(1) Er hat eine Beziehung mit Katharina (Wouter) Wellens Geerlics.
Kind(er):
(2) Er hat eine Beziehung mit Vrouwe Margareta Alardi van den Roetelen.
Uit zijn eerste huwelijk bij Margareta Alardi van den Roetelen:
- Giselbertus
- Mechtildis getrouwd met Godefridus Nycolai van Deijl
- Alardus
- Elisabeth
- Agnes
In 1467 bij Katharina Wolteri Willems:
- broeder Gerardus
- Wolteri
- Leonius
- Lucas
Zijn tweede vrouw komt in een andere stamboom voor als Kathelijn Wouter Wellens, wat onderstaande lijn van De Vrijheid Oisterwijk zou kunnen verklaren.
?Van Geerlac Wellens, de schoutet, zijn vier kinderen bekend:
a. Dirk, natuurlijke zoon.
b. Wellen Geerlics, wiens natuurlijke dochter de vrouw werd van Lonys Ghijsbrechts van Megen.
c. Jan, die een zoon Engbrecht Jan Wellens had.
d. Aleid, welke trouwt met Willem van de Tongerepen.
Geerlac is opnieuw schoutet in 1393, en ook van 1395 tot december 1399. Ook in 1400, 1401-1404 en in 1414 treedt hij op als schoutet.
Lonys Ghijsbert van Megen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Katharina (Wouter) Wellens Geerlics | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
79. Deyl, Jordanus de - alias Erkel
-- , I.L. 1455 (1455-1475) Den Bosch
Joerden van Deyl werd in Den Bosch geboren als zoon van de kramer Otto Loef van Deyl, zoon van Claes van Deyl, zoon van Ghijsbrecht van Os. Grootvader Claes van Deyl overleed vóór 1403 en had behalve Otto nog een zoon Claes van Deyl die eveneens kramer was. Deze laatste Claes was viermaal getrouwd. Zijn eerste vrouw was Heilwich, dochter van Gerit Keteler van Tiel en van Katherijn. Zijn tweede vrouw was Margriet, dochter van Goyart Willem Vos en van jonkvrouw Mechtelt, natuurlijke dochter van heer Henrick vander Leck. Margriet overleed vóór 1437. Claes' derde vrouw was Heilwich, dochter van Jacop of Gerit van Heersel, en zijn vierde vrouw was een zekere Mariken die vanaf ongeveer 1447 als zijn weduwe wordt genoemd. Claes had vier kinderen: Goyart, Mathijs, Gerit en Claes. Van deze kinderen was Goyart getrouwd met Mechtelt, dochter van Margriet Alarts vander Roetelen en van Lonys, zoon van Ghijsbrecht, natuurlijke zoon van heer Gerit van Megen, ridder.
X-D Gijsbert van Megen, natuurlijke zoon van Gerard van Megen (IX-B).
19 april 1381: (quinta post palmarium):
Gijsbert zoon (w?) Heer Gerit van Megen.145
1463-1464:
Ghijsbert natuurlijke zoon wijlen Heer Gerit van Megen, man van Lijsbeth dochter wijlen Margriet dochter wijlen
Margriet Wouter van Ghoerle.146
Hij was gehuwd met Lijsbeth.
1463-1464:
Dochter wijlen Margriet dochter wijlen Margriet Wouter van Ghoerle. ( zie bij Ghijsbert)
Van hen is een kind bekend:
1 Leunis van Megen, zie XI-E.
1453 mei 29 847.Sch.Otw,R.161,17r-02
Lonijs van Megen z. qd GHijsbrecht van Megen pt etc. Wouteren van Ele Thomaes Hessels soen tot behoef der tafelen des heylige geests in der kercken van Oesterwijc gelegen een half mud rogs erfelijcs pachts anno quol.. ipur? van ende vut
enen stuck lants geh. den Laeracker totte voirs. Lonijs behorende dwelc hi jegen Henricke van Buedel in sine wedewestaet erfelijc gecregen heeft na inhout ende begrijp scepenen letteren van Oesterwijck daeraf mency makende welc stuc k lants voirs. gelegen in der vrijheyt van Oesterwijck < her. Henricks van Buedel W her. Jan Scijven O ^ N aen den waterlaet aldaer v Z aen erfenis Aerts die Greve ut dixit
etc. met voirwerde toegedaen dattie heylige Geest meesters nu sijnde ende namaels wesende verbonden sullen wesen wesen hieraf vut te reyken den gesellen vanden kerke van Oesterwijc ij loepen rogs erfelics pachts alle jaer in pur. voer jaergetide Lonijs voirs. Margrieten sijnre huysvrouw ende hoere kijnderen ende hoir ouders inder kercke van Oisterwijc te doen gelijc als dat aldaer gedwoonlic is [in ondermarge: met vorwaarde toegedaen of die gesellen vanden kerken die jaergetide opten dach als die geset sijn nyet en dede als behoirlic is dat alsdan die HeyligeGeestmeesters die twee lopen rogs erfpacht den armen geven en bewijsen sullen]
ende van ende vut
enen stuck beempts geh. den Leggen Hoernynck gelegen in Oesterwijk < die gemeyn Aa W > her. Wouter Maes Hessels z. die daertegen deylt O ut dixit
ende hebben geloeft Lanijs voirs. [doorgehaald: ende Katelijn nat.d.w. Wellen Gerlijcs z. c.t. rresignit] sup. omnia et her. dat sij dit half mud rogs erfpacht voirs. binnen dit ende van purificatione naest comende over vyer jaer [sal quyten ende lossen] of altoes hier ende binnen als hen gelieven sal met negentien gouden peters vel valorem ende metten pacht vanden jawer ende mette achterstelle scab. Jo Elst et Jo Poynenborch Peters soen feria tercia post octavam Pentecostes sc. xxix die maij
1466 januari 10 847.Sch.Otw,R.172,66-27v-01
Aerndt geh. die Greve z.w. Aerts Greven
? een stuc landt geh. den Laeracker 7 L in lib. Otw in loco dicto die Nedervonderen < erf heer Wouter Bacs priester > erf Lonys van Megen ^erf Peter vande Einde v erf Jan Stinen ut dixit
welc helft des ackers voors. w. Aert die Greve teghen Henric geh. van Buedel z.w. Jans van Buedel en welc helft des ackers voers. Mechtelt weduwe w. Aerts Greven voers. en hoer kinderen teghen Gheryden ende Wouteren gebr. krn Lonis van Megen voor henselven en voer Lucas en Lonys hoer bruederen krn Lonis voers. daar Gherit en Wouter voer gheloeft hadden ende daar Lonis van Megen sijnre tocht in afgegaan was met overgeven en welc stuc lands voors. totten voors Aert mids eenre erfdeilinge met sinen mede erfgenamen erfelic toecomen is in sch.br. Otw vendt Gherit z.w. Lambrecht Groten etc. uitgenomen den comer in de oude brieven begrepen en ½ mud rogge erfpacht der tafelen des H.Geest kerk van Otw scab. Appel en Einde datum x january
Gherit voers. promisit Aernden voers. 18 peters voor elke peter 18 st in festo Jacobi a.s. Datum scabini ut supra.
116.6.5.12
poorters te Oisterwijk:
van Loenis van Megen den welke die voirs. scouthet bevant dat hy tot Oesterwyc niet
poerter en was hoe wale dat hy daer lange tyt gewoent hadde ende der gemeynten aldaer
gebruyct hadde ende meer andere privilegien geuseert gelyc den gebueren van
Oesterwyc, dair om dat hem die voirs. scouthet niet en woude laten gestaen te betalen
met also vele als oft hij inden iersten aencomen ware poerter worden mer heeft hem
daer af laten componeren om beden wille van goeden mannen voor ii Gwilhelmus scilde
deen helft voer die vryheit van Oesterwyc voirs. als boven dair om hier voer mijns heren
deel alsoet geseegt was in die stat van den gwilhelmus scilt [vgl. Guilielmus] te gheven xx
stuivers qui valent v s. gr.
van Janne Wolfart den welken die voirs. scouthet oeck bevant dat hy niet poerter
worden en was woe wale dat hy der gemeynten ende der vryheit privilegien oec een wile
tyts gebr[u]yct ende geuseert hadde sonder poerter te werden
1449 mei 15 847.Sch.Otw,R.157,012r-01
Lonijs geh. van Megen z. qd Ghijsbrecht van Meghen
sijn huys ende hof cum fundo et attinentiis daer [doorgehaald: Lonijs vors] Lijnken? naturael dochter qd Wellens? ende hoer kijnder nu in besittende sijn gelegen in der vrijheyt van Oesterwijck < her. die Herman? Wijten nu besit ende hantplicht > Gherijt Werners ^ vander straete v totte erfenis Willems Beckers die oude
na begrip van schepenen daeraf mency makende
item een beemdeken geh. den Leghen Hoernyck dat welc Lonijs voirs. jegen sijn voerkijnder erfelic gecregen heeft
put in litteris de Oesterwijck
Item een stuck lants geh. den Laeracker vyer lopens lants of daeromtrent begrijpende < Heyn Loden et eius liberi > Aert die Greve daer een waterlaet tusschen gheet
dat welc qd Aert van Laerhoven jegen Jan van Catwijck erfelic gecregen had ende dat welc totten voirs. Lonijs nu comen is put in diversis litteris cont.. ende welc erfenissen voirs. Lonijs voirs. in sinen wedewenstoel vercregen heeft ende hiertoe alle andere goede erfelike ende havelike die welc Lonijs voirs. nba doet qd joffr. Margrieten sijns wijfs vercregen mach hebben ubicumque locorum etc. ut dixit leg. et her. suppt et resignit Huberto? ad opus Kathelinen dochter qd Wellens Geerlics soen tot hoere leven? ende hoeren kijnderen vanden selven Lonijs ende vut Katelinen voirs. tesamen gewonnen of gewonnen te werden te erve te bliven met vorwerde toegedaen dat Katelijn voers. dese voirs. hoer kijnder selve hiermede regeren ende ophelpen sal ende voert eest mede vorwaerde dat of dat sake weer dat enich van dese kijnderen voirs. aflivich worden sonder geboert te live blivende dat dan des gheens gedeelt die aflivich weer comen ende bliven sal den anderen van hen die levende weren ende voert... oft sake weer dat Katelijn met hoeren kijnderen voirs. nyet en verdroegen ende van sceede dat si alsdan vut den voergh. gueden een mudde rogs jaerlijcs tot hoiren live te heffen ende te boren ende na hoer doet den voirs. hoer kijnderen te erve te bliven ende mids de vorwerdensoe heeft geloeft Lonijs voirs. sup omnia et hereditare etc. scab. Aert Appel et Jo Poynenborch feria quinta post Servaty episcopus xv die maij - solvit v plac de pistibus? ad bonis conput? litera? t.? Leono predictis
170. 1223/64v-9/12-04-1453. Solvit. Christina, weduwe van Hermanus Witen, en Godefridus Godefridi van Hulsel verkochten aan Leonio Ghisberti van Megen de Laarakker, onder Oisterwijk, tussen erfgoed van Johannes Lupprechs en tussen erfgoed van Johannes Stijnen, strekkend van erfgoed van Petrus die Beer tot aan een waterlaat, belast met 1. een erfpacht van 10 lopen rogge aan de tafel van de H.Geest in Oisterwijk, 2. een erfpacht van 4½ lopen rogge aan Engbertus die Greve.
Christina relicta quondam Hermani Witen, Godefridus de Hulsel filius quondam Godefridi cum tutore peciam terre dictam den Laerecker, sitam infra libertatem de Oesterwijck, inter hereditatem Johannis Lupprechs ex uno et inter hereditatem Johannis Stijnen ex alio, tendentem ab hereditate Petri die Beer ad aquaductum, ut dicebat, hereditarie vendiderunt Leonio de Megen filio quondam Ghisberti, promittentes divisi super omnia et habenda, scilicet dicta Christina pro una tercia parte et dictus Godefridus pro duabus terciis partibus warandiam et obligationem deponere, exceptis hereditaria paccione decem lopinorum siliginis mense sancti spiritus in Oesterwijck et hereditaria paccione quatuor et dimidii lopinorum siliginis Engberto die Greve exinde e iure solvendis, ut dicebant. Testes Scilder et Berkel. Datum supra. (XII aprilis, quinta post quasimodo).
1461 maart 10 847.Sch.Otw,R.168,007r-01
Lonys gh. vna Meghen soen wilner Ghijsbrecht van Meghen alsulken tocht ende recht van tochten als Lonys voers. besittende is in
? de helft van enen stuck lands gh. den Laeracker ghelegen inder prochien van Otw < > den waterlaet gh. ter Nedervonderen te weten die helft daer af noertwaert ghelegen < her. Jan Stinen > her. Aert Appel van Lucel ^ vander voers. waterlaet v andere helft desselve stuck lands v Aernde gh. den Greve behorende ut dixit
welc helft des voers. stuck lands Lonys van Meghen voers. teghen Henric gh. van Buedel soen wilner Jans van Buedel als wittighe man ende momboir Elisabetthen sine uxoris filia qd Aerts gh. Appels van Lucel voer hem selven ende voer Heylwighen weduwe des voers. wilner Aert Appel sijns zweghers daer Henric voers. voer gheloeft had met overgheven erf. acq. in litteris de Otw leg. et her supt. Gherijden ende Woteren confratres kynderen Lonys voers. vander selve Lonys ende wt Kathelinen dochter wilner Wouter Gheerlecs tesamen wittelijc ghewonnen ad opus Lucas ende Lonys krn desselfs Lonys ende w. Kathelinen voers. met afgaen en vertijen tot voors. tochte nimmermeer te comen scab. Appel et Em datum x marcy
Quo facto Gherit ende Wouter voersd. pro se et pro Lonys et Lucas hoeren brueren voers. hebben dese helft vanden voers. stuck lands wittelijc ende erfelijc overghegeven ende opghedragen Mechtelden vidue qd Aerts Greven ende hoer krn teweten deselve Mechtelden tot hoer tochten ende hoer krn voers. ten erve te bliven etc. scab. predicti datum - -
Laureys z.w. Laureys Groeys redemit et reportavit dicto Mechtelden et suorum scab. Doren et Heyen datum ut supra
Mechtelt voers. Jan Aert kijnder daerselver Mechtelden ende wilnert Aerts sGreven voers. pr.. midisum sup hud. Lonysen van Meghen ende sine kinderen voers. xviij peters ende voer elken peter xviij st a purificatione prope futuram over iij jaer solvendis ende dat sij binnen de voers. terminen aen die tafel des Heylichs Gheests betalen zullen jaerlijcs een 12/2 mud rogs alsoe datter Lonijs voers. ende sijn gueden die kynder Lonijs voers. ende hoer gueden onghelast ende onghehouden zullen sijn oft daer den iersten termine der betalinghen af wesen sal de purificatione ult. annum scab. Appel et Em. datum supra
89. 1246/291-3/19-12-1476. Solvit. Genoemde Johannes droeg over aan genoemde Willelmus een erfpacht van 1 mud rogge, welke pacht Leonius Ghiselberti van Megen beloofd had aan Wijtmannus Wolteri van de Dael, gaande uit een huis, erf en tuin voornoemd, en welke pacht Wolterus van Vucht verworven had van Nycolaus Wolteri van de Dael.
Dictus Johannes hereditariam paccionem unius modii siliginis mensure de Oesterwijck, quam pactionem Leonius dictus de Megen filius quondam Ghiselberti dicti de Megen promiserat se daturum et soluturum Wijtmanno filio quondam Wolteri de Valle hereditarie in festo Andree apostoli et in Oesterwijck tradituram et deliberaturam, de et ex domo, area et orto cum suis attinentiis predictis et quam paccionem Wolterus de Vucht erga Nycolaum filium quondam Wolteri dicte van de Dael acquisierat, prout in litteris, hereditarie supportavit dicto Willelmo, cum litteris, aliis et iure, promittens super omnia et habenda ratam servare, obligationem et impeticionem ex parte sui et Wolteri sui patris et quorumlibet suorum heredum et successorum deponere. Testes, datum supra.
645. 1236/265v-3/09-04-1467. Solvit. Kinderen van wijlen Leonius van Megen en van wijlen Katharina Wolteri Willems 1. broeder Gerardus van Megen, predikheer in 's-Hertogenbosch, met instemming van broeder Laurencius Rosendael, vader van genoemd klooster, 2. Wolterus, 3. Leonius, 4. Lucas, droegen over aan Godefridus Godefridi van Hulsel een stuk land van 4 lopen in Oisterwijk, tussen erfgoed van Johannes Brabants en tussen erfgoed van Arnoldus Walravens tot aan de helft van een waterlaat, welk land Leonius van Megen verworven had van Arnoldus Arnoldi van Lairhoven en Hennricus Jordani Hacken man van Elizabeth dochter van genoemde wijlen Arnoldus van Lairhoven.
Frater Gerardus de Megen conventualis fratrum predicarum in Buscoducis cum consensu fratris Laurencii Rosendael patris dicti conventus, Wolterus, Leonius et Lucas eius fratres, liberi quondam Leonii de Megen, ab eodem quondam Leonio et quondam Katharina sua, dum vixerat, uxore filia quondam Wolteri Willems pariter geniti, peciam terre quatuor lopinatorum terre vel circiter continentem sitam in parrochia de Oesterwijck, inter hereditatem Johannis Brabants ex uno et inter hereditatem Arnoldi Walravens usque ad medietatem aquaductus dicti Waterlaet ex alio, quam peciam terre Leonius de Megen erga Arnoldum filium quondam Arnoldi de Lairhoven et Hennricum filium Jordani Hacken maritum et tutorem legitimum Elizabeth sue uxoris filie dicti quondam Arnoldi de Lairhoven acquisierat prout in litteris, hereditarie supportaverunt Godefrido de Hulsel filio quondam Godefridi, cum litteris, aliis et iure, promittens super omnia et habenda indivisi ratam servare et obligationem et
impeticionem ex parte eorum deponere. Testes Ricoldus et Bathenss. Datum nona aprilis, quinta post quasimodo.
646. 1236/266-1/09-04-1467. Solvit. Twee andere kinderen van Leonius de Megen 5. Mechteldis, gehuwd met Godefridus van Deijl, 6. Alardus Leonii van Megen, deden afstand van bovengenoemde goederen.
Godefridus de Deijl, maritus et tutor legitimus, ut dicebat, Mechtildis sue uxoris filie quondam Leonii de Megen super premissis et iure renunciavit, promittens super omnia et habenda ratam servare et obligationem et impeticionem ex parte sui necnon ex parte Alardi sui sororii filii dicti quondam Leonii de Megen deponere. Testes, datum supra.
BP 1194 (Oirschot) okt 1423 sept 1424 folio 250r
(heerdgang van Eertbruggen in t Somer loect en dat Wouden Cot)
Leunis van Megen man van Margriet dochter van Alart Wuest
Peter zoon wijlen Jan van Espe
Jan natuurlijke zoon wijlen van Henrick Lentschart
Aert Janssen van Waelwijc
(zie ook Heukelem) 17 februari 1424
BP 1195 (Oirschot) okt 1424 sept 1425 folio 49v (A)
Leunis van Megen man van Margriet dochter wijlen Alart die Wuest zoon wijlen Goossen van der Roetelen
Gerit Foeck, man van Hadewig
660. 29-10-1445 1216 / 279-2 en 3 279-2. Gerardus Nicholai van Deijl, man van Mechtildis Leonii Ghisberti van Megen beloofde Ghiselbertus, zoon van genoemde Leonius van Megen en Goeswinus Alardi van den Roetelen, dat hij de goederen, welke zijn vrouw aangestorven zijn van haar moeder Margareta en welke zij zal verkrijgen na overlijden van haar vader, niet zal verkopen, vervreemden of belasten, tenzij uit ?lijfbehoud of met toestemming van genoemde Ghiselbertus en Goeswinus. 279-3. Leonius Ghiselberti van Megen, weduwnaar van Margareta Alardi van den Roetelen, beloofde zijn kinderen, voornoemde Ghiselbertus, Alardus, Elizabeth, Agnes en Mechteldis, dat hij een erfpacht van ½ mud rogge, welke genoemde wijlen Margareta met instemming van dezelfde Leonius bij testament vermaakt had aan de tafel van de h.geest in Oisterwijk, zodanig zal toewijzen dat genoemde kinderen daarvan geen hinder ondervinden.
728. 09-12-1447 1218 / 221-8 t/m 221v-2 221-8. Ghisbertus Leonii van Megen gaf uit aan zijn zwager Godefridus van Deijl 1. 4/5 in een huis, erf en tuin, in Oisterwijk, tussen Guedeldis Wierics en tussen Johannes van den Eijnde, welk huis, erf en tuin Leonius Ghisberti van Meghen in pacht verworven had van Wijtmannus Wolteri de Valle, 2. 4/5 in een stuk tuin onder Oisterwijk, nabij de kerk, tussen Leonius van Meghen en tussen de weg, welk stuk tuin Leonius van Meghen in pacht verworven had van Henricus Johannis van Maerle, 3. 1/5 in een akker in Oisterwijk, ter plaatse Heukelom, tussen de erfgenamen van Gerardus van der Lulsdonc en tussen Everardus van den Water, 4. 1/5 in een stuk land, genaamd die Riedonk, in Oisterwijk, ter plaatse Udenhout, tussen eertijds Petrus Steenwech en tussen Arnoldus Boest en Gerardus van Kuijck, voor de lasten en voor een erfpacht van 2½ mud rogge, te leveren met lichtmis. 221-9. En hij kan genoemde pacht lossen binnen 8 jaar, met tenminste ½ mud per keer, met 40 peters per mud. 221v-1. Godefridus Nycolai van Deijl, man van Mechteldis Leonii van Megen, droeg over aan Ghisbertus Leonii Meghen een erfpacht van 6 sester rogge, te leveren met lichtmis, welke Alardus, Elisabeth en Agnes, kinderen van Leonius van Megen, beloofd hadden aan genoemde Godefridus van Deijl, gaande uit 1. een hoeve, in Oisterwijk, ter plaatse Heukelom, 2. de beesten op die hoeve, 3. een beemd van 3 bunder in Helvoirt, tussen Ancelmus Lucas soen. 221v-2. Genoemde Godefridus van Deijl droeg over aan Ghisbertus van Meghen 1/5 deel in 1. een akker, genaamd de Hupperingen, in Oisterwijk, tussen Hermanus Godefridi Bacx en tussen Arnoldus Back, 2. een akker, ook genaamd de Hupperingen, aldaar, tussen Gibo Heijen en tussen een openbare weg, 3. een beemd in Oisterwijk, in de Asschot, tussen Gerardus Gerardi Wijten, strekkend van Johannes Gielis soen tot aan de erfgenamen van wijlen Johannes van Haren, 4. een erfpacht van 2 mud rogge, welke Arnoldus Stamelairt van Broegel betaalt uit een hoeve in Zonne, 5. een erfpacht van ½ mud rogge, welke Theodoricus van Ellair betaalt.