Familienstammbaum Van den Aker, Van Eindhoven, Schepens en Verhoeven » Aert Claes Heijmerick Schepens (< 1523-1541)

Persönliche Daten Aert Claes Heijmerick Schepens 


Familie von Aert Claes Heijmerick Schepens

Er ist verheiratet mit Elisabeth Frank van den Doeren.

Sie haben geheiratetQuelle 1


Kind(er):

  1. Aert Aert Schepens  ????-± 1556
  2. Cathalijn Aert Schepens  ????-± 1576 
  3. Marie Aert Schepens  ????-> 1553


Notizen bei Aert Claes Heijmerick Schepens

R.A. Oirschot, inv. nr. 129B, periode 1 Jan. 1523 t/m 31 december 1523.
Heijmerick, Goessen en Aert, broers en wettige kinderen van Claes Heijmerick Schepens, verder Gielis Peter Gielis Snellaerts als man van Marie, Cornelis Gerits van Peelt als man van Aleijt, en Lodewijk Loden Timmermans als man van Juet, gezusters en ook kinderen van genoemde Claes, verkopen aan Alaert Claes Schepens hun erfdelen in een huis, tuin etc. samen met een zesterzaad en 5 roedes ´voorwegs´land samen met de dijk, zover als de tuin van het huis loopt naar de voorste hoek van het bakhuis, gelegen naast het nieuwe huis in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel, b.p. Dries van Oirschot, genoemde Aert, de gemeenschappelijke straat, Peter van der Ameijden. Nog verkopen ze hem een stuk land met het weilandje en de helft van een eeuwsel, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Andries van Oirschot, genoemde Alaert en Aert, Cornelis Gerits van Peelt.

Lasten hieruit zijn de helft van 3 Bossche muddes rogge , maat van Den Bosch en daar ook te leveren aan de erfgenamen van Jan Monninck en nog de helft van 2 en een halve mud rogge. ( te leveren aan het St. Barbara-altaar = doorgestreept, JT). Datum 17 september 1523 (1 mei=doorgestreept, JT), getuigen Vos en beerse.

Heijmerick, Goessen en Alaert, broers en wettige kinderen van Claes Heijmerick Schepens, verder Gielis Peter Gielis Snellaerts als man van Marie Cornelis Gerits van Peelt als man van Aleijt, en Lodewijk Loden Timmermans als man van Juet, gezusters en ook kinderen van genoemde Claes, verkopen aan Aert Claes Schepens een huis, tuin etc., met de helft van een eeuwsel, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel daar, b.p. Dries van Oirschot, Peter van der Ameijden, zijn broer Aert. Lasten hieruit zijn de helft van 3 Bossche muddes rogge en ook daar te leveren aan de erfgenamen van Jan Monnicks en de helft van een pacht van 2 en een half mud rogge maat van Oirschot. Actum als boven.

Alaert en Aert wettige kinderen van genoemde Claes Heijmerick Schepens , ieder voor de helft beloven aan Heijmerick, Goessen en Claes zijnd e hun broers, en aan Gielis Peter Gielis Snellaerts,m Cornelis Gerits van Peelt, en Lodeijk Loden Timmermans, die 10 rijnsgulden per jaatr te gaan betalen,s teeds op St. Jansdag op onderpand van het bezit zoals vermeld in de twee voorgaande brieven. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 129B, periode 1 Jan. 1523 t/m 31 december 1523.
Heijmerick, Goessen, Alaert en Aert, broers en wettige kinderen van Claes Schepens, verder Gielis Peter Gielis (Snellaerts, JT) als man van Marie, Cornelis Gerits van Peelt als man van Aleijt en Lodewijch Loden Timmermans als man van Jutken, alle wettige kinderen van genoemde Claes Schepens verwekt bij diens vrouw Heijlwich Alaert Wuesten, hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van wijlen hun vader hebben geerff en zulks in aanweigheid van hun moeder Heijlwig.

Genoemde Heijmerick krijgt het middelste deel van een akker genoemd de Ruetelakker, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel, b.p. Henrick van Berse, Goessen Claes Schepens, Cornelis Gerits van Peelt waarvan is afgedeeld, Alaert Claes Schepens waarvan is afgedeeld. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd dat Tregelaer, gelegen in herdgang Hedel. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd dat Aerschot gelegen in herdgang Spoordonk en nog het 1/4e deel van een heiveld genoemd dat Dunne gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel. Heijmerick moet overpad verlenen aan de andere achterste erven over zijn erf.

Genoemde Goossen krijgt een stuk land genoemd de Mortel, met de dries en het akkertje er achter, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hovel, b.p. Alaert en Heijmerick kinderen van Claes Schepens, Jan Vrancken, heer Thomas van de Venne, Peter van Mierde, Jan Lippen. Hij moet overpad over zijn erf geven aan de achterste akkers van de andere delers. Nog krijgt hij een stuk heide en weiveld, gelegen in herdgang Spoordonk genoemd het Hoolcop, b.p. Goessen Ruelens, Ruth de Lubber, Gijsbrecht Pels, de gemeijnte. Nog krijgt hij de helft van een beemd genoemd de Berckt, gelegen in herdgang Spoordonk, b.p. Goijaert Stevens, Jan Toerkens, heer Henrick van Esch, de kinderen van Dirck van de hagealer, de gemeijnte. Lasten hieruit zijn 12 en een halve stuiver aan de hertog van Bravant.

Genoemde Alaert krijgt het achterste stuk van een perceel genoemd de Ruetelakker aan de Hoevel, b.p. zijn broer Heijmerick waarvan is afgedeeld, de kinderen van Lippen van Hersel, Henrick van Berze, zijn broer Goessen. Nog krijgt hij een stuk beemd gelegen in herdgang Spoordonk, genoemd de Vloebeemd (Vloetbeemd?, JT), b.p. Joerden Sbrouwers, de gemeijnte, Thijs Peter Roefs, een pad daar. Lasten hieruit zijn 3 stuivers als chijns aan Philips Hinckaert. Nog krijgt hij een stuk beemd genoemd de Pelsert gelegen in herdgang Spoordonk, b.p. Willem van Elsen, Henrick Lippen van den Schoet, de Achtbunders, de gemeijnte. Lasten hieruit zijn 9 stuivers min een oort aan het kapittel van St. Jan in Den Bosch. Er moet overpad worden verleend aan de achterste percelen.

Genoemde Aert krijgt het voorste deel zoals is afgepaald van een stuk land genoemd de Grootakker, gelegen in herdgang de Kerkhof, b.p. Henrick Lippen van den Schoot, Loden Loden Timmermans waarvan is afgedeeld, Jacop Lonis Janssen, Marieken van der Ameijden. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd het Tregelaer gelegen in herdgang Hedel. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd dat Aerschot, gelegen in herdgang Spoordonk. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een heiveld genoemd dat Dunne, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel.

Gielis Peter Gielis als echtgenoot krijgt het achterste stuk zoals is afgepaald van een perceel genoemd de Grootakker, gelegen in herdgang de Kerkhof, b.p. zijn zwager Loden waarvan is afgedeeld, Lijksen Voskens, meester Gielis van Gewanden, de erfgenamen van Henrick van de Venne. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd dat Tregelaer, gelegen in herdgang Hedel, nog krijgt hij het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd dat Aerschot gelegen in herdgang Spoordonk. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een heiveld genoemd dat Dunne, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel. Hij moet overpad verlenen aan de achterste delen van de andere delers.

Genoemde Cornelis namens zijn vrouw krijgt het voorste stuk van een perceel genoemde Ruetelakker zoals is afgepaald, b.p. Heijmerick Claes Schepens waarvan is afgedeeld, Alaert en Aert kinderen van Claes Schepens, Peter van Mierde, Henrick van Berse, Willem Huben van den Schoet. Er moet overpad worden verleend aan de achterste percelen van de andere delers. Nog krijgt hij een weiland genoemd de Moest gelegen in herdgang Spoordonk, nog krijgt hij de helft van een stuk beemd genoemd de Berckt gelegen in herdgang Spoordonk. Lasten hieruit zijn 22 stuivers en een half blank aan het kapittel van Oirschot.

Genoemde Loden als echtgenoot krijgt het middelste stuk van de genoemde Grootakker, gelegen in herdgang de Kerkhof, b.p. zijn zwager Aert waarvan is afgedeeld, Gielis Peter Gielis waarvan ook is afgedeeld, Jan Lippen van Herzel, meester Gielis van Gewanden, de erfgenamen van Jan van der Rijt. Nog krijgt hij het 1/4e deel van een stuk beemd genoemd dat Tregelaer gelegen in herdgang Hedel, nog het 1/4e deel van een beemd genoemd het Aerschot gelegen in herdgang Spoordonk, nog het 1/4e deel van een heiveld genoemd het Dunne, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel. Hij moet overpad verlenen aan de achterste percelen van de andere delers.

De delers beloven deze deling gestand te zullen doen. Verder zal ieder de lasten op het eigen erfdeel zo betalen dat de anderen daarvoor gevrijwaard blijven. Als er meer lasten op iemands erfdeel drukken dan nu bekend is, dan zullen ze die samen betalen. Datum 17 september 1523, getuigen Vos en Berse.

Heijmerick en Aert uit de vorige akte beloven hun moeder Heijlwig zolang ze leeft haar jaarlijks 7 mud trogge en 14 rijnsguldens te betalen, steeds op Maria Lichtmisdag en nog elk jaar 200 bussels rijshout en 7 voeders binnenturf. Verder elk jaar nog 35 pond boter, de helft per half mei en de andere helft in de spurrietijd. Verder houdt ze het recht om in het oude of in het nieuwe huis te wonen waar ze dat wil en mag het bakhuisje gebruiken en het derde deel van de boomgaard, en mag ook zoveel groentes etc. in de tuin telen als ze nodig heeft. Als haar kinderen haar niet betalen dan mag ze haar bezit weer terugnemen, te weten het deel van diegene die niet betaalt. Actum als boven.

Goessen, Aert, Gielis, Cornelis en Lodewijk, ieder voor hun zevende deel ervan, beloven Henrick en Aert die voor hun belofte uit de vorige akte te zullen vrijwaren. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 129B, periode 1 Jan. 1524 t/m 31 december 1524.
Aert Claes Schepens verkoopt aan Lodewijk Lodewijk Timmermans een huis, tuin etc. samen met het halve eeuwsel eraan, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hovel, b.p. Dries van Oirschot, Peter van der Ameijden, Alaert Claes Schepens. Dat huis had Aert eerder gekocht van Heijmerick, Goossen en Alaert, zijnde zijn broers en van Gielis Peter Gielis, als echtgenoot, Cornelis Gerits van Peelt als echtgenoot en van Lodewijk Lodewijk Timmermans als echtgenoot.

Lasten uit het bezit zijn de helft van 3 Bossche muddes rogge, maat van Den Bosch en ook daar te leveren aan de erfgenamen van Jan Monicks, nog de helft van 2 en een halve mud rogge en een rente van 5 rijnsguldens uit een rente van 10 rijnsguldens aan genoemde Heijmerick en Claes, aan Gielis Peter Gielis en aan Cornelis Gerits van Peelt en Lodewijk Lodewijk Timmermans, welke rente aflosbaar is. Datum 5 januari 1524, getuigen Lulsdonk en Schepens.

Loden Loden Timmermans belooft aan Aert Claes Schepens die voortaan jaarlijks een rente van 2 rijnsguldens te gaan betalen, steeds op St. Jansdag op onderpand van een huis, tuin etc., met het halve eeuwsel zoals in de vorige akte. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 129B, periode 1 Jan. 1524 t/m 31 december 1524.
Jan Daniel Schepens, Heijmerick, Goessen, Alaert en Aert, wettige kinderen van Claes Schepens, verder Gielis Peter Gielis als man van Marie dochter van genoemde Claes, Cornelis Gerits van Peelt als man van Aleijt dochter van Claes Schepens, Lodewijk Loden Timmermans als man van Jutta dochter van genoemde Claes, Willem Dirck Corten als man van Henrick dochter van Daniel Schepens, Aert Jan Wittens als man van Heijmerick dochter van Daniel Schepens, Lisbeth Jan Damen met haar voogd Gerard Henricks van Best, Willem Lip Gerards van Berze als man van Heijmerick natuurlijke dochter van Goijaert Schepens, Jan van Litt als voogd over zijn kinderen die hij had verwekt bij Geertruit wettige dochter van Jan de Coninck die Jan had verwekt bij Lijntken dochter van Jan damen, hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd na de dood van Aert en Goijaert Schepens en andere bezit dat ze middels een afspraak hebben verkregen van Henrick Schepens die nog in leven is.

Genoemde Jan Daniel Schepens krijgt de helft van een jaarlijkse rente van 24 rijnsguldens die wordt betaald door het dorp Waalre, welke rente aflosbaar is. Nog anderhalve rijnsgulden per jaar te ontvangen van Ruth Willem Henricks, aflosbaar, nog een rijnsgulden per jaar te ontvangen van Willem de Cort aflosbaar, nog een rente van 25 stuivers per jaar te ontvangen van Gerart Lippen, ook aflosbaar.

Genoemde Heijmerick krijgt een jaarlijkse rente van 6 rijnsguldens te ontvangen van Daniel Vos welke rente aflosbaar is, nog een aflosbare rente van 3 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Jacop Wouter Thijssen, nog een aflosbare rente van een rijnsgulden te ontvangen van Jan Lambrechts, nog een rente van anderhalve gulden te ontvangen van Dirck Verheijen, een rijnsgulden per jaar te ontvangen van Henrick van Best en 2 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Dirck Hermans.

Genoemde Goessen krijgt een jaarlijkse rente te ontvangen van Gerard Pauwels die in Vessem woont, nog een rente van 2 rijnsguldens te ontvangen van Geerlick Peter Wreijssen, nog een rente van anderhalve rijnsgulden te ontvangen van Goijaert Jan Gijben Hoppenbrouwers, nog de helft van een rente van anderhalve rijnsguldens per jaar te ontvangen van Dirck Jan Timmermans.

Genoemde Alaert krijgt de helft van een jaarlijkse rente van 24 rijnsguldens te ontvangen van het dorp Waalre, nog een gulden per jaar te ontvangen van Gijsbrecht Henrick Gijsbrecht Hoppenbrouwers, nog een rente van 2 en een halve rijnsguldens per jaar te ontvangen van Emond Henrick Willems. Alle rentes zijn aflosbaar volgens de brieven ervan.

Genoemde Aert krijgt een rente van anderhalve rijnsgulden per jaar te ontvangen van Claes de Harnismaker, nog een rijnsgulden per jaar te ontvangen van Gijsbrecht Happen, nog een rente van 7 rijnsguldens per jaar te ontvangen van joffrouw Pijnappels, nog 2 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Pauwels Dessels, nog een rente van 3 rijnsdguldens per jaar te ontvangen van Gijsbrecht Jan Gijsbrecht Hoppenbrouwers. Alle rentes zijn aflosbaar volgens de brieven ervan.

Gielis Peter Gielis als echtgenoot krijgt een rente van 8 en een halve rijnsguldens te ontvangen van Geerlick Thomas Geerlicks, nog een rijnsgulden per jaar te ontvangen van Henrik Willem Aelbrechts, nog een rente van 3 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Jan Henrik Corstesn, nog een rijnsgulden per jaar te ontvangen van Jan Schepens, nog een rente van 12 en een halve stuiver per jaar te ontvangen van Henrik Gijsbrechts van der After.

Lodewijk Loden Timmermans als echtgenoot van zijn vrouw krijgt een rente van 8 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Jan Jan Lucas van den Schoet, nog een rente van 3 rijnsdguldens per jaar te ontvangen van meester Gielis Gijsbrechts, nog anderhalve rijnsguldens per jaar te ontvangen van Peter Wouter Snijders, nog een rente van anderhalve rijnsguldens per jaar te ontvangen van Elias Mortsels. De rentes zijn aflosbaar.

Cornelis Gerarts als echtgenoot krijgt een rente van 6 rijnsguldens te ontvangen van Jenneke de vrouw van Joerden Brouwers, nog een rente van 2 rijnsdguldens per jaar te ontvangen van Goijaert de Ketelbueter, nog een rente van 4 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Gielis de Schoenmaker, nog 3 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Henrick Willems.

Willem Dirck Cortten als echtgenoot krijgt een rente van 4 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Katarijn weduwe van Jan Wouters van de Loo, nog een rente van 3 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Gielis Leemans, nog een rente van 2 en een halve rijnsguldens per jaar te ontvangen van Gerart Willems, nog een rente van 38 stuivers per jaar te ontvangen van Dirck Wouters van de Venne, nog een rente van 2 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Jan Schepens, nog een rijnsgulden per jaar te ontvangen van Aert de Wit. Alle rentes zijn aflosbaar en betaalbaar op de termijnen volgens de brieven ervan.

Aert Jans Witten als echtgenoot krijgt een rente van 6 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Jan Joerdens, nog een rente van 3 rijnsguldens per jaar te ontvangen van de kerk te Beerze, nog een rente van 4 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Dirck Stans, nog een rente van 25 stuivers per jaar, te ontvangen van Heijlken Corsten. De rentes zijn betaalbaar en aflosbaar volgens de brieven ervan.

Lisbeth dochter van Jan Damen krijgt een rente van 3 rijnsguldens te ontvangen van Dionijs Lonis, nog een rente van 6 rijnsguldens per jaar te ontvangen van de broer van Gielis de Raijmaker te Woensel, nog een rente van 2 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Jan Mercks, nog 2 rijnsguldens per jaar te ontvangen van Jan de Cremerm nog een rijnsgulden per jaar te ontvangen van Aert van Zeelst. De rentes zijn betaalbaar en aflosbaar volgens de brieven ervan.

Jan van Litt vanwege zijn vrouw krijgt een bedrag van 270 rijnsguldens en 13 stuivers en een grote Brabantse eens.

Genoemde Willem Lippen Gerarts van Berze als man van Heijmerick krijgt een rente van 6 rijnsguldens eens te ontvangen van Dirck Corstens, nog een rente van 3 rijnsguldens te ontvangen van Gielis Suetericks, nog een rente van 4 rijnsguldens per jaar te ontvangen van hemzelf, waarvan hij hij geld heeft ontvangen, nog een rente van anderhalve rijnsgulden per jaar te ontvangen van Henrick Sbrouwers te Oerle.

Datum 18 september 1524, getuigen Godefridus Hoppenbrouwers en Aert Henricks. (een redelijk welgestelde familie, de rentes komen op een totaal van ca. 170 rijnsguldens per jaar, globaal overeenkomend met een kapitaal van ca. 3000 gulden, JT)

R.A. Oirschot, inv. nr. 129B, periode 1 Jan. 1524 t/m 31 december 1524.
Jan Gijsbrecht Quants heeft beloofd aan Aert Claes Schepens die voortaan jaarlijks een rente van 3 rijnsguldens te gaan betalen, steeds op St. Jansdag en voor de eerste keer per a.s. St. Jansdag over een jaar, op onderpand van een huis, tuin etc. groot 2 mudzaad gelegen in herdgang Aerle, b.p. Henrick van de Maerselaer, Lupprecht van den Schoet, heer Thomas van de Snepschuet, de gemeijnte. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 129 B periode 1 Jan. 1525 t/m 31 december 1525.
Gijsbrecht zoon wijlen Henrick Gijsbrecht Hoppenbrouwers heeft beloofd om aan Aert Claes Scepens die voortaan jaarlijks een rijnsgulden te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin etc. gelegen in herdgang Straten, b.p. Goijaert Gijsbrecht Hoppenbrouwers, de gemeijnte, Aleijt dochter van Jan Pijnappels. Datum als boven, getuigen Velde en Natael Vos.

R.A. Oirschot, inv. nr. 130a, periode 1 Jan. 1527 t/m 31 december 1527
Jan Danel Scepens, verder Willem Dirck Corten als man van Henrick wettige dochter van wijlen Daniel Scepens, Aert Jan Switten als man van Heijmerick ook dochter van wijlen Daniel Scepens, nog Elizabeth Houbraken weduwe van Willem Houbraken wettige dochter van wijlen Jan Damen verwekt bij Geertrui zijnde een zuster van wijlen Henrick Scepens, samen met haar voogd Gerard Henricks van Best, verder Willem van Berze als man van Heijmerick natuurlijke dochter van wijlen Goijaert Scepens, (welke Goijart een broer was van wijlen geneoemde Henrick Scepens, is doorgestreept, JT), verder Jan van Lith namens zijn wettige kinderen verwekt bij Geertrui natuurlijke dochter van wijlen Jan Jacop Raijmakers verwekt bij Katalijn dochter van Jan Damen en van Geertrui als zuster van wijlen Henrick Scepens, verder Goessen, Alaerdt, Aert, en Heijmerick, broers en wettige kinderen van wijlen Claes Scepens die een wettige broer was van wijlen Henrick Scepens, nog Gielis Peter Gielis als man van Marie (wettige dochter van wijlen Claes Scepens is doorgestreept, JT), Cornelis Gerarts als man van Aleijt, ( wettige dochter van wijlen Claes Scepens is doorgestreept, JT), Loijwijch Loij Timmermans als man van Jutta, zijnde allen wettige dochters van wijlen genoemde Claes Scepens, hebben samen een boedeldeling gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd of deels aan hen in een testament werden vermaakt zoals ze zeiden, bij het overlijden van Goijart Scepens, Aert Scepens en Henrik Scepens, zijnde broers. (13 erfdelen, JT)

Genoemde Jan Scepens krijgt een akker genoemd den Paijekker, gelegen in herdgang Aerle, b.p. Gijsbrecht Janssen, een gemeenschappelijke weg, Jan Colen, Aert die Wit. Verder krijgt hij de helft van een beemd die de Nijewen Dijk heet, en welke helft ‘rijdend’ is, en waarvan de andere helft eigendom is van Aert die Leege en zijn familie, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de gemeijnte genoemd de Groetdonck, de gemeijnte genoemd het Maerselaer, Henrick van den Maerselaer die men Cleijn Heijn noemt. Verder krijgt hij een lopen rogge per jaar op onderpand van de helft van de genoemde beemd, genoemd den Nijewen Dijck te ontvangen van Aert die Leege en diens kinderen. Nog krijgt hij 13 gulden eens te ontvangen van Andries Peter Neefs ( soms van de Laeck genoemd, JT), per a.s. Maria Lichtmisdag. Jan moet wel zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Willem Dirck Corten in zijn hoedanigheid krijgt het huis met tuin etc., groot een zesterzaad, gelegen in herdgang Straten, b.p. Aert Switten, Aert Verschueren, de gemeenschappelijke straat daar. Lasten hieruit zijn een stuiver en een half oort als chijns aan de hertog, nog een halve braspenning aan de O.L. Vrouwekapel te Oirschot, nog een half mud rogge aan de H. Geest te Oirschot, nog een half mud rogge aan Goijaert van Geloven. Verder moet men zorgen voor

onderhoud van wegen en waterlopen. Verder krijgt Willem 8 Karolusguldens eens te ontvangen van zichzelf, want het bezit is belast met 2 en een halve gulden per jaar, ( ik kom uit op 52 gulden kapitaal, waarvan sommige andere erfgenamen ieder een deel krijgen in deze boedeldeling, JT) waarop Willem deze 8 gulden in mindering zal brengen. Verder krijgt hij 9 lopen rogge per jaar te ontvangen van Gijsbrecht Henrick Hoppenbrouwers.

Aert Jan Witten in diens hoedanigheid krijgt een beemd genoemd de Verdonck, gelegen in herdgang Straten, , b.p. Jan Henrick Gerarts, de kinderen van Dirck Witten, het gemeenschappelijke broek daar als gemeijnte. Nog krijgt hij een beemd genoemd dat Maerselaer, ter zelfder plaatse gelegen, b.p. rondom aan de gemeijnte genoemd de Zengdonck. Lasten uit dit bezit zijn anderhalve stuivers als grondchijns en verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Genoemde Elisabeth Houbrakens krijgt 2 akkers met een weiland daar aan, genoemd de Brueckelen, met de helft van een pad daar, gelegen in herdgang Straten, b.p. Meeus Gerart Mercks met meer anderen, Willem van Berze waarvan het is afgedeeld, Katalijn Aert Jacops, Denis die Leege. Lasten hieruit zijn het ¼ deel van een pond peper aan de erfgenamen van Marten van Campen en verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen. Verder krijgt ze 10 Karolusguldens eenmalig te ontvangen van Andries Peter Neefs.

Willem van Berze in zijn hoedanigheid krijgt een klein beemdje gelegen in herdgang Verrenbest, aan de Hoge Weteringe daar, b.p; het gemeenschappelijke broek, Dirck Lucassen waar een weg tussendoor loopt. Nog krijgt hij 2 aan elkaar gelegen akkers, genoemd die Hoelt gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan Colen, Goessen Scepens waarvan het is afgedeeld, een pad die ook voor de helft aan Willem behoort en van welk pad Elisabeth Houbraken de andere helft heeft. Verder krijgt hij 4 lopen rogge per jaar te heffen op de akker genoemd den Hoegen Akker die eigendom is van Gielis Peter Gielis Snellen en welke akker hem vandaag is toebedeeld. Gielis zal die pacht van 4 lopen rogge jaarlijks gaan betalen. Verder krijgt hij nog 16 gulden eens te heffen van Willem Dirck Corten. Lasten uit dit erfdeel zijn een halve braspenning als chijns en men moet zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Jan van Lit namens zijn kinderen krijgt de helft van een huis, tuin etc., groot totaal 7 lopenzaad, gelegen in herdgang Aerle, waarvan de andere helft eigendom is van Aert Claes Scepens, dat hem vandaag is toebedeeld, b.p. Wouter Peter Gerits, Jan van den Maerselaer, de straat. Verder krijgt hij de helft van een stuk land genoemd die Schoet, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, waarvan de andere helft eigendom is van genoemde Aert Claes Scepens, b.p. Roef Peter Roefs, Jan van den Maerselaer, Jan Daniels, Jan Dircks, Gijb Denen. Lasten op dit erfdeel zijn 2 lopen rogge per jaar aan Loijwich Loy Timmermans, zoals hem vandaag is toebedeeld, nog de helft van een stuiver en de helft van een negenmenneken en de helft van een hoen als grondchijns aan de heer. Verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Goessen Claes Scepens krijgt de helft van een beemd, in totaal genoemd de Spijkersbuenre, waarvan de andere helft eigendom is van Denis Leegen en zijn familie, gelegen in herdgang Naastenbest, b.p. Niclaes van Delft, Beertram van den Spijker, het gemeenschappelijke Neerbroek daar. Verder krijgt hij een eeuwsel gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan Scepens, Willem van Berze waarvan is afgedeeld, Jan Joerdens. Nog krijgt hij een half mud rogge per jaar te ontvangen van Wouter Peter Alaerts, nog 10 Karolusguldens eens te ontvangen van genoemde Willem Dirck Corten. Lasten hieruit zijn 8 stuivers een oort als grondchijns aan de heer, verder overpad te moeten verlenen aan degenen die er recht op hebben.

Alaerd Scepens krijgt een akker genoemd dat Cloetken, en een akker genoemd de Heijnen Meeusakker , aan elkaar gelegen, in herdgang Straten, b.p Henrick Henrick Hoppenbrouwers, meester Jan de Cromme met meer anderen, Gijsbrecht Gijsbrecht Hoppenbrouwers, een pad daar. Verder krijgt hij 4 gulden eens te ontvangen van genoemde Willem die Cort. Lasten uit dit erfdeel zijn anderhalve stuiver en een negenmenneken als grondchijns. Verder overpad te moeten verlenen aan degenen die er recht op hebben.

Heijmeric Claes Scepens krijgt een beemd genoemd de Oeijendonck, met een weg over Dirck Lucassen en Jan Huijskens, gelegen in Boxtel onder Liempde aldaar, b.p. Henrick Aelbrechts, Jan Vergoijendonck, Lucas van den Schoet, Dirck Lucas en Jan Huijskens. (verder krijgt hij anderhalve gulden per jaar te ontvangen van Andries van de Laeck, aflosbaar= doorgestreept, JT). Lasten uit dit erfdeel zijn 2 stuivers en 3 oort Hooidonckse chijns. Verder overpad te moeten verlenen aan degenen die er recht op hebben.

Aert Claes Scepens krijgt de helft van het huis tuin etc., samen 7 lopenzaad groot, waarvan de andere helft aan Jan van Lit namens diens kinderen is toebedeeld, gelegen in herdgang Aerle zoals hiervoor al gespecificeerd. Verder krijgt hijde helft van een perceel waarvan de andere helft aan Jan van Lit etc. is toebedeeld, omschreven zoals hiervoor. Lasten uit de helft van het bezit zijn 2 lopen rogge per jaar aan Loijwijch Loy Timmermans, nog de helft van een stuiver een half oort, nog de helft van een hoen als grondchijns. Verder overpad te moeten verlenen waar dat nodig etc.

Gielis Peter Gielis Snellen in zijn hoedanigheid krijgt een akker genoemd de Hoegen ekker, gelegen in herdgang Straten, b.p. Gijsbrecht Janssen, Dirck van den Maerselaer, Ijken Gielis waar tussenin een weg loopt. Lasten uit dit erfdeel zijn 4 lopen rogge per jaar aan Willem van Berze in diens hoedanigheid hier, nog anderhalve stuivers als grondchijns. Verder te moeten laten wegen etc.

Cornelis Gerards in zijn hoedanigheid krijgt een beemd genoemd den Nijewen Beemd, gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Beertram van den Spijker en meer anderen, dat Neerbroeck aldaar, Dirck van den Maerslaer, Claes Ariaen Smollers. Verder krijgt hij 2 lopen rogge per jaar te ontvangen van Jan Colen, nog krijgt hij 6 gulden eens van genoemde Willem de Cort. Lasten uit dit erfdeel zijn 10 stuivers een oort als grondchijns. verder te moeten laten wegen etc.

Loijwijch Loy Timmermans in zijn hoedanigheid krijgt een akker genoemd de Tiendeloze akker, gelegen in herdgang Straten, b.p. Willem die Cort, Gijsbrecht Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Gerart Stijnen,een gemeenschappelijke weg daar. Verder krijgt hij nog een beemd genoemd den Blaeckenbeemd, met het gebruik van een weg over een pad daar, ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. de kinderen van Henrick van Best met meer anderen, Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Jan Scepens, een pad daar. Nog krijgt hij een eeuwsel aan de zelfde beemd gelegen, genoemd dat Haverland, met het gebruik van een weg daar door de genoemde pad over de Blaeckenbeemd. In het geval hem dat overpadsrecht wordt geweigerd, mag hij wegen over het erf van Willem van Berze, die dat hier ook toestaat als mede-erfgenaam, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Jan Colen, Dirck die Hoppenbrouwer, Willem van Berze waarvan het is afgedeeld, Jan Huijskens. Verder krijgt hij 2 lopen rogge per jaar te ontvangen van genoemde kinderen van Jan van Lit, op onderpand van de helft van het erf onder Aerle dat hem vandaag is toebedeeld ten behoeve van zijn kinderen.

Verder krijgt hij 2 lopen rogge per jaar te heffen van Aert Claes Scepens uit diens helft van het huis etc. gelegen in herdgang Aerle dat hem vandaag is toebedeeld. Nog krijgt hij 8 Karolusguldens eens te ontvangen van Willem de Cort. Lasten uit dit erfdeel zijn een stuiver als grondchijns. Verder te moeten laten wegen etc.

Genoemde erfgenamen en delers beloven elkaar deze boedeldeling altijd gestand te zullen blijven doen.
Datum 10 november 1527, getuigen Belaert en Goijaert.

R.A. Oirschot, inv. nr. 130a, periode 1 Jan. 1527 t/m 31 december 1527
Alaert Claes Scepens heeft beloofd aan Loijwich Loij Timmermans ten behoeve van Jan Loeij Timmermans die voortaan een jaarlijkse rente van 36 stuivers te gaan betalen, steeds op St. Bartholomeusdag op onderpand van een akker groot 5 lopenzaad, gelegen in herdgang de Kerkhof aan de Hoevel daar, b.p. Heijmerick Claesen, Henrick Lippen, Jan Lippen, de kinderen van Henrick van Berze, Goessen Claesen. Datum 27 augustus 1527, getuigen Goessen en Jan.

De rente is aflosbaar 3 dagen voor St. Bartholomeusdag, mits er een half jaar vooraf is opgezegd, tegen betaling van 46 Karolusguldens. Actum als boven.

Peter Laureijs Brants heeft beloofd om voortaan aan Alaert Claes Scepens die een jaarlijkse rente van 2 en een halve gulden te gaan betalen, ieder jaar op Allerheiligendag, op onderpand van een akker, genoemd die Slebosch, groot 7 lopenzaad gelegen in herdgang Straten, b.p. heer Gerart van der Schaut, priester, Peter Bierkens en meer anderen, Goijaert Wouter Keijmps. Willem die Cort en meer anderen. Actum als boven.
In marge :
Met instemming van partijen doorgehaald, datum 2 …. 1629, getuige Aelberts.
De rente is aflosbaar op Allerheiligendag, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 50 gouden Karolusguldens. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 130a, periode 1 Jan. 1527 t/m 31 december 1527
Karolus Cleijnael en met hem zijn vrouw Joffrouw Mechteld (van der Daesdonck, JT) hebben aan Alard Claes Scepens die een heiveld en weide verkocht genoemd die Moesten, gelegen in herdgang de Kerkhof aan het Lieveld, met een sloot van 5 voet breedte, die loopt tussen de houtwal en de middendijk daar richting van de middendijk, b.p. gerit Jan Henricks, de erfgenamen van Henrick van Berse, het erf van de verkoper zelf genoemd de Middeldijk, de gemeijnte daar. Verder beloven de verkopers aan hun zoon Jan Carolus Cleijnael als man van Johanna wettige dochter van Peter Gielis Snellen dat men altijd recht van overpad zal geven en de waterafvoer waarborgen voor degenen die daar recht op hebben. Datum de andere dag na Maria Tenhemelopneming 1527, getuigen Goessen en Esch.
Voetnoot :
Op de zelfde dag beloven Kaerle en Mechteld aan hun zoon Jan hem voor alles in deze overdracht te zullen vrijwaren op onderpand van al hun bezit etc.

R.A. Oirschot, inv. nr. 130b, periode 1 Jan. 1529 t/m 31 december 1529
Jan Daniel Scepens, verder Heijmerick, Goesen, Alart en Aert, broers en wettige kinderen van wijlen Claes Scepens, verder Gielis Peter Gielis als man van Marie, Cornelis Gerarts van Peelt als man van Aelijt, Lodewijk Loden Timmermans als man van Juet, allen wettige dochters van wijlen Claes Scepens, berder hier Willem Dirck Corten als man van Henrick, Aert Jan Zwitten als man van Heijmerick, wetiige dochters van genoemde wijlen Daniel Scepens, verder Lisbet dochter van Jan Damen met haar voogd Gerit Henricks van Best, Willem Lup Gerarts van Berse als man van Heijmerick natuurlijke dochter van Goijart Scepens, nog Jan van Lit als voogd over zijn kinderen verwekt bij Geertrui wettige dochter van Jan die Coninck verwekt door deze Jan die Coninck bij Katalijn Jan Damen, hebben aan Henrick Dirck Verhoeven, die de volgende jaarlijkse rentes verkocht om die te mogen innen zolang hij leeft en niet langer. Dat betreft een rente van 3 gulden per jaar welke rente Jacop zoon van wijlen Peter Jacops van Esch eerder had beloofd aan Aert Heijmerick Scepens, op onderpand van een huis, tuin etc., groot 7 lopenzaad gelegen in herdgang de Kerkhof, b.p. de gemeenschappelijke straat, Willem Corstens Scomekers, heer Frank die Haest, Wouter van den Ven, Elisabeth Sdekens, Lonis Lambrecht Rotaerts de kuiper. Verder een rente van 2 Rijnsguldens per jaar, welke rente Henrick Daniel Hillen eerder had beloofd aan Aert Heijmerick Scepens op onderpand van een huis, tuin etc., gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan Joris Volders, Henrick natuurlijke zoon van Henrick van Strijp, de gemeijnte. Nog een rente van 2 gulden per jaar die heer Thomas van den Snepscheut priester eerder had beloofd aan Aert Heijmerick Scepens, op onderpand van een huis, tuin etc., gelegen in herdgng de Kerkhof, b.p. Everaert Celen, Katalijn dochter Joerden Ansems, heer Lambrecht Ambrosius, de gemeenschappelijke straat. Nog een rente van 32 stuivers die deze personen als erfgenamen van wijlen Aert Scepens, Henrick Scepens en Goijaert Scepens em Elisabeth Scepens hebben verkregen van Jan Daniel Scepens en welke rente Ervart Rutger Ervaerts deze Jan had beloofd op onderpand van de helft van een beemd genoemd de Donk gelegen in herdgang Straten, b.p. Dirck Dielis, de gemeijnte daar, een beemd genoemd de’ beemd van Acht’. Al deze rentes hadden de vermelde verkopers geerfd of waren hen deels vermaakt ook bij het overlijden van Aert, Henrick, Goijart en Elisabeth kinderen van wijlen Heijmerick Scepens. Na het overlijden van genoemde Henrick Dirck Verhoeven zullen deze rentees weer versterven op degenen die er qua erfrecht etc. recht op hebben. Men verklaart dat de vermelde rentes goede en betrouwbare rentes zijn. Datum deels op 10 januari, deels 20 januari 1529 , getuigen Velde, Willem, Denis en Joest.

R.A. Oirschot, inv. nr. 130b, periode 1 Jan. 1529 t/m 31 december 1529
Alaertt en Aert, broers en wettige kinderen van wijlen Claes Scepens hebben met een schepenbrief voor de schout van Kempenland of diens stadhouder in de gebannen vierschaar, hun betalingsachterstand aangetoond voor een jaarlijkse rente van 3 Rijnsgulden, die 6 jaar onbetaald is gebleven. Deze 3 gulden had Thomas Gijsbrecht Hoppenbrouwers aan deze Alaert en Aert beloofd op onderpand van een huis, tuin etc., met de schuur, schaapskooi en de hoeve etc. gelegen in herdgang Straten op de Loijenhorck daar, b.p. heer Gerart van der Schaut priester, Jan Goessens met meer anderen, de gemeenschapplijke straat, conform een schepenbrief d.d. St. Jacobsdag anno 1522. Daarop hebben wij als schepenen op aanwijzing hierover van de schout vonnis gewezen en men heeft Alert en Aert het onderpand aangewezen zodat die hierop hun vordering kunnen verhalen. Voor de uitwinning is gemachtigd Philips van den Doeren en deze heeft een openbare veiling doen houden en het is dan verkocht aan Peter van der Ameijden voor de betalingsachterstand.
Datum 4 mei 1529, getuigen Hoppenbrouwer en Velde.

Het genoemde bezit uit de vorige akte is door Peter van der Ameijden met de vonnisbrief daarvoor verkocht aan Aert Claes Scepens. Datum 21 mei 1529, getuigen Jan en Gerart.

R.A. Oirschot, inv. nr. 131a, periode 1 Jan. 1530 t/m 31 december 1530
Jan Cornelis Daniels heeft beloofd om aan Art Claes Schepens die een jaarlijkse rente van 36 stuivers te gaan betalen, op onderpand van een huis, tuin etc., groot 5 lopenzaad gelegen in herdgang Verrenbest, b.p,. de gemeenschappelijke straat, de weduwe van Dirck Jacops, Joest Michiel Peters, Willem Goijaert Aelbrechts. Jan en zijn vader Cornelis beloven het onderpand in voldoende goede staat te houden. Datum 4 februari 1530, getuigen Schoet en Hoppenbrouwer.

De rente is altijd aflosbaar tegen betaling van 29 gouden karolusguldens mits er 3 maanden vooraf is opgezegd.

R.A. Oirschot, inv. nr. 131a, periode 1 Jan. 1530 t/m 31 december 1530
Laureijs Daniels als man van Berta dochter van Jan Ghijben heeft beloofd om voortaan aan Aert Claes Scepens die een jaarrente van 36 stuivers te gaan betalen, op onderpand van een eeuwsel genoemd die Gevert, groot meer dan 4 (?) lopenzaad, gelegen in herdgang Straten, b.p. Jan Goessens, Gielis die Hoppenbrouwer, Gijb Janssen, Aert Hoppenbrouwers. Datum 22 mei 1530.

De rente is aflosbaar mits er 2 maanden vooraf wordt opgezegd tegen betaling van 29 gouden karolusguldens. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 131B, periode 1 Jan. 1532 t/m 31 december 1532
Jan Daniel Scepens, verder Goesen, Alart en Aert als broers en kinderen van wijlen Claes Scepens, verder Gielis Peter Gielis (Snellaaerts, JT) als man van Marie, Cornelis van Peelt als man van Aleijt Loijwich Loij Timmermans als man van Jueten, allen dochters van genoemde Claes Scepens, verder Aert die Wit als man van Heijmerick, dochter van Daniel Scepens, Willem Lip Gerarts als man van Heijmerick natuurlijke dochter van Goijaert Scepens, verder Jan van Lit als man van Geertrui mede namens zijn kinderen, Willem die Cort weduwnaar van Henrick dochter van Daniel Scepens, verder Gerit Henricks van Best als man van Geertrui en Henrick Aert Jacops als man van Lisbeth, verkopen nu samen hun aanspraken en erfdelen in een jaarlijkse rente van anderhalve Rijnsgulden die hen waren vermaakt door wijlen Aert Scepens en welke rente Andries van de Laeck eerder aan Aert had verkocht, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag, op onderpand van een stuk land groot ca. een lopenzaad, gelegen in Oirschot onder Gunterslaer conform een schepenbrief van Den Bosch. Ze verkopen hun aanspraken nu aan Heijmerick Claes Scepens en de verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen. Datum 17 januari 1532, getuigen Gerart en Willem.

Los inliggend stuk :
Heijmerick, Alart en Aert zoals hiervoor ze staan vermeld, hebben verklaard dat Jan Daniel Scepens aan hen de rogpacht van 2 mud rogge per jaar heeft afgelost, die ze hadden geerfd van Henrick Scepens en zijn broer en genoemde Henrick en zijn broer hadden de pacht geerfd van Henrick die Smit, en laatstgenoemde Henrik had de pacht verkregen met recht van vernadering van zijn zoon Aert en Aert op zijn beurt had die weer verkregen van Jan en Henrick, broers en kinderen van Jan Lierincks en van Aerden Back als man van Ijda dochter van genoemde Jan Lierincks. De pacht was eeder door Jan Colengart van Straten aan Jan Lierincks beloofd, steeds vervallen op Maria Lichtmisdag op onderpand van een beemd genoemd de Veerdonksbeemd, gelegen in Oirschot, conform een schepenbrief van Den Bosch en een van Oirschot. Ze geven nu kwijting aan Jan Daniel Scepens voor de twee mud rogge per jaar en ze beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen. Datum 16 januari 1532, getuigen Gerart en Willem.

Los inliggend stuk :
Al de hiervoor vermelde erfgenamen van wijlen Aerden Scepens, allen in hun hoedanigheid verkopen hierbij hun aanspraken in een jaarlijkse rente van twee Rijnsguldens, die ze hadden geerfd van wijlen Aert Scepens. Deze rente had eerder Willem zoon wijlen Willem Geraert Zeelmakers alias de Snijder, aan Aerden Scepens beloofd, steesd vervallend op St. Jansdag op onderpand van een een huis, etc. groot ca. 6 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Straten onder Ameijden, b.p. Ansem Goessen Gielissen, de gemeenschappelijke straat, conform een schepenbrief van Oirschot. Ze verkopen hun aanspraken nu aan Gerard Henricks van Best en aan Henrick Aert Janssen als echtgenoten van hun vrouw. Datum 17 januari 1532, getuigen Gerart en Willem.

Jan Daniel Scepens, verder Heijmerick, Alart en Aert als broers en kinderen van wijlen Claes Scepens, verder Gielis Peter Gielis (Snellaerts, JT) als man van Marie, Cornelis van Peelt als man van Aleijet, Loijwich Loij Timmermans als man van Jueten, allen dochters van genoemde Claes Scepens, verder Aert die Wit als man van Heijmerick, dochter van Daniel Scepens, Willem Lip Gerarts als man van Heijmerick natuurlijke dochter van Goijaert Scepens, verder Jan van Lit als man van Geertrui mede namens zijn kinderen, Willem die Cort weduwnaar van Henrick dochter van Daniel Scepens, verder Gerit Henricks van Best als man van Geertrui en Henrick Aert Jacops als man van Lisbeth, verkopen nu samen hun aanspraken en erfdelen in een jaarlijkse rente van 30 stuivers die hen waren vermaakt door wijlen Aert Scepens en welke rente Aert had verkregen van heer Gerard van Eijk, en van heer Jan Henriks als uitvoerders van het testament van wijlen heer Goijaerts van der Aa, priester. Deze rente hadden eerder Joerden Dirck Stockelmans met Aert en Goijaerts, broers met Henrick, Bertken en Truike gezusters voor henzelf optredend en ook voor hun zusters Ijken en Fijken, zijnde alle wettige kinderen van genoemde Joerden Stokelmans, beloofd aan Aerden Scepens ten behoeve van heer Goijaert van der Aa, steeds vervallend op St. Gielisdag op onderpand van een stuk beemd genoemd de Bijvinck, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Willem Bollen, conform een schepenbrief van Den Bosch en van Oirschot. Ze verkopen hun aanspraken nu aan Goessen Claes Scepens en de verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 131B, periode 1 Jan. 1532 t/m 31 december 1532
Jan Cornelis Daniels (van den Dijck, JT) als man van Marie dochter van Willem Corstens van den Hovel verkoopt hierbij met een schepenbrief van Oirschot aan Aerden Claes Scepens die een jaarlijkse rente van 24 stuivers behalve de achterstand daarvan die hij voor zichzelf houdt, welke rente genoemde Willem Corstens eerder aan Jan had beloofd, steeds vervallend op St. Jansdag op onderpand van een huis, tuin, grond etc., gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, b.p. een kerkpad genoemd het Steenstraatken, Gijsbrecht Cuijpers, Jan van der Molen, de gemeenschappelijke straat. De verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen. Datum 27 juni 1532, getuigen Gerart en Willem.

R.A. Oirschot, inv. nr. 131C, periode 1 Jan. 1533 t/m 31 december 1533
Eerder had Frank van den Doeren huwelijkse voorwaarden opgemaakt met zijn dochter Elisabeth en toen aan Aerden Scepens, zijnde zijn zwager (= hier bedoeld schoonzoon, JT) een huis met tuin etc, overgedragen met alle toebehoren, groot ca. 8 lopenzaad, gelegen in Oirschot aan de Heuvel, zoals dat vandaag de dag wordt bewoond door deze Aert Scepens. Voorwaarde was toen dat Aert en Elisabeth na het overlijden van Frank in de verdeling van het bezit, met de andere erfgenamen dat huis etc. weer in zouden brengen voor de waarde van dat huis zijnde 100 Rijnsguldens danwel zolang niet in de deling zouden meeparten totdat de andere wettige kinderen van Frank en Katalijn ook die 100 gulden gehad zouden hebben, zoals in een dokument opgemaakt voor notaris en getuigen was vastgelegd d.d. 7 oktober 1526. Thans hebben Cornelia als weduwe van Willem van der Heijen met haar kinderen nu aanspraken gemaakt, hetgeen is gebeurd door bemiddeling van goede mannen, waarover een overeenkomst was gemaakt en daarom had Frank aan de weduwe en haar kinderen nog eens 33 Karolusguldens moeten betalen en vervolgens hadden Cornelia en kinderen volledig afstand gedaan van verdere aanspraken op het huis. Maar Frank heeft nu hier verklaard dat Aerd Scepens uit diens eigen zak 20 gulden heeft betaald en verklaart die nog aan Aerden schuldig te zijn en hij kan ook niet terug betalen of hij had zijn bezit moeten belasten. Om dat te vermijden hebben Frank en Aert nu de volgende afspraak gemaakt. Genoemde Aert zal de 100 gulden later in de boedel inbrengen na de dood van Frank en diens vrouw Katalijn, volgens de huwelijkse voorwaardes, maar daarvan zal hij dan slecht 80 gulden inbrengen ofwel zal hij zolang niet meeparten in de erfenis totdat de anderen ook 80 gulden hebben gehad. Verder verklaart Frank dat hij de overige 20 gulden nog steeds aan Aert is verschuldigd. Genoemde Frank belooft hierbij afstand te doen van alle aanspraken op het huis etc. dat hij bij minnelijke overeenkomst had verkregen van Cornelia weduwe van Willems van der Heijden en haar kinderen. Hij draagt zijn aanspraken hierin over aan genoemde Aert Scepens en Frank belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen. Datum 14 mei 1533, getuigen Cort en Scoet.

R.A. Oirschot, inv. nr. 131C, periode 1 Jan. 1533 t/m 31 december 1533
Jan Gijsbrecht Quants heeft beloofd om aan Aerden Claes Scepens die voortaan een jaarlijkse rente van 3 en een halve gouden Karolusgulden te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag, op onderpand van een huis met tuin, grond etc., samen 17 of 18 lopenzaad groot, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. Henrick van de Maerselaer, Jacop Philips van de Schoet, heer Thomas van de Snepschuet, de gemeenschappelijke straat. Hij belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Datum 4 november 1533, getuigen Cort en Willem Jacops.

De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag nits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 60 gouden Karolusguldens. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 132A, periode 1 Jan. 1534 t/m 31 december 1534
Voor de stadhouder van de schout van Kempenland is verschenen Aert Claes Scepens die voor hemzelf optreedt en namens zijn broer Alart waarvoor hij is gemachtigd, en heeft met een schepenbrief van Oirschot zijn achterstalligheid aangetoond inzake een rente die 9 gulden achterstallig is en dat betreft een jaarlijke rente van 3 gulden, welke rente Thomas Gijsbrecht Hoppenbrouwers eerder had beloofd aan genoemde Alaert en aan Aert op onderpand van een huis en tuin, schuur, schaapskooi etc. gelegen in Oirschot herdgang Straten genoemd de Loijen Horck, b.p. heer Geraert van der Schaut, Jan Goessens en meer anderen, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. St. Jacopsdag van het hjaar 1522. Daarop hebben wij na aanwijzing hierover van de schout vonnis gewezen dat men de vordering op het onderpand mag verhalen en daarbij is gemachtigd Philips van den Doeren en daarbij is aan alle voorwaardes van rechtspraak voldaan zoals zulks door schepenen is meegedeeld en er is opnieuw niet afgelost en daarom is het bezit nu geveild voor 3 herbergen en er is verschenen Daniel Aert Celen (van der Achter, JT) en heeft een bod uitgebracht van de 3 gulden per jaar en de 9 gulden achterstand en de kosten van de procedure. En omdat er verder niemand is die er meer voor heeft geboden is het onderpand definitief verkocht aan Daniel. Datum 21 augustus 1534, getuigen Meijen en Aert die het aandroegen. Het genoemde bezit is door Daniel Aert Celen weer doorverkocht aan Aerden Scepens en de verkoper belooft alle lasten van zijn kan af te handelen. Datum 25 september 1534, getuigen Aert en Henrick Philips die het aandroegen.

R.A. Oirschot, inv. nr. 132, periode 1 Jan. 1535 t/m 31 december 1535
Thomas Hoppenbrouwer verkoopt hierbij de rogpacht van 14 lopen rogge per jaar, maat van Oirschot, met de lopende termijn, welke pacht Gerart Janssen van der Vlueten eerder aan Thomas had beloofd, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van een huis, tuin, grond etc., gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Hovel, b.p. de weduwe en kinderen van Cornelis van Peelt ( de tiekwever?, JT), Willem Hubrechts van Gestel, de gemeenschappelijke straat, Copken van Esch, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 11 feberuari 1534. Hij verkoopt de pacht nu aan Aerden Claes Scepens ten zijnen behoeve en ten behoeve van diens broer Alaerd. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 12 april 1535, getuigen Gerart en Roefs.

Lambert van Roeij heeft als schuldenaar beloofd mede op wens van en namens Thomas Hoppenbrouwers om aan Arden Claes Scepens ten zijnen behoeve en ten behoeve van Alarden zijn broer, die 6 Karolusguldens te zullen betalen tussen nu en a.s. Maria Lichtmisdag. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 132, periode 1 Jan. 1535 t/m 31 december 1535
Jenneken weduwe van Adriaen Vos met haar voogd Gerard Janszoon van der Vlueten doet hierbij afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake een akker groot ca. 4 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Hovel daar, b.p. Frank van den Doeren, de gemeenschappelijke straat, Jut Verhoeven, Aert Scepens. Ze doet er nu afstand van ten behoeve van al haar wettige kinderen en belooft dit afstanddoen altijd te eerbiedigen. Datum 24 juli 1535, getuigen Ven en Houbraken.

Frederik, Natael, Jacop en Jan, broers, verder Goijaert van Heijthuijsen als man van Philips, verder Gooris Buetzelaer als man van Marien, genoemde Frederick en Natael voor henzelf optredend en ook voor hun broer heer Henrick zoals blijkt uit een machtigingsbrief en waarbij Natael nog optreedt voor Antonis Janssen als man van Katalijn, allen gezusters en kinderen van wijlen Adriaen Vos, verwekt bij diens vrouw Jenneken, verkopen de akker zoals vermeld in de voorgaande akte nu aan Aerden Claes Scepens en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, stoppelbloot te aanvaarden. Lasten voor de koper zijn een half mud rogge per jaar aan de tafel van de H. Geest te Oirschot, nog een half mud rogge aan Heijlwich Belaerts, nog een gulden per jaar aan Elisabeth dochter van heer Philips (van Geldrop?. JT) waarvan de eerste termijn vervalt per de eerstkomende vervaldag na a.s. Maria Lichtmisdag. Actum als boven.

Aert Claes Scepens heeft als schuldenaar beloofd om aan Frederik Vos ten zijnen behoeve en ten behoeve van zijn broers, zuster en zwagers die 25 Karolusguldens te betalen, per a.s. Maria Lichtmisdag, en daarvoor zal wel alle achterstalligheid betaald zijn uit de akker in de vorige akte tot en met alle termijnen toe van de laatste Maria Lichtmisdag. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 132B, periode 1 Jan. 1536 t/m 31 december 1536.
Goijaert Willems van der Vlueten heeft beloofd aan Frank van den Doeren die daarvan volgens Oirschots recht bepaald vruchtgebuik krijgt en waarvan zijn wettige kinderen verwekt bij Katalijn Borgekkers daarvan het erfrecht, die een jaarlijkse rente van 3 gouden Karolusguldens te gaan betalen, steeds vervallend op St. Jansdag en voor de eerste keer per a.s. St. Jansdag op onderpand van een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. Jan der Weeuwe, Aleijt Pelmans, Willem Wouters en anderen, het erf van Cremers, de straat daar. Goijaert belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Datum 16 oktober 1536, getuigen Goessen en Cort die het aandroegen.

Arnold Scepens als man van Elisabeth wettige dochter van genoemde Frank van den Doeren staat toe dat de rente altijd aflosbaar is op St. Jansdag, mts er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 50 gouden Karolusguldens. Actum als boven.

R.A. Oirschot, inv. nr. 132C, periode 1 Jan. 1537 t/m 31 december 1537
Henrick Jan Bogaerts verkoopt hierbij het vierde deel van een beemd genoemd d 'Aerschot, zoals hij dat heeft verkregen van Gielis zoon wijlen Peter Gielis Snellaerts, volgens schepenbrief van Oirschot, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk, b.p. Gijsbrecht Pels, de gemeijnte, de kinderen van Aert Scellekens, het erf dat eerder van wijlen Jan van Vlierden was. Hij verkoopt het perceelsdeel nu aan Aerden Claes Scepens en de verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen.m Datum 23 februari 15637, getuigen Scoet en Huijskens.

R.A. Oirschot, inv. nr. 132C, periode 1 Jan. 1537 t/m 31 december 1537
Indertijd had de Keizer aan de staten van Brabant een gezamelijke heffing opgelegd van 400.000 Karolusguldens voor geheel Brabant, maar Zijne Keizerlijke Majestiet heeft nu goedgevonden dat dat bedrag gehalveerd zal worden en deze heffting dient om de oorlog te bekostigen tegen de invasie van de Koning van Frankrijk. Rentmeester Jan Backs, namens de keizer heeft de inwoners van Oirschot daarbij aangeslagen voor 2053 Karolusguldens, 14 stuivers en 8 penningen. Omdat wij zelf erg veel schade hebben geleden door de krijgslieden die hier vaak in Oirschot hebben gelogeeerd, is het ons daarom niet mogelijk om dat geld op te brengen. Op verzoek van onze inwoners en om de gemeente Oirschot zoveel mogelijk welvaart te bieden, zijn hier verschenen Henrick Gijsbrecht Hoppenbrouwers, Aert Claes Scepens, Lenart Jacops en Gijsbrecht Peters onze mede-inwoners en hebben nu samen beloofd, ter vermindering van de hiervoor aan ons opgelegde som geld, ten behoeve van Zijne koninklijke Majesteit een bedrag van 1000 Karolusguldens op te nemen van Jan van Haerlem, inwoner van de stad Bon en wel op onderpand van hun persoonlijke bezit. Dat kan gebeuren door een jaarlijkse rente aam hem te beloven van 50 Karolusguldens. Daarom hebben wij, schepenen, gezworenen, raadslieden, kerkmeesters en H. Geestmeesters en nog andere inwoners van Oirschot die hiertoe allen met een zondagse oproep bijeen zijn gekomen, daarover vergaderd en beloven hierbij namens onszelf en onze nakomelingen op onderpand van ons bezit, deze 1000 Karolusguldens als schuld te zullen betalen samen met de jaarlijkse rente. en wel aan de personen of plaatsen waar ons dat zal worden aangewezen, zoals onze afgevaardigden dat met Jan van Haerlem zullen afspreken. Onze gemachtigden dienen daarvan goede dokumenten op te laeten maken ten behoeve van genoemde Jan van Haerlem en wij zullen daarin deze Henrick, Aert, Lenaert en Gijsbrecht vrijwaren, ook voor alle kosten en schades nadien. Maar deze 4 personen zullen wel normaal bij moeten dragen zoals onze andere inwoners. Akte is als oorkonde opgemaakt en van ons schependomszegel voorzien. Datum 1 juli 1537, getuigen alle schepenen.

R.A. Oirschot, inv. nr. 133B, periode 1 Jan. 1539 t/m 31 december 1539.
Willem zoon wijlen Rutgers van Oudenhoven, nog Geertruit en Elisabeth gezusters en wettige kinderen van genoemde Rutger met genoemde Willem als hun voogd hierbij, verder Dirck zoon wijlen Jacop Dircks van Ostaden als man van Margriet, wettige dochter van genoemde Rutger, hebben beloofd om voortaan aan Aerden zoon wijlen Claes Scepens die twee gouden Karolus te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van de helft van een beemd, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonk, b.p. het erf van de schuldenaars zelf, de kinderen van Adriaen Vos, de gemeijnte daar. Ze beloven het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Datum 20 januari 1539, getuigen Esch en Peter.

De rente kan altijd worden afgelost op Maria Lichtmisdag, mits er 3 maanden vooraf is opgezegd tegen betaling van 34 gouden Karolusguldens. Actum als boven.

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Aert Claes Heijmerick Schepens?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Zeitbalken Aert Claes Heijmerick Schepens

  Diese Funktionalität ist Browsern mit aktivierten Javascript vorbehalten.
Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole: grootouders Großeltern   ouders Eltern   broers-zussen Geschwister   kinderen Kinder

Vorfahren (und Nachkommen) von Aert Claes Heijmerick Schepens


    Zeige ganze Ahnentafel

    Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

    • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
    • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
    • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.

    Verwandschaft Aert Claes Heijmerick Schepens



    Visualisieren Sie eine andere Beziehung

    Quellen

    1. Bewerking van het oud rechterlijk archief Oirschot door Jan Toirkens

    Über den Familiennamen Schepens

    • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Schepens.
    • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Schepens.
    • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Schepens (unter)sucht.

    Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
    Kees van den Aker, "Familienstammbaum Van den Aker, Van Eindhoven, Schepens en Verhoeven", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom_van_den_aker/I4942.php : abgerufen 8. Mai 2024), "Aert Claes Heijmerick Schepens (< 1523-1541)".