Sie war verwandt mit Gerard Goossens Jan van der Hoeven.
Kind(er):
==================321=======================
87)
Geerit zoon wijlen Goessen Janssoen van der Hoeven weduwnaar van
Heijlwigen dochter van Wouter Moermans gezond van lichaam en in
het bezit van zijn verstandelijke vermogens, heeft zijn testament
opgemaakt inzake al zijn bezit waarover hij zeggenschap heeft. Hij
herroept al zijn eerdere testamenten en wil dat dit huidige testament
zal worden nageleefd. Hij beveelt zijn ziel, zodra hij zal zijn
overleden, aan bij de Almachtige God en wil dat zijn lichaam in
gewijde grond wordt begraven. Vanwege begane zonden of
onrechtvaardigheden vermaakt hij aan de fabriek van de St.
Lambrechtskerk een stuiver eens, na zijn dood te betalen. Verder
vermaakt hij al zijn bezit waarover hij volgens het erfrecht
zeggenschap heeft en dat hij van zijn kinderen heeft gekregen danwel
nog zal krijgen na zijn dood, aan zijn wettige zoon Jan en wel
vanwege grote inspanningen die Jan aan hem heeft verleend danwel
nog zal verlenen. Ook omdat deze Jan aan hem als testateur geld heeft
geleend, zodanig dat de testateur daarmee zijn pachten en lasten kon
betalen. Jan is daarvoor wel verplicht de testateur daarvoor diens
verdere leven te voorzien in diens levensbehoeftes zowel ziek als
gezond. Na zijn dood moet Jan een fatsoenlijke uitvaart laten doen en
alle schulden betalen die op dat moment nog te betalen staan. Verder
vermaakt hij aan zijn dochter Marie twee gulden eenmalig die door
Jan betaald moeten worden. Ook vermaakt hij aan Juetken zijn
dochter 20 stuivers eens die ook door Jan betaald moeten worden en
de testateur wil dat deze dochter verder buiten de nalatenschap wordt
gehouden. Dat geldt ook voor Wouter
87-v)
en Daniel omdat die al eerder hun erfdeel hebben gehad en hun
erfdeel hebben verkocht aan genoemde Jan. De testateur verklaart dat
dit zijn testament is en wil het zo uitgevoerd hebben ook al zouden er
enige rechtsgronden niet in acht zijn genomen. Hij behoudt zich het
recht voor om dit testament later te herzien. Datum 4 november 1556,
getuigen Ven en Lauwer.