Hij heeft/had een relatie met Jonkvrouwe M.C.A.J. v.d. Does de Willebois.
Kind(eren):
Notaris tot 1917 en Kerkmeester van de Begijnhofkapel vanaf 14 mei 1873. Hij vierde samen met hr. Koedijk op 14 mei 1898 zijn 25 jaar Kerkmeester zijn.
Hij sloeg op 14 maart 1895 de eerste paal in de grond recht onder de plaats voor het Hoofdaltaar, voor de bouw van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis.
Staat op het Processieschilderij.
Hij is de grootvader van Giselle van Waterschoot de maakster van de Glas in Loodramen der kapel. Tot oktober 1916 was hij lid van de Eerste Kamer.
De getoonde gegevens hebben geen bronnen.