Er hat eine Beziehung mit Lysbeth Godescalcx van den Staeck.
Kind(er):
1523 december 14 847.Sch.Otw.227,54v-1
Jan z.w. Gerit Nulants wedn. w. Willem zijn hvr d.w. Dirck Sapeels de tocht in een mud rogge jeep uit jeep 3 mud rogs op Lichtmis uit een deel van een thiende geheyten die oude thiende in par. Goirle welke 3 mud rogs erfpacht Goeyart van Hulsen en Margriet zijn hvr de krn w. Dirck Sapeels voirs. in hoeren testament gemaakt en welke erfpacht Goeyart voors. tegen Laureys z.w. Jan Laureys Vanisse als man van Margriet zijn hvr nat. d. w. Willems van Oestersele met coepe vercregen en welk mud rogge in 3 mud rogge Willem voors. tegen heer Willem en Jan priesteren zn w. Dirck Sapeels voors. haeren bruederen Wouter Thomaes Wouters man van Cristijne zijn hvr mr Jan Lombairts man van Goidsscalcken zijn hvr en Ghijsbrecht Heyen als man van Margriet zijn hvr gesusteren drs w. Dirck Sapeels voirs. hueren susteren met overgeven vercregen hadde gelijk in verscheyde scepenen brieven heeft hij overgegeven Willem Dircke en Gerijde gebruederen Lauwreyse Gerit Lombairts man van Henricke zijn hvr en Matheeus man van Belien zijn hvr
quo facto Willem en Dirck voors. en Matheeus man van zijn hvr hen recht in deze mud rogge jeep uit de 3 mud rogge hebben zij overgegeven Geriden hueren brueder en Lauwreys Gerit Lombarts man van zijn hvr
1469 mei 12 847.Sch.Otw,R.175,133-14r-03
Andries z.w. Willem Sappeels heeft ghegeven ende verleent n volcomen macht .. Dircken Sappeels sijnen brueder ende Goyaerden van Hulsen sijnen zwaghere om of die een absent waer dat die ander dan mach allen sijn goeden te heffen te boren soe waer die gueden inder meyereen vanden Bosch erghens ghelegen sijn en die in sijnen naem erghens bevynden can sijn recht te voerden ende sijn onrecht te bescudden ghelijc off hij selven daer in pucen? waer durende altijt totte weder segghen des voers Andries
- scab. Eyghen ende Doren Anno Lxix mense may die xij
met onleeesbarfe aantekening in de marge
1508 april 12 847.Sch.Otw.212,2v-1
Willem z.w. Ghijsb. Huysmans heeft geloeft Juete wede w. Michiels die Beer tbv hoer en hoere erfgenamen dat hij nimmermeer spreken zal op
? een stuck lants geheyten dat Nuwe Geloect 12 L lants in par. Enschot etc. langs gem. straat gent den Cruyswech, strekkend tot de Streepstraat
twee brieven sprekende van 2 mudde rogge als Willem tegen Elisabeth d.w. Henrick Boeyens met cope en Aleyt mede dr des voors. Elizabeth tegen Willem Wyten met cope in sch.br. sBosch
- dat xij-a april feria ...ta post dominica Judica anno vij-o scab. Scaepdijck enede Jacop Emmen
waarna Juet voors. met Dircke Sapeels hoeren wittigen man als hoeren momboer die tocht in voors. stuck lants opgedragen Jan hoeren wittigen z. Heylwigen en Aleyten hoere dochteren en Jan z.w. Gerits Nulants man van Borchten zijn hvr d. Michiel en Juete voors. om daaruit te mogen verkopen Willem z.w. Ghijsbert Huysmans 1/2 mud rogge erfpacht ende nyet voirder
quo facto zo hebben geloeft Jan Heylwych Aleyt voors. mette momboren van Heylwygh en Aleyt en Jan Nulant man van Borchte zijn hvr als schuld. princ. te betalen aan Willem z.w. Ghijsbrecht Huysmans 1/2 mud rogge jeep Otw maat op St Jacop inde zomer uit stuk land voors. [3r ]
quo facto heeft Willem geconsenteert Jan Heylwich en Aleyten en Jan Nulant dat zij dit half mud rogge altijd mogen losse met 21 peters van 18 st
[rest blz. 3 leeg ook verso]
1481 november 30 847.Sch.Otw,R.187,9v-4
Jacop Thomaes en Dirck gebr.zn w. Jans vande Els Peter geh. Buckinc man van Elysabeth sui uxoris d.w. Jan voors. voor henzelven en voor Peter Jansz. als man van Marien sijns wijfs d.w. Jan voors. daar jacop Thomaes Dirck Peter Buckinck voor voor gelooft heeft Dirck z.w. Willem Sapeels Goeyaert z.w. Goeyaert van Hulsen man van Margriet sui uxoris Willem z.w. WIllems Beeren man van Coenegonten sui uxoris drs w. Willems voors. ook voor Dirckk z..w. Dirc vander Elst op 2 mud rogge erfpacht mate van Breda die welc Matheeus Nulaet sculdich was te ghelden w. Dircken Willems vander Elst uit zekere onderpanden en tot zekere dagen na inhoud sch.br. van Breda ? en welke 2 mud tot de voors. krn Jan vander Elst comen is na inhout sch.br. Otw - ad opus Willem nat.z.w. Dircs vander Elst voors. scab. Lose en Gherit vande Wiele datum ultima novembris
1471 maart 11 847.Sch.Otw,R.177,205-010r-02
Goyaert [z.w. Goeyart van Hulsen] voors. als man van agte? [Margriet?] sue uxoris filia qd Wilhelmus Sapeel Dirc z.w. Willem Sapeel Willem z.w. Peter Beeren man van Coenegonde sijns wijfs d.w. Willem Sapeel voors. 1 ½ mud rogge jeep op Lichtmis uit
? een stuk land geh. Alyten Hoeve en uit enen huse en hove met sijnen gronde en toebehoorte in par. Otw in loco op de Hoeven < erf Aert Herman Noyden z. > ^ gemeint? v straet
als Jan z. Aert Herman Noydens soone geloofd had Elysabeth zijn zuster in sch.br. Otw en welke erfpacht van 1 ½ mud rogs voors. w. Willem Sapeel verkregen had van Alyten d. w. Elysabeth voor haar en voor Jan geh. Sapeel in diverse sch.br. en tot voors. Goyaert erfelijc comen sijn supt Jan en Ghijsbrecht voers. scabini predicti datum ut supra
1498 november 5 847.Sch.Otw.R.203,25v-4
Dirck Sapeels wt volcomender macht ende opdrahct hom verleent van heren brueder Willemen Sapeels religieuse van Tongerloe sijnen wittigen soen ende bij consent den eerwerdigen heer den abt van onser liever vrouwe v an Tongerloe ende met Symen? ende Jan z. Dirxs Sapeels voers. Wouter Thomaes Wouters z. ut tutor Crystyne sijns wijffs Jost die Ber hon gedeelt en recht in vi lib. [6 pond] payments hon toebehorende alle jaer te gelden ende te betalen op Lichtmis uit
? 1/4 in een beempt geh. dat Voerste Aa broeck gelegen in par. Vechel tpl. geh. dat Vorste Abroeck < een gemeyn water geh. die Aa > erf Willem .. mich? Aerts ^erf Willem Suermont v gem. watergeh. die Laeck
? een stuck lands inde voors. prochie bijder [26r] heyen aldaar in een platse geh. Veltkens hove < erf Gherit geh. Gerit Baten z. > erf der krn Willem Vangers? z.
welke 6 pont Willem Jan Dircx z. erfelijk vercoft Goyaerde van Hulsel in libr. sup... m. Jo. Lomvaerts . . . en hebben gheloeft van honnen wegen aff te doen scab. Gerit van Berck senior et junior datum quinta novembr.
1498 november 5 847.Sch.Otw.R.203,26r-1
Dirck Sapeels ende met hem Jan sijn soen Wouter Thomaes Wouterss ut tutor Crystynen sijns wijffs Aert vande Wiele ut tutor Willeme sijne wijffs Ghijsbert Heyen ut tutor Margrieten sijns wijffs
? die helft in een stuck beempts en hon recht hon toebehorende gheheyten die groedonck gelegen in par. Otw in een stede geh. Udenhout < erff des Goetshuys vander Cameren geh. Ghiersbergen > erf Yden wede w. Peter Vanny ende hoer kynder
supt m. Jo. Lombaerts [er staat Lamberts] - datum et scabini ut supra
132. 1498 november 5 847.Sch.Otw.R.203,26r-2
Dirck Sapeels wt volcomender macht en opdrahcte hem verleent van heeren Willemen Sapeels relegioes des goidshuyse van Tongerloe zijnen wittigen soen ende bij consente van zijnen oversten des abdts van Tongerloe Jan soen Dircks Sapeels voirs. en meester Jan Lombarts als man van Goedscalken zijnre hvr d. Dircks Sapeels voirs. hen gedeelte in 10 pont paeyments te betalen jaarlijks op Paesschen uit
? een huys met zijne gronde metten hoff en een stuck lants daaraan tsamen 11 L in par. Haren < ^ erf Ariaen Boenen > gemeynte van Harfen v erf Peter Elen
? stuck weyvelts 1 1/2 B lants in voors. prochie < erff Wouter vanden Heezeacker > ^ gemeynte van Haren v erf Henrick Boeyens
welke cijns Goeyart z.w. Goeyarts van Hulsen tegen Aerde z.w. Aert en Katherijne zijn hvr in een cope verkregen hadde in sch.br. sBosch - supt Waltero filio Thome Walteri fil. cum libris - datum et scabini ut supra
1526 augustus 8 Oisterwijk,R.230,31v-1
heer Jan z.w. Dirck Sapeels priester 12 L rogge jaarlijkse erfpacht in een mud roge jaarlijkse erfpacht uit erfpacht van 3 mud op OLVrouw Lichtmis uit
? een deel van een thiende geheyten die oude thiende in par. Goerle
welke 3 mud rogge Goyaert van Hulsen en Margriet zijn hvr den kynderen w. Dirck Sapeels in hueren testament gemaect en welke erfpacht Goeyaert voors. tegen Laureys z.w. Laureys Vannis man van Margriet nat.d.w. Willem van Oesterzeel met cope verkregen had en van welke erfpach hr Jan voors., die twee mudde tegen heer Willem Sapeels zijn brueder en tegen zijn andere mede erfgenamen met cope vercregen hadde volgens instrument em sch. letteren van Oisterwijk
overgegeven mr Jan Lombaerts tbv tafel H.Geest In de kerk van Oisterwijk alsoe verre als zij deze 12 L rogs erfpachts
hr Jan mag altijd lossen met 37 1/2 Rgld
1462 februari 23 ? 847.Sch.Otw,R.169,003v-01
Dirc z.w. Willem Sapeel Godevaert z.w. Goyaerts van Hulsen wittig man en momb. Margrieten sijns wijfs ende Willem z.w. Peters Beeren als wittige man ende momb, Coenegonden sijns wijfs d.w. Willem Sapeels een mud rogs jaerlijcs ende erfelijcs pachts tot hen behorende te vergelden op Lichtmis wt ende van
? een stuck lands iiij ½ L in par. Otw in loco dicto Udenhout < her. Aert Loders > her plu Jans
Molneers ^ her. Claeus van Baerle
? item noch een stuck lands ghelegen in par. en loco predicto < her Heylwyghen Corten et suorum plu > her. Jans Molneers kynderen ^aen den ghemeinen pat
? item noch wt ende van een stuck beempts ghelegen in de par. en ter stede voors. < her. Aert Losens > her. Heylwych Corten et suorum plu.. prescriptis ^erf Aert Houtappels v her. Claeus van Baerle ut dixit
welck mud rogh erfpacht voers. Dirc Goeyaert ende Coenegont voers. tegen Andries z.w. Willem Sapeel vanden iersten bedde met overgeven in Otw sch.br. supt Kathelinen wede w. Jans Bonten dw. Wijtman Willem Daniels z. ende Peter z.w. Peter Vannys scab. Beeck et Elst datum [niet ingevuld]
1495 oktober 26 847.Sch.Otw,R.200,29v-1
Dirck Sapeels Willemsz. Wouter Thomas Wouters z. Crystyne Aert z.w. Henric vanden Wiele ut tutor Willeme mr Jan Lombaerts ut tutore Goetscalke sijns wijffs Ghijsbrecht Claus Heyensoen ut tutor Margriet sijns wijffs voer hon selven en voor Janne Diercx Sapeels z. daer mr Jan voer geloeft heeft Adriaen Denys Meynaerts z. en met hem Conegont sijn hvr d.w. Willem Sapeels Joest die Beer Willemss die Willem voers. vercregen hadde bij Conegonde voors.
847 Archief van de Schepenbank in de Eninge van Oisterwijk, 1418-1811 Regestenlijst inv.nr.200
18
? een hoffstadt metten erff en toebehoorten ghelick Goyaert van Hulsel dat plach te besitten ghelegen inde vrijheyt van Oesterwijck ontrent der Lynde < erf Anthonis Vangen > een straetken ^ Vloet v strate toe
vercoft overgegeven en opgedragen Goyaerden z.w. Dircx vander Elst waaruit Goyaert zal betalen 12 oude groten [30r] enen man van beeck iten iij st payments den altaristen van Otw nog 20 st payments de tafele des H.Geest datum xxvi octobris sch. Em. Denys
Goyaert z.w. Dricx z. vander Elst heeft geloeft Joesten die beer 23 1/2 peter 4 st 18 st voor elke peter gevalueert gelt op Lichtmis a.s. soe sal hij betalen op Lichtmis over een jaar mette pacht te weten 20 peters tegen 1/2 mud rogge en dander navenant - datum et scabini ut supra
1504 augustus 9 847.Sch.Otw.208,23r-2
heer Jan Sapeels priester z.w. DIrck Sapeels zijn recht in
? hoeve geheyten tgoet then Doeveloe gelegen tot Carchoeven < erf hr Jan Appels priester > erff der erfgen. w. heer Goosens vanden Doiren priester met alle toebehoren te weten lant sant beemden heye en weye die welck nu toelende is Peter Goekens ende die welck men te leen helt van onse genedich heer den hertoge van Brabant als hij sede
heeft hij verkocht mr Janne Lombaerts en Wouter Thomaes Wouterss tsamen - heer Jan gelooft ook een gelijcke veste doen sal vande hoeve voirs met hoer toebehoirten voirde stadthouwer en mannen van Leen mijns gened. heer - behoudelijck dat hij nae der doet van Dircke zijnen vader alsoe diep deylen sal in die penningen die mr Jan en Wouter oft hoer erfgenamen daarin sculdich sullen zijn als zijn broederen en zusteren oft dat zij hem daer voir erfgoet bewijsen sullen nae inhout eender cedullen daerop dat ix-a augusti scab. Goeyart die Leeu et Jan Andries Lambrechtss
102. 1504 augustus 9 847.Sch.Otw.208,23v-1
heer Jan voors heeft geloeft te betalen mr Janne en Wouter voors. een pont Bosch paeyment jeec op St Marten bisscop uit
? 1/8 deel hem behorende in een beempt geheyten sDekens broeck in par. Otw omtrent der afterste brugge < gem. Aa > erf Roeloff van Dongen ^ gemeynte van Otw v erf toebehorende den goidshuys vande catuyseren van Coelen
dat mr Jan en Wouter heer Jan voors. na der doet van Dircken Sapeels sijnen vader aen zijn kyntsgedeelt dat hem alsdan comen sal in die hoeve gelegen tot Carchoven geheyten tgoet then Doveloe corten zullen 6 peters van 18 st en daermede dese geloefte ende desen brieff te nyete ende doet sijn then euwigen dage - actum testes ut supra
6A de Wouwer nadien genaamd de Bacxbogaard
Al voor 1400 is Godevaart van Brecht, de man van jonkvrouw Hadewich van den Wijngaerden er de eigenaar van. In 1419 is Hadewich weduwe. Zij heeft dan op dit achtererf een huis staan.
Op 10 augustus daaropvolgend is dit goed van een lopense, met een huis, erf, hof en aangelag, genaamd `die Wouwer` in handen van Willem Sapeel, zoon van Andries Sappeel37. In 1446 verhuurt hij het voor vijf jaar aan Willem Hugen voor zes gulden jaarlijks en onder voorwaarde dat `soe wes Willem Hughen soen daer aen tymmeren sal dat men die tymmeringe teynden die vijf jaer scatten sal by goeden knapen, ende dat hem sal Willem Sappeels weder bekeren sal; ende oft Willem Hughen des nyet en geliefde te doen, soe sal hi die tymmeringe af mogen breken ende na hem trecken tot sinen scoensten`. Willem Hugen mag niet slechts zijn verbeteringen aan het huis wegnemen indien overdracht aan Willem tegen de geschatte waarde ervan hem onaantrekkelijk voorkomt, maar bovendien zal hij `allen inhout bynnen den kanten vanden erven staende` mogen `houwen ende gebruycken tot sinen scoensten`. Tot het gehuurde behoort niet alleen het huis en de hof `byder Lynde, after aen die Vloet`, maar ook de `wech ter strate toe uut te wegen, gelegen inder vryheit`38. Deze weg is nu de oostelijke helft van de Balbian Versterlaan.
In 1457 belast Willem Sapeel zijn bezit, bestaande uit een huis, hof en aangelag en een lopense land, genaamd De Wouwer, vroeger van Goyart van Brecht en gelegen tussen het goed van Zijdewinde en dat van Dirk Wange, met een erfelijke pacht van twee mud rogge, tot afdracht waarvan Dirk, de zoon van Willem Lu,
36 Otw,R.423,213v.
37 sH,R.1204,96;
38 Otw,R.156,2v;
© De Vrijheid Oisterwijk Lindeind 6 7
die de zoon van Willem Lu van Oisterwijk is, in 1502 laat manen39. In 1471 wordt gesproken van de weg `daer men gheet tot Dirc Sapeels`40. Willem Sapeels zoon Dirk heeft De Wouwer derhalve geërfd. Dirk belooft in 1489 aan zijn zuster Margriet een lijfrente van 10 mud rogge, op Lichtmis af te dragen in Oisterwijkse maat41. Dirk Sapeel, die slechts één priester geworden zoon heeft, wordt opgevolgd door zijn schoonzoon Gijsbrecht Claas Heyen. Tot diens bezit blijkt in 1505 ook te behoren een `geweer` in de stroom, dat wil zeggen een plaats om netten aan te bevestigen42. Het huis met hof en geweer heeft Gijsbrecht in genoemd jaar overgegeven aan Lucas Aarts die Momber43 `tsamen metten stegen vooruut ende met enen cleyne werftken daerbij oever tvoirscrevenliggende ende het gemeyn water aldaer ronts, al om ende om lopende`. Lucas draagt als lasten twee mud rogge aan Jan Monix, twee stuiver aan de Vrijheid en een half vuurijzer aan de altaristen44. Wegens wanbetaling van vier lopen rogge erfpacht, welke meester Jan Monix Janszoon in 1464 kocht van Dirk Willem Sapeels, wordt het bezit in 1532 opgewonnen, doch de koper ervan wordt nu Dirks schoonzoon Wouter Thomaas Wouters45. Niet van Wouter, doch van Amelis Rembout Adriaansen46, die ook al genoemd is als eigenaar van het erf langs de weg, is het gekomen aan Pauwels Laureins Lombaerts, die op 18 november 153547 reeds beloofd hieruit een cijns van twee carolusgulden te betalen aan zijn zuster Anna. In 1544 verkoopt Pauwels Lombaerts aan Jan Wouter Bacx twee huizen, geweer, houtwas en voorhoofd, genaamd De Wouwer, waar de gemene vloed rondom gaat48.
Wouter Jan Bacx, die Elisabeth, dochter van Wouter Boogaerts tot moeder had, erft dit alles. In 1576 verkoopt hij het gebruik in de erfweg aan de eigenaar van De Sterre, Jan Ariaans van Aken49. De Ster wordt echter gekocht door Wouters zoon Gerit Wouter Bacx. Van de huizing op de Wouwer wordt niet meer gerept en gesproken wordt nog slechts van Gerit Bacxbogaard, kortom Bacxbogaard. Mogelijk hangt dit samen met een vervreemding in 1591, wanneer Antonis Wouter Bacx en zijn broeder Gerard ieder eenderde deel in een afgebrand huis met materialen en hofs aan `den dijck over de stroom`, achter de Linde, overdragen aan Adriaan Claas Goyaarts50. In 1625 is Gerard Bacx met de rentmeester-generaal der domeinen overeengekomen dat hem tegen een jaarlijkse betaling van twee stuiver consent wordt verleend om een brug te leggen en te houden over de Molenstroom vanaf zijn eigen erf, ter plaatse genaamd de Vloed, aansluiting gevend op de Bacxdijk51. In 1636 wordt als bezit van Gerit Wouter Bacx genoemd `een huys ende X ½ roeyen hooffs, eenen dries genoempt Bacxhoff I lopensaet XX roeyen`, een van Aart Jan Lath gekomen stuk akkerland `als huerlingh van Adriaan van Buerden', 'als eigenaer een stuck bempts genoempt Verwersbempt`, ter grootte van drie lopense en 27 roeden en een stukje land bij de windmolen van Dirk Martens kijnder. Voor dit alles wordt Gerit aangeslagen voor twee-en-een halve oord52.
171. Heyen, Cornelius - (presbiter de Oesterwijc)
Presb. Luik, I. 1467-1472 (1467-1474) Den Bosch
Heer Cornelis, Kornelis Heyen, wordt in de aartsdiakenale registers ook wel dominus Cornelius de Merica genoemd hoewel zijn familie zich steeds "Heyen" noemt en niet "Vander Heyden". Heer Cornelis werd te Oisterwijk geboren als zoon van Ghijsbrecht Claess Heyen. Hij had twee broers: Jan en Adriaen. De laatste was getrouwd met Geertruyt Wouter Jans van Heerle en had een zoon Claes die op 2 mei 1494 te Oisterwijk zijn testament maakte ten overstaan van de priester heer Dionys Adriaens. Claes' zoon Ghijsbrecht Claess Heyen woonde omstreeks 1494 te Oisterwijk als man van Margriet, dochter van Dirck Sapeels en van Lysbeth Godescalcx vanden Staeck. Hadewich, dochter van heer Cornelis' andere broer Jan Heyen, wordt in 1466 genoemd als vrouw van Henric Papen Jans soen. Deze laatste had uit een eerder huwelijk reeds enkele kinderen die in conflict raakten met hun stiefmoeder. Op 16 mei 1466 beloofde Henric daarom ten overstaan van schepenen van Den Bosch dat hij de kinderen uit zijn eerste huwelijk vóór Pinksteren (25 mei) het huis uit zou zetten en dat hijzelf bij Hadewich zou blijven wonen "alsoe wittige man ende wyf sculdich syn te doen". Hij beloofde tevens aan heer Cornelis Heyen, die vermoedelijk als de initiator van deze regeling moet worden gezien, dat hij hem 100 gouden Leeuwen zou betalen als hij zich niet aan zijn woord zou houden. Bovendien stelde hij zich garant met alle goederen die hij van heer Cornelis had verkregen en nog zou verkrijgen. 1)
Heer Cornelis wordt van 1436 tot 1438 genoemd als waarnemend pastoor van Loon op Zand en van 1441 tot 1443 als onderpastoor of waarnemend pastoor van Oisterwijk. Op 8 oktober 1441 stelde Cornelius Heyen, coadiutor van de pastoor van Oisterwijk, het testament op van zijn parochiane Aleyt, weduwe van Michiel Sappeels. In 1445 was hij weer waarnemend pastoor te Loon op Zand. Op 21 augustus 1452 was hij aanwezig in de herberg de "Gouden Leeuw" te Oisterwijk, waar hij samen met vijf anderen werd gemachtigd om kerkelijke beneficies te verwerven voor Henric Willems van Beke, een clericus van nog geen veertien jaar oud die tevens door zijn gemachtigden in eventuele processen zou worden vertegenwoordigd. Na 1452 verdwijnt heer Cornelis enige tijd uit de bronnen. Een Cornelius vander Heyen uit het bisdom Luik werd in 1464 ingeschreven aan de Leuvense universiteit, maar aangezien deze toen blijkbaar geen priester was zal dit niet de notaris zijn geweest. Vermoedelijk is hij dezelfde als de heer Cornelis vander Heyen die tot 1492 als priester werkzaam was op het kasteel van Zevenbergen. 2)
Heer Cornelis Heyen kocht op 22 november 1464 in Den Bosch een voor- en achterhuis in de straat lopend van het St.Janskerkhof naar de Papenhuls (de Choorstraat), welke huizen eerder door heer Willem Voet (zie nr.408) aan heer Gielis Venbosch (nr.399) waren overgedragen. Van 1466 tot zijn dood in 1474 wordt heer Cornelis vervolgens genoemd als vice-plebaan van de St.Jan. Als notaris tekende hij tussen 1467 en 1472 ook de testamenten op van een vijftal van zijn parochianen. Eén akte werd geïngrosseerd door heer Goessen Pauwels (nr.306) en een andere door heer Jan Kerberch (nr.216). Achter zijn naam voegde heer Cornelis in twee gevallen nog toe: "presbiter de Oesterwijc". Hij overleed op 13 januari 1474. De aartsdiaken van Kempenland kende op 28 januari 1474 het rectoraat van het nieuwe altaar van het H.Kruis in Oisterwijk, dat door heer Cornelis' dood was vrijgekomen, toe aan Henric, zoon van Jan Eyghen, en de officiaal wees op 19 maart 1474 heer Cornelis' notariële protocollen toe aan Sander Pyeck van Batenborch (nr.313). Heer Cornelis had een natuurlijke dochter Margriet die op 1 april 1478 samen met haar man Frans van Gestel een deel van een erfcijns die heer Cornelis hen bij testament had nagelaten overdroeg aan de secretaris meester Aert van Weylhusen (nr.415). 3)
Noten
1. GAH, RA 1210, fo.128v, fo.388v (1439/40), RA 1218, fo.321v (11 jan.1448), RA 1227, fo.480r (1456/57), RA 1231, fo.139r (1460/61), RA 1232, fo.374v (1462/63), RA 1234, fo.160v (1464), RA 1235, fo.102v (16 mei 1466), RA 1243, fo.149r (1473/74), RA 1246, fo.179r (1477), RA 1247, fo.67r (1 apr.1478), RA 1250, fo.293r (1480), RA 1253, fo.102r, 205v (1483/84), RA 1263, fo.303r-v (26 apr.1494); Van Rooij, Het oud-archief, II 471-472 nr.1701, vgl. 248 nr.914, 378 nr.1380, 379 nr.1382;
2. Juten, Consilium, 217, 223-224, 276; Bijsterveld, Laverend, I 212 nr.982; SAKO, THG Oist. 1, fo.214r (regest 114) (8 okt.1441); Bijlage II 207.5; Wils, Matricule, II 128 nr.161; ARAG, NDR I 1279 (regest 1327) (13 nov.1492).
3. GAH, RA 1234, fo.160v (22 nov.1464), RA 1238, fo.106v (20 juni 1469), RA 1246, fo.179r (12 mrt.1477), RA 1247, fo.67r (1 apr.1478), RA 1252, fo.517r (1482/83), RA 1268, fo.263r (1499/1500); Bijlage II 5.54, 5.63.1 (ontvangt 1 Rijnsgulden als legaat), 171.1 t/m 171.5, vgl. 264.74; SAKO, AGO 7,
1509 februari 17 847.Sch.Otw.213,9v-1
heer Willem relegioes des goidshuyse van Tongerloe en persoen der kerke van Myerloe en Jan priesteren gebruederen zn w. Dirck Sapeels Willem hen zuster mette momb. en Ghijsb. z.w. Claes Heyen man van Margrieten zijn hvr d.w. Dircks voorn. hen recht en gedeelte hen behorende in
? eenre hoeve met hoeren gronde en toebehoirten geheyten tgoet then Doeveloe gelegen tot Carchoeven welk man helt te leen van onze gen. heere den hertoge van Brabant met eenen cleynen stucksken lants geheyten den Garshoff een zesterzaad lants daar vooraan liggende als zij seden
overgegeven Wouter Thomaes Woutersss en mr Jan Lombaerts met alle brieven
leenroerig - dat xvij-a februarij scab. Goess. Emmen ende Embert Embertss
37. 1509 februari 17 847.Sch.Otw.213,9v-2
deselve heer Willem Willem zijn zuster cum tutore Wouter Thomaes Wouters man van Cristijne zijn hvr mr
Jan Lomb. man van Goedscalken zijn hvr en Ghijsbrecht z.w. Claes Heyen man van Margriet zijn hvr gez. drs w. Dirck Sapeels voorn. in 2 mudden rogge erfpacht in jeep 3 mud op Lichtmis uit
? een gedeelt van een tiende geheyten die oude thiende in par. Goerle welke 3 mudden rogge voorn. Goeyart van Hulss(el) en Margriet zijn hvr de krn w. Dirck Sapeels in horen testament gemaect hebben welke erfpacht Goeyart voors. tegen Lauwreys z.w. Jan Laureys Vannis? man van Margriet zijn hvr nat.d.w. Willems van Oesterzeele met cope verkregen had in instrument en sch.br. Otw [10r(84)]
overgegeven heer Jan priester z.w. Dirck Sapeels voors. - dat et Scab uts.
deselve heer Willem Jan priesteren Wouter meester Jan ende Ghijsb. voirs. recht en deel hen behorende in een mud rogge erfpacht in een erfpacht van 3 mud rogs erfpacht hebben opgedragen Willem d.w. Dirck Sapeels - dat et scab. uts.
CCLxi
Ick Dierick de Borchgrave doe condt certificerende voer die rechte waerheyt dat ick van wegen mijns voirs. alder genedichsten heeren als hertoghe van Brabant te leen houdende ben een huys hof ende hofstadt een buenre groot zess buender in vier stucken gelegen ter plaetsen geheeten Berckel gelegen inde prochie van Oisterwijck die mij gebleven sijn bijder doot jouffrouwe Marye mijnre moeder ende ick van mijnen gened. heer te leen ontfangen heb ende noch helt mij van mij te leene twee buender ende een vierendeel van eenen buender ende vier buender die gelegen zijn in die prochie van Tilborch die plaets geheeten Westilborch welcke twee buender ende een vierendeel ende die vier bunder voirs. van mij te leen ontfangen heeft Marye dochter wilner Tilmans vande Paer ende en sijn de voirs. (leene) mijne leengoeden niet becommert in kennisse der waerheyt hebbick Dierick voirs. mijnen (propren) segel hier onder gedruct opten xvi-en dach der maent van januario ont jaer ons heeren duysent vyerhondrt ende vyfentnegentich
Hierna volgen alsulcken goeden als ick Dierick Willem Sapeels zoen van mijnen gened. heere der eertshertoghe van Oistr. als hertoge van Brabant te leene houdende ben te wetene
Vierthien buenre lants luttel min oft meer geheyten tGoet van Doevele inde prochie van Oisterwijck gelegen neven erve Alyt van Ghyls weduwe wijlen Jans van Ghyls aen deen zijde ende eenen camp binnen der vriheyt van Oisterwijck aen die gemeynte aldair aen dander
Van welcken voirs. goeden her Jan Appels priestere voirt van mij te leene houdt dat derdendeel dwelck hem bij doode van wijlen Arnde Appels zijnen vader toecomen ende verstorven is
261v
Ende is dit voirs. leen ombecommert ende ombelast in orconden der wairheyt soe hebbic Peter Middelborch ter beden my van wegen des voirs. Diericks gedaen mijnen zegel in gebreke vanden sijnen hierop gedruct opten xxviij-en dach januario xiiijC xCv jair na costume tshoefs van Cameryck