(1) Sie war verwandt mit Jan Leemans.
Kind(er):
(2) Sie ist verheiratet mit Adam Marcelis Weijlaerts.
Sie haben geheiratet vor 1531.
Elisabeth Dircks die Lege | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Leemans | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) < 1531 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
==================241=======================
Adam Marcelis Weijlaerts als man van Elisabeth dochter van wijlen
Dirck die Lege, eerder weduwe van Jan Leemans, verder Jan zoon
wijlen Jan Aerts als man van Jenneken dochter van dochter van
genoemde Jan Lemans en Elisabeth, verder Jan Henrick Dielissen
verwekt bij genoemde Henrick Dielissen en Aleijt dochter van wijlen
Dirck die Leege, nog Ansem Willem Eliaeszoon als man van Annen
dochter van wijlen genoemde Henrick en Aleijt, nog Dirck, Goijaert
en Willem, gebroeders en wettige kinderen van Martens de Gruijter
verwekt bij deze Marten en bij Gijsberten dochter van wijlen Dirk die
Leege, waarbij deze Marten ook optreedt voor Jan Goijaert Janssen als
man van Covegonden dochter van genoemde Marten de Gruijter,
hebben met elkaar een boedelverdeling gemaakt inzake het bezit dat ze
hebben geerfd en waarover een minnelijk akkoord is gemaakt en
afkomstig is vanwege de dood van Elisabeth
58)
Dircks Slegen.
Genoemde Adam als man van Elisabeth die daarvan het vruchtgebruik
krijgt en haar wettige dochter Jenneken die daarvan het erfrecht krijt,
wordt een huis met tuin etc. toebedeeld, gelegen in herdgang Aerle
waarin deze Adam en Elisabeth nu wonen, en nog een akker
genoemde de Heijthof, gelegen in hergang Aerle, b.p. Rutger
Stayakkers, samen met de lasten die daar op drukken. Verder krijgt hij
een akker genoemd de Conincksbraeck, gelegen in herdgang Aerle,
b.p. Goijaerts van den Maerselaer. Hieruit moet jaarlijks 10 lopen
rogge worden betaald aan Antonis Wouter Hermans. Verder krijgt hij
een beemd genoemd de Nautenbeemd gelegen in herdgang Aerle. Nog
een beemd genoemd de Grootdoncksbeemd, gelegen in herdgang
Aerle, b.p. Jan Daniels, het erf dat er van wordt afgedeeld, de
gemeenschappelijke straat, de hoeve van heer Amelrijck Boots.
Hieruit moet jaarlijks aan Jan Stijnen 9 en een halve lopen rogge
worden betaald. Verder krijgt hij een heideveld gelegen onder
herdgang Naastenbest, b.p. Henrik Verhoeven. Hieruit moet jaarlijks 7
lopen rogge worden betaald aan Goessen Scepens. Verder krijgt hij de
helft van een heideveld genoemd dat Ven. Uit alle percelen moet de
gewinchijns worden betaald. Verder krijgt hij een jaarpacht van een
mudde rogge,
58-v)
die wordt geheven op Peter Henrick Gijben.
Genoemde Adam als echtgenoot van Elisabeth, waarbij zijn vrouw
daarvan het vruchtgebruik krijgt en haar dochter Jenneken het erfrecht,
en verder Jan Henrick Dielissen en genoemde Ansem krijgen samen
het huis, gelegen in herdgang Naastenbest, genoemd 't Groot Bruinsel.
Hieruit moet jaarlijks een mudde rogge worden betaald aan Dirck de
Custer in Vugt, nog een lopen rogge per jaar aan het O.L.
Vrouwealtaar te Best, nog 4 stuivers per jaar voor een peperkoek
daarvan aan de St. Odulphusfabriek te Best. Verder krijgen ze samen
nog de helft van een heiveld genoemd dat Ven, nog een beemd
genoemd de Rondenbeemd, gelegen in herdgang Naastenbest. Ook
krijgen ze de helft van een beemd genoemd de Spijkersbunder die
wordt gewissseld. Uit de genoemde percelen moet jaarlijks
grondchijns worden betaald en de gewinchijns van de Spijkersbunder
bedraagt 8 stuivers een oort. (Ook in die tijd al was men vindingrijk in
het opleggen van verschillende 'soorten' belastingen, met name hier de
grondchijns en de gewinchijns, JT)
Genoemde Marten ten behoeve van zijn zwager Jan Goijaert Janssen,
verder Willem en genoemde Goijaert Martens Gruijters krijgen samen
het huis, grond etc.
59)
genoemd het Geloect, gelegen in herdgang Aerle. Verder krijgen ze
een akker en een beemd die onafgemaakt aan elkaar zijn gelegen,
genoemd De Breuckelen tussen herdgang Aerle en Straten in. Hieruit
moet jaarlijks een mudde rogge worden betaald, Bossche maat en in
Den Bosch te leveren aan de Bonnefanten aldaar. Verder krijgen ze
samen nog een akker genoemd de Aerle akker, gelegen ook in de
Aerlesche akkers en ze krijgen een beemd genoemde de
Meijssenbeemd, gelegen in herdgang Aerle. Uit deze percelen moet
jaarlijks gewinchijns worden betaald.
Genoemde Dirck alleen voor wat betreft zijn eigen deel, krijgt een
bedrag van 190 gulden die door de andere erfgenamen moeten worden
betaald, waarvan per half mei a.s. 50 gulden, en het restant over een
jaar met de rente tegen de epenning zestien. en wel ieder voor wat
betreft diens zesde ( dat zesde deel slaat op de 7 minus 1 = 6 kinderen
van de 3 erfdelen ) deel toe.
Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd
gestand te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel
zodanig zal betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor
gevrijwaard blijven.
59-v)
Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden blijken te drukken
dan zullen ze die gemeenschappelijk betalen. Datum 26 april 1549,
getuigen Hoppenbrouwers en Ven.
==================161=======================
Adam Weijlaerts als wettige echtgenoot van Elisabet dochter van
wijlen Dircks die Lege, voor wat betreft het vruchtgebruik daarin,
verder Jan zoon wijlen Jan Aert Jacops als man van Jenneken wettige
dochter van wijlen Jan Leemans en genoemde Elisabeth, wat betreft
het erfrecht daarvan, verder Jan Henrick Dielissen en Ansem Willem
Eliaszoon als man van Anne dochter van wijlen genoemde Henrick
Dielissen verwekt bij Aleijt dochter van wijlen Dirck die Lege,
hebben met elkaar een boedelverdeling gemaakt inzake het bezit dat
ze eerder in het jaar 1549 samen toebedeeld hebben gekregen in de
boedelverdeling destijds.
Genoemde Adam krijgt hierbij wat betreft vruchtgebruik vanwege zijn
vrouw Elisabeth en genoemde Jenneken daarvan het erfrecht, de helft
van een beemd genoemd de Spijkersbunder, in totaal nog onverdeeld
zijnde gelegen in Best, b.p. meester Henricks van Delft, de weduwe en
kinderen van Jan Henricks. Hieruit moet jaarlijks 8 stuivers en een
oort als grondchijns worden betaald. Verder krijgt hij een beemd
genoemd de Rondenbeemd, gelegen in Best, rondom in de gemeijnte
aldaar. Verder krijgt hij de helft van een heiveld genoemd 't Ven
gelegen in herdgang Aerle, b.p. de gemeijnte, het erf dat er van is
afgedeeld. Hieruit moet jaarlijks de grondchijns worden betaald die
erop drukt en moet er worden gezorgd voor onderhoud van wegen en
waterlopen volgens oud gebruik.
34-v)
Genoemde Jan en Ansem krijgen samen het huis met tuin, grond etc.
gelegen in herdgang Naastenbest, genoemd 't Groot Bruinsel, b.p. de
gemeijnte, Henrick Mercks, Jan Goijaerts van den Maerselaer. Hieruit
moet jaarlijks een mudde rogge worden betaald aan Dirck den Custer
te Vught, nog een lopen rogge per jaar aan het O.L. Vrouwealtaar te
Best, nog 4 stuivers per jaar voor peperkoek aan de St.
Odulphusfabriek te Best. Verder moet er gezorgd worden voor
onderhoud van wegen en waterlopen voor zover van toepassing.
Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd
gestand te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel
zodanig zal betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor
gevrijwaard blijven. Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden
blijken te drukken dan zullen ze die gemeenschappelijk betalen.
Datum 7 maart 1550, getuigen Lauwer en Jan Henrick Gerarts.
==================162=======================
Henrick Janszoon van Liefveld als wettige man van Katalijn dochter
van wijlen Wouter Peter Gielis, heeft als zijn zaakwaarnemer
benoemd meester Dirck die Rover en nog Borggreef, procureurs die
verbonden zijn aan de Raad van Brabant, waarbij hij aan hen samen
en ieder hoofdelijk de macht geeft om namens hem op te treden in de
kwestie die nu loopt
35)
vanwege herziening van een kontrakt voor de Raad van Brabant tegen
Gijsbrecht Dirk Hoppenbrouwers als gedaagde in deze zaak. De
gemachtigden dienen alles te doen wat daarbij nodig is. Datum 13
maart 1550, getuigen Crom en Lauwer.
=================143====================
Jan zoon wijlen Aert Jacop Smollers heeft beloofd om aan Adam
Weijlaerts, ten behoeve van diens vrouw Elisabeth eerder weduwe van
Jan Leemans, en ten behoeve van het wettige kind van deze Jan en
Elisabeth daarvan het erfrecht, die een jaarlijkse rente van 2 gulden te
gaan betalen, op onderpand van een akker gelegen in de Aerlesche
akkers, groot 9 en een halve lopenzaad, b.p. Denis Leegen, Jan Gerits,
Jan Henrick Corstens, Joffrouw van Os. Datum 7 april 1531, getuigen
Laeck en After.
De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag mits er 3 maanden
vooraf is opgezegd, tegen betaling van 36 gouden guldens. Actum als
boven.
=================121====================
Henrick Aert Jacops belooft aan Lisbeth dochter van Dirck de Lege
als weduwe van Jan Leenmans, die voortaan een rente van een
rijnsgulden te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag op
onderpand van een stuk beemd genoemd de Cleijn Elsbroeck,
gelegen in herdgang Straten, b.p. heer Gerit van den Schaut, Jan van
der Ameijden, Heijmerick Jan Schepens, de erfgenamen van heer
Aert de Crom. Datum 15 maart 1523, getuigen Vos en
Hoppenbrouwers.
==================357=======================
Elisabeth wettige dochter van wijlen Dirck Legen ziek bij het vuur
zittend, maar zoals het scheen wel in het bezit van haar verstandelijke
vermogens, heeft haar tetament opgemaakt. Ze beveelt haar ziel zodra
ze is komen te overlijden aan bij God en wil dat haar lichaam in
gewijde grond wordt begraven. Voor eventuele begane
onrechtvaardigheden vermaakt ze aan de fabriek van de St.
Lambrechtskerk te Luik twee stuivers eens en de 4 biddende ordes die
in Oirschot zijn vertegenwoordigd, elk 5 stuivers eens. Verder
vermaakt ze aan de fabriek van de St. Peterskerk ter reparatie van de
buik van deze kerk 10 gulden eens, aan de fabriek van St. Odulphus te
Best 20 gulden eens, het altaar van St. Katharinen twee stuiver eens,
het altaar van St. Barbara twee stuivers, alles ter reparatie van hun
altaren.
90-v)
Verder vermaakt Elisabeth als aalmoes aan de tafel van de H. Geest te
Oirschot ten behoeve van de armen een jaarlijkse rente van 10
stuivers op onderpand van een akker genoemd dat Cleijn Bruinsel,
gelegen in herdgang Aerle, welke rente men zal mogen aflossen met 8
gulden eens en de achterstallige termijnen. Verder vermaakt Elisabeth
ook puur als gift ten behoeve van de peperkoekuitdeling die men doet
op Dinsdags van de Goede week in de St. Odulphuskapel aan
diegenen die daar het H. Sacrament bezoeken, en wel op onderpand
van het huis en grond etc. gelegen onder herdgang Aerle, waar zij nu
zelf in woont, een jaarlijkse rente van een stuiver, die ook kan worden
afgelost tegen betaling van 16 stuivers ineens samen met de
achterstallige rente aan diegenen die daar het beheer over voert.
Verder vermaakt Elisabeth als testatrice al haar roerende en
onroerende bezit dat ze na haar dood zal nalaten aan Adam Marcelis
Weijlaerts en daarnaast ook alle bezit dat deze Adam die bij haar
woont ook gekocht en verkregen mag hebben. Daarvoor is Adam
verplicht al haar schulden, haar legaten, de kosten van de uitvaart en
de kerkerechten te betalen en aan iedere arme tijdens de
voedseluitdeling die een halve stuiver te geven. Verder vermaakt
Elisabeth voorafgaand aan de erfenis aan Jenneken dochter van Jan
Leemans haar bed waar ze op slaapt met toebehoren,
91)
een koe en ook het genoemde perceel dat Cleijn Bruijnsel, welk
perceel ze kan aanvaarden na de dood van haar moeder Libbeken, die
dit perceel zolang ze leeft zal mogen bliven bezitten. Verder vermaakt
Elisabeth als testatrice haar erfdeel van het huis waar ze nu in woont
en grond etc. aan haar zuster Libbeken die daarvan zolang die leeft
het vruchtgebruik krijgt met de lasten die daar op drukken. Verder
vermaakt ze al haar verdere onroerende andere bezittingen waarvan
hier nog geen melding is gemaakt aan haar wettige naaste erfgenamen
waarbij de dode partij met de levende moet delen, waarbij dus de
kinderen van haar zusters in de plaats komen van hun moeder. Verder
vermaakt Elisabeth aan ieder van de dienstbodes die in haar huis
wonen en dienen, die elk 10 stuivers eens. Genoemde Elisabet
testatrice verklaart dat dit haar testament is en wil het als zodanig
uitgevoerd hebben volgens de statuten van de H. Kerk danwel anders
ook al zou het in tegenspraak zijn met de bepalingen van het erfrecht
etc. Ze behoudt zich het recht voor om dit testament later geheel of
ten dele te herzien en wil dat er een of meer schepenbrieven van dit
testament worden gemaakt voor eenieder die dat nu of in de toekomst
nodig zal hebben. Opgemaakt einde september 1548 's-morgens
omstreeks 9 uur, getuigen Vlueten en Best als schepenen.
=================094====================
P 234-v)
Henrick zoon wijlen Jan Gielis als man van Aleijt en Merten
Goijaert Sgruijters als man van Gijsbert, gezusters en dochters
van Dirck Leege, verkopen aan Dionijs en Dirck, broers en aan
Lisbeth de oudste en Lisbeth de jongste en aan Merieken,
gezusters en wettige kinderen van Dirck Leege hun deel van een
schuur met de grond etc. gelegen in herdgang Aerle, ruim
anderhalf lopenzaad groot, b.p. Daniel de Brouwer, verder
rondom in de gemeijnte. Lasten hieruit zijn 15 plakken als
grondchijns. Nog verkopen ze hun deel van een stuk beemd
genoemd de Hermansbraecken, b.p. Joen de Maelder (= Jeroen
Bosch, JT) in Den Bosch, de kinderen van Henrick van de
Maerselaer, Dirck Stockelmans, de gemeijnte. Lasten hieruit zijn
anderhalf mud rogge en anderhalve stuiver en een oort als chijns.
Nog verkopen ze hen hun deel van een stuk land gelegen in de
Aerlesche Akkers, b.p. Jan Joris Volders, Joerden Stockelmans,
Gielis Dirck Cremers, de kinderen van Lauwreijs Happen. Nog
verkopen ze hen hun deel van een stuk land genoemd het
Bruijnsel, b.p. de kopers, Wouter Colen, de gemeijnte, Gielis
Lucas, waar tussenin een kerkpad loopt. Lasten hieruit zijn een
mud rogge en een lopen rogge aan O.L.Vrouw van St. Odulphus
(had de St. Odulphuskapel een eigen O.L. Vrouwealtaar?) en een
stuiver om peperkoek te kopen met Pasen, nog een halve stuiver
chijns. Nog verkopen ze hen hun deel van een stuk land genoemd
de Schoebraeck
P 235-r)
gelegen in herdgang Naastenbest, b.p. Willem Wouter
Verkeesteren, Peter Gijb Denis, Gerart Willem Elias, het straatje
daar. Lasten hieruit zijn het 1/4e deel van 9 Bossche zesters rogge
in Den Bosch te leveren aan de H. Geest en een blank als
grondchijns. Nog verkopen ze hen hun deel van een heiveld, b.p.
Jan Mathijs van Beeck, het straatje daar, Sophie Verheijden, Jan
Mercks. Lasten hieruit zijn 7 lopen rogge aan Willem Henricks.
Nog verkopen ze hen hun deel van een pacht van een mud rogge,
die jaarlijks wordt betaald door Gielis Goijaert Gielis. Nog
verkopen ze hen hun dseel van ¾ e bunder beemd aan de
Geenkensdijk, b.p. Claes van Delft, Beertram Jans van den
Spijker, de straat. Lasten hieruit zijn 8 stuiver en een oort als
grondchijns. Nog verkopen ze hen hun deel van 2 beemden,
samen 2 bunders groot, b.p. de hoeve van heer Amelrijck Boots,
de straat, Herman Rentmeesters (Cleijnael, JT). Lasten hieruit zijn
9 en een half lopen rogge en de grondchijns. Datum 5 februari
1511, getuigen Aelbrechts en Rutger Verhoeven.