Der Verfasser dieser Publikation verfügt über die Genehmigung der betreffenden Person (sofern es sich um eine lebende Person handelt) zur Weitergabe der Daten.
Er ist verheiratet mit Margaretha Berck.
Sie haben geheiratet am 26. März 1713 in Dordrecht, er war 28 Jahre alt.
oudraad van Dordrecht en bewindhebber van de VOC (kamer Amsterdam),
ORA Dordrecht inv. 815, f. 141 e.v.: op 1 juli 1728 verkoopt Huijbert van den Burggraeff, koopman te Dordrecht, aan mr. Cornelis van der Dussen, oudraad van Dordrecht en bewindhebber van de VOC (kamer Amsterdam), een huis, erf en tuin op de Groenmarkt, staande en gelegen omtrent de Beurs [thans Scheffersplein] tussen het huis van mr. Johan Diderik Pompe van Meerdervoort en het huis van Johannes van Braam, voor de somma van 19.131 gulden en 5 stuiver contant.
ONA Dordrecht inv. 1028, akte 25: op 27 febr. 1751 testeren voor notaris P. van Gelsdorp mr. Cornelis van der Dussen, oud-burgemeester en raad van Dordrecht en zijn vrouw Margareta Berk. Zij benoemen de langstlevende van hen beiden tot erfgenaam. Als de testateur de eerststervende is, is de testatrice gehouden aan de kinderen en verdere nakomelingen van wijlen zijn broer Pieter van der Dussen "onder hen allen ", een somma van 100.000 gl. uit te keren. Dit bedrag moet dan voldaan worden binnen drie maanden na het overlijden van de testateur, de ene helft met "vaste Effecten ten keure vande vrouwe testatrice" en de andere helft met obligaties ten laste van het "gemeneland" van Holland en West-Friesland, eveneens "ten keure" van de testatrice. De impost op de collaterale successie dient door de na te noemen legatarissen voldaan te worden uit genoemde effecten en obligaties. Nicolaas legateert aan de Gereformeerde Diaconie-armen van Dordrecht een bedrag van 5000 gl. Als Margareta de eerstoverlijdende is, moet haar man aan Pompejus Berk, heer van Godschalksoord en regerend burgemeester van Dordrecht, haar broer en aan Johanna Berk, de echtgenote van mr. Jeronimius [sic] Karsseboom, haar zuster (of bij vooroverlijden hun kinderen en verdere descendenten) "onder hen allen" een somma van 50.000 gl. uitreiken, waarbij mutatis mutandis dezelfde voorwaarden gelden als voor de legaten, die zijn vermaakt door de testateur. Voorts legateert zij aan haar zuster een parelsnoer, dat zij heeft geërfd van haar moeder en aan haar nicht Margareta Berk al haar overige juwelen, goud en zilver, inclusief een gouden beugel en gouden horloge met ketting en haak. Aan de Gereformeerde Diaconie-armen van Dordrecht vermaakt zij een bedrag van 5000 gl. Als de testateur de langstlevende is, benoemt hij tot zijn erfgenamen Lidia Maria van der Dussen, weduwe van Willem Paats, mr. Nicolaas van der Dussen Pietersz., Margareta Berk, dochter van wijlen Maria van der Dussen, bij haar verwekt door mr. Pompejus Berk, Pieter Teding van Berkhout, zoon van wijlen Johanna van der Dussen, bij haar verwekt door Coenraadt Teding van Berkhout en Pompejus Berk. En dat alles in gelijke porties, maar indien Pompejus Berk komt te overlijden voor zijn dochter of haar nakomelingen, zullen die een dubbele portie erven. De testatrice benoemt, indien zij de langstlevende is, haar broer en zuster tot erfgenamen van al haar na te laten goederen, verminderd met eerder genoemde legaten. Tot voogden benoemen zij de vader of moeder van hun minderjarige erfgenamen, ieder over zijn eigen kinderen, of bij vooroverlijden twee ooms van die kinderen, één van vaderszijde en één van moederszijde.
ONA Dordrecht inv. 1029, akte 1029, akte 149: condities, waarop mr. Cornelis van der Dussen, raad en oud-burgemeester van Dordrecht, voornemens is op 1 dec. 1752 door de Dordtse notaris P. van Gelsdorp te doen veilen een aantal erfpachten op gronden in de Hoeksche Waard, gelegen in het Land van Esch en aan de bermsloot van de Schenkeldijk.
ONA Dordrecht inv. 935, f. 487-519v: op 21 okt. 1754 comp. voor notaris G. Verveer Lidia Maria van der Dussen, weduwe van Willem Gerard Paats, wonende in 's-Gravenhage, mr. Nicolaas van der Dussen Pietersz., mede daar wonende, Margarita Berk, wonende in Dordrecht, meerderjarige en enig nagelaten dochter van Maria Lidia van der Dussen, bij haar verwekt door Pompejus Berk, vrijheer van Godschalxoord en de in Leiden wonende mr. Coenraad Teding van Berkhout, die door wijlen mr. Cornelis van der Dussen is aangesteld tot voogd over zijn zoon Pieter Teding van Berkhout, door hem verwekt bij wijlen Johanna Elisabeth van der Dussen, samen kinderen en kleinkinderen van wijlen Pieter van der Dussen. Hun oom resp. oudoom, Cornelis van der Dussen, die op 25 april 1754 is overleden, heeft in zijn testament zijn vrouw Margarita Berk tot universele erfgenaam benoemd. De legaten in dat testament vermaakt, met een totale waarde van 100.000 gl., zijn in vier kavels verdeeld. Kavel A is te beurt gevallen aan Lidia Maria van der Dussen en bestaat ui land in de Alloysen- of Bovenpolder onder Dubbeldam, in de noordkavel van de Broek onder Strijen, in Oud-Bonaventura (in de Hoeksche Waard), in Oostkamp onder Haagambacht en negen obligaties. Kavel B is toegevallen aan Coenraad Teding van Berkhout (voor zijn zoon Pieter) en omvat land in Oud- en Nieuw-Bonaventura, in Paapswoude onder de heerlijkheid Sint-Maartensrecht, land in de jurisdictie van Vrijenban en acht obligaties. Margarita Berk krijgt kavel C, bestaande uit land in het Oudeland van Strijen, land onder de "poorterij" van Delft aan de Singen buiten de Koeijpoort, alsmede acht obligaties.De vierde kavel komt toe aan Nicolaas van der Dussen Pietersz. en bestaat uit land onder jurisdictie van het Hof van Delft "in't hoefslagh van Cortenhoeff", land in de Oude Wateringse Polder onder Wateringen en twaalf obligaties.
Begraafboek Grote Kerk 2 mei 1754: mr. Cornelis van der dussen, oud-burgemeester van Dordrecht, met tien koetsen boven het getal, met wapenbord, de hoogste boete, laat geen kinderen na.
ONA Dordrecht inv. 1038, akte 45: op 13 april 1758 comp. voor notaris P. van Gelsdorp Margareta Berk, weduwe van mr. Cornelis van der Dussen. Zij benoemt tot "directeurs over haar ... begraaffenisse" mr. Jeronimus Karsseboom en Hendrik Onderwater of bij vooroverlijden van laatstgenoemde Boudewijn Onderwater, generaal der infanterie in het Staatse leger. Voorts begeert zij, dat niemand voor het openen van haar besloten testament, dat op dezelfde dag is opgemaakt voor notaris P. van Gelsdorp. enige toegang tot of beheer van haar sterfhuis zal hebben. Zij wenst op dezelfde wijze begraven te worden als haar overleden man., met dien verstande, dat de "rouwe", die aan de bedienden moet worden gegeven, eerder meer dan minder zal zijn.
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.