Er hat eine Beziehung mit Elisabeth Henrick Philips van der Schoot.
Kind(er):
Wouter Loijen Timmermans | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elisabeth Henrick Philips van der Schoot |
=================031====================
Dirck zoon wijlen Jacop van den Hout als man van Heijlwig dochter
van wijlen Wouter Loijen Timmermans, verkoopt aan zijn zwager
Loij zoon wijlen Wouter Loijen Timmermans die zijn deel van het
bezit dat hij als echtenoot van zijn vrouw heeft geerfd van genoemde
Wouter, zijnde het deel van 2 huizen en hoeves, met het recht van
gebruik van de gemeijnte van Oisterwijk,volgens zijn bescheiden
daarvan, gelegen in herdgang Spoordonk, met alle landen, weides,
heide, bossen en broekland etc. Lasten hieruit zijn alle rentes en
chijnsen die op het bezit drukken behalve de door de gemeente
Oirschot of herdgang Spoordonk opgelegde gelden (vanwege de
oorlog met Gelre, JT) die zullen de verkoper en koper samen betalen
wat betreft dit kindsdeel. Alle andere lopende kosten zullen door de
koper en gebruiker van het bezit worden betaald. Datum 24 januari
1518, getuigen Jan Goossens en Stayakker.
=================096====================
Meester Aert van der Meijden en Everaert Marcelissen als
fabriekmeesters van de St. Petruskerk te Oirschot, verkopen aan
Lisbeth weduwe van Wouter Loijen (Timmermans, JT), waarvan zij
daarvan hetvruchtgebruik krijgt en haar kinderen verwekt bij Wouter
daarvan het erfrecht, de helft van een pacht van 9 lopen rogge en de
helft van 3 lopen rogge per jaar, welke pachten Gijsbrecht als man
van Eesschen en Goijaert Goijaert Delien als man van Ida en
Henrick van de Velde als man van Lisbeth zijnde allen dochters van
wijlen Joerden Jonkers, hadden verkocht (waarschijnlijk beloofd,
JT) aan Willem Rutgers van Oudenhoven ten behoeve van de H.
Geest van Oirschot en aan Lupprecht van der Braecken ten behoeve
van de fabriek van de St: Petruskerk, samen te delen. De pacht van 9
lopen hadden ze geerfd na de dood van genoemde Joerden zijnde
hun zwager (schoonvader, JT) welke pacht werd betaald aan Daniel
Moermans. De pacht van 3 lopen rogge hadden ze jaarlijks betaald
aan Daniel Moermans en diens zoon Dirck. De kerkmeesters
beloven alle lasten van hun kant af te handelen. Datum als boven,
getuigen Belaerts en Jan Goossens.
=================055====================
P 192-r)
Lisbeth weduwe van Wouter Loij Timmermans met haar voogd
Peter Bierkens, verder met Loijch en Henrick, broers en Heijlwig
hun zusters met Andries Loijen (Timmermans) haar oom en
voogd, voor henzelf handelend en voor Wouter hun jonge broer,
allen kinderen van wijlen Wouter Loijen en genoemde Lisbeth
hebben samen een deling gemaakt van het bezit dat Wouter en
Lisbeth samen bezaten.
Genoemde Loij, Henrick en Heijlwig voor henzelf handelend en
voor hun broer Wouter krijgen samen qua erfrecht, waarvoor hun
moeder afstand van haar recht van vruchtgebruik heeft gedaan,
een huis, tuin, grond etc. met land, heide, beemde, eeuwsels etc.,
welk bezit eerder hun vader Wouter en Lisbeth samen hebben
bezeten. Lasten hieruit zijn alle pachten en chijsen die er op
drukken. Verder krijgen de kinderen ook al het vee en de
oogstgewassen van dit jaar.
Genoemde Lisbeth zolang ze leeft wat betreft het vruchtgebruik
en na haar dood haar kinderen wat betreft erfrecht, krijgt een
pacht van 2 mud rogge te ontvangen van Steven Janssen van
Hersel, nog 1 mud rogge te ontvangen van Aert Jacop Smollers,
een mud rogge te ontvangen van de kinderen van Peter Gielis, een
mud rogge te ontvangen van Hubrecht Daniels,
P 192-v)
Nummering niet gebruikt.
P 193-r)
nog een half mud rogge te ontvangen van Andries Bierkens, een
half mud rogge te ontvangen van Meeus Gerard Jacop Henricks, 6
en een half lopen rogge per jaar te ontvangen van Lijdken en
Aleijt kinderen van Jan Ketelbueters te Aerle, een half mud rogge
van Heijn Hermans te Beerze, het 1/6e deel van 8 lopen rogge te
ontvangen van de kinderen van Jan Henricks van de Schoet.
Verder krijgt ze een rente van 2 gulden te ontvangen van Jan van
der Vloet te Beerse, nog anderhalve gulden per jaar te ontvangen
van Jan Stevens van Hersel, nog 4 pond en anderhalve gulden te
ontvangen van de kinderen van Henrick Scabroeks, nog een
gulden per jaar te ontvangen van Gielis Corsten Crijns, nog een
rente van 2 peters te ontvangen van Willem de Decker onder
Ameijden hier. Nog houdt Lisbeth haar huisraad die ze heeft
afgedeeld met haar kinderen en mag met de huisraad naar eigen
keuze handelen. Verder zal ze zolang ze leeft op onderpand van
het genoemde huis, per jaar op Allerheiligendag 12 pond boter
ontvangen.
Datum 9 oktober 1513, getuigen Cremer en Berse.
=================020====================
Dielis Dirck Kremers als man van Heijlwig dochter van Loijch
Timmermans van Spoordonk en Loij Loijen (Timmermans, JT) doen
afstand van hun aanspraken en rechten ten behoeve van Andries en
Jan, Wouter en Katalijn, kinderen van genoemde Loij Timmermans,
waar dat bezit zich ook bevindt, dat ze hebben van hun ouders en
waarvan hun moeder nog het vruchtgebruik bezit. Ze beloven samen
alle lasten van hun kant daarin af te handelen en als er nog verdere
niet bekende lasten op het bezit drukken dan zullen ze die samen als
verkopers en kopers betalen. (geen datum en geen getuigen vermeld,
JT)
==================411=======================
96-v)
Corstiaen zoon wijlen Willem Aerts van Zichem als weduwnaar van
Elisabeth dochter van wijlen Henrick Philips van den Schoet, welke
Elisabeth daarvoor weduwe was van Wouter Lodewijk Timmermans,
als partij ter ener zijde en Henrick en Wouter, gebroeders en zonen
van wijlen genoemde Wouter Lodewijk Timmermans en van
genoemde Elisabeth, verder Dirck zoon wijlen Jacops van Haut als
man van Heijlwigen dochter van genoemde Wouter en Elisabeth,
verder Henrick, Wouter en Andries gebroeders en Wouter Aerts van
Heesterbeeck als man van Antonia en nog Goijaert, minderjarig nog
en allen kinderen van wijlen Lodewijk zoon Wouter Loijen
Timmermans en genoemde Elisabeth als partij ter andere zijde,
hebben een boedelverdeling gemaakt van het bezit dat ze hebben
geerfd vanwege genoemde Corstaen en Elisabeth toen die laatste nog
leefde, in eigendom hebben verworven en deze Elisabeth heeft
nagelaten.
Bij deze verdeling krijgt Corstiaen het huis, tuin, grond etc. gelegen in
de gemeente Boxtel, binnen de bruggen aldaar ter plaatse geneoemd
aan de Strijpt, b.p. Heer Aert Pauwels, priester en kanunnik te Boxtel,
Thielen Jan Visserszoon, de gemeenschappelijke straat, het lopende
water aldaar. verder krijgt hij een akker gelegen in Oirschot herdgang
Straten, b.p. Jans van Vlierden, Henrick Vlemmincks, de erfgenamen
van Pauwels Wijnants. Hieruit moet jaarlijks een mudde rogge
worden betaald Oirschotse maat en in Oirschot te leveren. Verder
krijgt hij een jaarlijkse rente van 3 gulden en 5 stuivers te ontvangen
uit het bezit van Dirck Aerts alles gelegen in de gemeente Boxtel.
Verder krijgt hij een jaarlijkse rente van 5 gulden te ontvangen uit
onderpanden van Jan Goijaerts in
97)
de gemeente Boxtel. Verder krijgt hij een jaarlijkse rente van 20
stuivers uit onderpanden van Gijsbrecht Wouters gelegen in de
gemeente Boxtel ter plaatse Liempde genoemd. Nog krijgt hij een
jaarlijkse rente van 20 stuivers te ontvangen van het bezit van Mathijs
Peter Bastaerts gelegen onder Boxtel, nog krijgt hij een jaarlijkse
rente van 3 gulden te ontvangen uit het bezit van Yefken weduwe van
Jan Vergoijendonck onder Boxtel. Verder krijgt hij een jaarlijkse
rente van anderhalve gulden uit het bezit van Willem Willems van
Meijensvoort onder Liempde, nog krijgt hij een jaarlijkse rente van
twee en een halve gulden te ontvangen uit het bezit van Henrick
Willem Santegoets onder Boxtel, nog een jaarlijkse rente van 4 gulden
uit het bezit van Joerden Antonissen onder Boxtel ter plaatse Liempde
genoemd. Nog krijgt hij een jaarlijkse rente van 2 gulden uit het bezit
van Henrik Willems van Ennekhoven onder Boxtel gelegen.
Bij deze verdeling krijgen Henrick en Wouter, gebroeders en Dirck
Jacops van Haut als man van Heijlwich wettige kinderen van wijlen
Wouter Timmermans en Elisabeth en verder Henrik, Wouter en
Andries gebroeders en Wouter Aerts van Heesterbeeck als man van
Antonis, en nog Goijaert minderjarig zijnde, allen wettige kinderen
van Lodewijk zoon van genoemde Wouter Timmermans en van
genoemde Elisabeth, samen een jaarlijkse rente van 14 gulden,
vervallend op St. Jansdag van elk jaar te ontvangen van de weduwe
van Cornelis Sprongs wonende te Gorinchem. Verder krijgen zij nog
een jaarlijkse pacht van een mudde rogge Oirschotse maat te
ontvangen uit het bezit van Matheeus Janssen de Boekbinder onder
Oirschot. Nog krijgen zij een jaarlijkse rente van 20 stuivers te
ontvangen uit het bezit van
97-v)
Herbert Janssen van den Venne onder Liempde. Verder krijgen ze nog
een rente van een halve gulden per jaar uit het bezit van Ansem
Willem Eliasssen gelegen te Boxtel. Nog krijgen ze twee ponden
Bossche paijment per jaar te ontvangen van Wouter Henrick
Hubrechtszoon te Liempde. Verder krijgen ze nog een jaarlijkse rente
van twee gulden te ontvangen uit het bezit van Michiel Jan Peters
onder Boxtel, nog een jaarlijkse rente van 3 gulden te ontvangen van
heer Jan Daamen, priester en kanunnik te Boxtel, nog krijgen ze een
jaarlijkse rente van 3 gulden em 6 stuivers te ontvangen van Dirk Aert
Eliassen te Boxtel, nog een rente van twee gulden per jaar te
ontvangen van Gielissen van Perwijs te Boxtel, nog een rente van
anderhalve gulden per jaar te ontvangen van genoemde Gielissen van
Perwijs, nog een jaarlijkse rente van 20 stuivers te ontvangen van
Bastiaen Henrick Bierkens te Oirschot, nog een jaarlijkse rente van 3
gulden te ontvangen van genoemde Gielissen van Perwijs, nog een
jaarlijkse pacht van 10 lopen rogge, nog een jaarlijkse rente van 15
stuivers te ontvangen van Claes die Gruijter in Boxtel, nog een
jaarlijkse rente van 3 gulden te ontvangen uit het bezit van Ingelken
weduwe van Jan Bogaerts gelegen onder Oostelbeerze, nog twee
Bossche ponden paijment te heffen op het bezit van Gijsbrecht
Hoppenbrouwers te Oirschot, herdgang Aerle.
Genoemde erfgenamen beloven voor Goijaert als minderjarig kind dat
zodra deze meerderjarig is gewor
BP 1263 (Oirschot) okt 1493 sept 1494 folio 26v, 27r
Andries Lodewijk Tijmermans
Wauter Lodewijk Tijmermans
==================104=======================
Henrick en Wouter, gebroeders en wettige kinderen van wijlen
Wouter Loijen Timmermans, verder Dirck van Hout als wettige man
van Heijlwigen wettige dochter van genoemde wijlen Wouter
Timmermans, verder Wouter van Heesterbeeck als man van Anthonia
dochter van Loijen zoon wijlen genoemde Wouter Loijen
Timmermans, nog Henrick, Jan, Wouter en Andries, gebroeders en
wettige kinderen van wijlen genoemde Loijen zoon Wouter Loijen
Timmermans, voor henzelf optredend en ook voor hun broer Goijaert,
hebben een boedelverdeling gemaakt inzake het bezit dat ze hebben
geerfd bij de dood van hun moeder Elisabeth waarvan Corstiaen van
Sichem weduwnaar van deze Elisabeth daarvan afstand heeft gedaan
voor diens aanspraken daarin.
Bij deze verdeling krijgen Henrick en Wouter een jaarlijkse rente van
twee en een halve gulden te ontvangen van Willems van
Enneckhoeven, of van diens kinderen, nog een rente van 28 stuivers te
ontvangen van Willem Daniel Laureijssen, nog twee mudde rogge per
jaar te ontvangen uit het bezit van Willem Cornelis van Berewinckel
en daarvoor van het bezit van Ansem Stevens van Herzele, nog een
pacht van 6 lopen rogge per jaar te ontvangen van de kinderen van
wijlen Andries Bierkens.
Dirck van Hout in zijn hoedanigheid krijgt
29)
een jaarlijkse pacht van een mudde rogge uit het bezit van Everaert
Michiels die in Veldhoven woont, nog een gulden per jaar te
ontvangen van wijlen Dielis Corstiaens, nog 36 stuivers per jaar te
ontvangen van Willem die Decker alias Scoemakers.
De kinderen van Loijen Wouters Loijen Timmermans krijgen samen
een jaarlijke pacht van 7 en een halve lopen rogge te ontvangen van
Arden Henricks van den Ven, nog een jaarlijkse pacht van een half
mudde rogge te otnvangen uit het bezit van Bartolomeus Gerit Jacops
en nu van Henrick Goijaerts van den Maerselaer, nog een jaarlijkse
pacht van een mudde rogge te ontvangen van Dirk Aertszoon van der
Aa te Beerze, nog een rente van een gulden per jaar te ontvangen van
Willem Goijaert Buijenszoon.
Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd
gestand te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel
zodanig zal betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor
gevrijwaard blijven. Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden
blijken te drukken dan zullen ze die gemeenschappelijk betalen.
Datum 7 maart 1547, getuigen Crom en Rutger.
=================004====================
Andries, Jan en Wouter, broers , nog Katarijn hun zuster, allen
kinderen van wijlen Loij Timmermans, verkopen aan Aelbrecht van
de Maerselaer en aan Henrick Belaerts ten behoeve van de bouw van
de St. Petruskerk een pacht van 4 lopen rogge, welke pacht Henrick
Lambrechts van der Hofstad eerder had beloofd aan Henrick van
Esch, priester ten behoeve van de wettige kinderen van Loijch
Timmermans verwekt bij diens vrouw Heijlwich. De pacht te heffen
op onderpand van een huis, tuin etc., gelegen in herdgang
Spoordonk, b.p. Jan van der Lulsdonk, Gerard van Catwijk, de
straat. Actum als boven.
=================012====================
Wouter zoon wijlen Loijen Timmermans verkoopt nu aan zijn broers
Andries en Jan en zijn zuster Katarinen het erfdeel van potten,
ketels, lepels en allerhande andere spullen die hij van zijn moeder
Heijlwch zal erven, waarvan zij nog het vruchtgebruik heeft,
behalve alle percelen, rentes etc., waarvan hij zijn erfdeel zal
blijven behouden samen met zijn broers en zusters. Maar als
Andries, Jan of Katarina nadien nog meer grond of rentes etc.
zulllen kopen, dan zal Wouter daarin later niet meer meedelen na de
dood van zijn moeder. Datum 24 januari 1492, getuigen Willem
Henricks en Ansems
Loijwijch en Jan, broers en kinderen van wijlen Loijwich Timmermans,
verder Gerart Elias van de Laerschot als wettige man van Heijlwich,
Dirck Willem Laureijssen als wettige man van Agnesen, beide wettige
dochters van wijlen genoemde Loijwijch, nog Henrick en Wouter,
wettige kinderen van wijlen Wouter Loijen (Timmermans, JT), verder
Dirck van Hout als wettige man van Heijlwich ook dochter van wijlen
genoemde Wouter, verder Henrick zoon wijlen Loijwijch Wouter Loijen
(Timmermans, JT) en dien zuster Antonia, die als haar voogden
genoemde Henrick en Wouter heeft, die voor henzelf handelen en ook
voor hun andere minderjarige broers en zusters, nog Dirck zoon wijlen
Dielis SCremers verwekt door deze Dielis bij
112-v)
wijlen Heijlwich Loijen Timmermans en diens zuster Ijda, ook dochter
van genoemde Dielis en Heijlwich, hebben met elkaar een boedeldeling
gemaakt van het bezit dat ze bij de dood van Andries, Jan en Katalijn,
kinderen van wijlen Loijwich Timmermans hebben geerfd.
Henrick Wouter Loijen krijgt de helft van het huis, tuin, grond etc.,
gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof aan de Hovel, b.p. de weduwe
en kinderen van Adriaen Vos, Peter Roelofs, Gerart Janssen, de
gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij de helft van een weiland, met
een pad dat erbij hoort, gelegen in Oirschot aan de Papenvoort, b.p.
Jeronimus Augustijns, Copken van Esch
(Jacop, JT). Hieruit jaarlijks de helft van een oude grote te betalen als
chijns aan de hertog. Verder houdt Barbara Smollers haar recht op de
kamer, de knollentuin. Verder een half pond per jaar te betalen aan de
heer van Helmond. Verder krijgt hij de volgende pachten en rentes samen
met de brieven ervan. In de eerste plaats de helft van een pacht van 2
mud rogge per jaar, maat van Beerse te ontvangen van Heijlwuich Scoefs
en haar kinderen, nog de helft van een half mud rogge per jaar van
Henrik Gijsbrechts van der After, nog 5 gulden per jaar te ontvangen van
Gielis Peter Gielissen, nog 2 gulden en 4 stuivers per jaar te ontvangen
van Wouter Gijsbrechts van der Steevoort te Beerze, nog 2 peters per jaar
te ontvangen van Alaerd Scepens, nog een rente van 3 gulden per jaar
113-r)
te ontvangen van Peter Aert Wellens, nog een rente van een gulden per
jaar te ontvangen Henrick van de Velde, natuurlijke zoon.
Genoemde Drick Dielis Cremers krijgt de helft van het huis, zoals
hiervoor in het eerste erfdeel als is beschreven. Ook krijgt hij de andere
helft van het hiervoor vermelde weiland. Hieruit moet jaarlijks de helft
van een oude grote worden betaald als chijns aan de hertog. Verder houdt
Barbara Smollers haar recht op de kamer en het gebruik van de
knollentuin. Nog krijgt hij de volgende pachten en rentes samen metde
brieven ervan. In de eerste plaats de helft van een pacht van 2 mud rogge
per jaar, maat van Beerse te ontvangen van Heijlwuch Scoefs en haar
kinderen, nog de helft van een half mud rogge per jaar van Henrik
Gijsbrechts van der After, nog 6 gulden per jaar te ontvangen van
Henrick Gielissen te Boxtel, nog een rente van 4 gulden per jaar van
Roef Vervloet en zijn bezit onder Beerse, nog 3 gulden per jaar uit het
bezit van Wouter Jan Toirkens.
Genoemde Ijken Dielis Cremers krijgt de volgende rentes etc. met de
brieven erover. Dat betreft een rente van 2 gulden per jaar te ontvangen
uit het bezit van wijlen Wouter Peter Gielis, nog 2 gulden per jaar te
ontvangen van Dionijs Lonis Cultkens en zijn bezit te Beerse, nog een
gulden per jaar te ontvangen van Ariken Loijen en haar kinderen te
Boxtel, nog 22 lopen rogge per jaar te ontvangen uit het bezit van Jan
113-v)
Joerdens van der Vloet, nog een half mud rogge per jaar te ontvangen
van Henrick Loijen te Beerze, nog een mud rogge per jaar te ontvangen
van Jan Bollen, nog een mud rogge, maat van Beek te ontvangen uit het
bezit van Gerard die Wever te Westelbeers. Nog krijgt Ijken 4
Karolusguldens per jaar te ontvangen van Thomas Hoppenbrouwers.
(haar erfdeel is ongeveer
gelijk aan een kapitaal van 300 gulden, JT)
Genoemde Wouter Wouter Loijen krijgt een beemd genoemd de Schoen,
met recht van overpad over de beemd genoemd de Creijtenberg, gelegen
in Oirschot herdgang Spoordonk, b.p. Jan Vervloet, Wouter Vervloet.
Verder krijgt hij twee derde deel van een beemd genoemd de
Coppensbeemd, waarvan een deel 'rijdend' is en het andere niet, ter
zelfder plaatse als hiervoor, b.p. met het achterste einde aan de rivier de
Aa, Roef Vervloet. Nog krijgt hij de helft van een beemd genoemd de
Buender, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Jan vervloet,
Adriaen Mathijssen (Roefs, JT). Nog krijgt hij de helft van een beemd
genoemd de Creijtenberg die 'rijdend' is, ter zelfder plaatse als hiervoor,
b.p. Jan Vervloet, Wouter Vervloet. Nog krijgt hij de helft van een beemd
genoemd de Oude Beemd, met recht van overpad over het erf van
Wouter Vervloet, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b,p. Wouter
Vervloet, Jan Vervloet. Hieruit jaarlijks 5
=================102====================
Wouter Peter Gielis Snellaerts heeft beloofd aan Henrick en
Wouters, broers en wettige kinderen van Wouter Loden
Timmermans, (waarvan zij er het erfrecht van krijgen /en hun
moeder Lisbeth van den Schoet daarvan het
vruchtgebruik=doorgestreept, JT), voortaan jaarlijks een mud rogge
en een rente van 10 gulden per jaar te gaan betalen, steeds op Maria
Lichtmisdag op onderpand van het bezit uit de vorige akte. Actum
als boven.
=================103====================
De pacht van een mud rogge kan altijd na de dood van hun moeder
Lisbeth van de Schoot worden afgelost en niet eerder dab op die
Maria Lichtmisdag tegen betaling van 36 gulden. De rente van 10
gulden kan worden afgelost altijd als ze dat willen, in delen van 2
rijnsguldens per keer of met meer, elke gulden rente gerekend tegen
18 rijnsguldens, mits er een half jaar vooraf is opgezegd. Actum als
boven.
=================104====================
P-170-v)
Wouter Peter Gielis Snellaerts heeft beloofd om aan Lisbeth van den
Schoet weduwe van Wouter Loden Timmermans, die voortaan per
jaar 6 pond boter te leveren en een halve steen vlas, zolang ze leeft
en niet langer, steeds op Allerheiligendag te leveren. Actum als
boven.
=================145====================
Willem natuurlijke zoon van Goossen Vos als man van Lisbeth
dochter van Peter Jan Marcelis van Vessem, heeft verklaard dat hij
door Wouter Loij Timmermans is voldaan en betaald voor een mud
rogge per jaar, die Wouter steeds aan Willem heeft betaald gehad, op
onderpand van een stuk land, beemd en weilanden etc. gelegen in
herdgang Spoordonk, b.p.de gemeenschappelijke straat, het erf
eerder van Heijlwich van den Dijck genoemd´t Fenne, Jacop Jan
Mercelis van Vessem. Dat bezit had Willem Vos als echtgenoot
verpacht aan Jacop Jan Mercelis van Vessem voor dat mudde rogge.
Datum 10 mei 1505, getuigen Meijen en Belaerts.