Op 16 juni 1949 werd hij in https://nl.wikipedia.org/wiki/Rockanje">Rockanje beroepen en op 21 oktober 1949 toegelaten tot het ambt. Op 6 november volgde de bevestigingsdienst in de Gereformeerde Kerk. Na een roerige periode, waarin Zelle op 'zijn eigen wijze' als predikant werkzaam was, vroeg hij vervroegd emeritaat aan. Per 1 april 1956 werd dit ingewilligd. Zelle stond op dat moment in Rockanje en daarbuiten bekend als een excentrieke verschijning, met zijn relatief lange, zwarte haar, sportieve inborst, ongezouten meningen en felle stijl van preken. Als 'herder en leraar' van de gemeente functioneerde hij niet zoals de inwoners van Rockanje zich van een dominee hadden voorgesteld: hij bekommerde zich niet nadrukkelijk om het wel en wee van zijn kudde, de pastorie was niet het warme middelpunt van de geloofsgemeenschap (Zelle had letterlijk geen verwarming en een geïnstalleerde kachel weigerde hij te branden). Na onenigheid met het kerkbestuur, waarbij Zelle ook beschuldigd werd van eigengereid optreden in financieel opzicht (hij zou de pastorie hebben verhuurd ten bate van zijn eigen portemonnee), moest Zelle vertrekken.
Johannes Hendrikus Zelle |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.