(1) Er ist verheiratet mit Heijlken Wouter Clercks van den Arennest.
Sie haben geheiratet rund 1498.
Kind(er):
(2) Er ist verheiratet mit Ursula Lauwreijs Daniels.
Sie haben geheiratet vor 1542.
Niclaes Aert Houtlox | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) ± 1498 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heijlken Wouter Clercks van den Arennest | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) < 1542 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ursula Lauwreijs Daniels |
=================107====================
19-r)
Claes Aert Houtloecks verkoopt aan Jan Willems van den Laeck
die een stuk land groot een zesterzaad, gelegen in herdgang
Verrenbest ter plaatse genoemd ten Houte, b.p. Willem Wouters
van den Weijer, de gemeijnte. De verkoper belooft alle lasten van
zijn kant en namens zijn vrouw Heijlwich dochter van Wouters
van den Arennest en haar erfge namen af te handelen. Actum als
boven.
==================080====================
118)
Peter zoon wijlen Jan Goijaerts van den Maerselaer verkoopt een
rente van een gulden per jaar, samen met de achterstand daarvan,
welke rente hij heeft verkregen van Marten zoon Henrick Mercks als
man van Elisabetten dochter van wijlen Niclaes Houtlox en welke
rente Geerlick zoon wijlen Peter Laureijssen als man van Ijden
dochter van Willem Henricks eerder had verkocht aan Niclaes zoon
Aert Houtlox waarbij deze Niclaes het vruchtgebruik kreeg en zijn
dochter Barbara daarvan het erfrecht. De rente vervalt steeds op
Maria Lichtmisdag op onderpand van het derde deel van 4 bunder
land, gelegen in Oirschot herdgang Naastenbest, b.p. Willem
Henricks, Goijaert Willem Henricks, de gemeijnte, Willem
Ghijbkens, conform een schepenbrief van Den Bosch d.d. 3 februari
1534. De rente was beloofd door Aerden zoon wijlen Roelof Bacx als
voogd van Willemken zoon wijlen Willem Geerlicks uit het bezit van
dat kind, welk bezit destijds bij de boedelverdeling van de kinderen
van Geerlijck Peters toebedeeld was geweest
118-v)
om daaruit de rente van een gulden per jaar uit dat bezit van dat kind
te betalen, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 14 juni 1559.
Peter verkoopt deze rente nu aan Aerden zoon wijlen Joerdens de
Metser en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen.
Daarbij is afgesproken dat als de rente van een gulden niet wordt
betaald, dat Aert het onderpand voor die gulden niet mag opwinnen of
die op een andere wijze te gelde maken, maar dat hij enkel
aanspraken kan ontlenen aan de boedelverdelingsbrieven danwel mag
hij daarover overleg hebben met de bezitters van het onderpand wat
hij het beste kan doen. Aert belooft dat hij dat zo zal doen zodanig dat
het onderpand van deze verplichting verder daarvoor gevrijwaard zal
blijven. Datum 15 september 1578, getuigen Achter en Fabri.
=================223====================
Goijaert Willem Aelbrechts verkoopt met een schepenbrief van Den
Bosch aan Claes Aert Houtloecks een pacht van 3 en een halve lopen
rogge, maat van Oirschot, welke pacht Goijaert Doliaert zoon van
wijlen Jans van Berck als man van Lisbeth had verkocht aan Willem
Roelofs genoemd Roef Willems van Groter Liempde, steeds te
betalen op op Maria Lichtmisdag en in Oirschot te leveren op
onderpand van een huis, tuin etc., gelegen onder Best hier, b.p. de
kinderen van Jans van Horn, de gemeenschappelijke straat, Berdijn
van Horn. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te
handelen. Actum als boven.
=================025====================
7-r)
Jan Janssen van Veldhoven verkoopt aan Claes Aert Houtloecks
die een stuk land genoemd het Sonderen, groot 4 lopenzaad
gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. Beertram Jans van den
Spijker, het erf van Goijaert Ketelbueters dat eerder van Jacop
van Dormalen was, de verkoper. Lasten hieruit zijn 5 lopen rogge
aan de heern van Beeck (Hilvarenbeek, JT). Met deze overdracht
komt een pacht van 4 lopen rogge te vervallen die Heijlwig
dochter van Wouter van den Arennest steeds op het perceel heeft
geheven. Datum 9 maart 1501, getuigen Belaerts en Leeuw.
=================051====================
Claes Aert Hoetloecks weduwnaar van Heijlwich dochter van Wouter
Clercks, verder Peter en Wouter broers en kinderen van genoemde Claes
en Heijlwich, nog Jan Mercks als man van Aleijt ook dochter van
genoemde Claes en Heijlwich, welke Peter en Jan voor henzelf optreden
maar ook nog voor hun zusters Luitgaerd, Barbara en Elisabeth, zijnde
alle wettige kinderen van Claes Houtloecks en Heijlwich, ghebben een
boedeldeling gemaakt van het bezit van wijlen hun moeder Heijlwich.
Genoemde Claes wat betreft daarvan het vruchtgebruik, krijgt een
akkertje genoemd 't Rot gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, nog
een akker genoemd dat Winkelen, ter zelfder plaatse als hiervoor
gelegen. Verder krijgt hij een huis met tuin, grond etc., ter zelfder plaatse
als hiervoor gelegen dat hij nu zelf bewoont. Nog krijgt hij de helft van
een akker genoemd de Eijskens akker, ter zelfder plaatse gelegen. Ook
nog de helft van een stuk land
16-r)
Genoemd in 't Sonderen, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen. Nog de
helft van een heiveld ter zelfder plaatse, nog de helft van een beemd
genoemd de Drieseegd ter zelfder plaatse gelegen, dat Claes bij zijn
eerste vrouw had verkregen. Hieruit moet hij jaarlijks 4 en een half lopen
rogge betalen aan het St. Eloyaltaar te Oirschot, nog 3 lopen rogge aan
de heer van Beek (Hilvarenbeek, JT), nog drie delen van een gouden
Karolusgulden aan Antonis Belaerts, nog twee pond per jaar aan Happo
Vos, nog de helft van de grondchijns. Verder krijgt Claes het
vruchtgebruik van de helft van een peter per jaar die nu wordt betaald
door Peter Jan Haecks, nog de helft van een peter per jaar die wordt
betaald door Goijaert Happen.
Peter en Claes, broers van hiervoor en Jan Merks, ten hunnen behoeve en
ten behoeve van Luitgaerd, Barbara en Elisabeth wettige kinderen van
genoemde Claes en Heijlwich, krijgen
wate betreft het erfrecht ervan samen een akker genoemd de
Meijenbraeck, nog de helt van een akker genoemd de Eijskensakker,
nog de helft van een stuk erf genoemd in 't Sonderen, nog de helft van
een beemd genoemd de Drieseegd, nog de helft van een heiveld , b.p. Jan
de Cremer. Alle percelen zijn gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest.
Hieruit moeten de kinderen jaarlijks 4 en een halve lopen rogge aan de
rector van het St. Eloijaltaar te Oirschot betalen, nog 2 lopen rogge per
jaar aan de heer van Hilvarenbeek, nog het vierde deel van een
Andriesgulden aan Antonis Belaerts, nog de helft van de grondchijns.
Verder krijgen ze een rente van 19 stuivers per jaar die eerder was
beloofd door Dielis Francken van der Mere en nu wordt betaald door
Adriaen Harnismakers. Nog krijgen ze de helft van een peter per jaar die
nu wordt betaald door Peter Jan Scoemakers de oude alias Haecks.
16-v)
Nog krijgen ze de helft van een peter die wordt betaald door Goijaert
Happen.
Genoemde verdelers beloven elkaar deze boedeldeling altijd gestand te
zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig zal
betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor gevrijwaard blijven.
Indien het mocht gebeuren dat er op iemands erfdeel meer lasten blijken
te drukken dan zullen ze die gezamenlijk betalen. Datum 1 februari
1533, getuigen Scoet en Willem.
==================070=======================
Lauwreijs Willemssen, Lauwreijs Janssoen, Arien zoon Jans van den
Venne die in plaats van Ingelen zijn moeder optreedt en Dirck
Henricks die namens zijn kinderen optreedt verwekt bij Heijlken
dochter van Robbrecht van Weert, hebben hierbij het testament
goedgekeurd dat eerder door Ursele Lauwreijssen als weduwe van
Niclaes Houtlocks was opgemaakt voor schepenen en ook nog
speciaal de overdracht
20)
die aan genoemde Lauwerijs Wouter Houtlocks inzake een vijfde deel
van een zeker huis etc. is gedaan, genoemd de Locht eigendom van
genoemde Urselen. Afspraak is dat Lauwreijs Wouters ( Houtlocks )
dit bezit na het overlijden van Urselen in gebruik mag houden zonder
dat genoemde personen hieraan aanspraken zullen ontlenen. Datum
als boven, getuigen Vlueten en Bogaert.
==================071=======================
Lauwreijs Wouter Houtlocks heeft beloofd om aan genoemde
personen uit de vorige akte een bedrag van 50 gulden te zullen betalen
binnen een half jaar na het overlijden van Ursula als weduwe van
Niclaes Houtlocks. Datum en getuigen als boven.
==================262=======================
Mathijs zoon wijlen Henrick Mathijssen als man van Barbara, verder
Dirck zoon wijlen Jan Adriaens als man van Lisbetten, nog Aleijt
weduwe van wijlen Jan Mercks met haar zoon Jan Janssen Mercks die
voor haar optreedt en nog Lutgaert weduwe van wijlen Wouter Gooris
(van Kuijck, JT) met Joerdaenen van den Velde als haar hierbij
toegewezen voogd, gezusters en allen wettige dochters van wijlen
Niclaes Houtloeks verwekt bij Heijlken dochter van Wouter van den
Arennest, verder nog Laureijs zoon Wouters Niclaes Houtloeks
namens zijn vader Wouter waarvoor hij optreedt en nog Odolphus en
Henrick, gebroeders en wettige kinderen van wijlen Peter Niclaes
Houtloecks die ook nog optreden voor Peter, Adriaen, Ingelken,
Marien en Heijlken hun andere broer en zusters, hebben hierbij een
boedelverdeling gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd bij de
dood van Niclaes Houtloecks en diens vrouw Heijlken.
Bij deze verdeling krijgen Mathijs Henrick Mathijssen als man van
Barbara
65)
en Lauwreijs zoon Wouter Niclaessen namens zijn vader Wouter
samen het huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang
Verrenbest, b.p. de gemeenschappelijke straat, Aert Aerts Sgraets.
Hieruit moet jaarlijks 14 stuivers worden betaald aan de weduwe van
Hap Vos, nog een penning grondchijns aan de hertog. Verder krijgen
ze een akker met een stuk heiveld daaraan, ter zelfder plaatse als
hiervoor, b.p. de gemeijnte, het erf van genoemde Laureijs, Lutgaert
en Lisbeth waarvan het eerder is afgedeeld, Rutger Mercks. Hieruit
moet jaarlijks de helft van een oude grote als grondchijns aan de
hertog worden betaald. Verder moeten ze aan de andere erfgenamen
110 gulden betalen.
Dirck zoon Jan Adriaens als man van Elisabeth en genoemde Alijt
dochter van genoemde Niclaes met haar zoon Jan Janssen waarbij
Aleijt daarvan het vruchtgebruik krijgt en haar wettige kinderen
verwekt bij Jan Mercks daarvan het erfrecht, krijgen samen een akker
genoemd Tsondere, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. he
erf van genoemde Lutgaert en van Aleijt waarvan het eerder is
afgedeeld, de kinderen van Henrick Meelis, Henrick Jan Hermans.
Hieruit moet jaarlijks 3 lopen rogge worden betaald Oirschotse maat
aan het kapittel van Beek. Verder krijgen ze een akker genoemd 't
Rot, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de St.
Odulphuskapel, Joost Driessen, Peter Jan Corstens, de kinderen van
Peter Geerlicks. Verder krijgen ze nog een bedrag van 63 gulden
65-v)
van Mathijssen Henricks en van Lauwreijs Wouters.
Lutgaerden weduwe van Wouter Gooris met Joirdanen van den Velde
als haar voogd, waarbij deze Lutgaert daarvan het vruchtgebruik krijgt
en haar dochter Elisabeth daarvan het erfrecht, partij ter ener zijde en
Odulphus met zijn broers en zusters als partij ter andere zijde, krijgen
samen een akker genoemd de Eijskens akker, gelegen in Oirschot
herdgang Verrenbest, het erf van Lutgaert en van Aleijt dat er eerder
van is afgedeeld, de erfgenamen van Geerits van den Spijcker, Peter
Jan Corstens, de kinderen van Joost Peter Geerlicks. Hieruit moet
jaarlijks 4 en een halve lopen rogge worden betaald aan de rector van
het St. Eloij altaar. Verder krijgen ze nog een akker genoemd dat
Winckele ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. Rutger Mercks,
Willem Schutkens, de gemeenschappelijk straat, de kinderen van
Lauwreijs van den Sande. Verder krijgen ze nog 47 gulden eens te
ontvangen van genoemde Mathijs Henricks en van Lauwreijs
Wouters.
Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze verdeling altijd gestand te
zullen doen. Datum 19 mei 1554, getuigen Goessen en Jan van den
Schoet.
=================139====================
Jan Jan Dircks verkoopt hierbij de helft van een akker met recht van
overpad over het erf van Elisabeth, Barbara en Luijtgaerd gezusters en
kinderen van Claes Aert Hoertloeks, gelegen in Oirschot herdgang
Verrenbest, b.p. aan de zuidkant
40-r)
Laureijs van de Zande, aan de noordkant het erf dat ervan is afgedeeld,
verder Jan Cremers en Henrick Goijaerts. Dat perceel had Jan gekocht
van Peter Claes Houtloecks en van Jan Mercks als man van diens vrouw
Aleijt dochter van genoemde Claes Aert Houtloecks, conform een
schepenbrief van Oirschot. Hij doet er nu afstand van vanwege het recht
van vernadering en verkoopt het perceel aan Luitgaerden, Barbara en
Elisabeth, gezusters en kinderen van Claes Aert Houtlocks en de
verkoper belooft alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, behalve
een rente van anderhalve gouden Karolusgulden aan Peter Claes
Houtloeks jaarlijks door de 3 gezusters te betalen. Datum 9 maart 1534,
getuigen Hoppenbrouwer en Scoet.
=================140====================
Vervolgens zijn genoemde Luitgared, Barbara en Elisabeth gezusters uit
de vorige akte hier voor ons schepenen verschenen met Claes als hun
voogd (hun vader dus, JT) en hebben nadrukkelijk beloofd de vermelde
rente van anderhalve Karolusgulden per jaar zodanig te gaan betalen dat
het bezit van Jan Jan Dircks en diens bezit daarvoor verder gevrijwaard
blijft. Actum als boven.
==================312=======================
Nicolaes Aert Houtloecks en Ursul zijn vrouw, inwoners van Oirschot,
beiden gezond van lichaam en in het bezit van hun verstandelijke
vermogens, hebben met wederzijdse instemming hun testament
opgemaakt en wel zoals Niclaes verklaart na de deling die hij eerder
heeft gemaakt met zijn kinderen. Ze bevelen hun ziel zodra ze zijn
komen te overlijden aan bij God en willen dat hun lichaam in gewijde
grond wordt begraven. Ze willen dat hun erfgenamen alle schulden,
giften, legaten, kerkrechten, kosten van de uitvaart en de
voedseluitdeling, uit hun meest courante bezit zullen bekostigen en de
arme mensen zal laten eten volgens oud gebruik. Voor begane
onrechtvaardigheden vermaken de testateurs aan de St.
Lambrechtsfabriek en de 4 biddende ordes die in Oirschot zijn
vertegenwoordigd, elk een stuiver eens direkt na hun dood te betalen,
verder vermaken ze aan de fabriek van St. Odulohus te Best 20
stuivers eens ook na hun beider dood te betalen. Verder wensen de
testateurs dat de langstlevende van hen beiden het vruchtgebruik zal
behouden inzake alle bezit dat door de eerst overlijdende zal worden
nagelaten en uit de roerende bezittingen zal de langstlevendde
voedseluitdeling, de kosten van de uitvaart en de kerkrechten betalen.
Inzake het roerende bezit dat ze na hun beider dood zullen nalaten,
wordt bepaald dat de huisraad naar de partij gaat waarvan ze afkomstig
is en de huisraad die ze samen hebben verworven gaat voor de helft
naar hun beider familie behoudens als er een ...??? en een bed nog
aanwezig is, dat versterft op de kinderen van genoemde Claes.
78)
Verder vermaken de testateurs de fabriek van de St. Peterskerk ter
reparatie daarvan een jaarlijkse rente van 20 stuivers, die jaarlijks nu
wordt betaald door Henrick Jan Mathijssen samen met de lopende en
vervallen termijnen zoals die op de sterfdag van de laatstlevende zal
worden achtergelaten. Daaruit zullen de fabriekmeesters die dan in
funktie zijn aan de 4 biddende ordes in Oirschot die elk 20 stuivers
betalen. Verder vermaken de testateurs ten behoeve van de Zaterdagse
mis die in de St. Odulphuskapel wordt opgedragen, de jaarlijkse rente
van anderhalve gulden die jaarlijks wordt betaald door de weduwe en
kinderen van Antonis Michiels van der Waerden. Dit gebeurt op de
konditie en dient te gebeuren door de priester zoals dat eerder in de
eerste brief daarover is vastgelegd en de priester die deze mis doet is
verplicht een jaargetijde te houden voor hen als testateurs en voor
Claasken en verder volgens oud gebruik van deze kapel. Verder
vermaken de testateurs een akker genoemd de Eijskens akker en de
helft van een beemd genoemd De Dries Eecht, aan de kinderen van
genoemde Claes, waarbij de dode partij met de levende moet delen en
waarbij de wettige kindskinderen in de plaats van hun ouders komen,
behoudens dat de wettige kinderen van wijlen zijn zoon Peter niet in
de helft van genoemde beemd zullen meedelen, waarvoor de andere
kinderen van Claes aan de kinderen van wijlen deze Peter die een
bedrag van 9 gulden dienen te geven. Genoemde Claes wil vanwege
hem daartoe moverende redenen dat deze voor het vierde deel in deze
beemd die zoals Claes zegt hij wat betreft het vruchtgebruik in bezit
heeft, dat die aan de kinderen van wijlen genoemde Peter nog eens 4
gulden zullen geven zodat de kinderen van deze Peter geen rechten
meer in deze beemd hebben. Verder vermaken de testateurs
78-v)
het huis met tuin, grond etc. waarin de testateurs vandaag de dag
wonen, aan het armste van de kind van genoemde Claes, waarbij dat
steeds als zodanig versterft voor de armste van hem en waarbij de
dode hand met de levende moet delen, waarbij de allerarmste van hun
kinderen of kindskinderen daarin steeds zal mogen blijven wonen tot
in het 10e geslacht toe in de rechte lijn waarbij daarbij de armsten van
hen steeds voorrang zullen hebben. Indien het gebeurt dat iemand van
hen terzake van dit huis een proces zou willen voeren, dan zal die van
zijn erfelijke aanspraken worden beroofd en maar dit proces of
onenigheid daarover moet altijd beslecht worden door de genoemde
priester van de hiervoor vermelde zaterdagse mis en door de
kapelmeester die dan in funktie is. En hetgeen de partijen daarbij
zullen afspreken moet door hen worden nagekomen danwel zal de
partij die dat niet doet worden beroofd van diens aanspraken. Wat
betreft het hout dat bij dit huis staat, dat wordt gebruikt om dit huis
mee te repareren en degene die in het huis woont moet alle vrijdagen
een mis horen en voor de testateurs bidden. Wat betreft het bezit van
Ursulen dat in Oisterwijk is gelegen op de Locht aldaar, dat vermaakt
deze Ursul hierbij met instemming van haar man aan haar zuster
Margriet, die daarvan het vruchtgebruik krijgt en na haar dood
versterft dat bezit op haar broer en zusters waarbij ieder evenveel
krijgt en waarbij de dode partij met de levende moet delen en zodanig
dat de
==================194=======================
Claes Houtloecks als wettige man van Ursulken wettige dochter van
wijlen Laureijs Emmen voor hemzelf handelend en ook voor zijn
mede erfgenamen van genoemde Ursulen, voor wat betreft een achtste
deel toe, verder Gevaert Jan Gevaerts voor een achtste deel toe, en Jan
zoon wijlen Dirck Lippen als wettige man van Katarijnen wettige
dochter van wijlen genoemde Jan Gevaerts, ook voor een achtste deel,
samen dus 3 achtste delen, verkopen hierbij die delen van een akker,
in totaal groot ca. 2 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang
Spoordonck, b.p. het Bersveld, Henrick Goijaert Jacops, Wouter Peter
Gerits,
58-v)
bepaalde personen te Beerse wonend. Ze verkopen dit bezit nu aan
Jan zoon wijlen Jan Gevaerts en de verkopers beloven alle lasten van
hun kant af te handelen. Datum 15 mei 1642, getuigen Goessen en
Cort.