Tweede Partij: Johan de Wys, zoon + Willem de Wys en Mechtelt Spruyt
Overeenkomst - dat tweede party vanaf nu naast de goederen van de vicarie die hy bezit krachtens collatie op hem gedaan door Joost van Sundert nomine uxoris tevens 10 morgen onder Themaat, mede behorend tot die vicarie, alsmede alle verdere goederen van eerste party die ertoe behoren zal aanvaarden
Eerste Partij: Maria van Pallaes, wed. Hendrick van Schrooyesteyn, in leven advocaet hove van Utrecht
Eerste Partij: Adriana van Schroyesteyn, dochter
Assistent: Franchoys de Wys
Beroep: advocaet 's hooffs van Utrecht
Object: een huis eertijds geweest zijnde twee woningen, staande op Kelders met den hof daarachter, staande en gelegen in de Muurhuizen waar eertijds jonker Van Doornick en nu Simon van Oosterhoff, met een uitgang achter aan de Cingel bij Sint Agatha Convent
Verkopende partij:
Hendrik de Wijs en zijn vrouw Anneken voor henzelf en als gemachtigde van Johan en Johanna de Wijs, weduwe van Willem Aertsen van Groenendael, en Geertruijt de Wijs voor haarzelf en als weduwe en boedelharster van Frans van Triest erfgenaam van Mechtelt Spruijten hun moeder, mede-erfgenamen van Gerritgen Gisberts Ponsen van Weerden weduwe van Joost van Sundert, alsmede de genoemde Hendrick de Wijs als gemachtigde van Cornelis de With, universele erfgenaam van Aeltgen Spruijten, mede-erfgenaam van genoemde Gerritgen Gisberts voor de helft. Item Jacobgien Jans voor haarzelf en als enige en universele erfgenaam van Jacob Louwrensen, die beide erfgenaam geweest zijn van Merritgen Jacobs, Anna Bots voor haarzelf en als enige en universele erfgenaam van haar broer Beernt Sell en vervangende en zich sterkmakende voor Jan Louwerensen en Aeltgen Louwen; Rogier Camerbeecq en zijn vrouw Mechtelt Peters, voor haarzelf en zich sterkmakende voor haar zusters en broeders, kinderen en erfgenamen van Peter Petersen Wachtmeester, alsmede voor Reijertgen Peters, tezamen erfgenamen ex fidei commissio van Aeltgen Jacob Cruijvers weduwe Jacob Joosten van Sundert, mitsgaders als het recht bekomen hebbende van seigneur Pieter Verster, Schout te Ransdorp, man en voogd van Elisabeth van Sundert dochter van Joost van Sundert, voor hemzelf en zich sterkmakende voor Balthasar van Sundert, en Jacomijntgen dochter van wijlen Anna Joosten van Sundert, Schout te Kralingen voor hemzelf en als gemachtigde van Cornelia, dochter van Willem van Sundert, weduwe van Cornelis Meermans, wonende te Dordrecht, mitsgaders Wouter Petersen wonende te Breda als man en voogd van Paulina Joosten dochter van Joost van Sundert Gerrithzoon en Digna van Sundert Gerrithdochter, allen erfgenamen van Joost van Sundert en genoemde Camerbeecq mede als gemachtigde van Pieter Verster cum suis
Kopende partij: Claes Meijer en Geesgen Jans, tevoren weduwe en boedelharster van Gerrit Aertsen
Belendingen 1: aan de ene zijde en aan de andere zijde: Johan Henricksen Cloot
Opmerkingen: procuraties voor de griffie van het Hof van Utrecht gepasseerd op 29-03-1660 en 02-05-1660, procuratie voor notaris Van der Elst binnen Dordrecht op 30-08-1649, acte voor notaris Nicolaes van Tiel binnen Utrecht op 21-09-1649
Verkopende partij:
Hendrik de Wijs en zijn vrouw Anneken voor henzelf en als gemachtigde van Johan en Johanna de Wijs, weduwe van Willem Aertsen van Groenendael, en Geertruijt de Wijs voor haarzelf en als weduwe en boedelharster van Frans van Triest erfgenaam van Mechtelt Spruijten hun moeder, mede-erfgenamen van Gerritgen Gisberts Ponsen van Weerden weduwe van Joost van Sundert, alsmede de genoemde Hendrick de Wijs als gemachtigde van Cornelis de With, universele erfgenaam van Aeltgen Spruijten, mede-erfgenaam van genoemde Gerritgen Gisberts voor de helft.
Item Jacobgien Jans voor haarzelf en als enige en universele erfgenaam van Jacob Louwrensen, die beide erfgenaam geweest zijn van Merritgen Jacobs, Anna Bots voor haarzelf en als enige en universele erfgenaam van haar broer Beernt Sell en vervangende en zich sterkmakende voor Jan Louwerensen en Aeltgen Louwen; Rogier Camerbeecq en zijn vrouw Mechtelt Peters, voor haarzelf en zich sterkmakende voor haar zusters en broeders, kinderen en erfgenamen van Peter Petersen Wachtmeester, alsmede voor Reijertgen Peters, tezamen erfgenamen ex fidei commissio van Aeltgen Jacob Cruijvers weduwe Jacob Joosten van Sundert, mitsgaders als het recht bekomen hebbende van seigneur Pieter Verster, Schout te Ransdorp, man en voogd van Elisabeth van Sundert dochter van Joost van Sundert, voor hemzelf en zich sterkmakende voor Balthasar van Sundert, en Jacomijntgen dochter van wijlen Anna Joosten van Sundert, Schout te Kralingen voor hemzelf en als gemachtigde van Cornelia, dochter van Willem van Sundert, weduwe van Cornelis Meermans, wonende te Dordrecht, mitsgaders Wouter Petersen wonende te Breda als man en voogd van Paulina Joosten dochter van Joost van Sundert Gerrithzoon en Digna van Sundert Gerrithdochter, allen erfgenamen van Joost van Sundert en genoemde Camerbeecq mede als gemachtigde van Pieter Verster cum suis
Object: een huis eertijds geweest zijnde twee woningen, staande op Kelders met den hof daarachter, staande en gelegen in de Muurhuizen waar eertijds jonker Van Doornick en nu Simon van Oosterhoff, met een uitgang achter aan de Cingel bij Sint Agatha Convent. Belendingen 1: aan de ene zijde en aan de andere zijde: Johan Henricksen Cloot
Opmerkingen:
procuraties voor de griffie van het Hof van Utrecht gepasseerd op 29-03-1660 en 02-05-1660, procuratie voor notaris Van der Elst binnen Dordrecht op 30-08-1649, acte voor notaris Nicolaes van Tiel binnen Utrecht op 21-09-1649
Kopende partij: Claes Meijer en Geesgen Jans, tevoren weduwe en boedelharster van Gerrit Aertsen
Comparanten:
- De Wijs, Henrick (harbergier en borger binnen Amersfoort; tekent als: Henderick de Wijs), voor hemzelf en als man en voogd van: Knijff, Anna;
- De Wijs, Geertruijdt (voor haarzelf; borgerse en inwoonster van Amersfoort; zij tekent met [huis]merk) en als weduwe en boedelharster van: Van Triest, Frans (in zijn leven chirurgijn).
Toebedeling van een huijsinge en erve, staande binnen Utrecht aan de Vischmerckt. Indertijd bewoond door de ouders van de comparanten en nu bewoond door Grietgen Adriaens, weduwe van hun broeder Willem de Wijs. Belend: zuidwaarts: Reijer Claesz. van Oosterhouwt en noordwaarts: Willem Jans. Cleijnnaer.
Elk der comparanten is voor een vierdepart erfgenaam van Willem de Wijs (in zijn leven borger van Utrecht) en van zijn vrouw Mechtelt Spruijt zaliger, hun resp. vader en moeder. Tot de nalatenschap was mede gerechtigd hun broeder Willem de Wijs zaliger, wiens kinderen niets te eisen hadden. Zij machtigen Cornelis de Wijs (procureur voor de Hove van Utrecht), om namens hen voor het Gerecht van de stad Utrecht te verklaren dat bij onderlinge scheiding en deling van de nagelaten goederen, aan hun zuster Jannitgen de Wijs, weduwe van Willem van Groenendaell en mede-erfgename, was toegescheiden: de huijsinge en erve, staande binnen Utrecht aan de Vischmerckt, bewoond door de overledenen en nu door Grietgen Adriaens, weduwe van hun broeder Willem de Wijs, met alle daarop staande lasten en plechten. De comparanten hebben genoten, naast hun broeder zaliger Johan de Wijs, de vorderingen in de boedel, de opbrengst van de verkoop van inboedel en huisraad. Zij doen afstand van deze huijsinge ten behoeve van hun zuster Jannichgen de Wijs. Akte gepasseerd ten comptoire mijns Notarij. Getuigen: Mr. Arent Dieprinck (Duijts-schoolmeester) en Goort Bartolts. van Malsen (bombasijdeverwer; tekent: Geurt Bartels. van Mals.; beiden borgers en inwoonders van Amersfoort) (Zoekterm: arts)
Er ist verheiratet mit Lucretia Knijffs.
Sie haben in der Kirche geheiratet am 12. Januar 1636 in Utrecht.Quelle 5
Kind(er):
Johan de Wijs | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1636 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lucretia Knijffs |