Er hat eine Beziehung mit Aleid Jan van den Eynde.
Kind(er):
Heijman van Eck | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aleid Jan van den Eynde | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
90. 1221/288-5/10-06-1451. Solvit. Heijnmannus, Arnoldus, Petrus, Wolterus, Jacobus, Maria en Johanna, kinderen van wijlen Heijnmannus van den Heck, verkochten aan Johannes die Cleirck, zoon van wijlen Engbertus van Riel, en aan Petrus Johannis van den Eijnde, een stuk beemd in Oisterwijk, ter plaatse de Dieze, in Kievietsblek, tussen der Erfgenamen Beemd en tussen erfgoed van Jutta weduwe van Arnoldus van der Heijden en haar kinderen, strekkend van erfgoed van Elisabeth weduwe van Godefridus Buckinc en haar kinderen en van Petrus die Beer tot aan de gemient, belast met een erfpacht van 18½ lopen rogge.
Heijnmannus, Arnoldus, Petrus, Wolterus et Jacobus, fratres, Maria et Johanna, sorores, liberi quondam Heijnmanni van den Heck cum tutore peciam prati sitam in parrochia de Oesterwijck, ad locum dictum die Diese, in loco dicto Kievitsbleck, inter pratum dictum der Erfgenamen Beempt ex uno et inter hereditatem Jutte relicte quondam Arnoldi van der Heijden et eius liberorum ex alio, tendentem ab hereditate Elisabeth relicte quondam Godefridi Buckinc et eius liberorum et Petri die Beer ad communitatem, ut dicebant, hereditarie vendiderunt Johanni die Cleirck filio quondam Engberti de Riel et Petro filio quondam Johannis van den Eijnde, promittentes indivisi super omnia et habenda warandiam et obligationem deponere, excepta hereditaria paccione decem et octo et dimidii lopinorum siliginis mensure de Oesterwijck exinde e iure solvenda, ut dicebat. Testes, datum supra. (Bathensoen et Water. Decima junii).
1458 april 10 847.Sch.Otw,R.166,008r-01
Aert gheh. Wolfaert z.w. Laur. vander Heyen
? een huis ende hof cum fundo et attinentiis totten voers. Aert Wolfaert behorende ghelegen inder vryheyt van Otw < her. Jans gheh. die Clerc > her. Peters vanden Einde ^ vander ghemeinder
strathen v totten water toe gheh. die Vloet
? item hiertoe enen werft teinden den hof voers. gheleghen zuitwaert totten voers. huse behorende in alder groten die werft voers. aldaer ghelegen is ut dixit
welc huis ende hof voers. metten werrft daerafter ghelegen voers. den voers. Aert Wolfaert teghen Heyman Jannen Aerden Peteren ende Wouteren ghebruederen Mary ende Jannen ghesusteren kijnderen w. Heymans van Eck voer hen selven ende voer Jacoppen ende Bartholomeus hoeren bruederen die tijt noch onmondich wesende daer voer sy samentlijc gheloeft hadde in wittighen cope ghecreghen hadde pt in litteris de Otw cont.. leg. et her. vendt Willem gheh. Kepken filio qd Willem Kepkens van Nulant ab eodem etc. behoudelijc dat Willem voers. daer jaerlijcs sculdich sal sijn te ghelden onsen heer den hertoghe 1 oude grote ende 1 cd. erfchijns ende vij st payments erfchijns den persoen der kerken van Otw ende vier blaeuwe gulden erfchijns Wouter Vuchts oft den ghenen diemen die met recht sculdich is te ghelden ende een roey dijcs opten Oesterwijschen dijc daeraf te houden ende een mud rogh erfpacht Willem Jans Beckers z. jaerlijcs van recht daerwt te verghelden welcpacht commer ende onraet voers. die voers. Willem van nu voert aen annuatim sic solvet ende uten erf voers. alsoe gheloeft heeft te ghelden etc. datten voers. Aert Wolfaert noch sinen gueden daer nimmermeer clot hynder scaey oft commer af comen en sal in ghenen toecomende tijden scab. Beeck et Poinenborch datum anno Lviij x-a aprilis Wilhelmus solvit
Jan Wijtmans redemit etc. et reportavit dicte Wilhelmo scab. predicti datum supra littera Wilhelmi e sexta
Wilhelmus predicto pt etc. Aert Wolfaert xLiiij gouden peters nl valore tusschen dit ende beloken Paesdach solvende eodem scab. predicto datum supra
De oudst bekende eigenaar van beide erven is Jan van den Eynde,een zoon van Jan van den Eynde2. Eerstgenoemde Jan van den Eynde is tweemaal gehuwd geweest. Uit zijn eerste huwelijk met Marie, `naturael dochter heren Wouters geheten Boem priesters` heeft hij drie dochters achtergelaten: Lijsbeth, die de leengoederen waarin Jan van den Eynde bestierf in 1428 krijgt toegescheiden, alsmede een erfpacht van een mud rogge uit de hoeve Ter Stegen bij de windmolen verwerft3; Heilwich, die is getrouwd met Jan Henriks van der Voert ter Nedervonder, en Aleid, welke in 1428 al weduwe is van Heiman van Eck, een natuurlijke zoon van de priester Jan van Eck4.
Nr. 208.
RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.147, micro¬fi¬che 2-C3(=4), f.37v-1, aktenr. 208, 21-08-1430.
Op 21-08-1430 verkocht Heijnman van Eck man van Alij¬t, dv Jan van den Eijnde (doorge¬haald: en Marie ndvw heer Wouter Boem priester), aan Elisabet Daems dvw Adam die Weder een erfpacht van ½ mud rogge die heer Wouter Boem priester, ten behoeve van zijn zwager Jan van den Eijnde, kocht van Roef Roefs van den Ghever, en die Roef verkregen had van Peter van den Doveloe, welke erfpacht Henric Wieric, zijn vrouw Kerstijn en Elisabet dv voornoemde Kerstine verkocht hadden aan Gheraert Wanghen uit 4 lopen land en een beemd daaraan gelegen achter de hof van wijlen Henric des Smeets, naast voornoemde Peter van den Doveloe en de straat en aan de ¬waterlaat, met lichtmis te leveren, maar toen vernaderd werd door voornoemde Peter, zoals in schepenbrieven van Oisterwijk.
219. 1224/176-1/31-01-1454. Solvit. Johannes Simonis Wolteri Back, man van Maria, en Hessello Johannis Hessels, man van Johanna, dochters van wijlen Heijnmannus van Heck, droegen over aan Johannes Johannis die Leeuwe een erfpacht van 1 mud rogge, gaande uit 1. een huis en tuin en erfgoederen aaneengelegen, tesamen 20 lopen, in Oisterwijk, ter plaatse de Nedervonder, tussen erfgoed van Henricus van Buedel en tussen een openbare weg, 2. alle erfgoederen van Johannes van der Voert, zoon van Henricus Deckers, onder Oisterwijk, welke pacht Henricus Christiani van Doerne ten behoeve van Zuzanna, weduwe van Arnoldus Goevij, gekocht had.
671. 21-10-1446 1217 / 243-6 en 7 243-6. Johannes Hermanni van Eck en Johannes Alberti Sampson verklaarden ontvangen te hebben van broeder ...ptus Bierkens, prior van het klooster in Hage bij Eindhoven, twee schepenbrieven, waarin melding gemaakt wordt van een erfpacht van 1 mud rogge, gaande uit 1/3 van de helft van goederen van wijlen Rodolphus van den Venne in Haaren, ter plaatse Belver ter plaatse aan de Roede, welke pacht broeder Marselius Sampson, kloosterling van genoemd klooster, in zijn testament vermaakt had aan genoemde Johannes en Johannes. 243-7. Aleijdis weduwe van Heijnmannus van Eck, en haar dochters Maria en Johanna, verklaarden ontvangen te hebben van genoemde prior 1. 3 schepenbrieven, waarin sprake is van een erfpacht van 1 mud rogge, gaande uit a. een windmolen in Aarlebeke, b. een hoeve genaamd ten Culen in Rixtel, 2. een schepenbrief, waarin sprake is van een erfpacht van 1 mud rogge, gaande uit een huis, erf en tuin en erfgoederen, tesamen 20 lopen, in Oisterwijk, ter plaatse de Nedervonder, tussen Henricus van Buedel en tussen een weg, welke pachten voornoemde broeder Marcelius Sampson in zijn testament vermaakt had aan Aleijdis, Maria en Johanna