Stamboom Van der Ven » Karl Martel (676-741)

Persönliche Daten Karl Martel 


Familie von Karl Martel

(1) Er ist verheiratet mit Rotrude van Trier (Duchess).

Sie haben geheiratet rund 709.


Kind(er):

  1. Hiltrude  716-754


(2) Er ist verheiratet mit Swanahilde.

Sie haben geheiratet


Kind(er):

  1. Grifo  726-752
  2. Oda Martel der Karoler  ± 735-> 793


(3) Er hat eine Beziehung mit Ruodhaid.


Kind(er):

  1. Aldana  

Ereignis (MYHERITAGE:REL_OTHER).


Notizen bei Karl Martel

Kathedraal van Saint-Denis

De Kathedrale basiliek van Saint-Denis (Frans: Basilique-cathédrale de Saint-Denis) is een kerk in de Parijse voorstad Saint-Denis en de begraafplaats van de Franse koningen.

De basiliek is gewijd aan Sint-Denis ofwel Sint-Dionysius van Parijs, tevens de patroonheilige van Frankrijk. Hij zou de eerste bisschop van Parijs zijn geweest. Een simpel schrijn werd opgericht op zijn graf. Dagobert I, koning der Franken, bouwde op deze plaats de Sint-Denisabdij.

Saint-Denis en de geboorte van de gotiek

De kerk is een architecturaal meesterwerk en wordt gezien als het eerste grote gotische bouwwerk. De bouw van de huidige kerk werd begonnen in 1136, maar het gebouw kwam niet voor het einde van de13e eeuw gereed.

Op zondag 11 juni 1144 werd de kooromgang van de basiliek plechtig ingewijd in het bijzijn van de Franse koning Lodewijk VII de Jongere. Deze basiliek werd verbouwd naar de ideeën van Suger van St. Denis, in een nieuwe stijl met spitsbogen en glas-in-loodramen, waarbij de nadruk ligt op verticaliteit en een hemelse lichtinval. Ten grondslag daaraan lag een nieuwe theologie waarbij God met licht geïdentificeerd werd. In de westgevel zorgde het grote roosvenster voor binnenstralend licht. In het naar Jeruzalem gerichte oostelijke koor werden muren weggehaald en vervangen door pilaren. De kooromgang werd tussen 1140 en 1144 uitgebreid met een reeks straalkapellen "geplaatst in een halve cirkel, waardoor de kerk baadde in een ononderbroken schitterend licht dat binnenviel door de helderst denkbare ramen". Doordat de kapellen voorzien werden van een kruisribgewelf waardoor de muren geen dragende functie meer hadden, was er plaats voor grote glaspartijen, voorzien van schitterende glasramen. Saint-Denis is overduidelijk een directe vertaling van de ideeën die Suger koesterde over het universum. Abt Suger introduceerde het principe van de verticaliteit en de opwaarts gerichte spanning, eigen aan al de nieuwe bisschopskerken tot aan het einde van de middeleeuwen. Saint-Denis markeerde de geboorte van de Gotiek.

De nieuwe overdadige stijl van de St.-Denis stak schril af tegen de bouwwijze van de cisterciënzerkloosters en de aangrenzende kerk, die zich kenmerkte door een volstrekte soberheid volgens de regel van Bernard van Clairvaux.

Saint-Denis en de inrichting

In de kerk staat het eerste orgel van Aristide Cavaillé-Coll uit 1840, een van de belangrijkste orgels in Parijs. In 1987 werd Pierre Pincemaille benoemd tot organist-titularis van dit orgel.

Saint-Denis als koninklijk mausoleum

Graftombe van Dagobert in Saint-Denis, 13e eeuw
De koningen van Frankrijk werden eeuwenlang in deze abdij begraven en de kerk staat dan ook bekend als het Frans koninklijk mausoleum. Sinds Dagobert I hadden alle opvolgers van Clovis I dit heiligdom als hun begraafplaats verkozen. De Kerk gaf de machtigste mannen van de tijd toestemming hun graf binnen de heiligdommen te plaatsen en hun graftombe te voorzien van een beeld van hun persoon. Lodewijk de Heilige maakte van de Saint-Denis een mausoleum en gaf opdracht aan Petrus van Montreuil het gebouw daartoe aan te passen. Hij stelde de graftombes op in de kruisbeuk als ceremoniële bedden.
Op drie koningen na liggen alle heersers van Frankrijk van de 10e eeuw tot 1789 hier begraven. Tijdens de Franse Revolutie werden de graven echter geopend en werden hun stoffelijke resten in een grote put buiten de abdij gedumpt.

De basiliek werd zwaar beschadigd, maar toen de Franse Revolutie iets gematigder werd werd de kerk aangewezen als museum van de koninklijke grafmonumenten.

Napoleon Bonaparte heropende de kerk in 1806, maar de koninklijke resten werden in hun massagraven gelaten. Na Napoleons eerste verbanning naar Elba werden de resten van Marie Antoinette en Lodewijk XVI van Frankrijk hier begraven. De overige koninklijke resten konden echter niet meer afzonderlijk begraven worden en de collectie beenderen werd begraven in de crypte, achter een grote marmeren plaat met de namen van alle koningen erop.

Lodewijk XVIII van Frankrijk werd na zijn dood in 1824 begraven in het centrum van de crypte. Ook andere Bourbons werden in de jaren 1815-1830 in Saint-Denis bijgezet. In 2004 werd ook het bewaardgebleven gemummificeerde hart van de dauphin, Lodewijk XVII van Frankrijk, in Saint-Denis bijgezet.

Kathedraal

In 1966 werd de basiliek tot kathedraal van het bisdom Saint-Denis benoemd.

Bibliografie

Georges Duby, De kathedralenbouwers. Portret van de middeleeuwse maatschappij, 980-1420, 1985, Elsevier, Amsterdam/Brussel. (vertaling van "Le temps des cathédrales. L'art et la société 980-1420", Editions Quarto Gallimard, 1975)
Karel Martel (Herstal, circa 689 - Quierzy, 22 oktober 741) was hofmeier van het Frankische Rijk. Hij reorganiseerde het Frankische leger en bestuur en wist daarmee met succes zowel zijn binnenlandseals buitenlandse tegenstanders, met name de Arabieren, Friezen en Saksen het hoofd te bieden. Zijn macht werd zo groot dat hij de plaats van de Merovingische koningen innam, zonder zichzelf tot koning uit te roepen. Karel wordt beschouwd als stamvader en naamgever van de Karolingen. Hij was zoon van Pepijn II en diens tweede vrouw in bigamie Alpaida, en is begraven in de abdij van Saint-Denis. Zijn bijnaam Martel (klemtoon op de laatste lettergreep) betekent hamer (vergelijk het Franse woord voor "hamer": marteau). Daarmee wordt de spreekwoordelijke hamer bedoeld waarmee Karel de Arabieren 'vermorzelde'.

Jeugd

Karel is geboren uit een twijfelachtig huwelijk van zijn vader Pepijn van Herstal. Pepijn was al getrouwd met de aristocratische Plectrudis en Karels moeder was vermoedelijk uit de lagere adel afkomstig. Volgens de overlevering was Plectrudis zeer dominant en toen Karel werd geboren, durfde de boodschapper die dit nieuws aan Pepijn kwam brengen, daar niet openlijk over te spreken omdat Plectrudis ook aanwezig was. De boodschapper en Pepijn (die hem heel goed begreep) spraken over de "kerel die was gekomen", zo heeft Karel zijn toen ongewone naam gekregen.

Toen in 714 Karels halfbroer Grimoald II werd vermoord, had Pepijn geen zoons meer uit het huwelijk met Plectrudis en was Karel zijn oudste levende zoon. Plectrudis zorgde er echter voor dat Pepijn Karel en zijn broers uitsloot van de opvolging, en zijn minderjarige kleinzoon Theudoald (zoon van Grimoald) als opvolger benoemde. Toen Pepijn van Herstal nog in datzelfde jaar overleed, werd Theudoald inderdaad tot hofmeier voor het gehele Frankische rijk benoemd, met Plectrudis als regentes. Plectrudis liet Karel gevangennemen en sloot hem op in Keulen.

De weg naar de macht

Frankische rijk aan het begin van de burgeroorlog in 715
De adel in Neustrië en Bourgondië zag in het bewind van de minderjarige Theudoald zijn kans zich te bevrijden van de Austrasische dominantie en koos in 715 Ragenfried als hofmeier. Hierdoor was de situatie ontstaan, zoals in de kaart is weergegeven (Aquitanië was in die tijd een onafhankelijk Frankisch hertogdom). Ook de Friezen onder hun koning Radbod, profiteerden van de situatie door de gebieden die ze aan Pepijn van Herstal hadden verloren, waaronder Utrecht en omgeving, weer terug te veroveren. Ragenfried en Radboud sloten een bondgenootschap en vielen Austrasië aan. Een fractie van de Austrasische adel besloot dat ze onder deze omstandigheden een volwassen hofmeier nodig hadden, en bevrijdden Karel uit zijn gevangenschap. Ze waren echter te laat om Karel een volwaardig leger te laten opbouwen. In 716 vielen Ragenfried en Radboud, die met een vloot over de Rijn kwam, Theudoald en Plectrudis in Keulen aan. Karel probeerde de stad nog te ontzetten maar moest zich na de eerste schermutselingen al terugtrekken. Dit was het eerste en laatste gevecht dat Karel als veldheer zou verliezen. Plectrudis moest zich overgeven en de schatkist van Austrasië viel in handen van de aanvallers.

Na de verovering van Keulen wist Karel snel terug te slaan. Het Neustrische leger en een deel van de Friezen trokken door de Ardennen naar huis. Hun gezamenlijke leger was nog steeds veel groter dan het leger van Karel, maar hij wist door verrassing en list (hij veinsde op de vlucht te slaan, waardoor hij een achtervolging uitlokte, die hij vervolgens in een hinderlaag wist te lokken) de slag bij Amblève in zijn voordeel te beslissen. Hij kreeg bij die gelegenheid ook weer het grootste deel van de Austrasische schatkist in handen.

In 717 voerde Karel zelf een veldtocht naar Neustrië. Op 21 maart van dat jaar boekte hij een beslissende overwinning bij Kamerijk. Hij achtervolgde Chilperic II en zijn hofmeier tot aan Parijs. Daarna keerde hij terug naar huis, versloeg de aanhang van Plectrudis en veroverde Keulen. Hij riep vervolgens Chlotarius IV uit tot koning van het gehele rijk, met hemzelf als hofmeier. Karel benoemde ook een nieuwe bisschop in Reims. In 718 verbonden Chilperik en Ragenfried zich met Odo van Aquitanië, hun leger werd echter opnieuw verslagen in de slag bij Soissons. Odo vluchtte terug naar zijn hertogdom en leverde in ruil voor vrede Chilperik II en zijn hofmeier uit aan Karel. Odo erkende Karel als de rechtmatige hofmeier en Karel erkende Odo als hertog. Opmerkelijk is dat Karel al zijn verslagen tegenstanders ongemoeid laat.

Regering

Campagnes tegen de noordelijke buurvolken

Nadat hij in 718 zijn macht heeft gevestigd in het Frankische Rijk, begint Karel een programma om het Frankische gezag over de noordelijke buurvolken te herstellen en zijn noordelijke grenzen te beveiligen:
718 verslaat hij de Saksen en verwoest Westfalen.
719 herovert hij de verloren Friese gebieden en stelt Willibrord in staat om de zending vanuit Utrecht te hervatten.
720-723 voert Karel campagnes tegen Beieren waarbij hij wordt gesteund door de Alemannen. De Beierse hertog Hugbert erkent het gezag van Karel. Terwijl Karel langere tijd in Beieren verblijft, komt Ragenfried (nog altijd graaf van Anjou) in opstand. In 724 wordt deze opstand door Karel onderdrukt.
730 verslaat hij de Alemannen en doodt hun hertog Lantfrid. Karel benoemt geen opvolger wat betekent dat hij zelf het feitelijke gezag over de Alemannen heeft.
734 verslaat hij de Friezen en doodt hun aanvoerder Poppo. Friesland ten westen van de Lauwers wordt ingelijfd.

Opbouw van het leger – conflict met de kerk

Toen Karel hofmeier werd, bestond er geen georganiseerd Frankisch leger. In tijden van oorlog verzamelden de lokale bestuurders hun weerbare mannen en stelden zich onder aanvoering van hun hertog.Doordat Karel steeds in oorlog was en zich bovendien bewust was van het dreigende gevaar van de Arabieren, voerde hij radicale veranderingen door. Karel vormde een strijdmacht van trouwe veteranen omin een beroepsleger, dat door de staat werd betaald en bewapend. Hiermee beschikte Karel altijd over een krachtige, trouwe en snel inzetbare legermacht, die in tijden van oorlog altijd kon worden aangevuld met de gebruikelijke strijders uit de bevolking. Het leger dat Karel vormde, bestond in eerste instantie uit zware infanterie. Toen de stijgbeugel werd geïntroduceerd, konden ruiters ook actief deelnemen aan de strijd, en begon Karel ook aan de opbouw van een zware cavalerie. Dit moment moet rond 735 zijn geweest omdat hij tijdens de Slag bij Poitiers in 732 nog geen cavalerie had, terwijldeze bij de slag aan de Berre in 737 al een beslissende rol speelde.

Karel financierde zijn leger door kerkelijke bezittingen in beslag te nemen. De bisschoppen dreigden daarop om Karel te excommuniceren, wat alleen werd voorkomen doordat Bonifatius krachtige steunaan Karel gaf.

Slag bij Poitiers

Zie Slag bij Poitiers (732) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Karel Martel is het bekendst door zijn overwinning in de Slag bij Poitiers in 732, die traditioneel wordt gezien als de 'redding van Europa van de Arabieren'. Tegenwoordig wordt de betekenis van deze veldslag genuanceerd: het was vermoedelijk niet meer dan een van de militaire acties in de grensconflicten tussen de Arabieren en het hertogdom Aquitanië die toen geregeld plaatsvonden. Het was niet de eerste keer dat de Arabieren werden verslagen door de Franken (721 had Odo van Aquitanië ze in een verrassingsaanval verslagen bij het beleg van Toulouse), het was ook niet hun noordelijkste expeditie (725 hadden ze Autun geplunderd en zonder succes Sens belegerd) en ook niet het einde van hun activiteiten in Frankrijk. Odo had een bondgenootschap gesloten met de emir van Catalonië maar toen die in opstand kwam tegen de emir van Andalusië, kwam die in de problemen. Nadat de opstand was onderdrukt, viel een Andalusisch leger Aquitanië binnen, veroverde Bordeaux en versloeg Odo bij deGaronne. De Arabieren trokken al plunderend naar Tours. Odo vroeg Karel om hulp maar in ruil daarvoor vroeg die de onderwerping van Aquitanië aan zijn gezag.

Karel stelde zijn leger (zware infanterie) op in een defensieve positie op een beboste heuvel tussen Poitiers en Tours. Karels plan was om de Arabieren te laten aanvallen omdat hun cavalerie-charge tegen de helling op in een bos veel van zijn kracht zou verliezen. De Franken waren goed voorzien en warm gekleed (het was oktober) en konden hun positie lang volhouden. Na een week van afwachten viel de Arabische cavalerie aan. De slag zou twee dagen hebben geduurd zonder een duidelijke uitkomst. De volgende dag waren de Moren weggetrokken omdat ze bang waren dat de Franken hun buit zouden roven.

Na deze veldslag had Karel ook de controle over Aquitanië.

Arabische invasie van 737

De hertog van Provence sloot in 737 een bondgenootschap met de Arabieren uit Narbonne en helpt ze om Avignon te bezetten. Karel stuurt zijn broer Childebrand om de stad te belegeren en sluit zich later bij hem aan. Met stormrammen en touwladders wordt de stad ingenomen en tot de grond toe afgebrand. Karel belegt daarna Narbonne. Een Arabisch leger dat de stad komt ontzetten, wordt vernietigendverslagen tijdens de slag aan de rivier de Berre. Karel dankt deze overwinning aan de inzet van zijn zware cavalerie, waar de Arabieren niet op hadden gerekend. De belangrijkste Arabische steden in Septimanië worden veroverd, behalve Narbonne. Moderne historici vinden deze overwinningen belangrijker dan die van Poitiers omdat hier echt van een doelgerichte Arabische invasie kan worden gesproken.Later in het jaar volgt nog een campagne tegen de Provence, Karel verovert onder andere Arles en Aix – met hulp van de Longobarden.

Andere gebeurtenissen

Andere gebeurtenissen uit de regering van Karel na de 732:
732-735 Karel vervangt de Bourgondische hertog en graven door zijn eigen getrouwen
735 hertog Odo van Aquitanië treedt af en tegen Karels zin (hij wilde zelf hertog worden) wordt diens zoon Hunold tot hertog gekozen door de adel. Karel erkent Hunold, die op zijn beurt Karel alsheer erkent
737 Na de dood van koning Theuderik IV laat Karel de positie van koning vacant. Hoewel hij zich niet zelf tot koning uitroept is het duidelijk dat alleen hij de macht heeft.
739 De paus biedt Karel de titel van consul van Rome aan, in ruil voor hulp tegen de Longobarden. Karel slaat dit aanbod af omdat hij goede banden met de Longobarden heeft.
Karel versterkt in deze periode zijn gezag door verdere veldtochten tegen Beieren, Allemanië, Saksen en Aquitanië.

Overlijden

De graftombe van Karel Martel, in de Kathedraal van Saint-Denis, het beeld dateert uit de Gotiek.
Karel Martel stierf op 22 oktober 741 in Quierzy-sur-Oise in wat nu het Aisne departement in Picardië is. Hij werd begraven in de Kathedraal van Saint-Denis in Parijs. Zijn gebieden waren al een jaar eerder onder zijn volwassen zonen verdeeld: Carloman kreeg Austrasië en Alemannië (met Beieren als een vazalstaat), Pepijn de Korte kreeg Neustrië en Bourgondië (met Aquitainië als vazalstaat) en Grifo kreeg niets, hoewel sommige bronnen aangeven dat er over gesproken was hem een strook land tussen Neustrië en Austrasië te geven.

Gibbon noemde Karel Martel "de held van zijn tijd" en verklaarde dat de "Christenheid ... werd gered ... door het genie en het geluk van één man, Karel Martel."

Huwelijken en kinderen

Karel Martel was rond 709 getrouwd met Rotrude van Trier (rond 690-724). Ze hadden de volgende kinderen:
Carloman (713-755),
Pepijn de Korte (714-768)
H. Landrada (?)
Hiltrude (716-754), gehuwd met hertog Odilo van Beieren (?-748)

Na de dood van Rotrudis in 724 huwde Karel Martel de Beierse Swanahilde. Uit dit huwelijk werden geboren:
Grifo (726-752)
Oda (ca. 735 - na 793), gehuwd met Theoderik II van Autun, een belangrijke hoveling van Lodewijk de Vrome aan diens hof in Aquitanië

Karel Martel had ook kinderen bij zijn bijvrouw Ruodhaid.
Bernard (geboren vóór 732-787)
Hieronymus
Remigius, aartsbisschop van Rouen
Aldana

Bronnen, noten en/of referenties:
Voor de revisie van het artikel in juli 2009 is gebruikt gemaakt van de Engelstalige, Franstalige en Duitstalige versies van dit artikel in Wikipedia. Tevens is gebruikgemaakt van:
Karel in Genealogie der Mittelalter
Karel in Foundation for Medieval Genealogy

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Karl Martel?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Zeitbalken Karl Martel

  Diese Funktionalität ist Browsern mit aktivierten Javascript vorbehalten.
Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole: grootouders Großeltern   ouders Eltern   broers-zussen Geschwister   kinderen Kinder

Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

  • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
  • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
  • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.



Visualisieren Sie eine andere Beziehung

Die angezeigten Daten haben keine Quellen.

Über den Familiennamen Martel

  • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Martel.
  • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Martel.
  • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Martel (unter)sucht.

Die Stamboom Van der Ven-Veröffentlichung wurde von erstellt.nimm Kontakt auf
Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
Ted van der Ven, "Stamboom Van der Ven", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/van-der-ven-stamboom/I29357.php : abgerufen 24. Juni 2024), "Karl Martel (676-741)".