Er hat eine Beziehung mit Ogive de LUXEMBOURG.
Kind(er):
Bij zijn meerderjarigheid nam Boudewijn het bestuur stevig in handen: hij stelde paal en perk aan de onder zijn vader ontstane gezagscrisis in het noorden van het graafschap (Gent, Waasland, Kortrijk) en dwong bij de graven in het zuiden (Boulogne, Guînes, Hesdin en Saint-Pol) de erkenning van zijn suzereiniteit af. Boudewijn benoemde de heer van Gistel tot zeegraaf, belast met de kustverdediging.
Boudewijn verplaatste de belangstelling van de Vlaamse graven, die tot dan toe op het zuiden was gericht, naar het oosten en veroverde aanzienlijke gebieden op de rechteroever van de Schelde. In 1006 veroverde hij, samen met Lambert I van Leuven, de markgraafschappen Valencijn en Ename. Een gezamenlijke tegenaanval door keizer Hendrik II de Heilige en koning Robert II, werd afgeslagen. In 1007 veroverde Hendrik de burcht van Gent. Uiteindelijk verzoenden Lambert en Boudewijn zich in Aken (stad) met Hendrik en trokken zij zich terug uit Valencijn. Boudewijns gebieden binnen het Heilige Roomse Rijk bleven afhankelijk van de Duitse keizer, en kregen de naam Rijks-Vlaanderen.
In 1012 werd Boudewijn beleend met Walachria-Bevelandia (Zeeland Bewestenschelde) en het gebied dat later de Vier Ambachten zou worden. Dankzij gewiekste onderhandelingen met de keizer verkreeg hij in 1015 de mark Valencijn, in ruil voor de belofte zich afzijdig te houden in het interne Lotharingse conflict tussen de Reiniers en de graven van Verdun. Het lang begeerde markgraafschap Ename in het gouwgraafschap Brabant werd hem echter niet door de keizer gegund, zelfs niet na de inname (en verwoesting) van de hertogelijke burcht te Ename in 1033/1034.
Bron : Wikipedia
Baudouin IV met de baard COMTE DE FLANDRE | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ogive de LUXEMBOURG |