Er hat eine Beziehung mit Steijntie Janse van Kessel.
Kind(er):
Letzter Wille:
RAL 62, p. 152, 2-3-1655
Antonis (geboren in 1601) was inmiddels volwassen geworden. Na de verkoop van zijn vaders schepen was er in Den Bosch voor hem geen bedrijf meer om voort te zetten. Is hij eerst landbouwer in Empel geworden, met zijn twee hectare land in de Slaegen, of heeft hij die verkocht? En is hij meteen na het overlijden van zijn ouders uit Den Bosch vertrokken, of heeft hij nog voor Cornelis en Jacomyntken gezorgd, en op welke manier dan? En waarom is hij uiteindelijk in Lith terechtgekomen? We zullen het nooit weten. Wel is bekend dat hij daar met Steijntje trouwde, een dochter uit één van de vier huwelijken van Jan Gerritsen van Kessel. Steijntje’s vader was al zeker sinds 1615 dood32 en pas na het overlijden van Jan’s laatste echtgenote werden in 1636 de laatste van zijn goederen onder de kinderen verdeeld. De erfenis bestond uit een boerderij, bijna 9½ hectare land en 375 gulden. Thonis erfde namens Steijntie hiervan het “huys erve hoff met twee stucxken landts daer teynden aengelegen syñ tsaemen t'dordendeel van zeven hont tusschen erve boven naest Gerit Janssen van Kessel hennen broeder beneden naest Hanrick Janssen van Kessel mede condivident streckende vande Bredenwech op Driessen Hoeffken (...) mitten last van te gelden twee gul. jaerlycx aen Gerart Janssen van Kessel zijnen swaegere (...).33 De verleiding bestaat om deze Gerart te zien als de man van Thonis’ tante Baetke de Bijl, maar daarvoor is geen bewijs te leveren. Er waren meer Van Kessels, zowel in Empel als Lith, en in die familie kwamen namen als Jan en Gerrit nu eenmaal veel voor.
36
Vanaf 1644 staat Thonis Jan Horstiens nog vele malen te boek voor verschillende aangelegenheden, zoals aankoop van land, ruilverkaveling, voogdij en pacht.34 In 1654 schopte hij het tot schepen van Lith;35 het daaropvolgende jaar werd hij ziek en liet hij zijn testament opmaken: “(...) vooruijt haere twee jongste kinderen namelijck Lijsebet & Jacop elck de helft van haer gerechtigheijt sijnde het dorde part in seeckere huijsen erff gelegen binnen de stadt s’Hartogenbossche aende dieskant (...) welcke huijsinge Teunis Jan Horstiens testateur is aenverstorven van sijn vader tegenwoordelijck in tochte beseten wordende van Handrixke Jan Horstiens sijne stieffmoeder. Item voordat dese twee voorsz. jongste kinderen dese gerechtigheijt in het voorsz. huijs sullen hebben, sal hetgene bij de gehoude kinderen mede ten houwelijck gegeven is niet weder werden ingebracht, waertegens Gerit Teunisse als hij comt te trouwe mede vooruut sal hebben de beste koij als dan op stal sijnde (...)”.36
Kort daarna moet Thonis zijn overleden. Stijntie werd nog drie keer genoemd als weduwe van Tonis Jan Horstiens. Zo was er een overstroming geweest, waarna op enkele landerijen langs de Maas een nieuwe dijk aangelegd werd. Stijntie was één van de grondbezitters die in januari 1657 akkoord gingen met de aangeboden vergoeding voor de dijk die over hun land gelegd was. Zij werd voor de 3 hont land (een halve hectare) met 153 gulden uitbetaald en bovendien kreeg zij van het dorpsbestuur toestemming om het bedijkte gebied te beplanten. Elf andere belanghebbenden kregen ook geld; het totale bedrag beliep ruim 350 gulden, waarvan 153 voor Stijntje, in euro’s van 2008 respectievelijk bijna 8.500 en meer dan 3.500.37 De volgende generatie werd nu eens Horstiens, dan weer De Bijl genoemd, soms zelfs Horskens de Bijl. Dat is toch wel vreemd, gelet op het feit dat met Thonis Jan Horstiens zijn familienaam toch in Lith bekend was. Hij is zelfs schepen geweest
Thonis Jan Horstkens | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Steijntie Janse van Kessel |