Uit het testament van hun vader:Zijn erfgenamen zijn de gezamelijke kinderen, en hij bedingd dat de onroerende goederen niet worden verkocht, maar dat zijn zonen, Pieter en Abraham het zullen beheren.
Aan Abraham een huis schuren en erven met eenstu tuin aan de NZ van de buitenwatersloot in de Krakeelpolder,en de andere helft van de tuin aan de Hoornschekade.
Akte 214, 1856; bij het overlijden van vader Pieter, bedroeg de totale nalatenschap f. 23818.30 in geld, elk kind (5) deelde er in mee met een bedrag van f. 4763.66 < ik denk dat de beide broers de anderen heeft uitgekocht.>
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.