Beppie Nooij (Amsterdam, 26 januari 1919 – aldaar, 30 juli 1979), de naam wordt ook wel gespeld als Nooy, was een Nederlands toneelspeelster en toneelregisseuse. Nooij was de dochter van het toneelspelersechtpaar Jan Nooij (1884-1962) en Bep Nooij-Blaaser (1893-1976). Zij trouwde twee keer: met de piloot Gerhard Adelbert Hinrichs in 1939 en in 1956 met de schrijver annex toneelspeler Hubertus Johannes Silvester.[1] Nooij was een halfzuster van de actrice Riny Blaaser.
Nooij volgde na de lagere school de handelsschool en kwam als invalkracht terecht bij het toneelgezelschap, het Gezelschap Jan Nooij, van haar vader. Hierna was zij onder meer verbonden aan de gezelschappen van Barry Kiviets en Gerard Walden. Later werkte zij bij de Snip en Snaprevue, bij Wim Sonneveld en Toon Hermans. In 1953 werd zij, als gevolg van ziekte van haar vader Jan Nooij, zakelijk leidster en regisseuse van het gezelschap Jan Nooij, dat zij omdoopte in het Amsterdamse Volkstoneel. [2]
Nooij vervulde hoofdrollen in stukken van onder meer Herman Bouber, Jan Fabricius en Heijermans. Zij speelde onder andere in Bleeke Bet, De Jantjes, Mooie Neel en Oranje Hein. Het zedendrama Rooie Sien van Marius Spree werd meer dan 1500 keer opgevoerd met Beppie Nooij als Rooie Sien en werd in 1975 ook verfilmd door Frans Weisz. In de film speelde zij de "oude" Rooie Sien. De "jonge" Sien werd vertolkt door Willeke Alberti.[3] Nooij ligt, samen met haar ouders, begraven op de Amsterdamse begraafplaats Zorgvlied.[
Beppie Jr NOOIJ |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.