Familienstammbaum Willems - Van den Heuvel » Niclaes Aert Houtlox

Persönliche Daten Niclaes Aert Houtlox 

Quellen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10

Familie von Niclaes Aert Houtlox

(1) Er ist verheiratet mit Heijlken Wouter Clercks van den Arennest.

Sie haben geheiratet rund 1498.


Kind(er):



(2) Er ist verheiratet mit Ursula Lauwreijs Daniels.

Sie haben geheiratet vor 1542.

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Niclaes Aert Houtlox?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Vorfahren (und Nachkommen) von Niclaes Aert Houtlox


    Zeige ganze Ahnentafel

    Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

    • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
    • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
    • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.

    Verwandschaft Niclaes Aert Houtlox



    Visualisieren Sie eine andere Beziehung

    Quellen

    1. R.A. Oirschot, inv. nr. 126C, periode 1 Jan. 1502 t/m 31 december 1502.
      =================107====================
      19-r)
      Claes Aert Houtloecks verkoopt aan Jan Willems van den Laeck
      die een stuk land groot een zesterzaad, gelegen in herdgang
      Verrenbest ter plaatse genoemd ten Houte, b.p. Willem Wouters
      van den Weijer, de gemeijnte. De verkoper belooft alle lasten van
      zijn kant en namens zijn vrouw Heijlwich dochter van Wouters
      van den Arennest en haar erfge namen af te handelen. Actum als
      boven.
    2. R.A. Oirschot, inv. nr. 142 A, periode 1 jan. 1578 t/m 31 december 1578.
      ==================080====================
      118)
      Peter zoon wijlen Jan Goijaerts van den Maerselaer verkoopt een
      rente van een gulden per jaar, samen met de achterstand daarvan,
      welke rente hij heeft verkregen van Marten zoon Henrick Mercks als
      man van Elisabetten dochter van wijlen Niclaes Houtlox en welke
      rente Geerlick zoon wijlen Peter Laureijssen als man van Ijden
      dochter van Willem Henricks eerder had verkocht aan Niclaes zoon
      Aert Houtlox waarbij deze Niclaes het vruchtgebruik kreeg en zijn
      dochter Barbara daarvan het erfrecht. De rente vervalt steeds op
      Maria Lichtmisdag op onderpand van het derde deel van 4 bunder
      land, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. Willem
      Henricks, Goijaert Willem Henricks, de gemeijnte, Willem
      Ghijbkens, conform een schepenbrief van Den Bosch d.d. 3 februari
      1534. De rente was beloofd door Aerden zoon wijlen Roelof Bacx als
      voogd van Willemken zoon wijlen Willem Geerlicks uit het bezit van
      dat kind, welk bezit destijds bij de boedelverdeling van de kinderen
      van Geerlijck Peters toebedeeld was geweest
      118-v)
      om daaruit de rente van een gulden per jaar uit dat bezit van dat kind
      te betalen, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 14 juni 1559.
      Peter verkoopt deze rente nu aan Aerden zoon wijlen Joerdens de
      Metser en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen.
      Daarbij is afgesproken dat als de rente van een gulden niet wordt
      betaald, dat Aert het onderpand voor die gulden niet mag opwinnen of
      die op een andere wijze te gelde maken, maar dat hij enkel
      aanspraken kan ontlenen aan de boedelverdelingsbrieven danwel mag
      hij daarover overleg hebben met de bezitters van het onderpand wat
      hij het beste kan doen. Aert belooft dat hij dat zo zal doen zodanig dat
      het onderpand van deze verplichting verder daarvoor gevrijwaard zal
      blijven. Datum 15 september 1578, getuigen Achter en Fabri.
    3. R.A. Oirschot, inv. nr. 126B, periode 1 Jan. 1498 t/m 31 december 1498.
      =================223====================
      Goijaert Willem Aelbrechts verkoopt met een schepenbrief van Den
      Bosch aan Claes Aert Houtloecks een pacht van 3 en een halve lopen
      rogge, maat van Oirschot, welke pacht Goijaert Doliaert zoon van
      wijlen Jans van Berck als man van Lisbeth had verkocht aan Willem
      Roelofs genoemd Roef Willems van Groter Liempde, steeds te
      betalen op op Maria Lichtmisdag en in Oirschot te leveren op
      onderpand van een huis, tuin etc., gelegen onder Best hier, b.p. de
      kinderen van Jans van Horn, de gemeenschappelijke straat, Berdijn
      van Horn. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te
      handelen. Actum als boven.
    4. R.A. Oirschot, inv. nr. 126C, periode 1 Jan. 1501 t/m 31 december 1501.
      =================025====================
      7-r)
      Jan Janssen van Veldhoven verkoopt aan Claes Aert Houtloecks
      die een stuk land genoemd het Sonderen, groot 4 lopenzaad
      gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Beertram Jans van den
      Spijker, het erf van Goijaert Ketelbueters dat eerder van Jacop
      van Dormalen was, de verkoper. Lasten hieruit zijn 5 lopen rogge
      aan de heern van Beeck (Hilvarenbeek, JT). Met deze overdracht
      komt een pacht van 4 lopen rogge te vervallen die Heijlwig
      dochter van Wouter van den Arennest steeds op het perceel heeft
      geheven. Datum 9 maart 1501, getuigen Belaerts en Leeuw.
    5. R.A. Oirschot, inv. nr. 131C, periode 1 Jan. 1533 t/m 31 december 1533
      =================051====================
      Claes Aert Hoetloecks weduwnaar van Heijlwich dochter van Wouter
      Clercks, verder Peter en Wouter broers en kinderen van genoemde Claes
      en Heijlwich, nog Jan Mercks als man van Aleijt ook dochter van
      genoemde Claes en Heijlwich, welke Peter en Jan voor henzelf optreden
      maar ook nog voor hun zusters Luitgaerd, Barbara en Elisabeth, zijnde
      alle wettige kinderen van Claes Houtloecks en Heijlwich, ghebben een
      boedeldeling gemaakt van het bezit van wijlen hun moeder Heijlwich.
      Genoemde Claes wat betreft daarvan het vruchtgebruik, krijgt een
      akkertje genoemd 't Rot gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, nog
      een akker genoemd dat Winkelen, ter zelfder plaatse als hiervoor
      gelegen. Verder krijgt hij een huis met tuin, grond etc., ter zelfder plaatse
      als hiervoor gelegen dat hij nu zelf bewoont. Nog krijgt hij de helft van
      een akker genoemd de Eijskens akker, ter zelfder plaatse gelegen. Ook
      nog de helft van een stuk land
      16-r)
      Genoemd in 't Sonderen, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen. Nog de
      helft van een heiveld ter zelfder plaatse, nog de helft van een beemd
      genoemd de Drieseegd ter zelfder plaatse gelegen, dat Claes bij zijn
      eerste vrouw had verkregen. Hieruit moet hij jaarlijks 4 en een half lopen
      rogge betalen aan het St. Eloyaltaar te Oirschot, nog 3 lopen rogge aan
      de heer van Beek (Hilvarenbeek, JT), nog drie delen van een gouden
      Karolusgulden aan Antonis Belaerts, nog twee pond per jaar aan Happo
      Vos, nog de helft van de grondchijns. Verder krijgt Claes het
      vruchtgebruik van de helft van een peter per jaar die nu wordt betaald
      door Peter Jan Haecks, nog de helft van een peter per jaar die wordt
      betaald door Goijaert Happen.
      Peter en Claes, broers van hiervoor en Jan Merks, ten hunnen behoeve en
      ten behoeve van Luitgaerd, Barbara en Elisabeth wettige kinderen van
      genoemde Claes en Heijlwich, krijgen
      wate betreft het erfrecht ervan samen een akker genoemd de
      Meijenbraeck, nog de helt van een akker genoemd de Eijskensakker,
      nog de helft van een stuk erf genoemd in 't Sonderen, nog de helft van
      een beemd genoemd de Drieseegd, nog de helft van een heiveld , b.p. Jan
      de Cremer. Alle percelen zijn gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest.
      Hieruit moeten de kinderen jaarlijks 4 en een halve lopen rogge aan de
      rector van het St. Eloijaltaar te Oirschot betalen, nog 2 lopen rogge per
      jaar aan de heer van Hilvarenbeek, nog het vierde deel van een
      Andriesgulden aan Antonis Belaerts, nog de helft van de grondchijns.
      Verder krijgen ze een rente van 19 stuivers per jaar die eerder was
      beloofd door Dielis Francken van der Mere en nu wordt betaald door
      Adriaen Harnismakers. Nog krijgen ze de helft van een peter per jaar die
      nu wordt betaald door Peter Jan Scoemakers de oude alias Haecks.
      16-v)
      Nog krijgen ze de helft van een peter die wordt betaald door Goijaert
      Happen.
      Genoemde verdelers beloven elkaar deze boedeldeling altijd gestand te
      zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig zal
      betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor gevrijwaard blijven.
      Indien het mocht gebeuren dat er op iemands erfdeel meer lasten blijken
      te drukken dan zullen ze die gezamenlijk betalen. Datum 1 februari
      1533, getuigen Scoet en Willem.
    6. R.A. Oirschot, inv. nr. 138 B, 1 januari 1558 t/m 31 december 1558.
      ==================070=======================
      Lauwreijs Willemssen, Lauwreijs Janssoen, Arien zoon Jans van den
      Venne die in plaats van Ingelen zijn moeder optreedt en Dirck
      Henricks die namens zijn kinderen optreedt verwekt bij Heijlken
      dochter van Robbrecht van Weert, hebben hierbij het testament
      goedgekeurd dat eerder door Ursele Lauwreijssen als weduwe van
      Niclaes Houtlocks was opgemaakt voor schepenen en ook nog
      speciaal de overdracht
      20)
      die aan genoemde Lauwerijs Wouter Houtlocks inzake een vijfde deel
      van een zeker huis etc. is gedaan, genoemd de Locht eigendom van
      genoemde Urselen. Afspraak is dat Lauwreijs Wouters ( Houtlocks )
      dit bezit na het overlijden van Urselen in gebruik mag houden zonder
      dat genoemde personen hieraan aanspraken zullen ontlenen. Datum
      als boven, getuigen Vlueten en Bogaert.
      ==================071=======================
      Lauwreijs Wouter Houtlocks heeft beloofd om aan genoemde
      personen uit de vorige akte een bedrag van 50 gulden te zullen betalen
      binnen een half jaar na het overlijden van Ursula als weduwe van
      Niclaes Houtlocks. Datum en getuigen als boven.
    7. R.A. Oirschot, inv. nr. 137 B, periode 1 Jan. 1554 t/m 31 december 1554.
      ==================262=======================
      Mathijs zoon wijlen Henrick Mathijssen als man van Barbara, verder
      Dirck zoon wijlen Jan Adriaens als man van Lisbetten, nog Aleijt
      weduwe van wijlen Jan Mercks met haar zoon Jan Janssen Mercks die
      voor haar optreedt en nog Lutgaert weduwe van wijlen Wouter Gooris
      (van Kuijck, JT) met Joerdaenen van den Velde als haar hierbij
      toegewezen voogd, gezusters en allen wettige dochters van wijlen
      Niclaes Houtloeks verwekt bij Heijlken dochter van Wouter van den
      Arennest, verder nog Laureijs zoon Wouters Niclaes Houtloeks
      namens zijn vader Wouter waarvoor hij optreedt en nog Odolphus en
      Henrick, gebroeders en wettige kinderen van wijlen Peter Niclaes
      Houtloecks die ook nog optreden voor Peter, Adriaen, Ingelken,
      Marien en Heijlken hun andere broer en zusters, hebben hierbij een
      boedelverdeling gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd bij de
      dood van Niclaes Houtloecks en diens vrouw Heijlken.
      Bij deze verdeling krijgen Mathijs Henrick Mathijssen als man van
      Barbara
      65)
      en Lauwreijs zoon Wouter Niclaessen namens zijn vader Wouter
      samen het huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang
      Verrenbest, b.p. de gemeenschappelijke straat, Aert Aerts Sgraets.
      Hieruit moet jaarlijks 14 stuivers worden betaald aan de weduwe van
      Hap Vos, nog een penning grondchijns aan de hertog. Verder krijgen
      ze een akker met een stuk heiveld daaraan, ter zelfder plaatse als
      hiervoor, b.p. de gemeijnte, het erf van genoemde Laureijs, Lutgaert
      en Lisbeth waarvan het eerder is afgedeeld, Rutger Mercks. Hieruit
      moet jaarlijks de helft van een oude grote als grondchijns aan de
      hertog worden betaald. Verder moeten ze aan de andere erfgenamen
      110 gulden betalen.
      Dirck zoon Jan Adriaens als man van Elisabeth en genoemde Alijt
      dochter van genoemde Niclaes met haar zoon Jan Janssen waarbij
      Aleijt daarvan het vruchtgebruik krijgt en haar wettige kinderen
      verwekt bij Jan Mercks daarvan het erfrecht, krijgen samen een akker
      genoemd Tsondere, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. he
      erf van genoemde Lutgaert en van Aleijt waarvan het eerder is
      afgedeeld, de kinderen van Henrick Meelis, Henrick Jan Hermans.
      Hieruit moet jaarlijks 3 lopen rogge worden betaald Oirschotse maat
      aan het kapittel van Beek. Verder krijgen ze een akker genoemd 't
      Rot, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de St.
      Odulphuskapel, Joost Driessen, Peter Jan Corstens, de kinderen van
      Peter Geerlicks. Verder krijgen ze nog een bedrag van 63 gulden
      65-v)
      van Mathijssen Henricks en van Lauwreijs Wouters.
      Lutgaerden weduwe van Wouter Gooris met Joirdanen van den Velde
      als haar voogd, waarbij deze Lutgaert daarvan het vruchtgebruik krijgt
      en haar dochter Elisabeth daarvan het erfrecht, partij ter ener zijde en
      Odulphus met zijn broers en zusters als partij ter andere zijde, krijgen
      samen een akker genoemd de Eijskens akker, gelegen in Oirschot
      herdgang Verrenbest, het erf van Lutgaert en van Aleijt dat er eerder
      van is afgedeeld, de erfgenamen van Geerits van den Spijcker, Peter
      Jan Corstens, de kinderen van Joost Peter Geerlicks. Hieruit moet
      jaarlijks 4 en een halve lopen rogge worden betaald aan de rector van
      het St. Eloij altaar. Verder krijgen ze nog een akker genoemd dat
      Winckele ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Rutger Mercks,
      Willem Schutkens, de gemeenschappelijk straat, de kinderen van
      Lauwreijs van den Sande. Verder krijgen ze nog 47 gulden eens te
      ontvangen van genoemde Mathijs Henricks en van Lauwreijs
      Wouters.
      Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze verdeling altijd gestand te
      zullen doen. Datum 19 mei 1554, getuigen Goessen en Jan van den
      Schoet.
    8. R.A. Oirschot, inv. nr. 132A, periode 1 Jan. 1534 t/m 31 december 1534
      =================139====================
      Jan Jan Dircks verkoopt hierbij de helft van een akker met recht van
      overpad over het erf van Elisabeth, Barbara en Luijtgaerd gezusters en
      kinderen van Claes Aert Hoertloeks, gelegen in Oirschot herdgang
      Verrenbest, b.p. aan de zuidkant
      40-r)
      Laureijs van de Zande, aan de noordkant het erf dat ervan is afgedeeld,
      verder Jan Cremers en Henrick Goijaerts. Dat perceel had Jan gekocht
      van Peter Claes Houtloecks en van Jan Mercks als man van diens vrouw
      Aleijt dochter van genoemde Claes Aert Houtloecks, conform een
      schepenbrief van Oirschot. Hij doet er nu afstand van vanwege het recht
      van vernadering en verkoopt het perceel aan Luitgaerden, Barbara en
      Elisabeth, gezusters en kinderen van Claes Aert Houtlocks en de
      verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, behalve
      een rente van anderhalve gouden Karolusgulden aan Peter Claes
      Houtloeks jaarlijks door de 3 gezusters te betalen. Datum 9 maart 1534,
      getuigen Hoppenbrouwer en Scoet.
      =================140====================
      Vervolgens zijn genoemde Luitgared, Barbara en Elisabeth gezusters uit
      de vorige akte hier voor ons schepenen verschenen met Claes als hun
      voogd (hun vader dus, JT) en hebben nadrukkelijk beloofd de vermelde
      rente van anderhalve Karolusgulden per jaar zodanig te gaan betalen dat
      het bezit van Jan Jan Dircks en diens bezit daarvoor verder gevrijwaard
      blijft. Actum als boven.
    9. R.A. Oirschot, inv. nr. 136 B, periode 1 Jan. 1549 t/m 31 december 1549.
      ==================312=======================
      Nicolaes Aert Houtloecks en Ursul zijn vrouw, inwoners van Oirschot,
      beiden gezond van lichaam en in het bezit van hun verstandelijke
      vermogens, hebben met wederzijdse instemming hun testament
      opgemaakt en wel zoals Niclaes verklaart na de deling die hij eerder
      heeft gemaakt met zijn kinderen. Ze bevelen hun ziel zodra ze zijn
      komen te overlijden aan bij God en willen dat hun lichaam in gewijde
      grond wordt begraven. Ze willen dat hun erfgenamen alle schulden,
      giften, legaten, kerkrechten, kosten van de uitvaart en de
      voedseluitdeling, uit hun meest courante bezit zullen bekostigen en de
      arme mensen zal laten eten volgens oud gebruik. Voor begane
      onrechtvaardigheden vermaken de testateurs aan de St.
      Lambrechtsfabriek en de 4 biddende ordes die in Oirschot zijn
      vertegenwoordigd, elk een stuiver eens direkt na hun dood te betalen,
      verder vermaken ze aan de fabriek van St. Odulohus te Best 20
      stuivers eens ook na hun beider dood te betalen. Verder wensen de
      testateurs dat de langstlevende van hen beiden het vruchtgebruik zal
      behouden inzake alle bezit dat door de eerst overlijdende zal worden
      nagelaten en uit de roerende bezittingen zal de langstlevendde
      voedseluitdeling, de kosten van de uitvaart en de kerkrechten betalen.
      Inzake het roerende bezit dat ze na hun beider dood zullen nalaten,
      wordt bepaald dat de huisraad naar de partij gaat waarvan ze afkomstig
      is en de huisraad die ze samen hebben verworven gaat voor de helft
      naar hun beider familie behoudens als er een ...??? en een bed nog
      aanwezig is, dat versterft op de kinderen van genoemde Claes.
      78)
      Verder vermaken de testateurs de fabriek van de St. Peterskerk ter
      reparatie daarvan een jaarlijkse rente van 20 stuivers, die jaarlijks nu
      wordt betaald door Henrick Jan Mathijssen samen met de lopende en
      vervallen termijnen zoals die op de sterfdag van de laatstlevende zal
      worden achtergelaten. Daaruit zullen de fabriekmeesters die dan in
      funktie zijn aan de 4 biddende ordes in Oirschot die elk 20 stuivers
      betalen. Verder vermaken de testateurs ten behoeve van de Zaterdagse
      mis die in de St. Odulphuskapel wordt opgedragen, de jaarlijkse rente
      van anderhalve gulden die jaarlijks wordt betaald door de weduwe en
      kinderen van Antonis Michiels van der Waerden. Dit gebeurt op de
      konditie en dient te gebeuren door de priester zoals dat eerder in de
      eerste brief daarover is vastgelegd en de priester die deze mis doet is
      verplicht een jaargetijde te houden voor hen als testateurs en voor
      Claasken en verder volgens oud gebruik van deze kapel. Verder
      vermaken de testateurs een akker genoemd de Eijskens akker en de
      helft van een beemd genoemd De Dries Eecht, aan de kinderen van
      genoemde Claes, waarbij de dode partij met de levende moet delen en
      waarbij de wettige kindskinderen in de plaats van hun ouders komen,
      behoudens dat de wettige kinderen van wijlen zijn zoon Peter niet in
      de helft van genoemde beemd zullen meedelen, waarvoor de andere
      kinderen van Claes aan de kinderen van wijlen deze Peter die een
      bedrag van 9 gulden dienen te geven. Genoemde Claes wil vanwege
      hem daartoe moverende redenen dat deze voor het vierde deel in deze
      beemd die zoals Claes zegt hij wat betreft het vruchtgebruik in bezit
      heeft, dat die aan de kinderen van wijlen genoemde Peter nog eens 4
      gulden zullen geven zodat de kinderen van deze Peter geen rechten
      meer in deze beemd hebben. Verder vermaken de testateurs
      78-v)
      het huis met tuin, grond etc. waarin de testateurs vandaag de dag
      wonen, aan het armste van de kind van genoemde Claes, waarbij dat
      steeds als zodanig versterft voor de armste van hem en waarbij de
      dode hand met de levende moet delen, waarbij de allerarmste van hun
      kinderen of kindskinderen daarin steeds zal mogen blijven wonen tot
      in het 10e geslacht toe in de rechte lijn waarbij daarbij de armsten van
      hen steeds voorrang zullen hebben. Indien het gebeurt dat iemand van
      hen terzake van dit huis een proces zou willen voeren, dan zal die van
      zijn erfelijke aanspraken worden beroofd en maar dit proces of
      onenigheid daarover moet altijd beslecht worden door de genoemde
      priester van de hiervoor vermelde zaterdagse mis en door de
      kapelmeester die dan in funktie is. En hetgeen de partijen daarbij
      zullen afspreken moet door hen worden nagekomen danwel zal de
      partij die dat niet doet worden beroofd van diens aanspraken. Wat
      betreft het hout dat bij dit huis staat, dat wordt gebruikt om dit huis
      mee te repareren en degene die in het huis woont moet alle vrijdagen
      een mis horen en voor de testateurs bidden. Wat betreft het bezit van
      Ursulen dat in Oisterwijk is gelegen op de Locht aldaar, dat vermaakt
      deze Ursul hierbij met instemming van haar man aan haar zuster
      Margriet, die daarvan het vruchtgebruik krijgt en na haar dood
      versterft dat bezit op haar broer en zusters waarbij ieder evenveel
      krijgt en waarbij de dode partij met de levende moet delen en zodanig
      dat de
    10. R.A. Oirschot, inv. nr. 134 C, periode 1 jan. 1542 t/m 31 december 1542.
      ==================194=======================
      Claes Houtloecks als wettige man van Ursulken wettige dochter van
      wijlen Laureijs Emmen voor hemzelf handelend en ook voor zijn
      mede erfgenamen van genoemde Ursulen, voor wat betreft een achtste
      deel toe, verder Gevaert Jan Gevaerts voor een achtste deel toe, en Jan
      zoon wijlen Dirck Lippen als wettige man van Katarijnen wettige
      dochter van wijlen genoemde Jan Gevaerts, ook voor een achtste deel,
      samen dus 3 achtste delen, verkopen hierbij die delen van een akker,
      in totaal groot ca. 2 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang
      Spoordonck, b.p. het Bersveld, Henrick Goijaert Jacops, Wouter Peter
      Gerits,
      58-v)
      bepaalde personen te Beerse wonend. Ze verkopen dit bezit nu aan
      Jan zoon wijlen Jan Gevaerts en de verkopers beloven alle lasten van
      hun kant af te handelen. Datum 15 mei 1642, getuigen Goessen en
      Cort.

    Über den Familiennamen Houtlox

    • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Houtlox.
    • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Houtlox.
    • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Houtlox (unter)sucht.

    Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
    Sjoerd Willems, "Familienstammbaum Willems - Van den Heuvel", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-willems-van-den-heuvel/I14398.php : abgerufen 12. Juni 2024), "Niclaes Aert Houtlox".