==================193=======================
Wouter zoon wijlen Gielis Snellaerts als man van Dymphna,
Jacop Simon Bax als man van Sophia, gezusters en dochters van
wijlen Jan Simons de Cort, verder Henrieksken dochter van
Bartholomeus van Tulder, weduwe van meester Jan zoon Jans de
de Cort geassisteerd door haar broer meester Jan van Tulder, verder
Bartholomeus en Mechteld kinderen van genoemde meester Jan de
Cort en Henrieksken, waarbij genoemde Mechteld wordt geassisteerd
door haar oom meester Jan van Tulder waarbij deze oom ook nog voor
de andere kinderen optreedt van meester Jan de Cort en genoemde
Henrieksken, verder Margriet dochter van Jan Simons de Cort weduwe
van Jan Peter Loij Claes, geassisteerd door Aerden Sgraets haar hierbij
gekozen voogd, verder Dirck Wouters van de Ven als man van
Elisabeth dochter van Jans Peter Loij Claes en Margriet, waarbij deze
Margriet en Dirk ook nog optreden voor de andere kinderen van
genoemde Jan Peter Loij Claes en Margriet, verder Simon zoon wijlen
Willem Boon verwekt bij wijlen Henrieksken dochter van Jan Simons
de Cort die ook nog optreedt voor zijn andere zusters, verder Aleijt en
Adriaentken gezusters en dochters van Adriaen zoon Jan Simons de
Cort, geassisteerd door Goijaerden van der Hoeven hun hierbij
gekozen voogd, voor henzelf en ook optredend voor hun broer Jan,
waarbij genoemde Wouter Dielis Snellaerts ook nog optreedt voor
Willem zoon Adriaens Jan Simons de Cort, zoals bleek uit een
schepenprocuratie van de stad Gorinchem d.d. 30 mei 1597, zijnde
allen erfgenamen van wijlen Jan Simons de Cort, verkopen twee
stukken beemd met 3 stukken akkerland die samen bij elkaar liggen.
De percelen liggen in Oirschot herdgang Spoordonck, b.p. Wouter
Dielis, Rut Ariens, Gerart Jan Gijsberts, Wouter Jan Gerarts, de
gemeenschappelijke Spoordonkse straat. Deze percelen worden nu
verkocht aan heer Florentius van Merode, heer van Duffel, Oirschot,
Hilvarenbeek etc.
39-v)
De verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen,
behoudens een jaarlijkse rente van 3 mudde rogge, Oirschotse maat
aan het gasthuis in Oirschot, nog acht voeder (een bepaalde
hoeveelheid, JT) "blekkelingen" (turfsoort, JT ) aan dit zelfde gasthuis
volgens oud gebruik. Datum 23 april 1598, getuigen Hoppenbrouwer
en Stockelmans.