorte/sterftedag

Bron: Wikipedia


Over de familienaam SCHILDER

  • Bekijk de informatie die Genealogie Online heeft over de familienaam SCHILDER.
  • Bekijk de informatie die Open Archieven heeft over SCHILDER.
  • Bekijk in het Wie (onder)zoekt wie? register wie de familienaam SCHILDER (onder)zoekt.

De publicatie Familie Doevendans is opgesteld door .neem contact op
Wilt u bij het overnemen van gegevens uit deze stamboom alstublieft een verwijzing naar de herkomst opnemen:
Cor Doevendans, "Familie Doevendans", database, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/familie-doevendans/I2206.php : benaderd 14 juni 2024), "Bruining Corneliszoon SCHILDER (1792-1858)".