COURBOIS, Catharina Anna Petronella Antonia, vooral bekend als Kitty Courbois (geb. Nijmegen 13-7-1937 – gest. Amsterdam 11-3-2017), actrice. Dochter van Jacobus Hendricus Courbois (1883-1946), horlogemaker en makelaar, en Antonia Anna Werten (1897-1972). Kitty Courbois trouwde op 7-10-1968 in Amsterdam met Rik van Bentum (1936-1994), beeldend kunstenaar. Uit dit huwelijk (echtscheiding 15-8-1975) werd 1 dochter geboren.
Catharina (Kitty) Courbois was de jongste in een katholiek gezin in Nijmegen met nog één zus en drie broers, van wie de jongste broer (Pierre, 1940) later een bekende jazzdrummer zou worden. Vader Koos Courbois was horlogemaker en makelaar, met circa dertig panden in de binnenstad van Nijmegen. In de Tweede Wereldoorlog werd het ouderlijk huis gebombardeerd, een gebeurtenis waaraan Kitty een levenslange angst voor vuur en knallen overhield. Op haar negende overleed haar vader en mocht ze als jongste niet naar de begrafenis. Haar afstandelijke moeder was depressief en drankzuchtig; ze bracht Kitty onder bij de nonnen op kostschool Mariënbosch. Ze droeg een orthodontische beugel, steunzolen en een ijzeren staaf tegen haar rug zodat ze niet krom zou groeien. Haar bijnaam was ‘het paard’. Ze lachte alle sores weg, zoals ze haar leven lang zou blijven doen.
‘Kittig Katje’ met talent
Na de middelbare school ging Kitty Courbois bij een reclamebureau werken. In haar vrije tijd zong ze chansons in cabaretgroep Koek en Ei met Ted de Braak. Ze wilde optreden en acteren en zat daarom vanaf 1956 op de Toneelschool in Arnhem. Ze viel op door haar markante, gruizige stemgeluid. Volgens toneelschooldirecteur Ben Groenier was Courbois geen gewone actrice maar een ‘toneelkunstenares’, waarop ze zelf later reageerde met âNou jááá!â (HP, 16-2-1972). Via de toneelschool ontmoette ze haar latere vrienden Ramses Shaffy en Joop Admiraal. Ze had in deze tijd een kortstondige relatie met beeldend kunstenaar Rik van Bentum.
In 1960 ging Kitty Courbois naar de Nederlandse Comedie, waar ze debuteerde als kelnerin in Rhinoceros van Ionesco. Voor haar tweede rol, Rosa delle Rose in De getatoueerde roos van Tennessee Williams, werd ze genomineerd voor een Colombina, de prijs voor de beste vrouwelijke bijrol. Een recensent beschreef haar als âKittig Katje met heel veel talentâ (Arnhemse Courant, 3-6-1961). In 1963 vroeg regisseur Frans Weisz haar voor zijn eerste korte film, Helden in een schommelstoel. Twee jaar later gaf hij haar de hoofdrol in zijn eerste lange speelfilm, Het gangstermeisje, naar een boek van Remco Campert. Voor de filmopnamen reisde Courbois naar Rome, waar ze met haar vlammende uitstraling en donkere ogen naam maakte als ‘de Anna Magnani van Nederland’.
Experimenteel muziektheater
In 1968 bloeide in Amsterdam de romance tussen Kitty Courbois en Rik van Bentum weer op. Ze trouwden en nog datzelfde jaar werd hun dochter Gijsje geboren. Een jaar later speelde ze mee in Vrijdag, een toneelstuk van Hugo Claus dat door hemzelf werd geregissseerd. Hun samenwerking leidde tot een stormachtige relatie: Claus verliet zijn vrouw, Courbois verliet haar man. De passie was groot maar de ruzies even heftig, met het gevolg dat de relatie niet lang standhield. Claus beschreef hun verhouding in zijn roman Het jaar van de kreeft (1972), waarin de vrouwelijke hoofdpersoon onmiskenbaar was gebaseerd op Courbois. De actrice was woedend, helemaal toen regisseur Herbert Curiël haar vroeg voor de hoofdrol in de verfilming. Een gotspe, vond ze. Later begroeven Courbois en Claus de strijdbijl en regisseerde hij haar in de verfilming van Vrijdag (1980).
In 1973 verruilde Courbois de Nederlandse Comedie voor Baal, het nieuwe experimenteel muziektheatergezelschap van Leonard Frank. Daar ontdekte ze een andere vorm van acteren dan ze gewend was: improviseren, brullen, dansen, zingen, acrobatiek. Een van haar belangrijkste creaties was de Joodse moeder Ada in Leedvermaak (1982) van Judith Herzberg. Ze speelde Ada ook in de verfilming (1989) en in Herzbergs vervolgtoneelstuk Rijgdraad (1995) – verfilmd als Qui vive (2002) – en ook in het slot van de trilogie: de film Happy end (2009).
Film en tv waren de grote passie van Kitty Courbois, meer nog dan toneel. Ze speelde in tv-series als Een mens van goede wil (1974). Daarnaast was ze te zien in bioscoopfilms als Het debuut (1977), Twee vrouwen (1979), Spetters (1980), De mannetjesmaker (1983), Flesh & blood (1985) en – als vissersvrouw Kniertje – Op hoop van zegen (1986). Ook speelde ze mee in tal van hoorspelen op de radio.
In 1987 vroeg Gerardjan Rijnders Kitty Courbois voor zijn nieuwe gezelschap Toneelgroep Amsterdam. Ze voelde zich als een vis in het water te midden van oude en nieuwe vrienden en speelde in tientallen producties: van Titus, geen Shakespeare tot de titelrol in Medea en nieuw Nederlands repertoire als Srebrenica! en Angst en ellende in het rijk van Kok. Courbois was voor de duvel niet bang. Toen ze in 1988 ontdekte dat de weduwe Rost van Tonningen een foto van haar als Kniertje in de film Op hoop van zegen had afgedrukt in een propagandistisch blaadje, eiste ze vijftigduizend gulden schadevergoeding (ze kreeg 2500 gulden). In 1997 kwam ter ere van haar zestigste verjaardag in de Amsterdamse Stadsschouwburg een door Jan van der Vossen geschilderd portret van Courbois te hangen. Een half jaar later werd ze Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Courbois-parel
Toen Kitty Courbois en Joop Admiraal in 2002 de pensioengerechtigde leeftijd bereikten, liet Toneelgroep Amsterdamdirecteur Ivo van Hove weten dat ze bij het gezelschap konden blijven zolang ze wilden.
Bij haar vijftigjarig toneeljubileum in 2010 kreeg ze van de gemeente Amsterdam het Ereteken van Verdienste en van Toneelgroep Amsterdam de âCourbois-parelâ: een doorgeefprijs voor actrices die een onuitwisbare indruk hebben gemaakt op een breed publiek. In 2012 speelde ze de theatersolo Parels van poëzie, waarin ze op basis van gedichten vertelde over haar leven. Courbois gaf de naar haar genoemde parel in 2013 door aan Halina Reijn. Ze bleef spelen bij Toneelgroep Amsterdam, maar ook in vrije producties, films en tv-series, zoals in Gooise vrouwen (2007-2008), als koningin Wilhelmina in de tv-serie Beatrix, Oranje onder vuur (2012) en als tante Jannie in de tv-serie Dokter Tinus (2012-2015).
In 2016 speelde Courbois haar laatste rol als Iezebel in de film De held, naar een boek van Jessica Durlacher. Het jaar erna zou ze Rosa Overbeek spelen in de verfilming van Het leven is verrukkelluk, net als haar speefilmdebuut naar een roman van Remco Campert en in de regie van Frans Weisz. Het mocht niet zo zijn. Kitty Courbois overleed 12 maart 2017 op 79-jarige leeftijd in Amsterdam na een hersenbloeding. Een dag erna schreef dochter Gijsje op Facebook: ‘My mother died today. No words, just candles’.
Reputatie
Kitty Courbois geldt als een van de veelzijdigste actrices van naoorlogs Nederland, met een stem die uit duizenden herkenbaar was. Ze was niet alleen bekend van toneel, maar speelde ook in tientallen films en tv-series. In 1992 wijdde het Nederlands Film Festival een retrospectief aan haar. Kitty Courbois kon niet zonder haar werk. In het tv-programma Akteren. Kitty Courbois zei ze: ‘Als ik niet speel, gaat het niet goed met me’ (uitgezonden 23-1-1992). Haar stem – luid en rauw – en tekstbehandeling waren onnavolgbaar. Persoonlijk was ze honkvast, trouw en geliefd. Toen Ramses Shaffy rond het jaar 2000 werd opgenomen in een verpleeghuis, bezocht ze hem iedere zondag. Ze was eerlijk en droeg het hart op de tong, wat kon leiden tot knallende ruzies. Courbois was een actrice in hart en ziel, maar ze zag het vak niet als iets heiligs. Haar leven was meer dan acteren.
Naslagwerken
Coffeng; Honig; Theaterencyclopedie.
Archivalia
Theater Instituut Nederland, Amsterdam: documentatiemap Kitty Courbois.
Toneel-, film- en televisierollen
Zie de Theaterencyclopedie en International Movie Database.
Literatuur
Arnhemse Courant, 3-6-1961.
Haagse Post, 16-2-1972.
Vrij Nederland, 5-5-1979.
Elsevier, 8-1-1990.
De Gelderlander, 12-9-1992.
PZC, 18-9-1992.
HP/De Tijd, 13-11-1992 en 21-7-1995.
Humo, 31-10-1995.
De Telegraaf, 17-12-1999.
Volkskrant Magazine, 30-6-2007.
Theatermaker, april 2010.
Akteren. Kitty Courbois, NOS-uitzending, 23-1-1992.
In memoria via Facebook en in de Volkskrant (13-3-2017), Het Parool (13-3-2017), Theatermaker (april 2017).
(1) Sie ist verheiratet mit Rik van BENTUM.
Sie haben geheiratet am 7. Oktober 1968 in Amsterdam, Noord-Holland, Nederland , sie war 31 Jahre alt.
Das Ehepaar wurde geschieden von 15. August 1975 bei Amsterdam, Noord-Holland, Nederland .
(2) Sie war verwandt mit Hugo Maurice Julien CLAUS.
Ereignis (unmarried) zwischen 1971 und 1974.
Catharina Anna Petronella Antonia (Kitty) Courbois (Nijmegen, 13 juli 1937 - Amsterdam, 11 maart 2017) was een Nederlands actrice.
Inhoud [weergeven]
Biografie[bewerken]
Courbois werd geboren boven een kruidenierswinkel op de hoek van de Evertsenstraat en Dr. Jan Berendsstraat in Nijmegen, de stad waarin ze tot haar 21e woonde. Ze werkte na haar middelbare school enige tijd bij een reclamebureau en kwam daarna bij het cabaretgezelschap van Ted de Braak. Hierna volgde ze les aan de Toneelschool te Arnhem. Courbois had begin jaren zeventig een verhouding met de Belgische auteur Hugo Claus. Courbois was ook bevriend met zanger/acteur Ramses Shaffy.
Courbois overleed in 2017 aan de gevolgen van een hersenbloeding.
Loopbaan[bewerken]
In De schaduw van een revolverman (VARA 1964)
Courbois, zus van jazz-slagwerker Pierre Courbois, maakte haar debuut op het witte doek in de korte film Helden in een schommelstoel (1963) van regisseur Frans Weisz. Ze speelde in 1966 ook in Het gangstermeisje van Weisz.
Ook was Courbois te zien in Het debuut (1977). Andere films met Courbois zijn Het bittere kruid (1985), Op hoop van zegen (1986), Vrijdag (1980), Twee vorstinnen en een vorst (1981) en Leedvermaak (1989). In 1986 speelde zij ook in de NCRV-serie Het wassende water (televisieserie). Van 1990 tot en met 1992 was ze te zien in de Veronica-serie Spijkerhoek.
In 1992 wijdde het Nederlands Film Festival een retrospectief aan haar.
Courbois deed ook aan theater. Zij was verbonden aan De Nederlandse Comedie. Vanaf 1987 was Courbois vast verbonden aan het ensemble van Toneelgroep Amsterdam.
In 2007 en in 2008 was Courbois te zien als Adriana Verbrugge in Gooische Vrouwen. Ze speelde de moeder van Willemijn Lodewijkx (Annet Malherbe). In 2007 was ze als zichzelf te zien in Alles is Liefde. Ze was ook te zien in Happy End in 2009.
In het theaterseizoen 2008/09 was Courbois te zien in de theatervoorstelling De grote liefde van Ger Thijs, naast Renée Soutendijk en Derek de Lint.
Courbois vertolkte in de vierdelige VPRO-serie Beatrix, Oranje onder vuur de rol van Wilhelmina der Nederlanden. Vanaf 29 augustus 2012 was ze te zien als Catherine "Tante Jannie" Elsenbosch in de doktersserie Dokter Tinus. Zij besloot met deze rol te stoppen in 2014. Haar personage overleed aan een hartaanval.
In 2014 speelde Courbois in het toneelstuk La Paloma samen met Ingeborg Elzevier en Sigrid Koetse.
Courbois werkte ook mee aan hoorspelen, zo was zij tussen 1996 en 2000 te horen als de Moeder van Nicolien Koning, de vrouw van hoofdpersoon Maarten Koning in het radio hoorspel Het Bureau van de Nederlandse auteur J.J. Voskuil, en was ook een der vertellers in de Bommel_(hoorspel) Serie (verhalen 32, 78, 91 en 1061).
Filmografie[bewerken]
Met Ramses Shaffy in Villon vertaald (1964)
Met Henk van Ulsen in Villon vertaald (1964)
Cesare (1958)
De rinoceros - Kelnerin (1961)
Dagboek van Anne Frank (1962)
Een midzomernachtsdroom - Hermia (1963)
Villon vertaald (1964)
Hedenavond: voorstelling - Actrice van scène uit 'Der Reigen' (1964)
Spuit elf - Juli (1964)
Villon vervolgd - Vertolkster van gedichten (1965)
Jongens, jongens, wat een meid (1965)
Aah... Tamara (1965)
Het gangstermeisje (1966)
Liefdesbekentenissen - Marina (1967)
VD - Rooie Mien (1972)
Waaldrecht - Mevrouw Koppes (1973)
Uilenspiegel - Prinses van Ebolie (1973)
De mens van goede wil - Rosa (1973-1974)
Mariken van Nieuwmeghen (1974)
Kind van de zon (1975)
De laatste trein - Coba (1975)
Klaverweide - Trees (1975)
Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan - Anna (1975-1976)
Volk en vaderliefde - Artystone (1976)
Het debuut - Carolien's moeder (1977)
Dubbelleven - Toos (1978)
Ons goed recht (1979)
Twee vrouwen - Sylvia's moeder (1979)
Tiro - Lea Bovenlander (1979)
Goed volk (1979)
Spetters - Dokter (1980)
Vrijdag - Jeanne (1980)
Twee vorstinnen en een vorst - Moeder (1981)
Armoede - Lena Boot (1982)
An Bloem - An Bloem (1983)
De mannetjesmaker - Olga Müller (1983)
Schoppen troef - Nel (1984)
Het bittere kruid - Moeder Meijer (1985)
Flesh+Blood - Anna (1985)
In het voorbijgaan (1985)
Het wassende water - Thera Beijen (1986)
Op hoop van zegen - Kniertje (1986)
Leedvermaak - Ada (1989)
Los zand (1989)
Vincent & Theo - Anna van Gogh (1990)
Spijkerhoek - Mamma Chaiavelli (1990-1992)
Dierbaar - Vrouw (1991)
De Zomer van '45 - Moeder Bloemink (1991)
Prettig geregeld - Ans Kreukniet (1991)
Werther Nieland (1991)
Oog in oog - Oude vrouw (1992)
De zevende hemel - Hotelhoudster (1993)
Belle van Zuylen - Madame de Charrière - Mevrouw Saurin (1993)
De tussentijd - Sophie Cambach (1993)
Coverstory - Gerda van Beek / Julia Smink (1993)
Mus - Janna (1993)
Medisch Centrum West - Simone Hoogland (1993)
Oude Tongen - Sitske Sake (1994)
Hoogste tijd - Berta Bouwmeester (1995)
Madelief, krassen in het tafelblad - Oma (1998)
Baantjer - Mevrouw Waterman (1999)
Leven en Dood van Quidam Quidam - Lenin (1999)
Duinzicht boven (1999)
Cross fate (2000)
Pasen op schokland - Grootmoeder (2000)
Knofje - Grootmoeder (2001)
Wet & Waan - Mevrouw Cassee (2001)
Het achterland - Moeder Alex (2001)
Monte Carlo - Weduwe van Tuyl van Serooskerken (2001)
Qui vive (film) - Ada (2001)
Goede daden bij daglicht - Mam (2001)
Toen was geluk heel gewoon - Vrouw Koekoek (2002)
Achttien - Grootmoeder (2002)
Mevrouw de minister - Salomo (2002)
Brush with fate - Hilde (2003)
Silently broken (2003)
Polleke (2003)
Deining - Johanna (2004)
Het glazen huis - Juliette Dulac (2004)
Gebroken Rood - Rita (2004)
Gezocht: man - Oma Bas (2005)
Het mysterie van de sardine - Victoria Koenen (2005)
Parels & Zwijnen - Pita (2005)
Kinkerstraat - Joop (2006)
Zeven zonden (2006)
Shouf Shouf! - Greta de Kock (2006)
Alles is liefde - Actrice op crematie (2006)
Gooische vrouwen - Adriënne Verbrugge (2007-2008)
Amsterdam - Heler (2009)
Happy end - Ada (2009)
Vlees - Moeder inspector man (2010)
Dicht bij mij vandaan - Miranda (2010)
Het gordijnpaleis van Ollie Hartmoed - Ingeborg Hartmoed (2011)
Beatrix, Oranje onder vuur - Wilhelmina (2012)
Dokter Tinus - Jannie Elsenbosch (2012-2015)
Brammetje Baas - Moeder Vis (2012)
Ballast - Didi (2012)
Nooit te oud - Gerda de Graaf-Hageman (2013)
Hartenstraat - Bep (2014)
De held - Iezebel (2016)
Courbois-Parel[bewerken]
Bij haar vijftigjarig theaterjubileum op 28 maart 2010 werd de Courbois-parel in het leven geroepen door Toneelgroep Amsterdam en de Stadsschouwburg Amsterdam. Dit is een doorgeefprijs die de ontvangster op een zelfgekozen moment aan een zelfgekozen actrice overhandigt. Met de Courbois-parel wordt een actrice geëerd die gedurende een jarenlange carrière zowel op de theaterplanken, als in de film- en televisiewereld een onuitwisbare indruk heeft gemaakt bij een groot publiek.[1]
De prijs bestaat uit een 19de-eeuws Frans kistje van glas, waarin een broche met parel ligt op een bedje van lapjes stof van kostuums die Courbois zelf ooit gedragen heeft: van een stukje plissé jurk uit Andromache en Richard III, een reepje uit het korset van The massacre at Paris, een lapje uit het overhemd van Naar Damascus tot een stukje uit de jurk die ze tijdens Zomertrilogie droeg.[2]
Courbois droeg op 26 februari 2013 tijdens het 25-jarig jubileumfeest van Toneelgroep Amsterdam in de Stadsschouwburg Amsterdam de Courbois-parel over aan Halina Reijn.[3]
Catharina Anna Petronella Antonia COURBOIS | ||||||||||||||||||
(1) 1968 | ||||||||||||||||||
Rik van BENTUM | ||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||
Hugo Maurice Julien CLAUS |