Er hat eine Beziehung mit Aleijt.
Kind(er):
Regelmatig wordt genoemd een Sophie weduwe van Jan van der Heijden.
Dirck Janssen Verheijden | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aleijt |
==================274=======================
Marten en Adriaen, gebroeders, genoemde Adriaen mede voor zijn minderjarige zoon Lambert, verder Franck Goijaert Lemmens als man van Aleijt, nog Gerart Henricks van Best als man van Elisabeth, nog Dielis Roelof Backs als man van Jenneken, Lambert Jan Gijben als man van Marien, Gerart Jan Gerarts als man van Katalijn, gezusters en allen wettige kinderen van wijlen Dircks Verheijden en Aleijt, nog Jan Corstiaens al weduwnaar van Margriet ook dochter van genoemde Dirck Verheijden en Aleijt die ook optreedt voor zijn minderjarige kinderen, hebben met elkaar een boedelverdeling gemaakt inzake het bezit dat ze bij de dood van genoemde Dirck en Aleijt, hun ouders, hebben geerfd.
=================207====================
Dirck Janssen van der Heijden daarvoor gemachtigd zijnde met een testament vanwege zijn vrouw Aleijt, verder hierbij zijn zoon Marten verwekt bij genoemde Aleijt, die voor hemzelf handelt en voor zijn andere broers en zusters, beloven aan Jaspar van Esch als fabriekmeester van de St. Petruskerk van Oirschot, die voortaan jaarlijks een rente van een rijnsgulden te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag over een jaar op onderpand van een stuk beemd genoemd de Geenkensdijk, groot een bunder gelegen in herdgang Naastenbest, b.p. Beertram van den Spijker, de erfgenamen van Geerlicks van den Melcroth, Claes van Delft, Gielis Lucassen en meer anderen. De schuldenaar belooft het onderpand in goede staat te houden voor de betaling van de rente. Datum 22 december 1521. (geen getuigen vermeld, JT)
=================034====================
Dirck Janssen van der Heijde, weduwnaar van Aelijt als partij ter ener zijde en verder Marten, Lambert, en Adriaen genroeders, nog Johanna, Marie gezusters met mij als hun voogd, verder Gerart Henricks van Best als man van Elisabeth, Gerart Jan Switten al man van Katalijn, Jan Corsten Lanen als man van Margriet, Frank Goijaert Lemmens als man van man Aleijt, allen wettige kinderen van genoemde Dirck en Aleijt, als partij ter andere zijde, hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze bij de dood van hun moeder Aleijt hebben geerfd.
Dirck Janssen van der Heijden als weduwnaar die daarvan het vuchtgebruik krijgt en zijn wettige kinderen daarvan het erfrecht, krijgt een beemd genoemd de Geenkensdijck, gelegen in Oirschot onder Best, met recht van overpad over het erf van Peter Janssen en meer anderen, b.p. de kinderen van Claes van Delft met meer anderen. Nog krijgt hij het zesde deel van 3 lange strepen land, in een beemd genoemd de Spijkersbunder, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. de kinderen van Claes van Delft met meer anderen. Verder krijgt hij twee weilandjes genoemd de Duvenbroekskens, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, waaruit jaarlijks grondchijns moet worden betaald. Nog krijgt hij een rente van twee gulden per jaar die wordt beloofd door Adriaen en Marie aan genoemde Dirck, die daarvan het vruchtgebruik krijgt en zijn kinderen het erfrecht, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag op onderpand van hun deel. Nog krijgt hij twee gulden per jaar beloofd door Jan Corsten Lanen met de zelfde conditie als hiervoor. Nog krijgt hij twee gulden per jaar
=================103====================
Jan Janssen Verheijden verkoopt aan zijn broer Dirck, de helft van een beemd genoemd de Geenkensdijk, in totaal een bunder groot, gelegen in herdgang Verrenbest, b.p. het erf van Beertken, de erfgenamen van Gerart Geerlicks, Claes van Delft, Gielis Lucassen, Frank Vermere. Lasten hieruit zijn de helft van 6 oude groten en een mud rogge aan Goijaert van Tulden. Datum 21 april 1519, getuigen alle schepenen behalve Daniel.
=================238====================
Heijlken dochter van wijlen Wouter van Tortvenne met haar voogd, verder Dirck van der Heijden als voogd overde minderjarige kinderen van diens broer Jan van der Heijden, hebben beloofd aan Henrick Aert Otten die voortaan jaarlijks een rijnsgulden te gaan betalen, steeds op Maria Lichtmisdag en voor de eerste keer per a.s. Maria Lichtmisdag over een jaar, op onderpand van een huis, tuin etc., gelegen in herdgang Naastenbest, groot 3 lopenzaad, b.p. Michiel Verwaerden, Willem Haubraken, Jan Harnismakers, de gemeijnte. Datum 22 december 1523, getuigen Hoevel en Jan Aerts.