Sie war verwandt mit Jan Joest Willems.
Kind(er):
Beatrice Willem Dielis | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Joest Willems |
==================160=======================
Gerart zoon wijlen Willem Dielissen, verder Willem Daniel Smetsers
als man van Heijlwigen dochter van wijlen genoemde Willem
Dielissen, voor henzelf optredend en ook voor Gerard junior en voor
Katalijnen, beiden ook kinderen van genoemde Willem Dielissen,
verder Jan Joest Willems als man van Baten dochter van wijlen
genoemde Willem Dielissen, hebben hierbij verklaard dat Jan zoon
wijlen Aert Tybisch aan hen de jaarlijkse pacht van 15 lopen rogge
heeft afgelost, die hij tot nu toe uit zijn bezit moest betalen, welke
pacht afkomstig is van een pacht van 2 mudde en 10 lopen rogge,
welke pacht Everaert zoon wijlen Everaerts van der Teijnden eerder
had beloofd aan Roeloven die Roever, steeds vervallend op Maria
Lichtmisdag op onderpand van een hoeve gelegen onder St.
Oedenrode, ter plaatse genoemd de Hoogen Over, zoals ze zeiden
conform schepenbrieven van Den Bosch en waarvan ze zeggen dat de
brief daarvan in het ongerede is gekomen. Indien deze brief alsnog
wordt gevonden dan is die niet langer geldig voor wat deze 15 lopen
betreft en ze geven deze
41-v)
Jan Aert Tybisch nu kwijting daarvoor. Datum 26 april 1547, getuigen
Rutger en Jan Gerits die het aandroegen.
==================Los051====================
206)
Geerit zoon wijlen Willem Dielis, Danel zoon Mathijs Danels als man
van Cathalijn dochter van genoemde Willem Dielis, Willem zoon
Daniel Smetsers als man van Heijlken dochter van genoemde Willem
Dielis, verder Dielis zoon wijlen Jan Willems verwekt bij Beatrice
dochter van genoemde wijlen Willem Dielis, voor hem zelf en ook
optredend voor zijn broer Joost waarvoor hij samen met Roeland van
der Ameijden optreedt, waarbij Daniel de Metsere optreedt als voogd
van Jan, minderjarige zoon van wijlen Gerit Willems, hebben samen
een boedelverdeling gemaakt inzake het bezit dat ze bij het overlijden
van wijlen genoemde Willem Dielis en wijlen Cathalijn dochter van
Geerit Mathijs hebben geerfd.
Bij deze verdeling krijgen Willem, .... over het minderjarige kind...
van Joost Jan Willems, samen een huis met tuin, boomgaard, twee
stukken land gekregen, het ene genoemd het Hopveld, het andere
genoemd de Koelakker, gelegen in Oirschot herdgang Straten aan het
Snepscheut, b.p. de gemeijnte, het erf dat er van is afgedeeld. Verder
krijgen ze een akker genoemd de Rutten akker, ter zelfder plaatse
gelegen, b.p. het erf dat in gebruik is bij Dirck Henrick de
Hoppenbrouwer, het erf dat er van is afgedeeld. Verder krijgen ze de
achterste helft van de Hei-akker ter zelfder plaatse gelegen, b.p. het
heiveld, het erf dat er van is afgedeeld, de gemeijnte, de dijk die hun
gezamenlijk eigendom is. Verder krijgen ze de helft van een heiveld,
nog onverdeeld zijnde, ter zelfder plaatse gelegen, b.p. Dirck Henrick
Hoppenbrouwer, de gemeijnte. Verder krijgen ze de helft van een
onverdeelde beemd, ter zelfder plaatse gelegen, b.p. de Abt van Perk,
Willem Goijaert Aelbrechts, de kinderen van Lauwreijs Verhoeven,
de gemeijnte. Verder krijgen ze de helft van een nog onverdeelde
akker ter zelfder plaatse gelegen, b.p. de gemeenschappelijke straat,
meester Henricks van der Ameijden, een gemeenschappelijke pad. Uit
dit erfdeel moet jaarlijks de helft van twee mudde rogge worden
betaald aan de rector van het Hoogaltaar, nog anderhalve gulden per
jaar aan Eijmert Goijaerden Eijmert Scepens, nog de helft van de
grondchijns en de dorpslasten. Verder is men verplicht recht van
overpad te verlenen over hun eigen dijk aan Danel Mathijs Daniels en
anderen die van het bezit zijn afgedeeld.
207) vervolg
Bij deze verdeling krijgen Danel Mathijs Danels, Gerit Willem Dielis
en Dielis Jan Willems samen een schuur en een akker genoemd den
Schuurakker, gelegen in Oirschot herdgang Straten aan het
Snepscheut, b.p. Dirck Peter Bressers, het erf dat er van is afgedeeld,
de gemeenschappelijke straat, het erf van Dirck Henrick
Hoppenbrouwers waarvan het is afgedeeld. Verder krijgen ze een
weiland, met het voorste stuk van de Hei-akker samen aan elkaar
gelegen, b.p. het erf dat er van is afgedeeld, de gemeijnte, de
gemeenschappelijke dijk die hun eigendom is. Verder krijgen ze de
helft van een heiveld, nog onverdeeld ter zelfder plaatse gelegen, b.p.
Dirck Hoppenbrouwers, de Hei-akker, de gemeijnte. Verder krijgen
ze de helft van een beemd ter zelfder plaatse gelegen, b.p. de Abt van
Perk, Willem Goijaert Aelberts, de kinderen van Lauwreijs
Verhoeven, de gemeijnte. Verder krijgen ze de helft van een akker ter
zelfder plaatse gelegen, b.p. de gemeijnte, meester Henrick van der
Ameijden, een gemeenschappelijke pad. Uit dit erfdeel moet jaarlijks
de helft van twee mudde rogge worden betaald aan de rector van het
Hoogaltaar, nog anderhalve gulden per jaar aan Alaerden Scepens,
nog de dorpslasten en de helft van de grondchijns en men moet recht
van overpad verlenen over de gemeenschappelijke dijk aan genoemde
Willem Daniels die het ander erfdeel heeft gekregen. Datum 31
augustus 1560, getuigen Scoet en Niclaes.
==================171=======================
Katalijn weduwe van Willem Dielissen met Jan Huiskens als haar
voogd, doet hierbij afstand van haar recht van vruchtgebruik inzake
het vijfde deel van een huis met tuin, grond etc. in totaal groot ca. 3
mudzaad, gelegen in herdgang Straten, b.p. Margriet weduwe en
kinderen van van Jan van den Schoot, Dirck Henrick Joirdens, de
gemeijnte. Ze doet er nu afstand van ten behoeve van Jan Joost
Wellens als man van Baten dochter van wijlen genoemde Willem en
Katalijn zodat die daarop van Henrick Dielis Hoppenbrouwers, onze
collega schepen,
42)
een jaarlijkse rente van 3 gulden kan opnemen, maar ook niet meer
dan als zodanig. Datum als boven, getuigen Sceijntken, Willem, Ven
en Loijwijchs.
==================172=======================
Jan Joest Wellens als man van Baten heeft beloofd om aan Henrick
Dielis Hoppenbrouwers onze collega schepen die een jaarlijkse rente
van 3 gulden te gaan betalen, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag
en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van
het vijfde deel van het huis met tuin. grond etc. zoals staat vermeld in
de voorgaande akte. Datum en getuigen als boven.
De rente is altijd aflosbaar op Maria Lichtmisdag van elk jaar, mits er
3 maanden vooraf is opgezegd, tegen betaling van 48 gulden en de
achterstallige termijnen. Datum en getuigen als boven.