Voorouders Janssen & de Groot » Hendrik I van Engeland (± 1068-1135)

Persönliche Daten Hendrik I van Engeland 


Familie von Hendrik I van Engeland

Er hat eine Beziehung mit Mathilde van Schotland.


Kind(er):

  1. Mathilde van Engeland  ± 1102-1167 


Notizen bei Hendrik I van Engeland

Hendrik I van Engeland Beauclerc (Selby (York), ca. 1068 - Lyons-la-Forêt (Frankrijk), 1 december 1135) was koning van Engeland en hertog van Normandië.Zijn bijnaam had hij te danken aan de lange tijd aangehouden opvatting dat hij een voor die tijd uitzonderlijk goede opleiding had genoten en naastNormandisch Frans, ook Latijn en Engels las en sprak en enig onderwijs in de vrije kunsten zou hebben gehad. Het moderne onderzoek gaat er echtervan uit dat hij weliswaar het Latijn enigszins machtig was en ook wel enige notie van de vrije kunsten had, maar dat zijn talenkennis niet zo enormwas als men vroeg aannam.

Hendrik werd vermoedelijk in 1068, ofwel tijdens de zomer of de laatste weken van dat jaar, in Engeland geboren, mogelijk in Selby.[2] Hendrik washet jongste kind van Willem de Veroveraar en Mathilde van Vlaanderen, hij is vermoedelijk vernoemd naar Hendrik I van Frankrijk, een oom van Mathilde.[3]Hij werd waarschijnlijk opgevoed door een clericus, mogelijk bisschop Osmund van Salisbury, de kanselier van Willem, al is het onduidelijk of diterop wijst dat zijn ouders voor Hendrik een kerkelijke carrière voor ogen hadden.[4] Op 24 mei 1086 werd hij door zijn vader tot ridder geslagen.[5]

Willem raakte in 1087 dodelijk gewond door een ongeval tijdens een militaire campagne in de Vexin. Hendrik bezocht het sterfbed van zijn vader in Rouen.Willem gaf Normandië aan zijn oudste zoon, Robert Curthose, hoewel die op dat moment in opstand tegen zijn vader was, hij gaf Engeland aan zijn derdezoon Willem, Hendrik kreeg een geldbedrag van vijfduizend pond en de landerijen van zijn moeder in Buckinghamshire en Gloucestershire. Hun tweedezoon Richard was reeds in ca. 1075 overleden door een jachtongeluk.

Robert, de oudste, was boos omdat Willem Engeland had gekregen. Willem had zich snel in Engeland laten kronen en nu wilde Robert een oorlog tegen hembeginnen. Hendrik was in Normandië en steunde Robert, maar misschien had hij geen andere keuze. Voor Willem was dat aanleiding om zijn landerijenin Buckinghamshire en Gloucestershire in beslag te nemen. Hendrik had nu geen land, alleen geld. Het volgende jaar werd het duidelijk dat de plannenvan Robert op niets zouden uitlopen, vooral wegens geldgebrek. Robert vroeg Hendrik om hem geld te lenen maar die had liever land en uiteindelijkkocht hij de grafelijke rechten in de Cotentin en het gebied rond Avranches, voor een bedrag van drieduizend pond. De invloed van Hendrik nam hierdoorsterk toe want in dit gebied lagen belangrijke bezittingen van Hugo van Avranches, earl van Chester, Richard van Redvers, grootgrondbezitter in Dorset,en de belangrijke abdij van Mont Saint-Michel.

Hendrik maakte zich snel geliefd bij de Normandische edelen in het westen van het hertogdom. Robert probeerde kort daarna om de grafelijke rechtenvan Hendrik terug te kopen maar door de steun van zijn edelen kon Hendrik dit bod afslaan. In de zomer van 1088 bezocht Hendrik zijn broer Willemin Engeland, in een poging om de landerijen van zijn moeder terug te krijgen. Toen Hendrik na een paar maanden (zonder succes) terugkeerde naar Normandië,werd hij op beschuldiging van samenzwering tegen Robert gevangengenomen door Odo van Bayeux, en opgesloten in Neuilly-la-Forêt. Robert nam de graafschappenvan Hendrik in beslag. Onder druk van Normandische edelen werd Hendrik in het voorjaar van 1089 vrijgelaten. Hendrik was geen graaf meer maar hijhad nog wel veel invloed in het westen van Normandië.

Willem kreeg de opstandige edelen in Engeland steeds meer onder controle en begon zijn aandacht aan Normandië te wijden. Hij versterkte zijn bandenmet Normandische edelen en stookte de burgerij van Rouen op om in opstand te komen. In reactie sloot Robert een verdrag met Filips I van Frankrijk.Eind 1090 kwam een groep burgers onder leiding van Conan Pilatus in opstand. Robert deed een beroep op zijn edelen om de opstand te onderdrukken enHendrik was de eerste belangrijke edelman die hem te hulp kwam. In Rouen ontstonden verwarde straatgevechten. Robert zocht een veilig onderkomen inhet kasteel van de stad maar Hendrik wist de gevechten in zijn voordeel te beslissen. Conan werd gevangengenomen en bood een groot losgeld voor zijnvrijlating, maar Hendrik besloot om van hem een voorbeeld te maken en gooide hem van een van de torens van het kasteel. In plaats van hem te belonen,dwong Robert Hendrik om de stad te verlaten. De argumenten die hiervoor worden genoemd zijn dat Hendrik alom werd gezien als de man die de opstandhad onderdrukt, wat Robert niet zou hebben kunnen verdragen, of dat Hendrik als beloning had gevraagd om zijn graafschap terug te krijgen.

In het voorjaar van 1091 kwam Willem met een leger naar Normandië. Robert en Willem begonnen onderhandelingen. Willem kreeg bezittingen in Normandiëen in ruil daarvoor zou hij Robert helpen om Maine te verwerven. Robert en Willem benoemden elkaar tot erfgenaam en sloten Hendrik uit van erfopvolging.Door deze afspraken kwam het tot oorlog tussen Hendrik en zijn broers. Hendrik vormde een leger van huurlingen maar de edelen die hem steunden liepensnel over naar het kamp van Willem en Robert. Met zijn resterende strijdkrachten trok Hendrik zich in maart 1091 terug op Mont Saint-Michel. Uiteindelijkmoest Hendrik ook dit eiland opgeven en trok hij via Bretagne naar Frankrijk. De samenwerking van Willem en Robert viel nu uiteen en ze begonnen elkaarweer te bestrijden.

De inwoners van Domfront (Orne) kwamen in 1092 in opstand tegen hun heer Robert II van Bellême. Ze vroegen aan Hendrik om hun heer te worden en hieraanvoldeed Hendrik heel graag. Hendrik begon vanuit Domfront zijn oude netwerk weer op te bouwen. In 1094 had hij zoveel aanhang verzameld dat hij beslissingenover leengoederen kon nemen alsof hij de hertog van Normandië was. Willem steunde Hendrik met geld, tegen Robert. Hendrik gebruikte de middelen onderandere om het kasteel van Domfront te vergroten en te versterken. Willem viel in 1094 Normandië binnen. Door de militaire aanwezigheid van Willemkon Hendrik het westen van Normandië vast in handen krijgen. Willem ging al snel terug naar Engeland en Hendrik werd een belangrijke hoveling vanWillem.

Robert leende een groot bedrag van Willem om deel te kunnen nemen aan de Eerste Kruistocht. In ruil daarvoor kreeg Willem het bestuur over het oostelijkdeel van Normandië, tijdens de afwezigheid van Robert. In 1097 en 1098 voerden Hendrik en Willem samen campagne in de regio Vexin.

Op 2 augustus 1100 overleed Willem door een verdwaalde pijl (tot op heden voeding voor complottheorieën) tijdens een jachtpartij in New Forest waarHendrik ook aan deelnam, al is men het er in het moderne historische onderzoek over het algemeen over eens dat een jachtongeval de meest waarschijnlijkedoodsoorzaak is.[6] Na een korte discussie in Winchester (Robert was nog afwezig vanwege de kruistocht) steunde een groot deel van de aanwezige edelende claim van Hendrik op de troon. Hendrik bezette het kasteel van Winchester en maakte zich meester van de Engelse schatkist. Op 5 augustus 1100 werdhij in grote haast gekroond in Westminster Abbey door de bisschop van Londen, omdat aartsbisschop Anselmus van Canterbury door Willem was verbannenen de aartsbisschop van York niet op tijd in Londen kon zijn.

Hendrik beloofde de rechten van de kerk en de edelen te eerbiedigen en de vrede in het koninkrijk te zullen handhaven. Hendrik beloonde zijn oude aanhangersmet nieuwe leengoederen en handhaafde de belangrijkste bestuurders van Willem, behalve de gehate Ranulf Flambard (bisschop van Durham) die wegenscorruptie gevangen werd gezet in de Tower of London. Willem had in zijn conflict met de kerk een aantal belangrijke posten open gelaten en Hendrikbenoemde zijn kandidaten voor die posities. Hij vroeg Anselmus van Canterbury om terug te komen naar Engeland, en de benoemingen te bevestigen.

Op 11 november 1100 trouwde Hendrik met Edith, dochter van koning Malcolm III van Schotland. Zij was een nicht van Edgar Ætheling, die na de doodvan Harold II van Engeland nog tot koning van Engeland was uitgeroepen maar niet meer werd gekroond, en een achterkleindochter van koning Edmund IIvan Engeland. Zij was dus een afstammeling van het oude Engelse koningshuis en dit huwelijk ondersteunde dus de rechten van Hendrik op de Engelsetroon. Als gebaar naar de Normandische adel veranderde ze haar naam van Edith (een typisch Angelsaksische naam) in Mathilda (een Frankische naam).

Mathilda was opgevoed in kloosters en had vermoedelijk geloften afgelegd om een non te zullen worden. Nu deed ze een beroep op Anselmus van Canterburyom vrijgesteld te worden van deze beloften, om met Hendrik te kunnen trouwen. Anselmus stelde een commissie van geestelijken in om het probleem teonderzoeken. De conclusie was dat Mathilda feitelijk nog geen non was geworden, en dus vrij was om te trouwen. Mathilde bleek een energieke koninginte zijn die enkele malen als regent voor Hendrik optrad en deelnam aan besprekingen aan het hof. Na de geboorte van haar kinderen bleef ze meestalin Winchester als Hendrik op reis was, en was ze betrokken bij het dagelijks bestuur van Engeland.

Hendrik had kinderen bij ten minste vijftien andere vrouwen en had vermoedelijk nog meer relaties. Een deel van die relaties zal voor zijn huwelijkzijn geweest (hij was al meer dan dertig jaar oud toen hij trouwde) maar een aanzienlijk deel van zijn relaties was ook tijdens zijn huwelijk.

Robert, teruggekomen van de kruistocht, voelde zich door Hendrik bestolen. Robert meende zelf recht te hebben op de Engelse troon. De trouw van deEngelse edelen aan Hendrik was nog allerminst vanzelfsprekend maar Robert bleek alweer niet in staat om een invasie te organiseren.

Dit veranderde toen Ranulf Flambard in februari 1101 uit de Tower ontsnapte en zich bij Robert voegde. Hij organiseerde voor Robert een invasie vanEngeland. Hendrik nam de bezittingen van Ranulf in beslag en liet hem door Anselmus van Canterbury uit zijn bisschopsambt zetten. In april en juni1101 liet Hendrik zijn edelen hun eed van trouw aan hem herhalen, en hij posteerde een leger en een vloot bij Pevensey. Veel edelen kwamen niet opdagen,hoewel een aantal zich nog bij Hendrik voegden na persoonlijke druk door Anselmus.

Robert verraste Hendrik door met een klein leger bij Portsmouth te landen. Robert liet de kans voorbij gaan om Winchester (met Hendriks schatkist)te bezetten, maar zijn leger werd wel versterkt door een groot aantal Engelse edelen. De legers van Robert en Hendrik ontmoetten elkaar bij Alton.Het lukte om een veldslag te voorkomen en de besprekingen leidden tot een verdrag waarbij werd afgesproken dat Hendrik koning van Engeland bleef,hij zijn bezittingen in Normandië zou opgeven (behalve Domfront) en Robert tweeduizend pond per jaar van Hendrik zou ontvangen. Verder benoemdenze elkaar tot erfgenaam voor het geval ze zonder kinderen zouden overlijden, beloofde Hendrik om Robert te helpen om Normandië te verdedigen, zoude ene broer geen strafmaatregelen nemen tegen edelen die de andere broer hadden gesteund, en werd Ranulf Flambard hersteld in zijn functies en kreeghij zijn bezit terug. Robert bleef enkele maanden in Engeland als gast van Hendrik.

Ondanks het verdrag vervolgde Hendrik de belangrijkste medestanders van Robert, op grond van aanklachten waar het verdrag van Alton niet op van toepassingwas. Willem II van Warenne werd verbannen maar kon zich in 1103 weer met Hendrik verzoenen. Robert van Bellême en zijn broers werden beschuldigdvan een groot aantal misdrijven. Robert van Bellême nam de wapens op tegen Hendrik en veroverde Roberts kastelen in Arundel, Tickhill en Shrewsbury.Uiteindelijk werd Robert van Bellême opgesloten in het kasteel van Bridgnorth en had hij geen andere keuze dan ook in ballingschap te gaan.

In 1103 begon Hendrik zijn netwerk in Normandië weer te activeren. Hij liet meerdere van zijn onechte dochters met Normandische edelen trouwen engaf grote giften aan andere edelen. Ondertussen was zijn broer Robert gedwongen om te gaan samenwerken met Robert van Bellême. In 1104 trok Hendrikdaarom naar Domfront en had daar besprekingen met een groot aantal edelen. Ook zocht hij zijn broer op en beschuldigde hem ervan met zijn vijandensamen te werken, wat een schending van het verdrag van Alton zou zijn. In 1105 stuurde Hendrik zijn vriend Robert Fitzhamon met een groep riddersde gebieden van zijn broer in. Toen Robert Fitzhamon gevangen werd genomen, bestempelde Hendrik dit als een oorlogsdaad en had hij een aanleidingom zijn broer aan te vallen, met als excuus dat hij orde en vrede moest herstellen.

Via diplomatie had Hendrik bereikt dat de belangrijke Noord-Franse edelen en de koning van Frankrijk zich afzijdig zouden houden. Hendrik bezette hetwesten van Normandië en trok naar Bayeux waar Robert Fitzhamon gevangen werd gehouden. De stad weigerde om Hendrik toe te laten en Hendrik belegerdede stad. Toen hij Bayeux had ingenomen werd de stad tot de grond toe afgebrand. Caen gaf zich daarom zonder tegenstand over en Hendrik kon daarnamet beperkte verliezen Falaise bezetten. Daarna stagneerde Hendriks campagne. Hij begon onderhandelingen met Robert maar die leverden ook geen succesop, daarom ging Hendrik met kerst naar Engeland. In juli 1106 kwam Hendrik terug naar Normandië en belegerde het kasteel van Tinchebray. Hertog Roberten Robert van Bellême leidden in september een leger om het kasteel te ontzetten. Het leger van Robert viel dat van Hendrik aan. Toen de gevechtenvolop bezig waren, vielen Hendriks bondgenoten uit Maine en Bretagne het leger van Robert in de flanken aan. Na een uur was de veldslag beslist. HertogRobert was gevangengenomen maar Robert van Bellême kon vluchten.

Robert gaf zijn aanhangers opdracht om het verzet tegen Hendrik te staken. Hendrik verzoende zich met Robert van Bellême die in ruil goederen opgafdie hij van Robert had gekregen. In Rouen zwoer Hendrik de wetten en gebruiken van Normandië te zullen handhaven. Robert bleef gevangen en zijn zoonWillem Clito werd door Hendrik onder de bescherming van Helias van Saint-Saëns geplaatst. Dit was opmerkelijk want Helias was een van de belangrijksteen machtigste van de aanhangers van Robert geweest. Hendrik kon Robert zijn formele positie als hertog niet afnemen. Hij vermeed gebruik van de titel"hertog" van Normandië en presenteerde een beeld van hemzelf als een waarnemer die de vrede in het hertogdom herstelde.

Met het koningschap van Engeland had Hendrik ook aanspraken op gezag over Schotland en Wales van zijn broer geërfd. De verhoudingen met Schotland,waar zijn schoonvader regeerde, waren in de regel goed. Tijdens het bestuur van Hendrik werd de Engels-Normandische invloed in Schotland geleidelijksterker. Wales was een lappendeken van inheemse en Engels-Normandische feodale eenheden, en enkele koninklijke kastelen. Hendrik vergrootte zijn invloedin Wales door voorzichtige diplomatie.

In Engeland zelf versterkte Hendrik zijn greep op de adel door consequent zijn aanhangers te belonen en tegenstanders te straffen, hoewel hij nietbijzonder streng was in zijn straffen. Gedurende zijn bestuur verloren belangrijke opstandige families, die hun standpunten niet wilden opgeven, allebelangrijke functies die ze hadden. Hendrik had een netwerk van spionnen zodat hij goed wist wat zijn edelen uitvoerden. Hendrik had een uitgebreidrondreizend hof met een administratie (onder de kanselier) en een schatkist (onder de kamerheer) terwijl de maarschalk voor de logistiek en de voorzieningenzorgde. Daarnaast had Hendrik een permanente koninklijke garde van een paar honderd man. De hofhouding was aan strenge regels onderworpen, zo washet verboden om de omgeving te plunderen (wat onder zijn voorganger een normale praktijk was). In zijn paleis in Woodstock had Hendrik een eigen dierentuin.

Hendrik gebruikte ministerialen om recht en financiën te hervormen. Het rechtssysteem werd gebaseerd op het Angelsaksische recht, veel wetten werdengemoderniseerd en op schrift vastgelegd en Hendrik stelde een systeem van reizende rechters in. Er werd een systematische boekhouding ingevoerd voorde inkomsten en de uitgaven van de schatkist. Hendrik hervormde het muntstelsel en voerde strenge straffen in voor muntmeesters die knoeiden met hetgehalte van edelmetalen in munten. Deze maatregelen werden apart van elkaar, zowel in Engeland als in Normandië ingevoerd.

Hendrik had de steun van de kerk hard nodig, zowel om zijn positie in Engeland te versterken als in het conflict met Robert. Hij werkte nauw samenmet aartsbisschop Anselmus van Canterbury (bijvoorbeeld met concilies voor de hervorming van de kerk in 1102 een 1108) maar kreeg ook te maken metdiens strikte standpunt inzake de investituurstrijd. Anselmus volgde het standpunt van paus Urbanus II dat geestelijken niet onder het gezag van devorst konden staan. Dit had er al toe geleid dat Anselmus door Hendriks broer Willem was verbannen. Hendrik had hem terug laten komen omdat hij desteun van de kerk nodig had. Hendrik en Anselmus probeerden de kwestie door onderhandelingen op te lossen maar uiteindelijk koos Anselmus ervoor omweer in ballingschap te gaan, en Hendrik legde beslag op zijn inkomsten. In 1105 werd eindelijk een oplossing gevonden waarbij bisschoppen de vorstalleen zouden erkennen als leenheer voor hun wereldlijke goederen. In zijn eerste periode als koning benoemde Hendrik vooral vertrouwde hovelingenals bisschop. Vanaf ongeveer 1125 benoemde hij vooral geestelijken die de hervorming van de kerk steunden.

In 1119 kwam Hendrik in conflict met zijn vriend Thurstan van Bayeux, de aartsbisschop van York. De aartsbisschop van Canterbury vond (net als Hendrik)dat zijn collega van York hem gehoorzaamheid moest zweren maar Thurstan weigerde dat. In 1119 was zijn benoeming hierdoor al vijf jaar opgehouden.In dat jaar bezocht Thurstan de paus en werd door hem geweid. Hendrik voelde zich bedrogen en verbande Thurstan tot de kwestie in 1120 werd opgelost.

Hendrik was aanvankelijk niet erg religieus maar zou zich na de dood van zijn zoon William Adelin (1120) en de huwelijkscrisis van zijn dochter Mathildevan Engeland (1129) meer voor het geloof zijn gaan interesseren. Hendrik steunde de orde van Cluny, hij schonk een groot bedrag aan de abdij van Clunyen gaf grote schenkingen voor de stichting van de abdij van Reading. Daarnaast zorgde Hendrik voor het organiseren van reguliere kanunniken volgensde Regel van Augustinus, stichtte hij leprahospitalen en trof hij voorzieningen voor nonnenkloosters, en voor de grijze monniken van Savigny-le-Vieuxen Thiron-Gardais. Hendrik verzamelde relieken en stuurde in 1118 een gezantschap naar Constantinopel om relieken te verzamelen. Een aantal reliekengaf hij aan de abdij van Reading.

Door de dood van zijn broers Richard en Willem en door de nederlaag van zijn broer Robert, was Hendrik de onbetwiste koning van Engeland en hertogvan Normandië geworden.

In 1108 werd Lodewijk VI koning van Frankrijk en hij had de ambitie om het gezag van de Franse kroon te versterken. Lodewijk eiste dat Hendrik hemals leenheer zou erkennen voor Normandië en dat hij twee betwiste kastelen zou opgeven. Toen Hendrik weigerde dreigde Lodewijk met oorlog. Onderhandelingenkonden een oorlog voorkomen, zonder dat Hendrik concessies deed.

Ten zuiden van Normandië erfde Fulco V van Anjou het graafschap van Anjou en door zijn huwelijk werd hij ook graaf van Maine. Hendrik vond dat Maineeen leengoed van Normandië was maar Fulco huldigde Lodewijk als zijn leenheer voor Maine. Er ontstond zo een bondgenootschap tegen Hendrik waar RobrechtII van Vlaanderen zich ook bij aansloot.

Hendrik reageerde door zijn dochter Mathilda te laten trouwen met keizer Hendrik V. Hij gaf Mathilda een bruidsschat mee van 6.666 ponden, waar eenextra belasting voor moest worden geheven. Bovendien verloofde Hendrik zijn zoon Willem met een dochter van Fulco, en liet hij een van zijn onechtedochters trouwen met hertog Conan III van Bretagne. Net als in Engeland begon hij edelen die hij niet vertrouwde, uit hun positie te verwijderen.Hun bezittingen gebruikte hij om nieuwe medestanders te verwerven. In 1110 probeerde Hendrik om zijn neef Willem te arresteren maar die werd doorzijn voogd in Vlaanderen in veiligheid gebracht. Robert van Bellême koos de kant van Lodewijk maar toen die hem als ambassadeur naar Hendrik stuurde,werd Robert prompt gevangengenomen.

Toen er in 1111 een opstand uitbrak in Frankrijk kon Hendrik de druk op Lodewijk verder opvoeren door zijn neef Theobald IV van Blois, zoon van zijnzus Adela van Engeland, te steunen, die een van de belangrijkste opstandelingen was. Lodewijk was in 1113 gedwongen om opnieuw vredesbesprekingenmet Hendrik te voeren. Lodewijk erkende dat Maine, Bretagne en Bellême leengoederen waren van Normandië en hij erkende het gezag van Hendrik overde twee omstreden kastelen. Hendrik begon zich rond deze tijd "hertog van Normandië" te noemen.

Hendrik had in 1108 een campagne geleid in het zuiden van Wales en in Pembrokeshire had hij een groep Vlamingen gevestigd om de wildernis te ontginnen.Maar de Welshe prinsen Owain ap Cadwgan en Gruffudd ap Cynan begonnen zich geleidelijk onafhankelijker op te stellen en ze bedreigden de Engels-Normandischeedelen in Wales en de earl van Chester. Daarom viel Hendrik met drie legers Wales binnen, het noordelijke leger werd geleid door Alexander I van Schotland,het zuidelijke leger door Gilbert (Fitz Richard) de Clare, terwijl Hendrik zelf het middelste leger aanvoerde. Al snel vroegen Owain en Gruffudd omonderhandelingen. Hendrik versterkte de Engelse positie in Wales door nieuwe Engels-Normandische edelen te benoemen als heer van Welshe grensgebieden.Zo werd Gilbert Fitz Richard graaf van Ceredigion.

Om de opvolging van zijn zoon William Adelin zeker te stellen, zocht Hendrik in 1115 weer toenadering tot Lodewijk. Hij bood aan om Lodewijk als zijnleenheer voor Normandië te huldigen en hem een groot bedrag te betalen, als Lodewijk Willem zou erkennen als erfgenaam van Normandië. Op het laatstemoment trok Lodewijk zich terug uit de onderhandelingen en verklaarde hij de neef van Hendrik, Willem Clito, de zoon van Hendriks oudste broer Robert,als wettige erfgenaam van Normandië te zien.

Hendrik gaf nu weer militaire steun aan Theobald en in 1116 was er een open oorlog tussen Hendrik en Lodewijk. Eerst vonden er over en weer enkeleplunderingen plaats maar toen vielen Franse troepen, met hulp uit Vlaanderen en Anjou, Normandië binnen. Bovendien kwam een deel van de Normandischeadel in opstand, onder leiding van Amalrik III van Montfort. Hendriks vrouw Mathilda overleed in 1118 maar de situatie in Normandië was zo ernstigdat Hendrik haar begrafenis niet kon bijwonen. De positie van Hendrik werd zo benard dat zelfs zijn onechte dochter Juliana en haar man Eustatiusvan Breteuil naar de tegenpartij wilden overlopen. Hendrik veroverde Breteuil, waarbij Juliana nog probeerde om haar vader met een kruisboog neerte schieten, en ontnam het paar al hun bezittingen.

In 1119 stemde Fulco eindelijk toe in het huwelijk van Willem, de zoon van Hendrik, met zijn dochter, Mathilde van Anjou, maar Hendrik moest daar weleen groot bedrag voor neertellen. Fulco vertrok daarna naar het Heilige Land. Hendrik rekende met Lodewijk af in een veldslag bij Brémule. Daarnaverzoende Hendrik zich met Amalrik van Montfort maar een poging om Paus Calixtus II het conflict met Lodewijk te laten oplossen mislukte, want depaus wilde zich er niet mee bemoeien. Uiteindelijk onderhandelden Lodewijk en Hendrik in 1120 zelf een vrede. Hendriks zoon Willem huldigde Lodewijkals zijn leenheer voor Normandië en Lodewijk erkende Willem als de erfgenaam van Normandië.

Eind november 1120 reisde Hendrik met zijn hofhouding naar Engeland. Hendriks zoon Willem reisde op het White Ship met een gezelschap jonge edelen.Dit schip liep op 25 november 1120 op de rotsen en zonk en Willem overleed met de rest van de opvarenden. Hierdoor had Hendrik geen wettige zoon meerom hem op te volgen. Hendrik hertrouwde snel (januari 1121) met Adelheid van Leuven.

De ramp had ook andere politieke gevolgen: Hendriks verbond met Anjou werd nu niet meer door een familieband bijeen gehouden. Hendrik weigerde de weduwehaar bruidsschat terug te geven en Fulco trouwde een van zijn dochters met Hendriks neef Willem. Hendrik betaalde paus Calixtus een groot bedrag omdit huwelijk ongeldig te laten verklaren. Fulco stookte de Normandische edelen op om weer in opstand te komen. Omdat de earl van Chester ook was verdronken,kwam de Welshe prins Maredudd ap Bleddyn in opstand. Hendrik moest daarom in de zomer van 1121 op campagne in Wales. Hoewel hij door een pijl werdgetroffen kon hij de opstand onderdrukken.

In 1123 onderdrukte Hendrik de opstand in Normandië. Omdat hij nog geen kinderen uit zijn tweede huwelijk had, begon hij andere erfgenamen te overwegen.De belangrijkste kandidaten waren zijn onechte zoon Robert, zijn neef Willem (die de steun had van Lodewijk van Frankrijk) en zijn neven Theobalden Stefanus van Blois, zonen van zijn zus Adela van Engeland . Hendrik arrangeerde een goed huwelijk voor Stefanus met Mathilde van Boulogne (1151),de rijkste erfdochter van Engeland. Maar omdat zijn dochter Mathilde in 1125 weduwe werd, kwam zij ook in aanmerking. In 1126 verklaarde Hendrik datzij zijn erfgename zou worden, als hij zonder wettige zonen zou overlijden. Hij liet zijn edelen in de komende jaren tot drie keer een eed afleggendat zij Mathilda als erfgename zouden steunen.

In 1127 overleed de graaf van Vlaanderen, Karel de Goede, zonder erfgenaam en Lodewijk VI, koning van Frankrijk, benoemde Hendriks neef Willem Clitotot graaf van Vlaanderen. Hendrik steunde zijn tegenstanders en financierde hun opstand. Lodewijk gaf dan weer hulp aan Willem en om dat dwars tezitten viel Hendrik zelf Lodewijk aan. Willem overleed onverwacht in juli 1128 en de vijandelijkheden werden snel gestaakt. Hendrik en Lodewijk kondenzelfs formeel vrede sluiten.

Hendrik herstelde de band met Anjou door zijn dochter Mathilda te laten trouwen met Godfried V van Anjou, de oudste zoon van Fulco. Kort na zijn huwelijkwerd Godfried zestien jaar oud (hij was meer dan tien jaar jonger dan Mathilda) en droeg zijn vader, Fulco, het bestuur aan hem over. Fulco trouwdemet Melisende van Jeruzalem en werd daardoor koning van Jeruzalem. Hij vertrok definitief naar het Heilige Land. Godfried en Mathilde hadden een slechthuwelijk en leefden al snel gescheiden van elkaar. Hendrik moest zijn dochter in 1131 dwingen om zich met haar man te verzoenen, en snel daarna werdentwee zonen geboren.

Mathilde wilde dat Hendrik de Normandische edelen ook trouw aan haar zou laten zweren maar Hendrik weigerde dat. Godfried en Mathilde steunden toende volgende Normandische opstand (1135), onder Willem I van Ponthieu (zoon van Robert van Bellême). Hendrik kwam weer naar Normandië om de opstandelingente onderdrukken en besloot daarna om te gaan jagen in Lyons-la-Forêt. Volgens kroniekschrijver Hendrik van Huntingdon is hij daar overleden omdathij tegen advies van zijn arts een grote hoeveelheid lamprei heeft gegeten. Hij stierf na een ziekbed van enkele dagen. Zijn lichaam werd gebalsemden begraven in de abdij van Reading.

Hoewel Mathilde formeel zijn erfgename was, verliep de opvolging rampzalig. Op het nieuws van Hendriks dood trok zij naar Normandië maar nam daarrust toen bleek dat ze zwanger was. De Normandische adel gaf de voorkeur aan Theobald van Blois als hertog. Maar Stefanus van Blois stak snel overnaar Engeland en trok naar Winchester. Hij maakte zich meester van de Engelse schatkist en liet zich met hulp van zijn broer, bisschop van Winchester,tot koning van Engeland kronen. Dit zou uitlopen op een langdurige en bittere burgeroorlog in Engeland tussen Stefanus en Mathilda. Dat conflict zoupas worden opgelost toen Mathilda's zoon Hendrik vrede sloot met Stefanus, en hem uiteindelijk opvolgde als koning.

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Hendrik I van Engeland?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Zeitbalken Hendrik I van Engeland

  Diese Funktionalität ist Browsern mit aktivierten Javascript vorbehalten.
Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole: grootouders Großeltern   ouders Eltern   broers-zussen Geschwister   kinderen Kinder

Vorfahren (und Nachkommen) von Hendrik I van Engeland

Hendrik I van Engeland
± 1068-1135



Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

  • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
  • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
  • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.



Visualisieren Sie eine andere Beziehung

Die angezeigten Daten haben keine Quellen.



Gleicher Geburts-/Todestag

Quelle: Wikipedia


Über den Familiennamen Van Engeland

  • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Van Engeland.
  • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Van Engeland.
  • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Van Engeland (unter)sucht.

Die Voorouders Janssen & de Groot-Veröffentlichung wurde von erstellt.nimm Kontakt auf
Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
Edo Janssen, "Voorouders Janssen & de Groot", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/voorouders-janssen-en-de-groot/I33425.php : abgerufen 18. Juni 2024), "Hendrik I van Engeland (± 1068-1135)".