De bekende beeldhouwer Johannes Petrus Maas uit Haarlem vervaardigde in 1920 in opdracht van het Bisdom Haarlem een groot Heilig Hartbeeld voor de binnentuin ter gelegenheid van de oprichting van de "Intronisatievereniging". Deze vereniging stelde zich ten doel alle Rooms-Katholieke Amsterdammers het Allerheiligste Hart toe te wijden en de plechtige intronisatie in de huisgezinnen der gelovigen te bevorderen. Het beeld is onthuld op 11 juni 1920 met een groot inhuldigingsfeest.
Oorspronkelijk stond het (aanvankelijk nog met een stralenkrans) op een groot rotsblok, dat later in 1954 gewijzigd werd in een lager voetstuk.
Op 14 met 1985 vond er nog een incident plaats met dit beeld, het hoofd werd er namelijk door vandalen afgeslagen en tot heden is het lidteken nog te zien.
Op hetzelfde grasveld staan (stonden) rechts van het beeld een "Gewone Esdoorn (Acer pseudoplantanus Leopoldi) geplant in 1925 met boomnummer J4-002-000 en links een "Witte Paardekastanje" (Aesculus Hippocastanum) geplant in 1895 met boomnummer J4-003-000. Deze Paardekastanje is opgenomen op de lijst van nationale monumentale bomen.
BRON STEDELIJK BEHEER AMSTERDAM INFRASTRUCTUUR 1994
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Eind oktober 1936 kwam uit het atelier van de Firma Maas in Haarlem een heel oud maar zeer mooi "Mariabeeld" terug naar het Begijnhof, waarvan niemand wist waar het vroeger gestaan heeft, noch hoe en wanneer het gekomen is. Niemand herinnerde zich het ooit te hebben gezien.
De hr. Maas meende dat het circa 15 jaar geleden onder Deken Bosman voor reparatie naar Haarlem was gezonden.
De toenmalige firmant is destijds tamelijk onverwachts naar het buitenland vertrokken en zo schijnt het vergeten te zijn. Het beeldje is van eikenhout circa 92 cm hoog.
Omdat in de kerk geen plaats is, is het geplaatst in de benedenzaal.
Op 16 juni 1972 werd het onder nummer 11 geinventariseerd als:
Beeld van Madonna; hoog 90 cm; eikenhout; Noord Nederlands; 1470-1480. Maria staat op de maansikkel; op haar rechterarm draagt zij het Kind, dat met zijn linkerhandje de kwastjes van haar bovenkleed vasthoudt; zij is niet gesluierd. De voet van Maria is beschadigd; arm en hand van het Kind zijn waarschijnlijk vernieuwd. Litt.; tentoonstelling Rijksmuseum, cf. Bouvy p. 89-90, abd. 100.
Opmerking: Heel waarschijnlijk heeft hr Johannes Petrus Maas het beeldje voor reparatie in ontvangst genomen ten tijde van de plaatsing van het Heilig Hartbeeld in 1920.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.