Er hat eine Beziehung mit Aleijt.
Kind(er):
Jan Jan van den Ecker alias de Cuijper | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aleijt |
BP 1248 (Oirschot) okt 1478 sept 1479 folio 133r
Jan zoon wijlen van Jan van den Acker en van Margriet Jan Jan die Cuper van Best,
weduwnaar van Ida Jan Peters (en zijn zoons Gerit en Jan)
Gerit Grijelenss van Beerze
Peter Tyelkenss van Zeelst
=================007====================
Jan Janssen van den Acker verkoopt aan zijn broer Gerard nu een
stuk land groot ca. een lopenzaad gelegen herdgang Verrenbest,
genoemd de Akker in de Grootakker, b.p. de koper, de verkoper,
Gerart Beckers. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te
handelen, behalve een Bosch mudde rogge per jaar aan de H. Geest
in Den Bosch, waarvoor dit stuk land mede onderpand is met meer
andere percelen. Gerart moet zodanig betalen dat Jan daarvoor
verder gevrijwaard blijft. (geen datum en geen getuigen vermeld,
JT)
=================251====================
P 427-r)
Komen zijn Gerit en Jan, kinderen van wijlen Jan van de Ecker
(soms oom Cuijpers genoemd, JT) en verkopen aan hun natuurlijke
broer Jan die hun vader had verwekt bij Helena Moijs, een stuk
beemd groot een kwart bunder gelegen onder Best hier, b.p. het erf
eerder van Jutten van der Capellen, het erf van wijlen Goijaert
Willem Cuijpers, Jan Willem Jacops, de gemeijnte. Nog verkopen ze
hem een stuk land genoemd de Lemmekensbraeck groot 1
lopenzaad, b.p. het er van de koper, Jan Peter Coppens (?), de
kinderen van Jan Peter Haecks, de gemeijnte. De verkopers beloven
alle lasten van hun kant af te handelen, behalve de grondchijns uit de
beemd en een mud rogge per jaar maat van Oirschot aan de
erfgenamen van Goijaert Eckermans en uit de akker een pacht van 4
lopen rogge per jaar aan meester Goijaert van der Heijden. Als Jan
aan de verkopers die op enige Maria Lichtmisdag in de toekomst
hen een bedrag betaalt van 20 peters, elk peter tegen 18 stuivers,
zullen de verkopers de koper dan vrijwaren voor het genoemde mud
rogge, zonder dat daar bezwaar tegeh kan worden gemaakt. Als Jan
de Cuijper en zijn vrouw Heijlwig zonder wettig nageslacht komen
te sterven gaat het bezit weer terug naar de verkopers of hun
erfgenamen na hen, in gelijke delen te delen. Datum 8 september
1484, getuigen Rutger Belaerts en Willem Willem van Haren als
schepenen. (de beide broers houden dus zelf het aflossingsrecht in
handen van het mud rogge totdat Jan die 20 peters heeft betaald, zie
verderop daar is akte opnieuw ingeschreven, blz. P 432-v, JT)
P 427-v)
Blanko bladzijde.
=================033====================
P 50-r)
Voor ons Gerard Mathijssen, Jan de Crom, Henrick van de Ven,
Henrik Jacops etc. schepenen van Oirschot zijn verschenen Gerit
zoon wijlen Jan van de Ecker en Jan Janssen van de Ecker als
wettige broers en hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze na
de dood van hun ouders hebben geerfd.
Genoemde Gerit krijgt een huis met schuur, etc. gelegen in herdgang
Verrenbest, b.p. Goijaert Beckers, Jan Janssen van den Ecker, de
kinderen van Henrick van der Haest, de gemeenschappelijke straat,
het eeuwsel van Jan. Lasten hieruit zijn 16 lopen rogge per jaar,
maat van Oirschot aan de kinderen van Henrick van der Hoeven en 1
malder gerst aan het kapittel van Oirschot en nog 2 rijnsguldens per
jaar aan Willem van Dormalen die aflosbaar zijn met 15
rijnsguldens. Nog krijgt hij een stuk land genoemd de Grootakker
ca. 4 lopenzaad groot, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p.
Goijaert Beckers, Gerit van de Melcroth, Jan natuurlijke zoon van
wijlen Jan van den Ecker, de kinderen van Henrick van der Haest,
Jan van Baest. De lasten hieruit zijn 1 Bosch mud rogge in Den
Bosch te leveren, nog 1 mud rogge maat van Oirschot. Nog krijgt hij
een stuk land genoemd de Hoeve groot ca. 3 lopenzaad, ter zelfder
plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de kinderen van Henrick van der
Haest, de gemeenschappelijke straat. Hieruit jaarlijks 2 mud rogge te
betalen, waarvan een mud aflosbaar met 24 rijnsguldens, elke
gulden van 20 stuivers, en nog de grondchijns. Nog krijgt hij een
stuk beemd genoemd de Nollensbeem ter zelfder plaatse als
hiervoor, b.p. de kinderen van Henrick van den Langeneep, Aert
Barbiers, de gemeenschappelijke straat. Lasten hieruit zijn de
grondchijns. Nog krijgt hij een stuk beemd genoemd de
Driesseneegd, ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p de kinderen van
Henrick van der Haest, de Karthuizers van Den Bosch en Jan
Willem Jacops. Daaruit 5 oude groten als chijns te betalen en 10
lopen rogge per jaar.
Genoemde Jan kijgt een huis, tuin etc., gelegen in herdgang
Verrenbest, b.p. de gemeenschappelijke straat, de kinderen van Jan
Peter Haecks, de kinderen van Heijlwig van der Haest. Daaruit
jaarlijks 2 pond paijment te betalen aan het kapttel van Oirschot en 2
stuivers als chijns. Nog krijgt hij een eeuwsel ter zelfder plaatse als
hiervoor, b.p.de kinderen van Henrick van der Haest, genoemde Jan
Gerits van den Ecker. Nog krijgt hij een stuk land genoemd de
.ekker, b.p. het genoemde eeuwsel, Gerit van den Ecker,
genoemde Jan. Hieruit jaarlijks 1 mud rogge te betalen aan St.
Odulphus te Best, nog een Bosch mud rogge aflosbaar met 28
peters, elke peter tegen 18 stuivers. Nog krijgt hij 2 lopenzaad land
genoemd de Beijaertakker, b.p. Goijaert Beckers, Gerit van de Ecker
waarvan is afgedeeld. Nog krijgt hij een stuk land groot een
lopenzaad gelegen zoals hiervoor, b.p. Goijaert Beckers, de straat.
Daaruit jaarlijks een half mud rogge te betalen, maat van Oirschot.
Nog krijgt hij een akker genoemd de Rosch, groot 2 lopenzaad
gelegen zoals hiervoor, b.p. de kinderen van Jan Peter Haecks,
Wouter van den Langeneep, de gemeenschappelijke straat, Claes
Thomaes. Daaruit jaarlijks 1 mud rogge te betalen, Oirschotse maat.
Nog krijgt hij 2 lopenzaad land, gelegen zoals hiervoor, b.p. Jan
Beertkens, aan het eind een erf dat eerder van Wouter Henricks was,
de gemeenschappelijke straat. Hieruit jaarlijks 3 lopen rogge te
betalen. Nog krijgt hij een beemd genoemd de Braeckelbeemd
gelegen ter zelfder plaatse als hiervoor, groot ca. anderhalve bunder,
b.p. de gemeenschappelijke straat, Jan Beertkens, Bert Jan Thijs (?),
met meer anderen. Daaruit jaarlijks 3 stuivers als chijns te betalen.
Datum op St. Dorothea en Amant 1487. (geen getuigen vermeld, JT)
=================034====================
Genoemde Jan uit de vorige akte moet aan zijn broer Gerit jaarlijks
14 lopen rogge betalen en daarvan moet men een brief maken.
(geen datum en geen getuigen vermeld, JT)
=================021====================
5-r)
Jan Jan Cuijpers verkoopt met een schepenbrief van Den Bosch aan
Goijaert Willem Aelbrechts die een pacht van 7 lopen rogge per jaar
maat van Oirschot, welke pacht Henrick Lambrechys eerder had
beloofd aan Jan Janssen van den Acker die men ook wel de Cuijper
noemt, steeds op Maria Lichtmisdag op onderpand van een perceel
groot 9 lopenzaad gelegen in de herdgang Naastenbest, b.p. Jans van
der Heijden, Gielis van den Schoet, Jacop Jacop Keijmps, Adriaen
Smollers. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te
handelen. Datum 22 januari 1499, getuigen Peter en Gestel.
==================361=======================
111)
Jan en Adriaen, gebroeders en wettige kinderen van wijlen Jans
van den Ecker verwekt bij genoemde Jan en bij wijlen diens vrouw
Aleijt, waarbij genoemde Jan ook als voogd optreedt voor de
wettige minderjarige kinderen van diens broer Adriaen verwekt bij
diens eerste vrouw Joestken en verder Henrick Dirck Hermans als
wettige man van IJken wettige dochter van wijlen genoemde Jan en
Aleijt, hebben met elkaar een boedelverdeling gemaakt van het
bezit dat ze van hun ouders hebben geerfd.
Genoemde Adriaen die daarvan het vruchtgebruik krijgt voor zover
dat volgens Oirschots erfrecht daarbij geldt en diens wettige
kinderen uit zijn eerste huwelijk daarvan het erfrecht, krijgt
een stuk land met het huis daarop, groot ca. een lopenzaad,
gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. Andries van de
Laeck, de gemeijnte. Ook krijgt hij een akker groot ca. 4 lopenzaad
met recht van overpad door de Duitse Val aldaar, ter zelfder
plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Dirck Vrancken, de kinderen
van Claes van Delft, Jan Hermans, het erf dat eerder van wijlen
Peter Geerlicks was. Hieruit moet jaarlijks 11 lopen rogge worden
betaald aan
111-v)
heer Jacop van den Spijker, nog een halve brasdenarius als
grondchijns. Verder krijgt hij een stuk akkerland groot ca. een
zesterzaad, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de
kinderen van Jan Haecks de jonge, de gemeijnte aldaar, Willem
Jacops, Bert Verhaest. Verder krijgt hij iets meer dan de helft
van een beemd genoemd de Bracker Beemd, ter zelfder plaatse als
hiervoor gelegen, zoals die helft is afgepaald aldaar, b.p. het
erf van Jan waarvan het is afgedeeld, Michiel Dielis Lucassen,
Jan Vlemmincks, Henrick Dirck Hermans, de gemeijnte. Verder
krijgt hij een jaarlijkse pacht van 5 lopen rogge, maat van
Wintelre, ook in Wintelre te heffen op het bezit van wijlen Jan
die Raijmaker. Verder krijgt hij een jaarrente van 2 gulden te
ontvangen van Gijsbrecht de Cort.
Genoemde Jan krijgt een stuk land groot ca. een zesterzaad, met
het huis daarop, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. de
kinderen van Jan Haecks, Engel weduwe en kinderen van Jan van
Berewinckel, de gemeijnte aldaar. Hieruit moet jaarlijks een
mudde rogge worden betaald aan de kapel of de fabriek van St.
Odulphus te Best. Verder krijgt hij een perceel, deels weide,
deels akkerland, groot ca. 6 lopenzaad in totaal, met recht van
overpad over het perceel van de kinderen
112)
en weduwe van Jans van Berewinckel, ter zelfder plaatse als
hiervoor gelegen, b.p. Andries van de Laeck, Dirck Vrancken,
Engel weduwe en kinderen van hiervoor. Daarbij moet recht van
overpad worden verleend aan Dirk Vrancken en de gebruikers van
diens erf. Verder krijgt hij ongeveer de helft van een beemd
genoemd de Braker Beemd, zoals dit is afgepaald en gelegen ter
zelfder plaatse als hiervoor, b.p. Margriet weduwe en kinderen
van Henrick Joirdens, genoemde Adriaen waarvan het is afgedeeld,
de gemeijnte aldaar, Henrick Dirk Hermans. Verder krijgt hij het
vierde deel van een beemd die nog niet is omheind, met recht van
overpad over het perceel van Jan Evarts ter zelfder plaatse als
hiervoor gelegen, b.p. Willem Colen, bepaalde personen uit
Liempde, Jan Evaerts, Peter Jan Corstens, Goijaert van Geloven.
Hieruit moet jaarlijks het vierde deel van de grondchijns worden
betaald. Verder krijgt hij een jaarlijkse rente van een gulden te
ontvangen van Mathijssen Jan Dircks ( Crijns ) en diens bezit.
Genoemde Henrick krijgt een akker groot ca. 3 lopenzaad, gelegen
in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. de kinderen van Claes van
Delft, het hierna vermelde erf, Andries Peters van de Laeck, de
gemeijnte. Hieruit moet jaarlijks aan de heer van Elderen een
halve oude grote worden betaald als grondchijns.
112-v)
Verder krijgt hij ca. een zesterzaad akkerland met recht van
overpad over het perceel van Dirck van den Spijker en dat van
Andries Peters van de Laeck, ter zelfder plaatse als hiervoor
gelegen, b.p. het hiervoor vermelde erf, de kinderen van Claes
van Delft, genoemde Andries Peters van de Laeck, Mathijs Crijns.
Hieruit moet jaarlijks een half mudde rogge worden betaald aan de
kinderen van Andries Meeuws. Verder krijgt hij een stuk driesland,
groot ca. een zesterzaad, b.p. Henrick Cornelissen, de
gemeijnte aldaar. Hieruit moet jaarlijks aan de kapellanen te
Beeck 3 lopen rogge worden betaald. Verder krijgt hij een perceel
bestaande uit twee weilandjes, ter zelfder plaatse als hiervoor
gelegen, b.p. Margriet weduwe en kinderen van Henrick Joirdens,
de kinderen van Claes van Delft en meer anderen, de gemeijnte,
het erf van genoemde Adriaen en Jan als mede erfgenamen. Verder
krijgt hij het vierde deel van de beemd uit de voorgaande akte
die niet is afgemaakt. Hieruit moet jaarlijks het vierde deel van
de grondchijns worden betaald. Verder krijgt hij een mudde rogge
per jaar te ontvangen uit het bezit van wijlen Jan van den
=================012====================
Melis Gerards van der Lulsdonk voor hemzelf handelend d en
voor zijn mede-erfgenamen, verder Jan van der Lulsdonk, Peter
van der Lulsdonk en Jacop Henricks van Strijp voor hemzelf
handelend d en voor diens wettige kinderen, verder Jan
Eijgeenbroets, voor hemzelf handelend d en voor diens medeerfgenamen,
Simon Peter Leijten voor hemzelf handelend d en
voor zijn mede-erfgenamen, Dirck de Cort en Jan Willem
Brouwers als echtgenoot van (..blanco gelaten, JT), Jan Meeus
Deckers voor hemzelf handelend d en voor zijn medeerfgenamen,
Aert Corstens voor hemzelf handelend d en voor
diens mede-erfgenamen, Willem Jan Corten voor hemzelf
handelend d en voor zijn zusters en broers, verder Gerard Jan
Peters voor hemzelf handelend d en voor zijn zusters en broers,
verder Gerard Janssen van den Acker en diens broer Jan,
verkopen samen aan Jacop Peters van Esch die een stuk beemd
gelegen in herdgang Spoordonk, ter plaatse genoemd dat
Losebroek, b.p. Gerard van Gerwen, Wouter van den Loo, de heer
van Tongerloo, Henrick Emmen van Oisterwijk. Lasten hieruit
zijn een oude grote als grondchijns. Datum 31 januari 1501,
getuigen Belaerts en Leeuw.