Sie war verwandt mit Daniel Hendrick Daniels.
Kind(er):
Katharijna Goijaert Roestenborgh Verhoeven | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daniel Hendrick Daniels |
Daniel Henrick Daniels als wettige man van Elisabeth wettige dochter
van Servaes Michiels, verkoopt hierbij de jaarlijkse rente van 23
stuivers met de lopende termijn, welke rente deze Servaes in
schepenbrieven van Beers aan zijn dochter Elisabeth eerder heeft
beloofd, steeds vervallend op Maria Lichtmisdag op onderpand van
een huis, tuin, grond etc. gelegen in Beerse, b.p. de gemeijnte aldaar.
Hij verkoopt de rente nu aan Jan en aan Henrick, gebroeders en
kinderen van Goijaert van der Hoven en
72)
aan Henrick Jan Bogaerts als voogd over de minderjarige kinderen
van genoemde Daniel verwekt bij Katarijnen Goijaerts van der
Hoeven en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen.
De rente is aflosbaar. Datum 16 juni 1542, getuigen Esch en Scoet die
het aandroegen.
==================235=======================
Jan en Henrick, gebroeders en wettige kinderen van Goijaerts van der
Hoeven en nog Jan Henrick Bogaerts als voogden over de
minderjarige kinderen van Daniel uit de vorige akte, als partij ter ener
zijde en Daniel Henrick Daniels als weduwnaar van Katalijn dochter
van Goijaerts van der Hoeven als partij ter andere zijde hebben door
bemiddeling van goede mannen, inzake de hoeve waar genoemde
Katalijn in gestorven is, een minnelijke overeenkomst met elkaar
gemaakt. Genoemde Daniel en diens tegenwoordige echtgenote
Elisabeth mogen alle roerende bezitingen blijven behouden die door
deze Katalijn zijn nagelaten omdat Daniel de helft van deze goederen
heeft gekocht met het geld dat van deze Elisabeth afkomstig is en aan
genoemde voogden heeft betaald. Indien deze Elisabeth komt te
overlijden voor Daniel, dan moet Daniel aan de erfgenamen van
Elisabeth een bedrag van 21 gulden restitueren afkomstig van het geld
van Elisabeth, maar de kinderen of de voogden mogen na het
overlijden van Daniel wel twee bedden komen halen, verder een kist,
twee oorkussens, een tinnen schotel, een koperen pot en verder niets.
Partijen hebben over en weer beloofd dit akkoord na te zullen komen.
Datum en getuigen als boven die het aandroegen.
In marge :
Een exemplaar te geven aan Daniel en het andere aan de voogden.
=================035====================
Jan, Henrick en Willem, broers en wettige kinderen van Goijaert
Roestenbergs verwekt door deze Goijaert bij wijlen diens vrouw Engelen
dochter van Jan Peters, verder Daniel Henrick Daniels als man van
Katalijn, Henrick Bogaerts als man van Elisabeth beide dochters ook van
genoemde Goijaert en Engelen, ieder voor hun deel ervan, verkopen een
jaarlijkse rente van 2 Rijnsguldens met de lopende termijn die ze
hebben geerfd van Gerard Jan Peters, hun oom en welke rente Gerart Jan
Geraerts eerder aan Gerard hun oom had had beloofd, steeds vervallend
op Maria Lichtmisdag, op onderpand van van een dries een weiland
gelegen in Oostelbeers, b.p. de heer van Tongerloo, Jan Bogaerts,
conform een schepenbrief van Beerse d.d. 10 januari 1515. Ze verkopen
hun rechten daarin nu aan Peter zoon Goijaert Roestenborgs en de
12-r)
verkopers beloven alle lasten van hun kant en hun vrouwen etc. af te
handelen. Datum 20 januari 1536, getuigen Esch en Vloet.
==================357=======================
Jan, Henrick, Willem, en Peter, broers en Daniel Henrick Daniels als
man van Katharijnen, Henrick Jan Bogaerts als man van Elisabeth,
zijnde allen wettige kinderen van Goijaerts Roestenberchs die deze
had verkregen bij Engelen dochter van Peter Gerits, hebben een
boedelverdeling gemaakt van het bezit dat ze bij het overlijden van
hun vader en moeder hebben geerfd.
Bij deze verdeling krijgen Jan Goijaerts, Peter Goijaerts en en Henrick
Jan Bogaerts als man van Elisabeth, samen een jaarlijkse rente van 9
gulden, welke rente Peter Goijaert Roestenberchs eerder aan zijn
vader had beloofd vanwege bepaalde roerende bezittingen die hij van
hem had gekocht, conform een schepenbrief van Oirschot.
( noot : Doorgehaald vanwege het gebruikelijke recht daarover )
Genoemde Willem Goijaerts krijgt voor wat betreft het vruchtgebruik
daarvan en zijn kinderen die hij heeft verkregen bij Oda dochter van
Herbert ( merk op dat deze Herbert laterop in de akte ook Happo
wordt genoemd ) Vos daarvan het erfrecht, een pacht van een mudde
rogge per jaar, Oirschotse maat te ontvangen van Margriet Keijmps
volgens de brieven daarvan.
Henrick Goijaerts krijgt een jaarlijkse rente van 3 gulden te ontvangen
van Lodewijk Goossen te Gestel bij Eindhoven, volgens de brieven
daarvan.
Bij deze verdeling krijgt Daniel Henrick Daniels als echtgenoot ook
wat betreft het recht van vruchtgebruik en zijn kinderen die hij
verkregen heeft bij Katharina dochter van Goijaert Roestenberchs
daarvan het erfrecht, een jaarlijkse pacht van 7 lopen rogge, maat van
Gestel bij Oisterwijk, te ontvangen van Cornelis Aben volgens de
brieven daarvan.
74-v)
Verder krijgt Daniel een jaarlijkse rente van 25 stuivers te ontvangen
van Jacop die Metser volgens de brieven daarvan.
Genoemde erfgenamen hebben beloofd om deze boedelverdeling
altijd gestand te zullen doen en alle lasten van hun kant voor at betreft
hun deel af te zullen handelen. Indien het mocht gebeuren dat iemands
erfdeel minder waard blijkt te zijn of dat er meer lasten op zouden
blijken te drukken dan zullen ze die gemeenschappelijk voor hun
rekening nemen. Datum 15 december 1545, getuigen Goossen en
Esch.
=================175====================
Goijaert Willem Roestenborchs weduwnaar van Engel dochter van
wijlen Jan Peters heeft afstand gedaan van zijn recht van vruchtgebruik
ten behoeve van Daniel Henrick Daniels als man van Katalijn dochter
van genoemde Goijaert en Engel, inzake het 1/6e deel van een huis, tuin
etc., in totaal groot 1 mudzaad gelegen in herdgang de Notel, b.p.de
kinderen van Dirck Pennincks en meer anderen, de kinderen van Philips
Geraerts, Willem Jan Brouwers, de gemeenschappelijke straat. Hij doet
er afstand van zodat Daniel op dat zesde deel een jaarrente kan opnemen
van 25 stuivers en niet meer dan als zodanig. Datum 27 mei 1531,
getuigen Aert Henricks en Schoet.
In marge :
Te geven aan Jan Jan Willem Goijaerts
=================176====================
47-r)
Daniel Henrick Daniels als man van Katalijn uit de vorige ake heeft
beloofd om aan Jan zoon wijlen Jan Willem Goijaerts die een jaarlijkse
rente van 25 stuivers te gaan betalen, op onderpand van het 1/6e deel van
het bezit uit de vorige akte. Daniel en samen met hem Jan en Henrick als
broers en kinderen van Goijaert Willem Roestenbochs en verder Henrick
Jan Bogaerts als man van Elisabeth dochter van genoemde Goijaerts
hebben samen en ieder hoofdelijk beloofd om deze belofte na te zullen
komen.
De rente is altijd aflosbaar met Pinksteren tegen betaling van 20 gouden
Karolusguldens. Actum als boven.
=================177====================
Daniel Henrick Daniels uit de vorige akte in diens hoedanigheid heeft
beloofd om de 25 stuivers per jaar zodanig te betalen dat Jan, Henrik en
Henrik uit de akte daarvoor gevrijwaard blijven. Actum als boven.
==================184=======================
Caerl zoon wijlen Antonis Peter Antonissen van der Ameijden
verkoopt een rente van 3 gulden per jaar met een vervallen en een
lopende termijn, welke rente Caerl bij de boedelverdeling toebedeeld
heeft gekregen en deze Peter Antonissen van der Ameijden eerder had
verkregen van Henrick Rutger Beckers en Henrick weer verkregen
had van Willem Goijaert Roestenberchs en van Danel Henrick
Danielssn., voor hemzelf en als man van Catharijn dochter van
Goijaert Roestenberchs die men ook wel Verhoeven noemt. De rente
vervalt elk jaar op Maria Lichtmisdag op onderpand van twee zesde
delen van een huis met tuin etc. gelegen in Oirschot herdgang
Spoordonck, b.p. Willem Happen, het erf dat eerder van Dirck
Moermans was, Dirck Willems van Beerze, de gemeijnte. Ook nog op
onderpand van twee zesde delen van een beemd genoemd Schauteth,
ter zelfder plaatse gelegen, ( vervolg zie folio 461 )
461)
( vervolg van 459-v)
b.p. de kinderen van Henrick Philips van Hersel, de gemeijnte,
conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 18 december 1534. De
rente wordt nu verkocht aan Catharijn dochter van Gijsbrecht
Hoppenbrouwers, weduwe van Jans van den Maerselaer, waarbij
Catharijn het vruchtgebruik krijgt en haar wettige kinderen verwekt
bij genoemde Jan van den Maerselaer het erfrecht. De verkoper
belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 13 juni 1576,
getuigen Henrick en Denis.