(1) Er hat eine Beziehung mit Alijt Wouter {Doremans} Aert Langerbeens.
Kind(er):
(2) Er hat eine Beziehung mit Lijsbet Jan {Lemmen} Lenis.
Van Westilborch
Renier Laureys Molneers | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alijt Wouter {Doremans} Aert Langerbeens | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
folio 74 verso
797. liberorum reyneri die mollener gener wouteri langerbeens parto reyneri patre suo ex parte wouteri filii arnoldi langerbeens de hereditatis elisabet langerbeens de manso juxta molendini de karichoven 1 d. 3 ort. nov.
Nr. 160.
RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.147, microfiche 2-A7, f.28-3, aktenr. 160, 21-05-1430.
Op 21-05-1430 gaven Reijneer die Moelner zvw Laureijns Moelneers en zijn dochters van de voorbedde verwekt bij wijlen Lijsbet Jan Lenis, te weten Aleijt, Heijl en Lijsbeth uit aan Bartolomeeus Jan Meeus Jonghelincs
1. een huis en hof in Westilburg, te Oerle bij sinte Claus Stok, naast kv Wouter Oerlmans en kv Jan van Goch in het oosten, naast kv Jan van Goch in het westen, aan de Herstraat en aan de gemeint aan het Kerkven, belast met een erfpacht van 6½ lopen rogge aan Jan den Rueper,
2. een weide genaamd het Gagelbroek in Westilburg, naast Jan den Rueper in het oosten, naast Aert Meeus in het westen, aan de gemeint van Tilburg en aan de landgraft, belast met een erfpacht van ½ mud rogge aan Claus Weijmer,
3. een erfpacht van 4½ lopen rogge die Wouter Henric Aelwijns met lichtmis levert uit erfenissen ter voorschreven stede gelegen die voornoemde Wouter Henric Aelwijns tot erfpacht kreeg van voornoemde Reijneer,
voor de hertogencijns, een erfcijns van ½ oude groot aan het godshuis van Tongerloo, een erfcijns van 1 oude vlaams aan de heren van sint Jan te den Bosch of aan wie men die verschuldigd is, een erfpacht van 5½ lopen rogge aan sint Margriet altaar in de kerk van Oisterwijk die heer Willem Brocken nu beurt, een erfcijns van 1 oude vlaams en 1 lubeeks kopke aan de h.geest van den Bosch, en thans voor een erfpacht van 16½ lopen rogge, met lichtmis te leveren. Reijnken den Moelner betaalde aan de klerk 2 pond was min 2 loet voor zijn brieven.
28-4. Voornoemde Bartholomeeus beloofde aan voornoemde Reijner den Moelner 54 gouden aarts gulden, waarvan 30 aarts gulden met pinksteren aanstaande en 24 aarts gulden met lichtmis aanstaande. Deze brief wordt gehouden door Jan Dirck Pijggen aan wie ze afgestaan is.
28-5. Jacob Jans van Zon zag af van vernadering. Reijner was nog aan de klerk verschuldigd wegens een schuldbrief van Bruustinus en een cedula die zijn vrouw meenam. Meeus betaalde 5 vlaams en is nog 4 vlaams verschuldigd van de brieven.
28v-1. Reijneer die Moelner beloofde aan zijn dochters van de voorbedde, te weten Alijt, Heijlwijgh en Lijsbet na zijn overlijden 54 gouden aarts gulden of erfgoed dat ter goederman schatting daar goed voor wezen zal.
Nr. 555.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.144, microfiche 4-E5, f.97-5, aktenr. 555, 13-07-1423.
Op 13-07-1423 verkochten Juet wv Wijtman nzvw Mathijs van Hukelem, en haar kinderen 1. Mathijs, 2. Hijllegont, tevens voor 3. Henrick, aan Aert Wouter Jacobs ten behoeve van hem en van zijn moeder Marije en haar andere kinderen een erfpacht van 1 mud rogge uit een erfpacht van 2 mud rogge, van een erfpacht van 3 mud rogge, welke erfpacht van 2 mud rogge met sint Andries geleverd wordt uit
847. Archief van de Schepenbank in de Eninge van Oisterwijk, 1418-1811. Regestenlijst inv.nr. 144
120
1. ¼ van de goederen in Westilburg, bij de Beemd, naast Johannes Bac Bertouts en naast erfenis genaamd te Broekhoven,
2. ½ van een hofstad en huis ter plaatse aan de Heuvel, eertijds van Bette die Moelnaers,
welk ¼ en ½ Hubertus Jans van der Bruggen van Helvoert, en zijn dochters Hilla, Kathelijn en Elisabeth in erfpacht gegeven hadden aan Reijnerus die Moelner de Westilborch, onder meer voor de erfpacht van 3 mud rogge, en welke erfpacht van 1 mud Henric van der Bruggen van Helvoert die verwer verwierf van Wouter van den Nuwenhuse man van Kathelijn Huberti Jans van der Bruggen van Helvoert, zoals in schepenbrieven van s-Hertogenbosch, en welke erfpacht van 2 mud rogge Henric van der Bruggen van Helvoert en zijn vrouw Aelberna vermaakt hadden aan voornoemde zijn nicht Juet.
Nr. 99.
RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.148, microfiche 1-D1, f.14-2, aktenr. 099, 03-05-1433.
Op 03-05-1433 beloofde Henric Ghijben van Boerden aan Reijneer Laureijns Moelneers 30 gouden aarts gulden met Pasen aanstaande
1443 februari 19 ? 847.Sch.Otw,R.153,006r-04
Aert z. qd Wouter Aert Langerbeens z. ex uno parte Wouter geh. Buckincs z. qd Jan Buckincs man van Elisabet Claus z. Claus Schulenborchs man van Mechtelde sue uxoris filiorum qd Reyners geh. die Moelneer z.qd.Laureis Smoelners Laureyns ende Margriet kijnder qd Reyners Smoelners voirs. cum tutore Margriete predictis etc. palam resignavit se fecisse hereditatam difisione etc. de morte qd Wouter Aert Langerbeens z. et qd Mechtelde die? .....? Snellen jue? success.. si... conducluta? ut dicit etc.
een beempt een buender of daeromtrent begrepen? gelegen in Oesterwijck ad locum Udenhout ter stede geh. opt Gomellaer die qd Wouter Aert Langerbeens z. voirs. te wesden plach < her. ..... z, Wijtman Willem Grieten z. > her. heredes qd Bruusten Bruusten Jans z.
item hiertoe een heydevelt gelegen in Venloen ter stede geh. in die Placken in der grootte gecijc als qd Wouter Aert Langerbeens z. voirs. aldair toebehorende was ut dixit
den voergh. Aerde Wouters z. mids der jegenwoerdigen deilingen gevallen sijn in deel put aly palam recognitus etc. dat Aert voirs. hier vut gelden den commer jaerlijcs daervut van rechts te vergelden ende naden? welken? deylingen
eenen beempt geh. die Dyese gelegen in Oesterwijck ter stede geh. in die Dyese < her. heredes qd Margriet? Maes Hessels dochter W > Kathelinen wedewe qd Gherijt Bocks et eos liberis O ^ vander gemeynten v totten gemeynen stroem toe geh. die Dyese
item hiertoe een half mudde rogs erfpacht van anderhalve mudde rogs erfpacht die welc Willem geh. Brocken z. qd. Peter Brocken jaerlijcs geldende is vut sekeren onderpanden gelegen inder prochye van Helvoert die wilner Jan Brocken te wesen welc half mud rogs erfpacht den voergh. Aerde Wouters is toegedeilt waere? in een erfdeylinge die wilner Wouter sijn va[der?] voirs. tusschen sijn kijnder voirs. gemaect ende geordineert had van sine guede ut dixit den kijnderen qd Reyneers Smoelneers ..... selve qd Reyneer emde vut Aleyten sijnre doen si leefden sine wive dochter [6v] qd Wouters voirs. tesamen gewonnen etc. ut dixit etc. recogverunt? et sup quibus qd op deor.. puorum re..ciant? etc. ende queem daer enige commer namaels op met recht daer si tot noch toe nyet af geweten en hedden onder hen gelijc te dragen van beyden ziden ende na geliken presencie? geloven te dragen etc. [ws. niet afgewerkt]
57. 1443 februari 19 847.Sch.Otw,R.153,006v-01
[scan 15]
Laureyns ende Margriet kynder qd Reyners Smoelners voirs. ende Claus z. Claus Sculenborch tutor .. sue uxoris predicti [doorgehaald: ende Aert z. Wouter Aert Langerbeens z. voirs. als wittige mombor Adrianen sijnre Nychte dochter qd Reyneers ende qd Aleyten voirs. daer Aert voirs. geloeft heeft] totte? parte gr?aen?jus? in
enen beempt geh. die Dyese gelegen put jam super tactum? e.i.disioe? he.. iam predictam
leg. et her. vendidit Wouteren geh. Back z. qd Jan Buckincs als man ende nomboire Elisabet sue uxoris filie qd Reyner ab eodem emptoris ... resignit eidem emptoris predictis etc.
Item Aert z. qd Wouters voirs. pt super omnia egt hereditare vrij ende los dat Adriaanen sijn nicht noch onmondich soe wanneer? si tot hoire mondige jaren sal wesen comen op dese voirs. beempt et sup. toto jue sibi i eodem etc. ad opus dicti Walteri emptoris etc.
Quo facto Wouter Back coper voirs. pt ut de..tor pu.. se datur et soluti... Laureyns ende Margriet kynderen qd Reyneers Moelneers ende qd Aleyte voirs. Clause z. Claus Sculenborchs z. man van Mechtelden sue uxoris dicte ad opus eorum et ad opus Adriane predicte ad.. inpubis filie qd Reyneri et qd Aleyde sue uxoris predictorum xxi lopen rogs erfpacht anno quol.. in purificationis de et ex parto iam predicto behoudelijc den selve Wouter Back sijn kyntsdeel als man ende momber Elisabeth sijns wijfs voirs. in de erfpacht vors. etc.
Laureyns ende Margriet kijnder qd Reyners Smoelneers voirs. Wouter Back z. qd Jan Buckincxs man van Elisabet sue uxoris Claus z. Claus Schulenborchs man van Mechtelden sue uxoris filiorum qd Reyneri predicti cum tutore Margarete predicti
alle gedeelt ende alle recht tot hen behorende in een stuck lants enen sestersaet lants of daeromtrent begrepen gelegen inder vrijheyt van Oesterwijk ter stede geh. Karrikoven by den wyntmolen < ^ her. Aernt Wolfaerts W en Z > her. Claus Jan Maes soen O v N aen erfenis Aerts z. qd. Wouter Aert Langerbeens z.
item hiertoe alle gedeelt ende recht tot hen behorende in een weydeken dat by omtrent gelegen < ^
847. Archief van de Schepenbank in de Eninge van Oisterwijk, 1418-1811. Regestenlijst inv.nr. 153 (1442-1444)
14
aende Harens gemeynt > her. Dircke die Luwe v aen erfenis heredum qd Jan Blanckaerts
welc hen van dode qd. Reyneers geh. die Moelneers ende qd Aleyten sijns wijfs met recht van versterve erfelic toecomen sijn ut dixit ............ ad pactum Aerde z. qd Wouter Aert Langerbeens z. voirs. ab eodem emptoris etc. resignit etc. vutgenomen twee penningen erfcijns onsen heer den hertoge van Brabant ende tw
Nr. 256.
RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.146, microfiche 2-B12, f.36v-1, aktenr. 256, 24-11-1429.
Op 24-11-1429 deden kinderen van Reijner Laureijns Smoelners en zijn voorvrouw Elisabeth Jan Lemmens, 1. Alijt, 2. Heijlwijch
3. Elisabeth, ten behoeve van hun vader Reijneer en zijn vrouw Alijt Wouter Doremans en hun kinderen afstand van alle goederen die Reijneer verkregen heeft na overlijden van zijn voorvrouw Elisabeth (en na deling met zijn voorkinderen) of nog verkrijgen mag, uitgezonderd alle oude erfenissen die van hun ouders gekomen zijn. Voorts verklaren ze dat Melijs van der Scueren hen betaald heeft wat hij aan Reijner schuldig was. Ook is alles betaald wat voornoemde Reijneer vanwege zijn voorkinderen gebeurd heeft. Na overlijden van hun vader zullen de 3 zusters krijgen twee blote bedden, een schaprade, twee koperen ?pot, een lavoor en 1 grote ketel.
1435 november 06 847.Sch.Otw.149, f. 35v-3
Claus natuurlijk zoon wijlen Willem Reynkens van Tilburg heeft een pacht van vier lopen rogge, welke Adriaan Gherijt Goeswijns voldoet uit
? een stuk land van zeven lopenzaad in Westilburg achter de Hovel, naast de Cleyn molenstraat, tussen Jan Leyten, van Maes Moelneers kinderen tot de gemeine plaatse,
welke pacht Kathelijn dochter wijlen Reyneer Smoelneers in haar testament aan Claus voors. haar neef had vermaakt, verkocht aan Adriaan voornoemd. Schepenen Jo. Jo. Wijtmans en Willem Lu, op Sint Leonardus.
1444 maart 16 847.Sch.Otw,R.154,016v-01
[scan 17]
[bovenmarge: nota Henric Wijtman pt n. solv. vi flandr. exc parte Nycholai Jacobs? et liberorum 4 d. Reyneri Multoris]
Margriet dochter qd (Reyneer) Reyneers geh. die Moelner z. qd Laureyns Moelneers vanden selven Reyneer die Moelneer ende vut qd Aleyten doen si leefde sine wive d.q. Wouters geh. Doermans z. qd Aert Langerbeens tesamen gewonnen, Wouter z. qd Jan Buckincs man van Elisabetthen sijns wijfs ende Claus z. Claus geh. Schulenborchs man van Mechtelden sue uxoris filiarum dictorum qd Reyneers die Moelneer ende qd Aleyten sijns wijfs vyer lopen rogs erfelijcs pachts tot hen en tot hun mede erfgenamen behorende van enen halven mudde rogs erfpacht daeraf dandere helft totter tafelen des H.Geest inde kerk van Otw gelegen behorende is dat welc half mudde rogs erfpacht voirs. Reyneer z. qd Laureyns Smoelneers jegen Gherijt z. qd Jans geh. vanden Beke in wittige cope gecregen hadde alle jaer op purificatione van ende vut
eenre erfenis tot eenre weyde liggende geh. tGochelbroeck den voirs. Gherit vercoper toebehorende gelegen in par. van Westilborch metter ene side neffen den gem. dijck > Kathelinen wedewe qd Bartholomeeus Jonghelincs en hore kynder ^aen den Lantgraft v aen die gemeynt
put in litt. scab. de Otw leg. et her. resignit Henricke geh. Wijtmans z. qd Jan Wijtmans als momboer en provisoer der tafele des H.Geest voirschr. etc. scab. Jo Wijtmans junioris et Wilhelmi Luwe datum supra
115. 1444 maart 16 847.Sch.Otw,R.154,016v-02
Aert z. qd Wouters geh. Doermans z. qd Aert Langerbeens ende Wouter z. qd Jan Buckincks vors. pt individi sup omnia Henricke Wijtmans provisori predicto ad opus dicte mense sante Spiritus dat sy Laureyns z. qd Reyneers Smoelneers no presentes ende Adrianen d. des voirs. qd Reyneers Smoelneers noch onmondich wesende soe wanneer Laureyns voirs. tegenwoerdich wesenden sal en Adriaen voirs. mundich sal werden op dese voirs. vyer lopen rogs erfpacht vanden halve mudde rogs erfpacht voirs. ende opten alingen recht den voirs. Laureyns ende Adriaen sijnre zuster voirs. daerin enigerwijs toebehorende tot behoef der tafele leg. et her. faciet. etc. scab. predciti datum supra
116. 1444 maart 16 847.Sch.Otw,R.154,016v-03
Wouter Jan Buckincks tut. sue uxoris predicto ende Margriet d. qd Reyneers Smoelneers voirs. c.t. et pro Adriana adh. inpuberis filia dicte qd Reyneri dictis Walterus Jan Buckincs z. et Aert z. qd Wouter Doermans voirs. alle gedeelt ende alle recht tot hen behorende van allen ende enen yegeliken goeden welc Janne geh. die Bruijn als wittige man ende momb. Aleyten sijns wijfs ende Janne geh. vander
847. Archief van de Schepenbank in de Eninge van Oisterwijk, 1418-1811. Regestenlijst inv.nr. 154 (1443-1444)
30
Bloeck wittige man ende momb. Elisabet sijns wijfs drs qd Jans Smoelneers ende Yden d. qd Jan Smoelneers voers. toecomen ende verstorven sijn vanden voergh. Janne hoiren vader in wat stede in wat prochye etc. gelegen sijn etc. ende welke guede voirs. Reyneers geh. die Moelneer z.qd. Laureyns Smoelneers jeghen Janne geh die Bruijn als witt. man Aleyte sijns wijfs en Janne geh. vander Bloeck witt. man Elisabetthen sijns wijfs drs qd Jans Smoelneerrs Laureyns Smoelneers z. ende Jan die Bruyn voirs. heeft voer Yden d. qd Jans Smoelneers voirs. put in litt. scab. de Otw leg. et her. resignit et suppt Clause z. Claus geh. Schulenborchs hoiren swager etc. scab. et dat. sup (2 maal)
Claus voirs. .. sup omnia et her. dictis Margriete ad opus sui et ad opus Laureys et Adriana liberi qd Reyneri vyer postulaets gld vel valore a festo Jo. Baptiste nat. proximae futuris sac. et datum supra
117. 1444 mei 26 847.Sch.Otw,R.154,016v-04
Claus z. Claus geh. Schulenborchs voirs. voer hem selve ende voir Laureys z. qd Reyners Smoelneers sinen zwager no. pres. allen ende ennenyegelijke guede voirs. ut sup. in litt. leg. et her. resignit Aerde z. qd Aert Ennekens etc. scab. Elst et Jo Wijtmans junioris feria tercia post ascensionis Domini xxvi die maij
(onleesbaar)soen wiln(er) Laureijns Moelneers ende Jan geheijten die Brouwer soen
(onleesbaar)en momboir Adrijane(n) sijns wijfs dochter wiln(er)Reijneers voirs(creven)(onleesbaar)
(onleesbaar)Janne die Brouwer sinen swager behorende in een half mudde rogs (onleesbaar)
(onleesbaar) zoen wiln(er) Aert Langerbeens geloeft hadde als een sculder principael
(onleesbaar)n wiln(er) Wout(er) Aert Langerbeens soen tot behoef Laureijnse(n) Margriete en(de)
Adriane(n) kijnder wiln(er) Reijneer Smoelneers en(de) wiln(er) Aleijten sijns wijfs dochter wiln(er) Wout(er) Aert Lang(er)beens
soen (onleesbaar) op onser vrouwe(n) dagh alsme(n) kersen dreeght en(de) optie erfenissen hier onder gescreve(n) te
(onleesbaar) en(de) te (onleesbaar) van en(de) uut enen huijse en(de) hove met sinen gronde ende toebehoerte(n) des voirs(creven) Jans Aert Lang(er)-
beens (onleesbaar) gelegen inden pr(o)chie(n) van Oesterwijck ter stede geheijten Berckel aen den Ketshovel tusschen erfenis
(onleesbaar) soen optie een sijde oestwa(ert) en(de) tussche(n) erfenis Henrics vande(n) Brekelen optie and(eren) side westw(ae)r(ts)
streckende vande strate(n) aldair totter erfenisse Jans geheijten Brocken welc huijs en(de) hof met sijne(n) gronde en(de)
toebehoirte(n) voirs(creven) vijer lopensaet lants of dair omtrent begripende is gelijc als dat in scepen(en) lette(re)n va(n) Oester-
wijck dair op gemaect volcomeliker begrepe(n) is hebben sij wittelijc en(de) erfelijc overgegeve(n) en(de) opgedrage(n) Henricke
geheijten van Beke zoen wiln(er) Henrics van Beke hoiren swage(r) te same(n) metten voirs(creven) scepen(en) hen(nen) met alle hoe(re)n machte(n)
crachte(n) en(de) begrijpe(n) myds ocsuin der voirs(creven) twee der derde deelen den voirg(enoemde) Laureijns en(de) Janne die Brouwer sijne(n)
swage(r) in dit voirs(creven) half mudde rogs erfpachts en(n)igerwijs toebehorende met afgaen en(de) vertijen als dair toe be-
hoirlijc is en(de) hebbe(n) geloeft Laureijns en(de) Jan die Brouwer sijn swager voirs(creven) als sculden(er) principael gesame(n)d(er)hant
en(de) ongesceijden op hen en(de) op all(en) hoir goede die sij nu hebben en(de) namaels hebben en(de) vercrige(n) moge(n) dit overgheve(n) opdrage(n)
afgaen en(de) vertijen voirs(creven) den voergh(enoemde) Henricke van Beke hoe(re)n zwage(r) euwelijc gestendich en(de) vast te houde(n) en(de) in hoe(re)n
name te doen houde(n) sonder e(n)nich wedersegge(n) en(de) alle(n) com(m)er en(de) calangie van hoire(n) wegen inde(n) voirs(creven) erfpachte
wesende of namaels toe te come(n) altemael afte doen den selve Henricke va(n) Beke, Oirconden hebben hier over gheweest
Scepen(en) in Oest(er)wijck Ghijsbrecht Korstiaen Ghijsbrechts soen en(de) Jan Peijn(en)borch Peters soen die hoir zeghelen in
getuijgenisse hier aen hebben gehangen int jaer ons her(en) dusent vijerhondert veertich en(de) neghen, der vrijdaghs na
onser liever vrouwendach visitatie vijer daghe in julio
N.B. Herkomst: 734. Archief Petruskerk Oisterwijk, inv. nr. 333.
1445 september 6 847.Sch.Otw,R.155,020r-04
Laureyns Margriet ende Adriaen kijnder qd Reyneers geh. die Moelner vanden selven qd Reyneer ende vut Aleyten doen sie leefde sine wive dochter wilner Wouter Aert Langerbeens metten momboir Margrieten ende Adrianen gesusteren voirs. daertoe van hen gecoren etc. hebbende geconsenteert allen alsulke vorwaerden ende geloeften al[s] Aert z. qd die voers. Wouter Aert Langerbeens hoer oem ende Wouter z. qd Jan Buckincs hoer zwager als momboiren ende guberneerders der voirs. kijnder qd Reyneers voirs. in heren name gedaen ende geloeft hebben et si van cope of vercopen van van enige anderen vorwaerden ende geloeften van enige guede die welc hen van dode qd Wouter Aert Langerbeens hoirs ouder vaders ende wilner Reyners sMoelners hoirs. vaders emde van wilner Aert Dolmans [=Doremans] ende qd Jueten sine wive met recht van versterve of anders in eniger manieren toecomen sijn #ende hebben der halmelljc op vertegen tot behoef Aerts ende Wouters voirs. ende hebben geloeft gesamenderhant ende ongescheyden cum tutore sororibus predictorum sup omnia et hereditare die vorwaerden ende geloeften ende dit vertyen voirs. den voergh. Aerde ende Wouteren euwelijc gestendich ende vast te houden ende in hoeren name te doen houden sonder ennich wederseggen# ende hebben voert gekent dat Aert ende Wouter voirs. hen daeraf goede wittige rekeninge ende bewijsinge gedaen hebben ende hebben die selve Aert ende Wouter voirs. ende hoir guede daeraf quyt gescouden tot ewigen dagen ende allen des quitantie behoeven scab. Laur. de Merica Wil. Pist. senior vi die lune post Egidiju abbatis vi die septembris t. po bon..ende?
1451 december 18 847.Sch.Otw,R.159,21r-04
Wouter geh. Buckincs z. qd Jan Buckinxs man van Elisabeth suo uxoris Claus z. Claus geh. Sculenborchs man van Mechteden sue uxoris Henrick geh. van Beke z. qd Henricks van Beke man van Margriete sijns wijfs ende Jan z. qd Henricks geh. die Brouwer man van Adryanen sijns wijfs
847. Archief van de Schepenbank in de Eninge van Oisterwijk, 1418-1811. Regestenlijst inv.nr. 159 (1450)
47
dochteren qd Reyneer Smoelneers vanden selven qd Reyneer die Moelner ende vut qd Aleyten doen si leefde sijns wijfs dochter qd Wouters Aert Langerbeend soen tesamen gewonnen voer hen selven ende voer Laureyns hoeren swager absent z. qd Reyneers Smoelneers ende qd Aleyten voirs. daer sij samerlijc voer geloeft hebben op
een stuck lants geh. dat Weyke een zestersaet lants of daer omtrent gebrijpende dwelc qd Wouter Aert Langerbeens voirs. te wesen plach gelegen in der vryheyt van Oesterwijck ter stede geh. Carrikoven < her. Wouter Buckincs voirs. O > communitate de Haren W en N v Z aen Jan die Meyer ut dixit
opten alingen rechte den voergh vijf kijnderen qd Reyners Smoelneers edne qd Aleyten sijns wijfs dawerin enigerwijs toebehorende tot behoef Aerts soen qd Wouter Aerts Langerbeens soen hoers oems leg. et her. .renunciavit effect.. etc. ende allen commer van horen wegen ende vanwegen Laureyns hoirs. swagers voirs. daerin af te doen denselven scab. Jo de Elst et Aert God. Bacs soen sabbato post Lucye virginis xviij die decembris
Nr. 262.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 145, microfiche 2-D1, f. 25-6, aktenr. 262, 28-07-1426.
Op 28-07-1426 beloofde Reijnken Laureijns Smoelneers aan Willem van Langlaer zv Laureijns ?van der Rode 5½ mud rogge van de molen van der Nedervonder, binnen een jaar en 14 dagen te betalen. Verder beloofde Reijnken in het toekomende jaar cijns en pacht te betalen, die men van de helft van voornoemde molen verschuldigd is aan de h.geest van den Bosch.
Nr. 302.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.143, microfiche 2-B1, folium 30-4 aktenr. 302, 14-08-1419.
Op 14-08-1419 verkocht Jan Laureijns Moelneers aan zijn broer Reijneer 4 stukken land in Tilburg,
1. tussen Beijs Mijchiels kinderen en tussen Elisabeth Horevoerts,
2. tussen Claus Bacs en tussen voornoemde Elisabeth,
3. tussen Aert Meeus zoen en tussen voornoemde Elisabeth,
4. tussen voornoemde Beijs Mijchiels kinderen voers en tussen voornoemde Elizabeth.