Kind(er):
Jan van den Keere zoon van Jan doet verhef van zijn leen van een half bunder genoemd DIE WEYE TE MOIJS palende aan TGOET VAN MUELENBROECK en aan de weduwe van Jan van de Keere. Van dit hoofdleen houdt men een half bunder gelegen op DIE GROOTE AENWEDDE palende aan TGOET TE ROSSCHEM. Het zelfde leen behoorde vroeger toe aan Robbrecht Goijvaers alias Leeuwerghem nu Jan Goyvaerts alias Leeuwerghem zijn zoon. Nog houdt men van het hoofdleen twee dagwand erfgrond genoemd TGOLEN VELDEKEN geldende aan Jan van de Keere een jaarlijkse rente van vier deniers par. Nog houdt men van het zelfde hoofdleen een bunder erfland genoemd DIE LOEST palende aan TGOET TE ROSSCHEM en palende aan het erf van Janne van Rossem zoon van Neels met nog een bunder erfland genoemd DE LOCKER WEYE aan BOCKELAERE en het bosje van LIERE en aan MOLENBROUC MERSCH op welke erve de leenhouder heft zijn jaarlijkse rente van vier deniers par. De helft van het erfland behoort toe aan de erfgenamen van Pieter Huyter Sproct en de andere helft de erfgenamen van Joos van Rosschem zoon van Jan. Het rapport werd noch ondertekend, noch gezegeld, noch gedateerd. (3647)
LEENHOF VAN DENDERMONDE TIJDENS DE 15DE EEUW – VOLUME 1 - NADERE TOEGANG OP HET ARCHIEF VAN DE REKENKAMERS, DELEN EN BANDEN, NR. 1102 EN DENOMBREMENTEN VAN VLAANDEREN, LEENHOF VAN DENDERMONDE TOT 1473 transcriptie door Willy Stevens
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.