Er ist verheiratet mit Johanna Jacoba HOOG.
Sie haben geheiratet am 6. Januar 1854 in Barneveld , er war 24 Jahre alt.
Kind(er):
Johannes Hermanus Gunning jr. (Vlaardingen, 20 mei 1829 - Arnhem, 21 februari 1905) was een Nederlands hoogleraar in de theologie. Gunning was in de 19e eeuw een vooraanstaand theoloog en voorvechter van de ethische theologie van Daniël Chantepie de la Saussaye. Hij was een verklaard tegenstander van politieke partijvorming op religieuze basis en stond daarmee lijnrecht tegenover Abraham Kuyper, de oprichter van de Anti-Revolutionaire Partij.[1]
Broers
Gunning jr. was een lid van de familie Gunning en zoon van de predikant Johannes Hermanus Gunning (26 februari 1802 - 1 maart 1889) en Anna Elisabeth van Campen (Arnhem, 23 april 1805 - Leeuwarden, 31 oktober 1855)[2]. Hij studeerde evenals zijn drie broers aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Jan Willem Gunning (1827) studeerde chemie en werd later rector-magnificus, Marius (1834) studeerde geneeskunde en Edward (1836) studeerde evenals Johannes Hermanus theologie.
Loopbaan
Na zijn studie werd Gunning achtereenvolgens hulppredikant te Antwerpen en Heusden en predikant te Blauwkapel, Hilversum en 's-Gravenhage. In 1882 werd hij benoemd tot kerkelijk hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam [3] en in 1889 tot gewoon hoogleraar in de ethiek en de wijsbegeerte van de godsdienst aan de Universiteit Leiden.
Zoon
Johannes Hermanus Gunning trouwde met Johanna Hoog. Hun zoon Johannes Hermanus Gunning werd eveneens predikant en schreef een zesdelige biografie over het leven en werk van zijn vader.
Publicaties
Tot de geschriften van J.H. Gunning behoren:
Beginsel en meeningen, of: Hoe gaat vastheid van beginsel met wisseling van meeningen samen? Utr. 1864
Blikken in de openbaring, 4 dln., Amst. 1866-'69
De profeten in Israël, Amst. 1869; Dante Alighieri, eene studie, Amst. 1870
Schiller's Taucher, eene studie, Amst. 1871
Goethe's Faust, eene studie, Amst. 1872
Het leven der menschheid en der menschen, eene divina commedia, Amst. 1875
Lijden en heerlijkheid, Amst. 1875, 2e dr. 1876
Spinoza en de idee der persoonlijkheid, eene studie, Utr. 1876
(met prof. P.D. Chantepie de la Saussaye Dz.) Het ethische beginsel der theologie. Gron. 1877
Het leven van Jezus, 2 dln., 's-Hage 1878-'80
Een persoonlijk woord bij het gedenken aan 25jarige evangeliebediening, 's-Hage 1879
Overlevering en Wetenschap met betrekking tot de evangelische geschiedenis, inzonderheid van de eerste levensdagen des Heeren, 's-Hage 1879
Deze wereld of de toekomende? Utr. 1880; Een woord over onzen kerkelijken toestand, 's-Hage 1880
Het kruis des Verlossers, Amst. 1881
Het kruis, de waarheid voor wetenschap en kerk. Redevoering, Amst. 1882
Discipelen des woords, redevoering, Amst. 1883; Zelfstandigheid der gemeenten, Amst. 1884
Jezus Christus de middelaar Gods en der menschen, Amst. 1885
De vrije universiteit en de Ned. Herv. kerk, Utr. 1885.
Johannes Hermanus GUNNING | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1854 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna Jacoba HOOG |