Bruysten Bruystens van Andel |
Nr. 111.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 145, microfiche 1-D8, f. 3-1, aktenr. 111, 28-01-1426.
Op 28-01-1426 schold Jan Aert Zegers, die men noemt Jan die Brouwer, kwijt Aert den Bont van Enschit van alle brieven, geloften en vorwaarden die Aert die Bont deed van de vorsterij van Oisterwijk.
3-2. Voornoemde Aert die Bont beloofde aan Jan Aert Zegers hem geen schade toe te brengen in de dienst van de vorsterij van Oisterwijk. Jan moet aan Aert zijn jaargulden blijven leveren. Hiermee werd een uitspraak gevolgd van 5 zeggeren, te weten Jan Bruijstens van Andel, Bruijsten Bruijstens, Laureijns van der Heijde, Aert Knode en Jan Jan Wijtmans.
[Willem van Andel bij doode Matheeus sijns brueders ondergeschr. anno xiiijC Lxiiij Matheeus van Andel bij doode Jans sijns oude oems ondergeschr. anno xiiij Lx Jan Bruystens sijn brueder] Heer Lauwerens van Andel priester ende voir hem dede eet sijn brueder Jan van Andel Jan Bruystens zoen Bruysten van Anle hout x buenre lants iij buenre beemde x buenre broecx i hofstat metten huyse daer op staende iiij buenre lants al gelegen ten Dike in die prochie van Ensschit ende die vercocht Marie Arnts dochter vanden Dijc ende Jan die Moelner hoir man ende mombour. Dit goit verstarf van Janne Bruystens zoen op drie gezusteren te weten Heilwijch Aliten ende Lijsbetten van Anle zusteren Jans voirs. ende in namen Heilwigen der audsten zuster so ontfing die her Lauwerens hoir zone. Nu is comen Bruusten Jans zoen ende heeft vercregen thegen die voirs. Lijsbet hoir derdendeel ende is daer af worden man heren Lauwerens voirschr. Dat derde derdendeel hout Alijt vorschr. [Ende zeder heeft Alijt vors. hoir derdel vercocht ende daer toe sijn comen half ende half Jan van Andel boven geschr. ende Bruusten Bruustens zoen.]
CCi (144v)
1435 december 28 847.Sch.Otw.149, f. 45b-r-1
Bruysten van Andel heeft bewezen aan zijn zoon Bruysten een cijns van een oude groot, jaarlijk op Kerstavond te voldoen uit
? een stuk land van Bruysten sr. in de Schijf in Oisterwijk, tussen Jan Gherijt Buckinck in het westen en de persoon van Oisterwijk in het oosten, van het voetpad achter het hof van Wijtman vanden Dael
aan Willem Luwe, en hierna heeft Bruysten zijn zoon uitgegoed en uit zijn huis en brood gezet. Schepenen Jo. Jo. Wijt en Dirck van Gorchem, op Innocentium anno 35.
? was folio 39a