Woudwyk Genealogía » Lubbertus Lubartis Lubaertis Capaers Caspaers Ds. Waterham Watterham , Ds.,predikant van Beulake 1686-1724, (1662-1724)

Persönliche Daten Lubbertus Lubartis Lubaertis Capaers Caspaers Ds. Waterham Watterham , Ds.,predikant van Beulake 1686-1724, 

• Er wurde geboren im Jahr 1662 in Hasselt, Overijssel, Nederland.
• Er ist verstorben am 28. Januar 1724 in Beulake, Wanneperveen, Overijssel.-Steenwijk, Overijssel, Nederland, er war 62 Jahre alt.
• Er wurde beerdigt in Steenwijk, Overijssel..
• Ein Kind von Caspar Caspaer Lubbertusz Lubbertis Lubertis Waterham Watterham ,gerichtschrijver van het Hoogh Schultampt van Hasselt (1674), und Lijsebeth Jacobs Kotgens Kotgien tweelingzus met Margriete Jacobs Kotgens,

Familie von Lubbertus Lubartis Lubaertis Capaers Caspaers Ds. Waterham Watterham , Ds.,predikant van Beulake 1686-1724,

(1) Er ist verheiratet mit Mighieltien Michieltje Michaëla Mighieltje Michieltien Michieltjen Micheltien Gerhards Gerritsdr van Bentheim Benthem Benten Bentem Bentings.

Sie haben geheiratet am 4. Januar 1716 in Beulake, Wanneperveen, Overijssel, Nederland, er war 54 Jahre alt.

Kind(er):

1. Casper Caspar Geerardt Geerard Gerard Lubbertus Waterham Watterham Bentings  1717-1723

(2) Er ist verheiratet mit Lamberta Lambarta Lambartij Godefricus Godefridus Ockleij Oockleij Okelij Ockelij Oclij Ocklij.

Sie haben geheiratet am 5. August 1688 in Beulake, Wanneperveen, Overijssel, Nederland, er war 26 Jahre alt.

Notizen bei Lubbertus Lubartis Lubaertis Capaers Caspaers Ds. Waterham Watterham , Ds.,predikant van Beulake 1686-1724,

Lubbertus Waterham,

Ds Lubbertus Waterham,

Mighieltien Benthem,1674 Steenwijk. Zij is gedoopt in 1674 in Steenwijk.Michieltje con Lubbertus Waterham casado desde Beulake pastor 1686-1724.Lubbertus Waterham hertrouwt (2): Ao. 1716 Den 4 januari in Beulake.

Ingeschreven Lubbertus Waterham predikant alhier, Bruidegom, Juffrouw Mighieltien Benthem, van Steenwijk, Bruijdt als gelastet. Mighieltien Benthem is een dochter van Ds. Gerhardus Benthem en Martha van Coten Coolen. Zij is gedoopt in 1674 in Steenwijk.En 1716 Michieltien Benthem,es llamada Waterham.Mighieltien Benthem muere a Beulake unos días después del 15 de octubre de 1723,de 48 años de edad.Tres meses más tarde muere también Lubbertus Waterham a saber el 28 de enero de 1724, de más de 61 años de edad.

  Michieltje Benthem, deed op 25 december 1695 te Steenwijk openbare belijdenis, gehuwd met Lubbertus Waterham, die van 1686-1724 predikant van Beulake was.

------------------------
 Mighieltien Benthem, 1674 Steenwijk. Ella fue bautizada en 1674 en Steenwijk. Michieltje con Lubbertus Waterham casado desde Beulake pastor 1686-1724. Lubbertus Waterham vuelve a casarse (2): Ao. 1716 Den 4 de enero en Beulake.

Inscrito aquí el pastor de Lubbertus Waterham, el novio, la señorita Mighieltien Benthem, van Steenwijk, Bruijden como soldador. Mighieltien Benthem es una hija de Ds. Gerhardus Benthem y Martha van Coten Coolen. Fue bautizada en Steenwijk en 1674. Y en 1716 Michieltien Benthem, es llamada Waterham. El enero de 1724, el más de 61 añ;os de edad.

   Michieltje Benthem, hizo una confesión pública el 25 de diciembre de 1695 en Steenwijk, se casó con Lubbertus Waterham, quien fue pastor de Beulake entre 1686 y 1724.
---------------------------------------

Ds Lubbertus Waterham, 

chr.9 mar 1662 Hasselt, Overijssel,

 

Ds Lubberts Waterham

Christening? 9 mar 1662 Hasselt,Overijssel,Netherlands
Occupation? 1686 - 1724 Beulake,Wanneperveen,Overijssel, Netherlands
Predikant
Marriage Banns jul 1688 Beulake,Wanneperveen,Overijssel, Netherlands
to Lambarta Ockleij
Marriage 5 aug 1688 Beulake,Wanneperveen,Overijssel, Netherlands
NG
to Lambarta Ockleij
Residence 1691, 1708, 1711 Beulake,Wanneperveen,Overijssel, Netherlands
with Lambarta Ockleij
Marriage jan 1716 Beulake,Wanneperveen,Overijssel, Netherlands
NG
to Micheltien Benten
Marriage Banns 4 jan 1716 Beulake,Wanneperveen,Overijssel, Netherlands
NG
to Micheltien Benten
Death? 28 jan 1724 Beulake,Wanneperveen,Overijssel,Netherlands

 

H.  Ds Lubbertus Waterham
1662 - 1724
W.  Lambarta Ockleij
1669 - bef 1716
m. 5 aug 1688   

Children
Agata Elisabet Waterham
1689 -
Agata Elisabet Waterham
1691 -
Godefridus Waterham
1694 -
Agata Elisabeth Waterham
1695 -
Johanna Waterham
1698 -
Casparina Waterham
1700 -
Casparus Waterham
1703 -
Eliesebeth Waterham
1708 -
Weintien Waterham
1710 -
Weinte Waterham
1711 -
 

H.  Ds Lubbertus Waterham
1662 - 1724
W.  Micheltien Benten
abt 1690 -
m. jan 1716

Children
Casper Geerardt Waterham
1717 -

--------------------------------------------------

 Lubbertus Hendriks Waterham
is gedoopt op 1 december 1661 in Hasselt.
Beroep: predikant.

Hij is getrouwd met (1) Lamberta Godefricus Ockleij op 5 augustus 1688 te Beulake,
Toestemming voor dit huwelijk is verkregen te Beulake.
Kinderen:
Agatha Elisabeth Waterham  1695-1743

Hij is getrouwd met (2) Mighieltje Benthem in het jaar 1716 te Beulake,
04-01-1716 ondertrouw Beulake
zie verder o.a.: Gezinsreconstructies (Ambt-)Vollenhove en Beulake, Guus Nijhuis.
Toestemming voor dit huwelijk is 5 januari 1716 verkregen te Zwartsluis.

-----------------------------------------------------------------------------------------------

Lubaertis Capaers Lubbertus WATERHAM, predikant (N.G.) te Beulake (1686-1724), geboren te Hasselt, gedoopt (N.G.) op 09-03-1662 te Hasselt (getuige(n): borgem[eijster van Hasselt] Arent WATTERHAM, zijn oom). Hij werd genoemd naar zijn opa Lubertis WATTERHAM. Overleden op 28-01-1724 te Beulake op 61-jarige leeftijd, zoon van Caspaer Lubertis WATTERHAM en Lijsebeth Jacobs KOTGENS.
Ondertrouwd (1) 00-07-1688 te Beulake. Attestatie gegeven op 21-07-1688 van de Beulake. Gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 05-08-1688 te Beulake (N.G.). Hij wonende te Beulake, zij tot Hasselt. Echtgenote is Lambarta Godefridus´ OCKLEIJ, 16 jaar oud.
Ondertrouwd (2) op 04-01-1716 te Beulake, ondertrouw te Zwartsluis op 05-01-1716, met attestatie naar Beulhaak. Gehuwd voor de kerk 00-02-1716 (N.G.). Hij weduwnaar wonende te Beulake, zij van Steenwijk, thans wonende te Zwartsluis. Echtgenote is Mechieltien Gerhards´ BENTEM.
Uit het eerste huwelijk: 10 kinderen.
Uit het tweede huwelijk: 1 kind.
 1.  Casper Geerard Lubbertus´ 

 

Lubaertis Capaers Lubbertus WATERHAM, pastor (NG) en Beulake (1686-1724), nacido en Hasselt, bautizado (NG) el 09-03-1662 en Hasselt (testigo (s): borgem [eijster van Hasselt] Arent WATTERHAM, su tío ) Fue nombrado después de su abuelo Lubertis WATTERHAM. Murió el 28-01-1724 en Beulake a la edad de 61 años, hijo de Caspaer Lubertis WATTERHAM y Lijsebeth Jacobs KOTGENS.
Publicación (1) 00-07-1688 en Beulake. Certificación dada el 21-07-1688 del Beulake. Casado por la iglesia a los 26 años el 08-08-1688 en Beulake (N.G.). Él vive en Beulake, ella a Hasselt. La esposa es OCKLEIJ de Lambarta Godefridus, de 16 años.
Aviso de matrimonio (2) el 04-01-1716 en Beulake, aviso de matrimonio en Zwartsluis el 01-01-1716, con certificado a Beulhaak. Casado con la iglesia 00-02-1716 (N.G.). El viudo que vive en Beulake, ella de Steenwijk, que actualmente vive en Zwartsluis. Su esposa es BENTEM de Mechieltien Gerhards.
Desde el primer matrimonio: 10 hijos.
Del segundo matrimonio: 1 hijo.
 1. Casper Geerard Lubbertus

-----------------

Mechieltien Gerhards´ BENTEM, geboren in 1674 te Steenwijk, overleden 00-10-1723 te Beulake.  Zij maakte op 18-10-1723 in haar huis te Beulake, enkele dagen voor haar overlijden, ten overstaan van Derck RIDDER, Sander Jacobs SUCK en Mr. Jan KUIPER, vrijwillig en bij haar volle verstand, haar testament op. Hierin bepaalde zij dat zij enig zilver naliet aan haar zuster Femmichien, en aan diens kinderen Jan en Francijnzjen ab UTRECHT een bedrag van 100 Carolische Guldens. De diakonie van Beulake liet zij een bedrag na van vijf Ducatons ten behoeve van de armenzorg. Haar drie stiefkinderen werden allereerst bedeeld met kleine aandenkens: Voor Agata Elisabeth een bijbeltje met gouden sloten; voor Johanna een rouwjurk; voor Elisabeth de spaarpot van haar overleden zoon Caspar. Daarnaast werden zij drieën de erfgenamen van al haar bezittingen, waaronder zilver, goud, geld, actien en kredieten en alle obligaties, met de bepaling dat haar man hiervan het levenlange vruchtgebruik zou hebben. Tot de roerende zaken behoorden met name: de kast, de spiegel, de rustbank, de schilderijen de Vijf Zinnen (thans eigendom van het Museum Mauritshuis te ´s Gravenhage), het behangsel, de stoelen het beddegoed en het zilver.
(bron: familiestamboom WATERHAM). Dochter van Gerhardus (Gerhard) BENTHEM en Martha Jans van COTEN (van COOLEN).
Ondertrouwd op 04-01-1716 te Beulake, ondertrouw te Zwartsluis op 05-01-1716, met attestatie naar Beulhaak. Gehuwd voor de kerk 00-02-1716 (N.G.). Hij weduwnaar wonende te Beulake, zij van Steenwijk, thans wonende te Zwartsluis. Echtgenoot is Lubaertis Capaers (Lubbertus) WATERHAM.
Uit dit huwelijk:
   1.  Casper Geerard Lubbertus´ 

 

BENTEM de Mechieltien Gerhards, nacido en 1674 en Steenwijk, murió el 10-10-1723 en Beulake. Hizo su hogar en Beulake el 18-10-1723, unos días antes de su muerte, frente a Derck RIDDER, Sander Jacobs SUCK y Mr. Jan KUIPER, voluntariamente y con pleno conocimiento, terminó su testamento. Ella declaró que dejó un poco de plata a su hermana Femmichien, y a sus hijos Jan y Francijnzjen ab UTRECHT, una cantidad de 100 Carolische Guilders. Dejó a la diaconería de Beulake una cantidad de cinco Ducatons para el cuidado de los pobres. En primer lugar, sus tres hijastros estaban dotados de pequeños recuerdos: para Agata Elisabeth, una biblia con cerraduras doradas; para Johanna un vestido de luto; para Elisabeth la caja de dinero de su hijo fallecido Caspar. Además, los tres se convirtieron en herederos de todas sus posesiones, incluyendo plata, oro, dinero, acciones y créditos y todos los bonos, con la disposición de que su esposo tendría el usufructo de por vida de esto. Elementos móviles incluidos en particular: el armario, el espejo, el sofá, las pinturas de las Cinco Frases (actualmente propiedad del Museo Mauritshuis en La Haya), el papel tapiz, las sillas, la ropa de cama y la plata.
(fuente: árbol genealógico WATERHAM). Hija de Gerhardus (Gerhard) BENTHEM y Martha Jans van COTEN (van COOLEN).
Aviso de matrimonio el 4 de enero de 1716 en Beulake, aviso de matrimonio en Zwartsluis el 5 de enero de 1716, con certificado a Beulhaak. Casado con la iglesia 00-02-1716 (N.G.). El viudo que vive en Beulake, ella de Steenwijk, que actualmente vive en Zwartsluis. El esposo es Lubaertis Capaers (Lubbertus) WATERHAM.
De este matrimonio:
   1. Casper Geerard Lubbertus

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Gerhard de Utrecht (1699-1764)

Gerhardus ab Utrecht fue bautizado el 9 de abril de 1699 en Zwartsluis. Fue el primer hijo del comerciante Franciscus van Utrecht y su tercera esposa Femme Margareta van Benthem. Gerhardus murió en Giethoorn el 19 de enero de 1764.

Por su ascendencia, Gerhardus ab Utrecht estaba conectado con el mundo pastoril de la tierra de Vollenhove, aunque su padre Franciscus había buscado su sustento en el comercio. Su abuelo Henricus van Utrecht fue el primer rector de la escuela de latín en Vollenhove y el primer pastor de la recién fundada congregación reformada de Beulake. Su tío Johannes ab Utrecht fue primer ministro de Peperga y Blesdijke y más tarde en Giethoorn. Madre Femme van Benthem también provenía de una familia pastoral. Su padre era ministro de Dwingelo y Steenwijk, mientras que por parte de madre estaba relacionada con la familia pastoral Voltelen. En el siglo XVII esta familia suministró tres pastores a la tierra de Vollenhove. Además, dos hermanos de madre Femme también eran pastores.

Gerhardus recibió la preparación para los estudios académicos en las escuelas de Steenwijk y Zwolle, con énfasis en los idiomas latín y griego. Aprendió hebreo de su tío Rutger Adolf van Benthem. En la línea de los Ab Utrecht, Gerhardus fue a estudiar a la academia Franeker en 1717. Ya el 8 de mayo de 1720, bajo la supervisión del profesor Ruardus Andala, pudo defender su disertación titulada Clavis apocalyptica... Esta fue publicada ese mismo año por Henricus Halma en Franeker. En septiembre de 1721 se convirtió en candidato para el Santo Oficio, tras lo cual desapareció de la vista durante varios años.

Sólo lo volvemos a encontrar cuando su nombre aparece en la parte superior de la pequeña nominación en 1728 para una profesión que había emitido el consistorio de Zwartsluis. Sin embargo, no se apeló a Gerhardus van Utrecht, sino al número dos. En la primavera de 1729, su anciano tío Johannes ab Utrecht, que no había podido desempeñar adecuadamente su servicio en Giethoorn durante algunos años, recibió de Ridderschap en Steden una asignación de 200 florines para un pastor asistente. Presuntamente su primo Gerhardus se convirtió en ese pastor asistente, porque dos meses después el tío Johannes solicitó y obtuvo su estatus de emérito. Luego, el consistorio y la congregación parecían conocer tan bien al candidato Gerhardus que fue apelado por unanimidad sin redactar la nominación habitual. Permanecería fiel a su congregación hasta su muerte en enero de 1764.

Según fuentes eclesiásticas, ningún predicador del siglo XVIII se preocupó tanto por la relación entre reformados y menonitas como Gerhardus van Utrecht. El número relativamente grande de transiciones a una de las dos congregaciones menonitas de Giethoorn, que juntas tenían tres veces más miembros que la congregación reformada, fue una fuente de molestia para él durante toda su vida. Estas transiciones, en promedio tres al año, generalmente eran el resultado de un matrimonio mixto, en el que la pareja reformada a menudo no cumplía la promesa hecha antes del matrimonio de permanecer fiel a la religión reformada después del matrimonio. Ab Utrecht ha probado durante años no solo el clasis y el sínodo,

Después de luchar con este problema durante veinte años, se le ocurrió la propuesta de un pacto por el cual los maestros menonitas y el ministro reformado de Giethoorn solo aceptarían una transferencia si la persona en cuestión había demostrado que había leído el folleto de catecismo de su propio religioso. denominación correctamente saber. Debe prestarse especial atención a las concepciones de predestinación, libre albedrío, bautismo de niños, juramento y evitación del mundo. Este intento de hacer un arreglo por el cual el drost van Vollenhove tendría que supervisar, resultó ser demasiado ambicioso, también porque este drost no se sentía como la tarea que se le había asignado. En una conversación personal remitió al ministro provocado al clasis y al sínodo por enésima vez.

Las declaraciones hechas por los involucrados en su transición ante el drost o el consistorio dejaron en claro que no habrían sentido nada por tal examen eclesiástico con énfasis en las diferencias doctrinales. Muchos simplemente dijeron que fallecieron porque sus corazones así lo dictaron, otros indicaron que por su matrimonio ya no estaban obligados por las promesas que habían hecho antes del matrimonio y bajo la autoridad de sus padres. Gerhardus ab Utrecht finalmente se vio obligado a aceptar las prácticas de Gieter. No tuvo más remedio que plantear el asunto de palabra y por escrito una y otra vez.

Ab Utrecht era un defensor de la estricta observancia del descanso dominical. Durante todo su mandato en Giethoorn, fue una fuente de molestia para él que algunos miembros de su congregación no asistieran al servicio de la tarde, sino que prefirieran ir a una visita de maternidad o quedarse en casa para tomar un café o un té. También se ha vuelto en repetidas ocasiones en contra de tocar el violín y bailar en las posadas los domingos y otros días especiales. Según Ab Utrecht, estos pecados públicos evocaron todo tipo de juicios celestiales como la guerra, la peste bovina y el barril rojo.

Su amor por el catecismo y su aversión a los pecados populares antes mencionados impulsaron a Gerhardus ab Utrecht a escribir muchas publicaciones. Escribió dos adaptaciones del Catecismo de Heidelberg para sus feligreses: Geithoorns Huisboek (primera parte) y Breve comprensión del Catecismo. En este Geithoorns Huisboek, los 52 domingos del Catecismo de Heidelberg se tratan cada uno en 70 preguntas y respuestas. En la aplicación a cada domingo, el autor se enfoca principalmente en la posible distinción entre un cristiano falso y uno verdadero, y en la diferencia entre la doctrina reformada y la bautista.

La segunda parte de Geithoorns Huisboek tenía la intención principal de traer la posibilidad de la ira de Dios por sus pecados a las mentes de los Gietersen y sus contemporáneos. Ab Utrecht usó más de una vez la expresión del Antiguo Testamento 'rompiendo el sustento del pan', queriendo decir hambre. En 1745, Ab Utrecht donó una copia de la segunda parte de Geithoorns Huisboek a cada consejo de iglesia del clasis para que la usaran durante las visitas a la iglesia. En 1743 salió también de Breve comprensión del Catecismo; la segunda edición revisada y complementada se publicó en 1759.

En el acta del clasis, que según la Orden de la Iglesia de Dordrecht tenía que aprobar la impresión de escritos teológicos, se mencionan cuatro publicaciones más pequeñas de Ab Utrecht. Ger-hardus van Utrecht falleció inesperadamente en la madrugada del jueves 19 de enero de 1764. Fue enterrado en la iglesia reformada de Giethoorn, frente al púlpito, que entonces todavía estaba contra la pared sur.

La lápida intacta con una simple inscripción aún se encuentra allí y mantiene así viva la memoria de este ministro del Santo Evangelio que, según las palabras de la oración fúnebre, durante los más de 34 años que estuvo en Giethoorn "un Jacob en la oración, un Pablo en la predicación”. Gerhardus ab Utrecht no estaba casado.

Autor: P. Datema (de Overijssel Biografías)

Ver también Portal Biográfico
Nacido:     09-04-1699 Cerradura negra
Falleció:     19-01-1764 Giethoorn
Padre:     Francisco de Utrecht (comerciante)
Madre:     Mujer Margareta van Benthem
Publicaciones:     RAO, Archivos de la comunidad reformada de Giethoorn RAO, Archivos del sínodo provincial de Overijssel GA Kampen, acta del classis Vollenhove and Steenwijk Book Hall of the Scholary World, abril de 1764
 

 

https://www.wieiswieinoverijssel.nl/zoekresultaten/p2/147-gerhardus-ab-utrecht 

 

 

Gerhardus ab Utrecht (1699-1764)

Gerhardus ab Utrecht werd op 9 april 1699 te Zwartsluis gedoopt. Hij was de eerste zoon van de koopman Franciscus van Utrecht en van diens derde vrouw Femme Margareta van Benthem. Gerhardus stierfin Giethoorn op 19 januari 1764.

Door zijn afkomst was Gerhardus ab Utrecht verbonden met de predikantenwereld van het land van Vollenhove, ook al had zijn vader Franciscus zijn broodwinning in de handel gezocht. Zijn grootvader Henricus van Utrecht was eerst rector van de Latijnse school te Vollenhove en de eerste predikant van de nieuw gestichte gereformeerde gemeente van Beulake. Zijn oom Johannes ab Utrecht was eerst predikant van Peperga en Blesdijke en later te Giethoorn. Ook moeder Femme van Benthem kwam uit een predikantenfamilie. Haar vader was predikant van Dwingelo en Steenwijk, terwijl zij van moeders zijde verwant was aan het predikantengeslacht Voltelen. Deze familie leverde in de zeventiende eeuw drie predikanten aan het land van Vollenhove. Bovendien waren twee broers van moeder Femme eveneens dominee. Tenslotte was haar zuster Michieltje met Lubbertus Waterham getrouwd, van 1686-1724 predikant te Beulake.

De voorbereiding op de academische studie ontving Gerhardus aan scholen te Steenwijk en Zwolle, waarbij de nadruk lag op de talen Latijn en Grieks. Hebreeuws leerde hij van zijn oom Rutger Adolf van Benthem. In de lijn van de Ab Utrechts ging Gerhardus in 1717 aan de academie van Franeker studeren. Al op 8 mei 1720 kon hij onder leiding van professor Ruardus Andala zijn dissertatie verdedigen, getiteld Clavis apocalyptica... Deze werd nog datzelfde jaar uitgegeven door Henricus Halma te Franeker. In september 1721 werd hij kandidaat tot de Heilige Dienst waarna hij voor een aantal jaren uit het gezichtsveld verdwijnt.

Wij komen hem pas weer tegen, als zijn naam in 1728 bovenaan de kleine nominatie verschijnt voor een beroep dat de kerkeraad van Zwartsluis had uitgebracht. Niet Gerhardus van Utrecht, maar nummer twee werd echter beroepen. In het voorjaar van 1729 verkreeg zijn bejaarde oom Johannes ab Utrecht, die al enige jaren zijn dienst te Giethoorn niet meer naar behoren had kunnen waarnemen, van Ridderschap en Steden een toelage van 200 gulden voor een hulppredikant. Vermoedelijk is zijn neef Gerhardus die hulppredikant geworden, want twee maanden later vroeg en verkreeg oom Johannes zijn emeritaat. Toen bleken kerkeraad en gemeente de kandidaat Gerhardus al zo goed te kennen, dat hij zonder het opmaken van de gebruikelijke nominatie met eenparigheid van stemmen beroepen werd. Tot aan zijn dood in januari 1764 zou hij zijn gemeente trouw blijven.

Volgens de kerkelijke bronnen heeft in de achttiende eeuw geen predikant zich zo met de verhouding tussen gereformeerden en doopsgezinden beziggehouden als Gerhardus van Utrecht. Het betrekkelijk grote aantal overgangen naar één van de beide doopsgezinde gemeenten van Giethoorn, die samen drie maal zo veel leden telden als de gereformeerde gemeente, waren voor hem een levenslange bron van ergernis. Deze overgangen - gemiddeld drie per jaar - waren meestal het gevolg van een gemengd huwelijk, waarbij de gereformeerde partner veelal de voor het huwelijk gedane belofte om de gereformeerde religie trouw te zullen blijven na de huwelijkssluiting niet na kwam. Ab Utrecht heeft jarenlang geprobeerd niet alleen de classis en synode, maar ook de drost van Vollenhove en zelfs Ridderschap en Steden te bewegen met hun gezag het nakomen van de gedane beloften af te dwingen.

Na twintig jaar met dit probleem geworsteld te hebben kwam hij met het voorstel van een convenant, waarbij de leraars der doopsgezinden en de gereformeerde predikant van Giethoorn alleen een overgang zouden accepteren als de betrokkene er blijk van gegeven had het catechismusboekje van de eigen godsdienstige richting goed te kennen. In het bijzonder zou gelet dienen te worden op de opvattingen betreffende de voorbeschikking, de vrije wil, de kinderdoop, de eed en de wereldmij ding. Deze poging om een regeling te treffen, waarbij de drost van Vollenhove toezicht zou moeten uitoefenen, bleek te hoog gegrepen, ook al omdat deze drost niets voor de hem toegedachte taak voelde. In een persoonlijk gesprek verwees hij de getergde predikant voor de zoveelste maal naar de classis en de synode.

Uit verklaringen, die betrokkenen bij hun overgang voor de drost of de kerkeraad aflegden, bleek zonneklaar dat zij niets gevoeld zouden hebben voor zo'n kerkelijk examen met de nadruk op leerstellige verschillen. Velen zeiden eenvoudigweg dat zij overgingen omdat hun hart het hun zo ingaf, anderen maakten kenbaar zich door hun huwelijk niet langer aan beloften gebonden te achten, die zij voor hun trouwen en onder het gezag van hun ouders gedaan hadden. Gerhardus ab Utrecht zag zich tenslotte wel gedwongen de Gieterse praktijken te accepteren. Hem bleef weinig anders over dan de zaak in woord en geschrift telkenmale aan de orde te stellen.

Ab Utrecht was een voorstander van een nauwgezet naleven van de zondagsrust. Gedurende zijn gehele ambtstijd in Giethoorn was het hem een bron van ergernis dat een deel van zijn gemeenteleden de middagdienst niet bezocht, maar liever op kraamvisite ging of thuis koffie of thee bleef drinken. Ook heeft hij zich steeds weer gekeerd tegen het vioolspelen en dansen in de herbergen op zondag en op andere bijzondere dagen. Deze volkszonden riepen volgens Ab Utrecht allerlei hemelse oordelen op zoals oorlog, runderpest en rode loop.

Zijn liefde voor het geven van catechisatie en zijn afkeer van de genoemde volkszonden zetten Gerhardus ab Utrecht aan tot het schrijven van vele publikaties. Zo schreef hij voor zijn gemeenteleden twee bewerkingen van de Heidelbergse Catechismus: het Geithoorns Huisboek (eerste deel) en Kort begrip van de Catechismus. In dit Geithoorns Huisboek worden de 52 zondagen van de Heidelbergse Catechismus ieder in 70 vragen en antwoorden behandeld. In de toepassing bij elke zondag gaat de auteur vooral in op het mogelijke onderscheid tussen een schijn- en een waar christen, en op het verschil tussen de gereformeerde en de doopsgezinde leer.

Het tweede deel van het Geithoorns Huisboek was vooral bedoeld om de Gietersen en hun tijdgenoten de mogelijkheid van Gods toorn over hun zonden op het hart te binden. Daarbij gebruikte Ab Utrecht meer dan eens de oud-testamenti-sche uitdrukking 'verbreking van de staf des broods', waarmee hongersnood bedoeld wordt. Van het tweede deel van het Geithoorns Huisboek schonk Ab Utrecht in 1745 aan elke kerkeraad van de classis een exemplaar om gebruikt te worden bij de kerkvisitatie. In 1743 kwam ook uit Kort begrip der Catechismus; de tweede aangepaste en aangevulde druk zag in 1759 het licht.

In de acta van de classis, die volgens de Dordtse Kerkorde het laten drukken van theologische geschriften moest goedkeuren, worden nog een viertal kleinere publikaties van Ab Utrecht vermeld. In de voornacht van donderdag 19 januari 1764 kwam Ger-hardus van Utrecht onverwacht te overlijden. Hij werd begraven in de gereformeerde kerk van Giethoorn en wel voor de preekstoel, die toen nog tegen de zuidmuur stond.

De gave grafzerk met een eenvoudig opschrift ligt nog ter plaatse en houdt zo de herinnering levend aan deze bedienaar van het Heilig Evangelie, die, naar de woorden van de lijkrede, in de ruim 34 jaar dat hij in Giethoorn had gestaan "een Jacob in 't Gebed, een Paulus in het Preeken" geweest was. Gerhardus ab Utrecht was ongehuwd.

Auteur: P. Datema (uit Overijsselse Biografieën)

Zie ook Biografisch Portaal
Geboren:     09-04-1699 Zwartsluis
Overleden:     19-01-1764 Giethoorn
Vader:     Franciscus van Utrecht (koopman)
Moeder:     Femme Margareta van Benthem
Publicaties:     RAO, Archief van de hervormde gemeente van Giethoorn RAO, Archief van de provinciale synode van Overijssel GA Kampen, acta van de classis Vollenhove en Steenwijk Boekzaal der Geleerde Wereld, april 1764

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Lubbertus Lubartis Lubaertis Capaers Caspaers Ds. Waterham Watterham , Ds.,predikant van Beulake 1686-1724,?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Zeitbalken Lubbertus Lubartis Lubaertis Capaers Caspaers Ds. Waterham Watterham , Ds.,predikant van Beulake 1686-1724,

Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole:  Großeltern    Eltern    Geschwister    Kinder