Er hat eine Beziehung mit Beatrijs Willems van der Heijden.
Kind(er):
1454 december 12 847.Sch.Otw,R.162,24r-06
Kathelijn wedewe qd Claus Scheyven Jacobs soen Beatrijs ende Goessen hoir kijnder voer hen ende voer hoer andere susters ende brueder etc. openbaerlic hebben gekent hen wael betaelt ende vernueght van alsulke xxxiij peters ende v stuvers als Laureyns vander Heyden ontfaen heeft vander zoene qd Claus hoirs. vaders voirs. die welc Laureyns voirs. voert gegeven ende betaelt heeft in die schout? die selve Claus hoer vader sculdich was ut dixit ende hebben den selve Laur. ende sijn guede daer af quyt gescouden tewigen dage ende alle des quytancie behorende scab. Jo Sappeel et Jo Symons xij die decembris portatum pro scabinis
1443 februari 23 847.Sch.Otw,R.153,009r-05
Jacob geh. Sceyven naturael z. qd Claus Sceyven alsulc tocht als hi besittende is in een mudde rogs erfpacht dat welc Jacob Sceyven voirs. jegen Janne geh. Lamen z. qd Peter Lamen in wittige cope gecregen hadde ende dat welc Jan Lamen voirscr. jegen Janne vanden Eynde z. qd Jans vanden Eynde in wittigen cope gecregen hadde alle jaer in purificatione solvendis vut ende van
enen acker lands geh. die Berctacker houdende acht lopen rogs in zade of daer omtrent gelegen inder prochye van Haren ^ hodende metten enen eynde westwaert optie waterlaet v ende metten anderen eynde oestwaert aen der erfenis Peter Gollen
put in litteris scab. de Otw cont. leg. resignit Laureys? Claus ende Jacob gebruederen zonen Jacob Sceyven voirs. etc. ende tot voirs. tocht nimmermeer te comen noch te spreken met enige recht geestelic of weerlic
dit gesciet? dese voirschr. Laureys Claus ende Jacob gebruederen zonen |Jacob Sceyven voirs. dit mudde rogs erfpacht voirscr. leg. et her. resignit Laureyns vander Heyden hoiren oem z. qd Willems vander Heyden etc. scab. sup usufia...? Ethen et Jo Poynenborch
Item scab. sup resignatam? seu? Laureys de Merica Jo Ghijben z. et Jo Poynenborch in crastino sancte Petrus ad cathedram
Aert vander Heyden z. qd Willems vander Heyden in presentia Laureys copers sinen brueder voirs. redemit etc. et resignit eidem Laureys? coper scab. Henric jan Wyt et Jo Ghijben z. in dominica tercia die marcy
Nr. 273.
RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 145, microfiche 2-D5, f. 27-1, aktenr. 273, 06-10-1426.
Op 06-10-1426 beloofde Aert Willems van der Heijden aan zijn zwager Jacob Sceijven 138 gouden beierse gulden en 1½ mud rogge met lichtmis over 1 jaar te betalen.
27-2. Jacob Claus Sceijve man van Beatrijs ¬Willems van der Heijde verkocht aan zijn zwager Aert Willems van der Heide een beemd in Wippenhout, naast Peter Willems van der Heijde, zoals in schepenbrieven van Oisterwijk, belast met de hertogencijns van 2 oude groot en een erfcijns van 3 schillingen aan de kerk van Oisterwijk.
Arnoldus de Merica krijgt een vidimus uit de delingsbrief van de goederen van Willem van der Heide.
27-3. Marcelijs nzv Aert Houtappels Ghijsbrechts soen verkocht aan Aert Willems van der Heijde een erfcijns van 2 pond, met sint Thomas te betalen, uit zijn huis en hof, waarin hij woont, in Oisterwijk, naast Aert Willems van der Heide en naast Jacob Jan Sciven
1446 februari 9 847.Sch.Otw,R.156,11r-02
Aert vander Heyden heeft geloeft sup omnia et her. Jacob Sceyven z. Jacop sceyven sine neve als dat die guede Jacob Sceyven Jacobs soen voirs. die welc den selven Jacop in deel gevallen sijn inder erfdeylinge gedaen tussen hem ende Claus Sceyven sinen brueder z. Jacob Sceyven voirs. quijt ende ongehouden sullen sijn tewigen dagen van alsulken drie mudde rogs erfelijcs pachts als Aert vander Heyden jegen Laureyns Clause ende Jacob gebruederen zonen Jacob Sceyven sine neve erfelijc gecoft [heeft] hadde na begrip scepenen litt. van Oesterwijc daeraf mency makende als hij seide scab. predicti datum supra
Notum sit unius etc. Claus z. Jacop Sceyven voirs. ende openbaerlijc heeft gekent den boergh. Aerde vander Hedyden sinen oem dat Aert vanderr Heyden voirs. dese drie mudde rogs erfpacht voirs. etc. behouden sal erfelike te heffen ende te boren van ende vut alsulke erfelike gueden als den voergh. Claus Jacobs soen sinen neve huden des dachs in eenre erfdeylinge tusschen den selven Claus ende Jacob sinen brueder gedaen gevallen sijn in deel ut dixit scab. datum supra
95. 1446 februari 9 847.Sch.Otw,R.156,11r-03
[op het halve aanhorende blad [11v]
Claus Sceyven Jacob Sceyven z. pt etc. Aerde vander Heyden sinen oem anderhalve mud rogs erfpacht allen erfelic in purificatione etc. post mortem Jacob Sceyven sui patris de et ex omnibus bonis etc. scab. datum supra
1437 maart 24 847.Sch.Otw.149, f. 54r-1
Claus, Laurens en Jacob, zonen wijlen Jacob Claus Sceyven hebben verkocht aan hun oom Aert vander
847. Archief van de Schepenbank in de Eninge van Oisterwijk, 1418-1811 Regestenlijst inv. nr. 149 (1435-1438)
61
Heyden, zoon wijlen Willem vander Heyden, een pacht van drie mud rogge uit
? een stuk land en weide, gelegen bij de Nedervonder, tussen Aert vander Heyden voors in het noorden en tussen de kinderen van Jan Maessen en Willem van Brakel in het oosten, tussen Wouter Pluymen in het zuiden en aan Jan Ghijben en de erfgenamen van Jan Brabants in het westen;
? uit een beemd gelegen aan de Koestraat aan de Crommenwyel, tussen Coel Feytmans in het oosten en tussen Gherijt van Berck in het westen, van de koestraat.
Op voorwaarde dat Aert de verkopers de brieven terug zal geven wanneer zij een pacht van drie mud rogge op een ander onderpand aan hem hebben overgedragen.
Laureyns Willem vander Heyden ziet af van vernadering. Schepenen Gherijt van Meyensvoert en Willem van Beke, op Palmzondag, 24 maart.
1472 oktober 20 847.Sch.Otw,R.178,263-21r-6
[doorgehaald: Heylwych wede Jacop Scheven] Wijtman Thijs pt Jan van Haren 6 Rgld 8 ½ st in festo Mertini a.s. en nog 4? en 8 ½ st in festo natinitatis - scab. Elst et Hulsen datum supra meester Jan datum supra
Nr. 231.
847. Archief v.d. Schepenbank in de Eninge van Oisterwijk, 1418-1811 Regestenlijst inv.nr. 146.
RA Tilburg, Oud Rechterlijk Archief Oisterwijk, inv.nr.146, microfiche 2-B5, f.33-4, aktenr. 231, 14-09-1429.
Op 14-09-1429 verkocht Laureijns Jacobs Sceijven aan zijn broer Jacob Jacobs Sceijven een erfpacht van 4 lopen rogge, met lichtmis te leveren, uit alle goederen die Laureijns verstorven zijn van zijn moeder Beatrijs en die hem van zijn vader Jacob Sceijven versterven mogen.