Er hat eine Beziehung mit Katharina Peter Haermans.
Kind(er):
1459 juli 15 847.Sch.Otw,R.167,006v-01
Jacop Hessels Katewline zijn dochter Peter van Vucht sijn zweagher ende Jan Berthen pt Willem Luwe ad opus monasterium sancte Geertruden Liiij gouden gulden en voor elke gld x st in festo Jo proximae futuris solvende vander lammertiende etc. dat soe wanneer sy betalinghe doen vanden Liiij gulden voers. dat hen Willem Luwe voers. al dan corten sal x der voers. gulden scab. Em et einde datum xv julij
Nr. 43.
RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.146, micro¬fi¬che 1-B4, f.7v-6, aktenr. 043, 09-03-1429.
Op 09-03-1429 stond Jacob Hessels zvw Hessel Jacobs af aan aan ¬Stheven Jans van den Amervoert 1/3 in een stuk beemd, genaamd de Eikenhorst, in Oisterwijk, ter plaatse de Riedonk, naast Johanne van der Amervoert en naast erfg Martinus Berwout, beiderzijds strekkend aan eertijds Ludolphus Buck, welk 1/3 deel voornoemde Jacobus kocht van Johannes Henrici Goessens van Boerden, zoals in schepenbrieven van s-Hertogenbosch, belast met 1/3 van een erfcijns van 1½ oude groot.
1471 februari 16 847.Sch.Otw,R.177,201-007v-03
Beertram z.w. Gosens van Ghilse voor hemzelf en voor Dircken Morens sone man van Elysabeth sui uxoris d.w. Gosens van Ghilse voers.
? een huis ende hof met toebehoren hem behorende gelegen bvvo in loco dicto Karchoven < erf Wouter Groeys > comm. plateam
welk huis etc. Beertram voors. tegen Jan z.w. Jan Langherbeen in sch.br. Otw vendt Wouter z.w. Jan Grave ad opus Janne en Dircs sijns zwagers voors. hierbij gestaan Adriaen en Jan gebr. krn qd Gosens van Ghilse voors. Aert z.w. Wouter Brocken man van Beelen sijns wijfs d.w. Gosen voors. Peter z.w. Jacop Hessels Peter z.w. Henric van Vucht als man van Yden sijns wijfs en Kathelinen wede w. Meeus Peter Merten? [Metten?} dochter w. Jacop Hessels voers. op dit huis etc. ad opus Jan Groys voers. scab. Hanric Janss Jan van Doren datum xvi february
Wouter Groey en [doorgehaald Jan sijn soon] pt Beertram voers. 10 gouden peterrts op Lichtmis a.s. scabini predicti datum ut supra
Wouter pt Peter
Nr. 229.
RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.147, micro¬fi¬che 2-D1, f.41v-1, aktenr. 229, 27-09-1430.
Op 27-09-1430 verklaarde Kathelijn van Kuijck wv Jan van Cuijk dat zij jaarlijks op sint Maarten levert aan Jacob Hessel Jacobs een erfcijns van 1 pond uit een beemd in Udenhout op de Rijdonk, naast Hessel Henric Appels in het westen en naast Peter Steenwechs in het oosten en aan Gher¬ijt Zeghers van Kuijck. Jacob Hessel Jacobs verklaarde dat hiermee voornoemde Kathelijn hem voldoende bewijs gedaan heeft van de erfcijns van 1 pond die wijlen voornoemde Jan van Kuijck aan Jacob moest leveren; alle andere erfcijnsen schold hij kwijt.
IV-c. JACOB HESSEL JACOBSSOENS, overleden voor 1474, trouw-
de met Kathelijn, dochter van Peter Haerman. Kinderen:
1. Kathelijn Jacob Hessels trouwde met Bartholomeus Peter
Metten den Waghenmeker.
2. Peter Jacob Hessels trouwde met Elisabeth Jan Aert Langerbeens.
3. Yda Jacob Hessels trouwde met Peter Henrickssoen van
Vucht.
4. Margriet Jacob Hessels trouwde met Steven Wouterssoen
van den Loe.
5. Henrick dictus Snabbe Jacob Hessel Jacobssoen.
In 1425 verkocht Jacob Willem Danelssoen van der Hautart aan
Jacob Hessel Jacobssoen de hoeve geheten die hoeve van Heyst,
gelegen in Udenhout bij Winckel, en de hof geheten Swriters hof,
eveneens gelegen bij Winckel.
1456 augustus 10 847.Sch.Otw,R.164,005r-09
Jacob Hessel Jacobs z. Peter van Vucht sijn swager ende Heyn Sthevens soen ende Peter Jacob Hessels z. etc. Willem Luwe tot behoef xLviij gulden ende voer elke gulden x goeden stuvers te sente Jans martiris te midden zomer naest toecomende etc. scab. Jo Poynenborch et Aert Aerts soen in die sancti Laur. martinis
[rest van blad leeg]
Nr. 136.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.144, micro¬fi¬che 1-E6, f.23v-4, aktenr. 136, 15-04-1422.
Op 15-04-1422 verkocht Jan Michiels Leeuwen, man van Hadewig¬h Reijner Wijn¬rics van den Gheijn, aan Jacob Hessel Jacobs zoen een beemd in Uden¬hout in Oisterwijk, in de hoeve van Heist, tussen Jan van Hoedonck, Henric Henrics zoen van Rijel, Wouter Toijt Henric Toijt Vannijs zoen en Jacob Willems Daneels van den Hautert in het westen, strek¬kend in het oosten en in het noorden zowel als het zuiden naast voornoemde Jacob Willems zoen, die eertijds was van Reijneer Wijnrics zoen.
Kinderen van Wouter Toijt Vannijs, 1. Jan Prijem, 2. Henric, 3. Kathe¬lijn, 4. Heil¬wig, 5. Gheerborgen, gehuwd met Marcelijs nzv Aert Houtap¬pels, 6. Aleijt, gehuwd met Jan Henric Vendijcs, 7. Kathelijn, gehuwd met Aert Henric Vendics zoen, deden ten behoeve van voornoemde koper Jacob afstand van een erf naast voornoemde beemd, buiten hun grave gelegen; de hoel van de grave zal buiten 5 voet wijd blijven. Voornoemde Wouter Henric Toijt Vannijs zoen beloofde voor zijn zwager Jan Brocken, man van Elisabet¬ dv voornoemde Wouter. Aert Houtappel Ghijsbrechts zoen zag af van vernadering.
Nr. 137.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.144, micro¬fi¬che 1-E7, f.24-1, aktenr. 137, 15-04-1422.
Op 15-04-1422 verkocht Jan Jans van Oekel aan Jan Michiels Leeuwen zoen ½ van een erfpacht van 5 lopen rogge, waarvan de andere ½ behoort aan Jacob Hessel Jacobs zoen, die Reijneer Wijn¬rics van den Gheijn aan voornoemde Jan met lichtmis le¬vert, gaande uit Jans deel in een hoeve, die eertijds van Jan van Oekel was en die hij tot erfpacht gekregen had van Gherijt van Berkel, gele¬gen in Oisterwijk in Udenhout.
1189 f.165 4 juli 1415
Jacop Hessel Jacop Hessels heeft opgedragen aan Reijner Schaden:
Een hoeve in Udenhout tussen de gemeijnt en Eefs, weduwe van Henrick van Mierde, strekkende van de gemeijnt tot Arnt Moelneer;
Bouw en broekland aldaar tegenover de woning van wijlen Steven vander Amervoert
(Jacop had die hoeve in erfpacht van zijn vader Hessel Jacop Hessels)
Nr. 55.
RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.148, microfiche 1-B6, f.8-3, aktenr. 055, 25-03-1433.
Op 25-03-1433 beloofde Jacob Hessel Jacobs aan Wijtman Wouters van den Dael het geld van 13 mud rogge, elk zester rogge gekocht om 12 boddreger, met sint Jan aanstaande.
1455 januari 18 847.Sch.Otw,R.163,002v-02
Bartholomeeus z. qd Peter Metten die Wagenmaker pt sup omnia en habenda Jacob Hessel Jacops z. ende sinen zweder tbv desselve Jacops ende tbv Kathelijnen sijns wijfs dat Bartholomeeus voirs. den voirgh. Jacob sijnen wive voirs. hoer lant toelen eren? egghen dat mes dair op bueren zeyen meyen ende dat koren daeraf thuys vueren ende voert allet daertoe doen sal dat hi dair toe behoeven sal te weten van hoey ende hout aen te vueren ende voert dat hi daerop? behoeft duerende alsoe langhe als Jacob ende sijn wijf voirs. leven sullen of deen van hen beyden lancste levende inder menscheyt ende voert een tyendeken geh. dat Muntelken dwelc Jacob gepacht heeft aenvueren sal alsoe lange als Jacob in die Roet ende daer weder vut bueren des voirs. Jacobs ende sijns wijfs leven lanck ende hier voer soe sal Bartholomeeus en gebruyken
enen acker lants geh. den Platten acker gelegen in Udenhout by den huse Jacobs voirs. gelijc als acker aldaer beheymt ende bepaelt
ende voertane eest voirwaerde dat Meeus voirs. twee mudde rogs ten Bosch vueren ende leveren sal tot Engbrechts Kersmekers huys van alsulken pacht als Meeus voirs. den vopirgh. Jacob sijnre sweder jaerlijcs geldende is ut dixit scab. predicti datum supra
1222 f.7 19 november 1451
Peter Jacop Hessel Jacopssoen heeft opgedragen aan zijn vader Jacop, huis, schuur, erf en aangelag, groot
7 buunder 7 lopende in Udenhout op dWinckel, tussen Claes Jan Maess en Jan Vendijc enerzijds en Meeus
Peter Mettensoen die Wagemaker en Jacop hessel Jacops anderzijds, strekkende van de gemeijnt dWinckel
tot Meeus voornoemd.
Alsmede de cijnzen en pachten daaruit die door Peter gelost zijn.
Jan Jacop Hessel Jacopss ziet af van vernadering
1455 januari 18 847.Sch.Otw,R.162,25v-01
Peter geh. van Vucht z. qd Henrics van Vucht
? een huys ende hof cum fundo et attinentiis ende die erfenisse hen aenliggende ende totten selven behorende [gelegen in Oesterwijck ter stede] totten voirs. Pweteren behorende gelegen in Oesterwijck ter stede geh. aen dWynckel < her. Peter Jacob Hessel soen die hi hegen Jan Vendijck te erfpacht gecregen had en dat nu totten voirs. Peteren van Vucht behorende is W > her. Bartholomeeus z. qd Peter Metten den Wagemeker en den gemeynen wech aldaer gelegen O ^gemynten geh. dWynckel v erfenis geheyten den Platten beempt
die welc erfenissen voirs. vijf buender ende drye lopensaet erfs of daeromtrent begrepen sijn tesamen metten grave ende heyningen totten selven erfenisse behorende ende daeraen liggende gelijc als die nu aldaer beheymt ende bepaelt sijn ut dixit etc. leg et her. resignit Bartholomeeus z. qd Peter Metten den Wagemeker voirs. etc. allen commer van sijnen wegen daerin af te dien vutgenomen acht oude groet erfchijns onsen heer den hertoge van Brabant ende een mudde rogs erfpacht dat qd Gheryts van Meyensvoert was ende een mudde rogs erfpacht dat qd Philips die Mesmeker te heffen plach ende twee mudde rogs erfpacht den erfgen, qd Jacob Rovers ende een half mudde rogs erfpacht Jan Vendijck ende een half mud rogs erfpacht Aleyt Teschmekers ende een mudde rogs erfpacht dat her Jan Bruystens soen wilen persoen tot Rethy te heffen plach ende een mudde rogs erfpacht den erfgenamen qd Gherijt Boxs ende een mudde rogs erfpacht Mechtelt swn wedewe qd Ghijsbrecht van Oekel voert soe eest vorwaerde dat Bartholomeeus voirs. die graven totten voirs. erfenissen behorende van nu voertaen tewigen dagen alsoe heynen ende houden sal ende den houtwas opten voirs. graven staende tot allen thyen jaren afhouwen sal [marge: dat den enen bode anderen? daeraf engene scade comen en sal ] vutgenomen den houtwas tegen? hoire beyde husingen staende tot hoire beider wil te houwen tyen roeden lanck in die oude deylinge ende in die nyewe begrepen ende voert eest noch voirwaerde ende geloeft dat Bartholomeeus voirs. houden sal alsulcken voirwaerden van huere als Peter van Vucht voirs. geloeft heeft Jacob Hessels sinen sweder ende sinen wive Kathelinen vanden erfenisse voirs. welke chijns ende pachten voirs. Bartholomeeus voirs. voert aen alsoe gheven ende betalen sal vut den erfenisse voirs.te termijnen der betalingen ende steden daertoe geset ende geordineert dat den voergh. Peteren van Vucht tot ende op hem ende sijnen gueden daeraf en ghenen scade of commer comen en al enigerwijs in toecomende tijden put Bartholo ho? pala? recognent? etc. ende met voirwaerden noch voert toegedaen oft optie erfenisse voirs. namaels enige anderen commer queem met recht daer sij tot noch toe nyet af gedweten en hedden
die daer van ouds op gestaen hedden dat sij dien onder hen gelijc gelden ende dragen sullen ende voert dat Peter van Vucht alsulke vijftalve oude grote erfcijns den hertoge ende die helft van drie zoenige? erfchijns vanden gemeynten van Tilborch ende vyer mudde rogge erfpacht als hij jaerlics ghelden is vut der erfenisse die welc Peter Jacob Hessels soen jeghen Jan Vendijcs gecregen had gelegen neffen dese voirs. erfenisse voert aen alsoe gelden sal ende vut den selven erfenisse dat den voers Bartholomeeus od sinen guende dair en ghene scade af comen en sal in toecomende tijden dwelc sij deen den anderen geloeft hebben op hen ende op allen hoer guede etc. Scab. Aert Appels et Thijs Gruyter in crastino sancti Anthonij abbatis duplicet? Meeus voirs. sol. m. vi flandr. sup di . litteris predictuis
255. 1455 januari 18 847.Sch.Otw,R.162,25v-02
Bartholomeeus z. qd Peter Metten voirs.
? een stuck erfs tot eenre weyde liggende geh. dat afterste geloect vijftalf lopensaet ende vyer voet erfs te langs doer gaende totten voirs. Bartholomeeus behorende gelegen in Oesterwijc ter stede geh. in Udenhout aen die Groenstraet metten enen eynde N < W Aert Aert neffen? Jan Vendijck v Z neffen Jan Vendijck voirs. en Peter van Vucht > O neffen erfenis Bartholomeeus voirs. die hi aldaer behelt ut dixit
leg. et her. suppt et resignavit Peteren van Vucht voirs. z. Henricks van Vucht etc. vry ende los ende allen commer daerin af te doen den selven dats te weten voer alsulken hondert Peters als Bartholomeeus voirs. den voirgh. Peteren sculdich is ende geloeft hadde dat Bartholomeeus voirs. hier mede quijt ende ongelpuden? sal sijn vander betalinge den somme gelts voirs. met voirwaerden toegedaen dat Bartholomeeus ende Peter van Vucht voirs. hoiren gemeynen wech streckende vanden Froender Straten totten Wynnckel toe vut hen beyden toebehorende dat sij dien wech deen den anderen sullen helpen houden als des van node sal sijn elc van hen vut sijnen hoel op beyden sijden [doorgehaald; ende voert aen dat Bartholomeeus voirs. gelden sal alsulken viij oude groet erfchi
Nr. 579.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.143, micro¬fi¬che 3-C11, folium 66-2 aktenr. 579, 13-11-1420.
Op 13-11-1420 maakten enerzijds kinderen van Peter Haermans, 1. Jan, 2. Margriet, gehuwd met Engbrecht Vannijns, 3. Marije, gehuwd met Jan van Weert, 4. Katelijn, gehuwd met Jacob Hessels Jacobs zoen, tevens voor 5. wijlen Peter Haermans, a. onmondige kinderen, en anderzijds 6. wijlen Claus Haermans, zijn weduwe Juet, een erfscheiding van alle erfelijke goederen die hen verstor¬ven zijn van Claus Peter Haermans, gelegen te Berkel.
Jan, Eng¬brecht, Jan, Jacob en de kin¬deren Peter Haermans kregen
1. de oude hofstad waar het huis op staat met de erfe¬nis daaraan gelegen, genaamd de Speelheu¬vel,
2. een stukje land naast voornoemde erfenis, dat van Hen¬ric van Boerden was,
3. een erfenis genaamd het gelookt, tussen Pauwels die Wolf en Gode¬vaert van der Scue¬ren en tussen voornoemde Juet, daaraf gedeeld,
4a. 1/2 van een stuk land genaamd het Dunne Stuk, tussen Hen¬ric en Willem, zvw Jan van Haren en hun medeërfgena¬men, en tussen voornoemde Juet, daartegen gedeeld, strekkend op de waterlaat genaamd de Meingraft en aan Claus van Bra¬kel,
5. de Stokakker, beiderzijds tussen voornoemde Henric en Willems, zvw Jan van Haren, strekkend aan voornoemde Willem en Henric van Haren, en aan voornoemde Claus van Brakel,
6. de Meinakker, tussen voornoemde erfgenamen van Haren (een zijde en een eind) en tussen voornoemde water¬laat de Mein¬graft,
7. een stuk land genaamd het Lopensaat, tussen de heer van Parweijs en tussen Godevert Hessel Gobelens zoen,
8. 1/2 van de hei¬de¬hoeve en het stuk moer, te weten 1/2 hiervan van beide stukken tot Dongen uit aan gelegen.
Jan Haermans en zijn medeërfge¬namen zullen een graft leggen van Juetten voort ter stra¬ten toe uit en een hoek daarbuiten laten tot Juette haar erve uit, 3 voet wijd boven, en die graft heimen en houden buiten .... De waterlaat zal blijven gaan waar hij tot hiertoe gegaan is. De erfgena¬men Claus Harmans en Juet zullen wegen over elkaars erf naar de straat, zoals bij de 2 hofsteden die zij onder¬ling gedeeld hebben.
Juet kreeg
9. een hof naast Jan Haermans, daartegen gedeeld, en tussen Claus van Brakel, strekkend aan een weg, en aan de weg tussen voornoemde er¬fenis en erfenis van Aert Houtappels,
10. het hool van de graft aan de zijde van Jan Haermans en zijn medeërfgenamen, 3 voet wijd boven. Juet zal deze graft goed onderhouden.
4b. 1/2 van voornoemd Dunne Stuk, tussen het Dunne Stuk van wijlen Aer¬t Aert Houtap¬pels en tussen Jan Haermans en medeërfgenamen, met over en weer recht van weg,
11. Hijdde¬kens Braak, tussen kinderen van Jan van den Meer en tussen de heer van Perweijs en Jacop Wijt¬bols,
12. de "scarpack", tussen Aert Houtap¬pel en tussen Claus van Brakel (een zijde en een eind),
13. een stuk land gelegen aan de heide, beiderzijds tussen voornoemde erfgenamen van Haren,
14. (=8b?) 1/2 van een heihoeve, 1/2 roede meer doorgaande aan de zijde te Loon uit, welke heihoeve ligt achter Loon aan het Zijkbos,
15. 1/2 van een stuk moer aan de zijde te Loon uit gele¬gen achter het Zijk¬bos,
66v-2. Jan Peter Haermans, Engbrecht Lambrecht Vannijns, Jan Jans van Weert en Jacob Hessel Jacobs zoen beloofden aan Juet weduwe van Claus Peter Haermans 58 licht gulden van 36 bosch plakken op sint Servaas eerstkomende te betalen. Juet zal de schuur en de schaapskooi op het erf van wijlen Claus Haer¬mans, dat Jan Haermans, Engbrecht, Jan, Jacob en de kinderen van wijlen Peter Peter Haermans ten deel gevallen is, afbreken "tot horen scoensten" uiterlijk op de laatste dag van mei aanstaande.
Nr. 593.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr.143, micro¬fi¬che 3-D4, folium 68v-2 aktenr. 594, 11-11-1420.
Op 30-11-1420 gaf Jacob Hessel Jacobs zoen man van Kathe¬lijn Peter Haer¬mans uit aan zijn zwager Jan Peter Haermans 1/5 deel van een huis, hof, heide, moer en land, hem verstor¬ven van wijlen Claus Peter Haer¬mans, 1/5 in alle erfenisse die voor¬noemde Claus Haerman van zijn vrouw Juet ten deel gevallen zijn, in Westil¬burg, uitgezonderd 1/5 van de erf¬pacht, voor alle cijnsen en pachten, uitgezonderd een erfpacht van 6 lopen rogge die Claus Haerman in zijn testament bezet had, welke door Jacob Hessel Jacobs zoen zal worden geleverd. Willem Willems Backers zag af van vernadering.
68v-1. 01-12-1420.
Jan Peter Haermans beloofde aan zijn zwager Jacob Hessel Jacobs zoen dat hij alle kommer, cijns en pacht die men van genoemd 1/5 deel jaarlijks moet leveren, zal leveren.