Familienstammbaum Willems - Van den Heuvel » Anneke Henrick Joorden Hoppenbrouwers

Persönliche Daten Anneke Henrick Joorden Hoppenbrouwers 

Quellen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8

Familie von Anneke Henrick Joorden Hoppenbrouwers

Sie war verwandt mit Marten Thomas Buckincx van Beeck.


Kind(er):


Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Anneke Henrick Joorden Hoppenbrouwers?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

  • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
  • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
  • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.

Verwandschaft Anneke Henrick Joorden Hoppenbrouwers



Visualisieren Sie eine andere Beziehung

Quellen

  1. R.A. Oirschot, inv. nr. 140 A, periode 1 mei 1565 t/m 31 december 1565.
    ==================093=======================
    Marten Thomaessen ( Buckincks, JT ) en met hem heer Eijmbrecht
    Hoppenbrouwers, priester en verder Aert Wernaerts van der Straeten
    als gemachtigden voor de hiernavolgende overdracht, zoals ons als
    schepenen voldoende is gebleken middels het testament dat deze
    Marten en wijlen diens vrouw Anna dochter van wijlen Henrick
    Joorden Hoppenbrouwers eerder hadden gemaakt d.d. 23 augustus
    1564, samen voor een helft en verder Rutger Janssen van Kerkoerle
    79)
    als aangestelde voogd van Anna minderjarige dochter van Robrecht
    Lempuij verwekt bij wijlen Lisbetten dochter van wijlen Willems van
    Hersel, samen voor de andere helft, mede op grond van diverse
    schepenbankvonnissen van Oirschot, verkopen een stuk land
    genoemd het Popelbosch, groot ca. 6 lopenzaad, gelegen in Oirschot
    herdgang Hedel, b.p. de rector van het St. Jorisaltaar, Aert Kempts, de
    erfgenamen van Jan die Verwer, de Hedelse pad. ( Heelsteegde ). Het
    perceel wordt nu verkocht aan Henrick Henricks van Berse en de
    verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen en het is
    direkt aanvaardbaar. De verkopers beloven alle lasten van hun kant af
    te handelen, behalve een jaarlijkse pacht van een mudde rogge aan
    Agneese weduwe van Peter Willems van Brogel, nog een pacht van
    een mudde rogge per jaar aan de erfgenamen van Dirck Janssen van
    Ostaden. De eerste termijn voor rekening van de koper vervalt per a.s.
    Maria Lichtmisdag over een jaar. Datum 2 november 1565, getuigen
    Leemans en Ven.
    ==================094=======================
    79-v)
    Henrick Henricks van Beerse heeft als schuldenaar beloofd om aan
    Marten Thomassen en aan Rutger Janssen ( van Kerkoerle, JT ) uit de
    voorgaande akte die een bedrag van 73 gulden te zullen betalen per
    a.s. Maria Lichtmisdag. Datum en getuigen als boven.
    In marge 1 :
    Met instemming van Marten doorgehaald voor 20 gulden en ook met
    instemming van heer Eijmbrecht.
    In marge 2 :
    Hierop ontvangen op 3 november 1565, 6 gulden.
  2. R.A. Oirschot, inv. nr. 146B, periode 1 januari 1607 t/m 31 december 1607
    ==================206=======================
    Erfdeling tussen Henrick Marten Buckincx en Anneke dochter Jan de
    Bruin, vrouw van Willem Vrecht, Ier, als zijnde gemachtigd volgens
    de voorgaande machtiging, m.b.t. de goederen waarvan wijlen Marten
    Thomas Buckincx van Beek, weduwnaar van Anneke dochter Henrick
    Joorden Hoppenbrouwers zijn eerste huisvrouw, het vruchtgebruik had.
    Met deze verdeling heeft Henrick Marten Buckincx door loting
    verkregen het huis met al zijn toebehoren groot ca. 4 lopenzaad gelegen
    in Oirschot ( herdgang Kerkhof ) b.p. sHertogenland, de
    gemeenschappelijke straat, Margriet Peters van de Schoot, en de
    erfgenamen Gijsbrechts van der Schout. Hij moet hieruit betalen elk
    jaar 1 stuiver 11 denier grondcijns aan de heer van Oirschot en hij moet
    samen de achterstand betalen tot nu toe. Verder moet hij de
    gemeentelijke belasting betalen en zorgen voor het onderhoud van
    wegen en waterlaten. Hij mag het land aanvaarden per a.s. oogsttijd,
    stoppelbloot.
    170)
    Bij deze verdeling heeft genoemde Anneke in haar kwaliteit verkregen
    een akker groot ca. 4 lopenzaad gelegen in Oirschot, herdgang
    Kerkhof, genoemd de Gorisakker, b.p. Margriet Peters van den Schoot,
    Willem Segers, meester Claes van Tulden, de erfgenamen Jan van
    Esch. Zij moet hieruit betalen de gemeentelijke belasting en moet
    verder zorgen voor het onderhoud van wegen en waterlaten. Verder zal
    zij de achterstallige grondcijns die tot nu vervallen is mee helpen
    betalen. De akker kan a.s. oogsttijd, stoppelbloot, aanvaard worden.
    De genoemde delers beloven elkaar deze verdeling altijd gestand te
    doen. Als er meer lasten op zouden blijken te drukken dan genoemd
    zijn, dan zullen ze die samen dragen volgens het Oirschots landrecht.
    Datum 11 juni 1607, getuigen Stokkelman en D. Hoppenbrouwers.
    ==================207=======================
    De genoemde Henrick Marten Buckincx heeft beloofd als schuldenaar
    aan genoemde Anneke een bedrag van f. 60.-- te zullen betalen en wel
    vandaag over drie weken, en omdat het erfdeel van Henrik meer waard
    was dan dat van Anneke. Datum en getuigen als boven.
    In marge:
    Deze f. 60.-- zijn betaald zoals Ruth Aerts de Leest verklaard heeft en
    met de kwitantie getoond heeft. Datum 4 juli 1607, getuigen Ven en
    Hoppenbrauwer.
  3. R.A. Oirschot, inv. nr. 138 A, periode 1 jan. 1557 t/m 31 december 1557.
    ==================380=======================
    Marten Thomaes van Beeck ( Buckincks, JT ) als man van Anne
    dochter van wijlen Henrick Joerdens die Hoppenbrouwer, heeft recht
    op 4 achtste gedeeltes van een jaarlijkse pacht van 2 mudde rogge,
    81)
    Oirschotse maat uit een pacht van twee en een halve mudde per jaar,
    derhalve voor hem 1 mudde rogge per jaar, welke 2 mudde rogge
    eigendom waren van Aerden zoon wijlen Willem genoemd van
    Aleijten uit de genoemde pacht van twee en een halve mudde rogge.
    De pacht vervalt steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een
    stuk land en een huis dat erop staat, gelegen in Oirschot, herdgang
    Hedel, b.p. heer Dirck Papenbosch. Ook nog op onderpand van 3
    parten van een stuk land genoemd dat Brekelen, conform een
    schepenbrief daarover. Genoemde Marten heeft deze 4 achtste delen
    verkregen, te weten een deel zijnde het erfdeel ( 1/8e van 2 mudde = 3
    lopen ) van zijn zwager Henrick en de drie andere achtste delen zijn
    afkomstig van Wernaerden Snoecks voor zichzelf en van Jan Henrick
    Hoppenbrouwers voor wat betreft samen een half mudde ( 2/8 e van 2
    mud zijnde 2/8e van 24 lopen = 6 lopen ) rogge en verder van
    Aelbrecht Goijaert Aelbrechts als man Emgaert heeft hij 3 lopen ( =
    1/8e van 2 mud zijnde 1/8e van 24 lopen ) rogge verkregen zoals
    blijkt uit een schepenbrief van Oirschot. Thans is deze Marten
    Thomaes van Beeck gekomen en heeft deze 4 achtste delen, in totaal
    dus een mudde zijnde verkocht aan Rutger Lenaerts (Verbeeck?, JT)
    en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. De
    koper zal de eerste termijnen hiervan ontvangen per a.s. Maria
    Lichtmisdag over een jaar. Datum als boven, getuigen
    Hoppenbrouwers en Cort.
    ==================381=======================
    Aert zoon Rutger Lenaerts (Verbeeck?, JT) heeft als schuldenaar
    beloofd om aan Marten Thomaes van Beeck een bedrag van 61 gulden
    te zullen betalen per a.s. Maria Lichtmisdag. Datum en getuigen als
    boven.
  4. R.A. Oirschot, inv. nr. 137 c, periode 1 Jan. 1555 t/m 31 december 1555.
    Heer Eijmert Hoppenbrouwers, priester, verder heer Joost zoon
    meester Daniels van Hersele, heer Pauwels Verbeeck ook priesters en
    verder nog Henrick Dielis Hoppenbrouwers als uitvoerders van het
    testament van wijlen heer Jacop van den Spijker, priester en cantor
    toen hij leefde, genoemde heer Eijmert voor hemzelf optredend en
    samen met Wernaert Snoeks van der Straten als man van Heijlke,
    Aelbrecht Goijaert Aelbrechts als man van Emken, nog Marten
    Thomassen ( van Beek/ Buckincks, JT ) als man van Anna, gezusters
    en wettige kinderen van Henrick Joordens die Brouwer ( moet zijn
    Hoppenbrouwer!, JT ), verder deze heer Eijmert en Wernaert en
    Aelbrecht ook nog namens Dirck Henricks Hoppenbrouwers hun
    broer en zwager, verder deze heer Eijmert samen met Roelanden van
    der Ameijden en Aelbrecht Goijaerts als voogden over de
    minderjarige kinderen van wijlen Ariens zoon Henrick die
    Hoppenbrouwer, genoemde heer Eimert ook nog optredend voor de
    kinderen van diens broer Jan, verder Jan en Henrick, gebroeders en
    kinderen van wijlen Jan Henrick Corstens, Frederick Gijsbrechts als
    man van Margriet, Huibert Henricks van Nistelroije als man van
    Luijtgaerden, Geerit Geeritszoon van Goerle als man van Anna,
    gezusters en kinderen van genoemde Jan Henrick Corstens, verder
    Willem Henricks van den Maerselaer en Henrick Janssoen als
    aangestelde voogden over de minderjarige kinderen van wijlen
    Eijmbrecht zoon van genoemde Jan Henrick Corstens,
    109-v)
    verder genoemde heer Eijmert en Frederick Gijsbrechts optredend
    voor heer Aelbrecht zoon van genoemde Jan Henrick Corstens,
    priester, verder genoemde Henrick Janssen en Frederick Gijsbrechts
    optredend voor Jenneken dochter van genoemde Jan Henrick
    Corstens, verder Wouter Thomassen van den Ven en Jan Jansoen van
    den Maerselaer en Jacop Aert Jacops als voogden over de
    minderjarige kinderen van wijlen Jan zoon Jan Aert Jacops, hebben
    hierbij machtiging gegeven aan Aerden Wernaerts van der Straten en
    aan Mathijssen Keijen als procureurs in de stad Den Bosch, verder
    aan Frederik Gijsbrechts, Wernaerden Janszoon, heer Eijmerden
    Hoppenbrouwers, Marten Thomasssen en aan meester Jeronimus van
    Liere samen en ieder hoofdelijk van hen, om namens de genoemde
    opdrachtgevers het proces te vervolgen inzake het testament van
    genoemde heer Jacop van den Spijker. De gemachtigden moet daarbij
    zowel voor geestelijke als wereldlijke rechtbanken optreden en
    daarbij alles doen wat zijzelf ook gedaan zouden hebben in het belang
    van de zaak. De opdrachtgevers beloven alles na te zullen komen wat
    door de gemachtigden zal worden besloten en ze zullen de
    gemachtigden daarvoor vrijwaren. Datum 18 december 1555,
    getuigen Vlueten en Bogaert.
  5. Rechterlijk Archief Oirschot, inv. nr. 144 B, 1 januari 1594 t/m 31 december 1594
    ==================072=======================
    Marten zoon wijlen Thomas Buckincx verkoopt een rente van 36
    stuivers per jaar samen met alle achterstallige termijnen daarvan,
    welke rente hij heeft verkregen van zijn broer Cornelis Thomas
    Buckincx en welke rente eerder door Mathijs Goijaert Matijssen van
    Eertborn aan Marien de vrouw van genoemde Cornelis werden
    beloofd. Daarvan is St. Jans Baptistdag de vervaldag en de rente wordt
    geheven op onderpand van een huis en grond gelegen te Lierop, ter
    plaatse genoemd 't Berkven, b.p. het erf van genoemde Goijaert en
    diens kinderen, Jan Mattijs, de gemeenschappelijke straat, conform
    een schepenbrief van Den Bosch d.d. 27 juni 1555. De rente wordt nu
    verkocht aan Dirck Dircks de Hoppenbrouwer en de verkoper belooft
    alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 18 februari 1594,
    getuigen Gestel en Buckincx ( of Vlemincx ? )
    ==================073=======================
    Genoemde Marten Thomas Buckincx verklaart dat deze rente
    voortkomt en door hem werd verkregen bij het sluiten van zijn
    huwelijk met Anna dochter van Henrick
    219-v)
    Hoppenbrouwer, zijnde zijn eerste vrouw, alhoewel de overdracht
    dienaangaande eerst nu officieel wordt vastgelegd. Datum en getuigen
    als boven.
  6. R.A. Oirschot, inv. nr. 136 A, periode 1 Jan. 1548 t/m 31 december 1548.
    ==================209=======================
    Jan, Dirk en Adriaen, gebroeders, verder Werner Snoecks van Straten
    als man van Heijlwigen, nog Aelbrecht Goijaert Aelbrechts als man
    van Ermgaerden en Marten Thomassen ( van Beeck/Buckincks, JT )
    als man van Anne, gezusters en wettige kinderen van wijlen Henrick
    Joirden Hoppenbrouwers verwekt bij deze Henrick en bij wijlen
    Margriet Gijsbrechts ( lees Beertrams, JT ) van den Spijker waarbij
    genoemde Marten gemachtigd is voor heer Eijmbrecht zoon wijlen
    genoemde Henrick en Margriet, priester, hebben met elkaar een
    boedelverdeling gemaakt inzake het bezit dat ze bij de dood van hun
    vader en moeder hebben geerfd.
    Bij deze verdeling krijgt genoemde Jan een beemd genoemd den
    Lierincksbeemd, gelegen in Oirschot in het Besterbroek aldaar, b.p.de
    gemeijnte. Hieruit moet jaarlijks een oude grote als grondchijns
    worden betaald aan de hertog, nog een gulden per jaar aan de
    erfgenamen van Katalijn Ruelens.
    Genoemde Dirck krijgt een akker met een daarbij gelegen heiveldje
    en een vijver die aan elkaar zijn gelegen, genoemd de Ruelenshof,
    gelegen in Oirchot onder Best, b.p. de erfgenamen van Mathijs
    Janssen, de Dirckstraat en de St. Odulphuspad. Hieruit moet jaarlijkse
    In marge :
    Dabitur aan Marcelissen Eliaes Mortels tam supportatione.
    47-v)
    een mudde rogge worden betaald, maat van Den Bosch en in Den
    Bosch te leveren en verder nog anderhalve oude grote als grondchijns
    aan de tafel van de H. Geest aldaar, nog 10 en een halve stuiver als
    Beekse pacht.
    Adriaen, Werner, Aelbrecht en genoemde Marten krijgen ten hunnen
    behoeve en ten behoeve van genoemde heer Eijmbrechts samen een
    huis met tuin, grond etc. groot ca. 6 lopenzaad, gelegen in Oirschot
    herdgang Naastenbest, b.p. Willem Goijaert Aelbrechts, Jan
    Sceijntkens, Adriaen Harnismakers en meer anderen. Verder krijgen
    ze een aldaar gelegen akker genoemd de Everaertsakker, b.p. Jutken
    van den Spijker en haar kinderen, Henrick Willems, de gemeijnte.
    Ook krijgen ze een beemd genoemd de Broekbeemd, gelegen in het
    Bester Broek aldaar aan de Roeij Rijt, b.p. Peter Willems, de
    gemeijnte. Ook krijgen ze een weiland genoemde dat Zonderen,
    gelegen in herdgang Naastenbest, b.p. Jutken van den Spijker en haar
    kinderen, de gemeijnte. Hieruit moet jaarlijkse drie stuivers en
    anderhalf oort als grondchijns aan de hertog worden betaald, nog een
    half mudde rogge per jaar aan Jan Jan Aerts, nog ongeveer 25 gulden
    eens aan heer Jacop van den Spijker, nog 25 stuivers per jaar aan
    Loijwijchen Timmermans, nog anderhalve gulden per jaar aan de
    kinderen van heer Daniels die Leeuw. Uit de genoemde Broekbeemd
    moet nog 4 en een halve stuivers als grondchijns aan de hertog
    worden betaald, nog een mudde rogge aan de kantorij te Oirschot.
    Verder krijgen ze samen nog een jaarpacht van een mudde rogge te
    ontvangen van bepaalde personen te Goirle, nog een jaarpacht van een
    mudde rogge te ontvangen van
    48)
    Alaerden Lippen, nog een mudde rogge per jaar te ontvangen van
    Willem Michiels Crommen, nog een mudde rogge per jaar te
    ontvangen van Aerden Rutger Lenaerts, nog 10 lopen rogge per jaar te
    ontvangen van Wouter Daniels, nog 4 lopen rogge te ontvangen van
    de kinderen van Rutger Wencelens, nog een mudde rogge per jaar te
    ontvangen uit het bezit van de kantorij te Oirschot genoemd dat Laer.
    Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd
    gestand te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel
    zodanig zal betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor
    gevrijwaard blijven. Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden
    blijken te drukken dan zullen ze die gemeenschappelijk betalen.
    Datum 16 april 1548, getuigen Esch en Schoet.
    ==================210=======================
    Adriaen, Werner, Aelbrecht en Marten in hun hoedanigheid uit de
    vorige akte waarbij Marten optreedt namens heer Eijmbrecht, hebben
    als schuldenaars beloofd om aan Jan zoon wijlen Henrick Joirden
    Hoppenbrouwers ter egalisatie van het erfdeel dat ze bij de verdeling
    hebben gekregen, die een aantal van 28 houtrunden ( houtrun ? ) te
    zullen leveren in Oirschot en wel voor a.s. St. Jacopsdag onder beding
    van parate executie. Datum en getuigen als boven.
    ==================211=======================
    48-v)
    Dirck zoon wijlen Henrick Joirden Hoppenbrouwers heeft als
    schuldenaar beloofd om aan Adriaen, Werner, Aelbrecht en Marten
    ten hunnen behoeve en ten behoeve van genoemde heer Eimbrecht uit
    de voorgaande akte, die ter egalisatie van het erfdeel dat ze hebben
    verkregen hen een bedrag van 85 gulden te zullen gaan betalen per
    a.s. St. Jacopsdag zonder rente danwel per a.s. St. Jacopsdag over een
    jaar met de rente van 4 en een halve gulden en wel onder beding van
    parate executie. Datum en getuigen als boven.
    In marge :
    Met instemming van partijen doorgehaald en door een andere
    vervangen op 29 juli 1549.
  7. R.A. Oirschot, inv. nr. 136 A, periode 1 Jan. 1547 t/m 31 december 1547.
    ==================170=======================
    46-v)
    Marten Thomaszoon van Beeck ( lees Buckincks, JT ) als man van
    Annen dochter van wijlen Henrick Joirdens ( lees Hoppenbrouwers,
    JT ) heeft beloofd om aan Jan Rutgers ( van Kerkoerle, JT ) ten
    behoeve van zijn vader Thomas Martens die in Hilvarenbeek woont,
    die een jaarlijkse rente van 6 gulden te gaan betalen, steeds vervallend
    op St. Servaasdag op onderpand van een akker groot 4 en een halve
    lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Hedel, b.p. Katalijn van
    Dormalen, heer Heijmerick Henrick Joirdens, priester, de
    gemeenschappelijke straat. Datum 13 mei 1547, getuigen Crom en Jan
    Gerarts.
  8. R.A. Oirschot, inv. nr. 136 B, periode 1 Jan. 1549 t/m 31 december 1549.
    ==================016=======================
    Marten Thomassen van Beeck (Buckincks, JT) als daarvoor
    gemachtigd zijnde, vanwege heer Heijmerick Henrik Joirdens
    (Hoppenbrouwers, JT) voor wat betreft een vierde part, genoemde
    Marten ook nog vanwege zijn vrouw Annen, nog Aelbrecht Goijaerts
    als man van Ermgarden beiden dochters van genoemde Henrik
    Joirdens, en nog Adriaen ook wettige zoon van
    5)
    wijlen genoemde Henrick Joirdens, verkopen samen de helft van een
    jaarlijkse rente van 3 ponden paijment die ze hebben geerfd zoals ze
    zeiden van hun ouders en welke rente Daniel Aert Scabroecks eerder
    had beloofd aan heer Henrick van Esch ten behoeve van Heijlwich
    dochter van Jan Smeets, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op
    onderpand van een huis, tuin, grond etc. gelegen in herdgang de Notel,
    b.p. Willem Zuetericks, Aelbrecht Scabroecks, conform een
    schepenbrief van Oirschot. Ze verkopen deze rente nu met een
    achterstallige en een lopende termijn aan Werneren Snoecks van der
    Straten en de verkopers beloven alle lasten van hun kant in in hun
    hoedanigheid af te handelen. Datum 18 januari 1549, getuigen Willem,
    Henrik en Huiskens.

Über den Familiennamen Hoppenbrouwers


Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
Sjoerd Willems, "Familienstammbaum Willems - Van den Heuvel", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-willems-van-den-heuvel/I14672.php : abgerufen 11. Juni 2024), "Anneke Henrick Joorden Hoppenbrouwers".