Familienstammbaum Voorhaar » Leendert van 't Veld (ook Veldt) (1873-1953)

Persönliche Daten Leendert van 't Veld (ook Veldt) 


Familie von Leendert van 't Veld (ook Veldt)

(1) Er ist verheiratet mit Gerritje Knijf.

Sie haben geheiratet am 19. Juni 1912 in Amsterdam, er war 38 Jahre alt.Quelle 6


Kind(er):



(2) Er ist verheiratet mit Aletta (ook Alitta) Johanna van Dijk.

Sie haben geheiratet am 27. Juni 1917 in Utrecht, er war 43 Jahre alt.Quelle 9

Aletta Johanna van Dijk is bij haar huwelijk met Leendert van 't Veldt weduwe van Johannes Theodorus Kramer (bron: Het Utrechts Archief).

Notizen bei Leendert van 't Veld (ook Veldt)

Leendert van 't Veld (ook van 't Veldt) is de persoon in de stamboom Voorhaar die het vaakst is veroordeeld: zeker 35 keer. 23 keer komt hij voor in klappers van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Daarnaast zijn er verslagen van rechszaken in kranten. 11 Vonnissen zijn niet online toegankelijk. Van de overige 12 vonnissen onderstaand een samenvatting. In de mij bekende vonnissen en krantenartikelen is hij in totaal tot circa 10 jaar gevangenisstraf veroordeeld (een krantenbericht in 1948 spreekt zelfs over 28 jaar). De kleine veroordelingen bij de kantonrechter (voor openbare dronkenschap bijvoorbeeld) zijn niet meegeteld. Bij 15 van de 23 vonnissen had hij de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt. In rechtbankverslagen in de krant wordt ook zijn bijnaam vermeld: 'de schurftkop'. De ernstige zaken worden afgewisseld met krantenberichten over kleine vergrijpen, bijvoorbeeld waarover de kantonrechter in Hilversum heeft geoordeeld.
Ook is sprake van zeker 30 vermeldingen in het indexregister bekeurden Hilversum 1878-1890. Deze hebben gedeeltelijk betrekking op zaken die onderstaand al staan vermeld. Waar dat niet het geval is voeg ik deze onder een apart kopje toe. Zeker 8 keer komt het tot een veroordeling met gevangenisstraf.

VONNISSEN
=
Al op 9-jarige leeftijd, in 1883, komt Leendert van 't Veldt voor in een klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Op 17 juli 1883 is proces-verbaal opgemaakt in Hilversum, op 23 augustus 1883 is de dagvaarding aan hem betekend. Hij wordt verdacht van diefstal met inbreken in de 'aanhorigheid van een bewoond huis'. De officier vraagt vrijspraak met de last dat hij aan zijn ouders wordt teruggegeven. Uit de overwegingen blijkt dat hij wordt verdacht van diefstal op 16 juli 1883 uit de tuin van een woning van ene Hendrik de Wit in Hilversum. Hij heeft in die tuin morellen uit een boom geplukt en die zich toegeëigend. Dit nadat hij zich toegang tot de tuin had verschaft door een plank uit de deur van een schutting te breken. Leendert van 't Veldt legt ter zitting een bekentenis af. Het ten laste gelegde wordt mede op basis van getuigenverklaringen wettig en overtuigend bewezen verklaard. Vanwege de jonge leeftijd van Leendert van 't Veld (onder de 16 jaar en zonder het oordeel des onderscheids) wordt een wetsartikel geciteerd dat beklaagden in dat geval moeten worden vrijgesproken en óf teruggegeven aan de ouders óf in een verbeterhuis geplaatst. Op 13 september 1883 oordeelt de rechtbank dat Leendert van 't Veldt moet worden vrijgesproken en aan de ouders teruggegeven.
(bron: www.archieven.nl)
=
In 1885 komt Leendert van 't Veld(t) samen met zijn broer Willem van 't Veld(t) en ene Evert Lustig voor in een klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Op 11 april 1885 is in Hilversum proces-verbaal opgemaakt, op 16 mei 1885 is de dagvaarding aan hen betekend. Leendert is dan 11 jaar, Willem 21 jaar en gasfitter van beroep, en Evert Lustig 15 jaar (in de stamboom Voorhaar komt een Evert Lustig voor, die mogelijk de persoon in dit vonnis is, maar ik kan dat niet met zekerheid vaststellen - jv). Willem en Leendert van 't Veld zijn niet ter terechtzitting verschenen. Zij worden verdacht van diefstal. Gelet op hun leeftijd verschilt de eis per beklaagde - de officier eist negen maanden tegen Willem van 't Veld, drie maanden tegen Leendert van 't Veld en zes maanden tegen Evert Lustig. Uit de overwegingen blijkt dat zij in de namiddag van 10 april 1885 uit een bosje bij Hilversum dat iemand anders toebehoort een aantal kleine sparren- of dennenbomen hebben meegenomen. Dit nadat zij deze eerst hebben losgetrokken of afgebroken. Zij werden door een veldwachter op heterdaad betrapt. Als verzwarende omstandigheid voor Willem van 't Veld en Evert Lustig geldt dat zij eerder tot eenzame opsluiting voor een periode van minstens zes maanden veroordeeld zijn geweest. De als enige aanwezige beklaagde Evert Lustig ontkent het ten laste gelegde en verklaart alleen losliggend hout van de grond te hebben opgeraapt. Ten aanzien van Leendert van 't Veld en Evert Lustig wordt vastgesteld dat zij de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt, maar wel hebben gehandeld met het oordeel des onderscheids. Dat geldt voor de pas 11 jarige Leendert omdat hem bij de zaak van de diefstal van morellen in 1883 is verteld dat hij bij een volgende diefstal voor vijf jaar in een verbeterhuis zal worden geplaatst. Voor Evert Lustig blijkt dat oordelend vermogen uit zijn houding en antwoorden tijdens de zitting. Op 4 juni 1885 veroordeelt de rechtbank Willem van 't Veld en Evert Lustig tot drie maanden en Leendert van 't Veld tot veertien dagen gevangenisstraf.
(bron: www.archieven.nl)
=
En ook in 1888 komt Leendert van 't Veld voor in een klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Op 23 mei 1888 is in Hilversum proces-verbaal opgemaakt, op 29 augustus 1888 de dagvaarding aan hem, 15 jaar oud, spoelder van beroep en wonende in Hilversum, betekend. Leendert is niet ter terechtzitting verschenen. Hij wordt verdacht van mishandeling. De officier eist een gevangenisstraf van vijfenveertig dagen. Uit de overwegingen blijkt dat hij op 14 mei 1888 bij de ingang van de Roomsch Katholieken Kerk in Hilversum Willem Brouwer heeft mishandeld door hem moedwillig en gewelddadig een trap en een duw tegen het lichaam toe te brengen en daardoor pijnlijk te treffen. Het slachtoffer verklaart dat Leendert van 't Veld hem al vaker heeft lastig gevallen. Dit keer begon het met plagen en sarren, waarna hij de trap in de zijde en een harde duw in de rug kreeg waardoor hij op de grond viel en gedurende twee dagen veel pijn heeft geleden. Een getuige bevestigen zijn verhaal. De rechtbank stelt vast dat Leendert van 't Veld nog geen 16 jaar was maar wel met het oordeel des onderscheids handelde. Op 27 september 1888 veroordeelt de rechtbank Leendert van 't Veld tot een gevangenisstraf van vijfenveertig dagen.
(bron: www.archieven.nl)
=
In 1889 komt Leendert van 't Veldt wederom voor in een klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Op 8 januari 1889 is in Hilversum proces-verbaal opgemaakt, op 13 februari 1889 is de dagvaarding aan hem, 15 jaar oud en wonende in Hilversum, betekend. Op dat moment is hij gedetineerde uit anderen hoofde in de Strafgevangenis in Amsterdam. Hij wordt verdacht van 'het misdrijf van het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen van eenig goed aan een ander toebehoorende, gepleegd met het oordeel des onderscheids door een persoon die den leeftijd van 16 jaar nog niet heeft bereikt'. De officier eist een gevangenisstraf van een maand. Uit de overwegingen blijkt dat het voorval heeft plaatsgehad in de voormiddag van 25 december 1888 in de Langestraat in Hilversum. Hij heeft drie glasruiten uit een venster van de openbare school vernield door het werpen van knikkers of steentjes. Leendert legt ter zitting een bekentenis af. Hij was met knikkers aan het spelen en gooide eerst één knikker door een ruit. Uitroepende "nu zullen we eens op de ruiten mikken" gooide hij nog een paar knikkers. Een veldwachter getuigt dat hij heeft waargenomen dat de ruiten waren verbrijzeld. Weer een andere getuige heeft het stukgooien zien gebeuren. Op 6 maart 1889 wordt Leendert van 't Veldt veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht dagen.
(bron: www.archieven.nl)
=
En dan wordt het 1890 en is het weer raak. Leendert van 't Veld komt wederom voor in een klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Op 5 februari 1890 is in Hilversum proces-verbaal opgemaakt. Op 19 maart 1890 is de dagvaarding aan hem, 17 jaar oud, wever van beroep en wonende in Hilversum, betekend. Ook deze keer is Leendert niet ter terechtzitting verschenen. Hij wordt verdacht van diefstal. De officier eist een gevangenisstraf van zes dagen. Als verzwarende omstandigheid wordt aangevoerd dat dit is gedaan binnen vijf jaar na een eerdere veroordeling ter zake van diefstal. Uit de overwegingen blijkt dat hij op 5 februari 1890 op de Groest in Hilversum heeft gezien dat een onbekende jongen een lederen halsband van een hond heeft weggenomen. Leendert van 't Veld heeft deze halsband van de jongen afgepakt en in zijn zak gestoken. Tijdens een verhoor door de rechter-commissaris op 27 februari 1890 heeft hij een bekentenis afgelegd. Daarbij verklaart hij dat hij de halsband wilde houden en gebruiken om zijn broek vast te binden. De eigenaar van de hond, een marktkoopman die zijn honden bij zich had bij de kraam, sprak hem aan op het in bezit hebben van de halsband, hij weigerde deze terug te geven, zeggende "doe maar wat je wilt, ik heb er schijt aan". Daarop ging Leendert van 't Veld naar huis waar even later een veldwachter kwam om hem aan te houden en mee te nemen naar het politiebureau. De zaak waar ten aanzien van recidive naar wordt verwezen dateert van 7 maart 1888 en betreft een gevangenisstraf van twee maanden wegens diefstal (dit vonnis is niet online toegankelijk), welke straf op 25 juni 1888 ten uitvoer is gelegd. Op 11 april 1890 wordt Leendert van 't Veld conform de eis veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes dagen.
(bron: www.archieven.nl)
=
In 1890 is er nog een vonnis. Leendert van 't Veld komt wederom voor in een klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Op 9 juli 1890 is in Hilversum proces-verbaal opgemaakt. Op 16 september 1890 is de dagvaarding aan hem, 17 jaar oud en wonende Doelenstraat 14 in Hilversum, betekend. Leendert van 't Veld is niet ter terechtzitting verschenen. Hij wordt verdacht van vernieling. De officier eist vrijspraak. Uit de overwegingen blijkt dat het gaat om een voorval in de ochtend van 9 juli 1890 aan het Achterom in Hilversum. Daar is met een steen een glasruit ingeworpen en verbrijzeld van de woning van ene Jan van Os. Op 8 oktober 1890 wordt Leendert van 't Veld vrijgesproken omdat het onderzoek ter terechtzitting niet leidt tot wettig en overtuigend bewijs.
(bron: www.archieven.nl)
=
Het is nog steeds 1890 en weer komt Leendert van 't Veld voor in een klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Op 4 oktober 1890 is in Hilversum proces-verbaal opgemaakt. Op 29 oktober 1890 is de dagvaarding aan hem, 17 jaar oud en wonende in Hilversum, betekend. Op dat moment verblijft hij uit anderen hoofde in de strafgevangenis in Amsterdam. Hij staat samen terecht met Gijsbertus de Graaf, eveneens 17 jaar oud en wonende in Hilversum. Deze laatste is niet ter terechtzitting verschenen. Zij worden verdacht van diefstal. De officier eist tegen Leendert van 't Veld een jaar en tegen Gijsbertus de Graaf 4 maanden gevangenisstraf. Dat de eis tegen Leendert hoger is komt omdat hij niet voor het eerst wegens diefstal terecht staat. Uit de overwegingen blijkt dat zij in de namiddag van 3 oktober 1890 uit de woning van weduwe Pietje Poot-Otter aan de Hooge Laarderweg in Hilversum ongeveer een halve mud aardappelen hebben weggenomen. Het plan daartoe hadden zij samen opgevat. Leendert van 't Veld betrad het huis en stal de aardappelen, Gijsbertus de Graaf bleef op de weg op de uitkijk staan en nam een deel van de aardappelen na de terugkomst van Leendert aan. Ze gaan naar de woning van de vrouw van een marktkoopman (nota bene dezelfde van wie Leendert van 't Veld eerder dat jaar een lederen halsband had gestolen - jv) en verkopen de aardappelen aan hem voor dertig cent (vijftien cent per zak). Leendert van 't Veld legt ter zitting een bekentenis af, Gijsbertus de Graaf had zijn aandeel voordien al in een verhoor door de rechter-commissaris bekend. Uit hun verklaringen blijkt dat zij de woning zijn binnengegaan nadat zij mevrouw Poot-Otter daaruit zagen vertrekken. Deze laatste verklaart dat zij maar een kwartier is weggeweest. Andere getuigen bevestigen het verhaal. De zaak die wordt gebruikt om de recidive van Leendert van 't Veld aan te tonen is een vonnis uit 1888 waarbij hij vier maanden gevangenisstraf heeft gekregen (waarschijnlijk betreft het één van de zaken uit 1888 waar het vonnis niet online toegankelijk is - jv). Op 12 november 1890 veroordeelt de rechtbank Leendert van 't Veld tot een gevangenisstraf van zes maanden en Gijsbertus de Graaf tot drie maanden.
(bron: www.archieven.nl)
=
In 1892 komt Leendert van 't Veld wederom voor in een klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Op 17 september 1892 is in Hilversum proces-verbaal opgemaakt, op 6 oktober 1892 is de dagvaarding aan hem, 18 jaar oud, sjouwerman van beroep en wonende in Hilversum, betekend. Hij staat samen terecht met Cornelis Kruimel, 23 jaar, sjouwerman van beroep en ook wonende in Hilversum. Zij worden verdacht van diefstal. Beiden zijn voorlopig aangehouden. Tegen Leendert van 't Veld wordt drie jaar gevangenisstraf geëist, tegen Cornelis Kruimel achttien maanden. Uit de overwegingen blijkt dat zij in de loop van de maand september 1892 zowel op een School met de Bijbel aan het Krakebeen in Hilversum als van een bewaarschool aan het Noordsche Bosje bruine en witte zinken afvoerpijpen hebben weggenomen. Leendert van 't Veld pleegde de diefstallen, Cornelis Kruimel stond op de uitkijk. Leendert bekent en verklaart:
- op 13 september 1892 zinken pijpen te hebben weggenomen van de school en deze verstopt te hebben in een bosje aan het Melkpad;
- op 15 september 1892 hetzelfde deed maar dan bij de bewaarschool. Deze pijpen werden op dezelfde plek verstopt.
Zij boden de pijpen te koop aan bij ene De Jong. Toen zij daartoe in het bosje aan het Melkpad bezig waren de pijpen in stukken te breken om deze te kunnen vervoeren naar het pakhuis van De Jong werden zij gestoord door de politie en sloegen op de vlucht. Cornelis Kruimel bekent zijn aandeel in de feiten. De agenten treden op als getuigen en verklaren dat zij op de avond van 15 september 1892 surveilleerden bij het Melkpad en lawaai hoorden dat leek op het breken van ijzer. Dichterbij gekomen zagen zij drie personen die even later de vlucht namen. Alleen De Jong kregen zij te pakken. De feiten worden wettig en overtuigend bewezen verklaard mede op basis van getuigenverklaringen van een leverancier van de pijpen en het hoofd van de school aan het Krakebeen. Op 21 oktober 1892 veroordeelt de rechtbank Leendert van 't Veld tot twee jaar Cornelis Kruimel tot negen maanden gevangenis.
(bron: www.archieven.nl)
=
In 1895 komt Leendert van 't Veld ook voor in een klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Op 6 februari 1895 is de dagvaarding aan hem, 21 jaar oud, sjouwerman van beroep en wonende Nieuwe Doelenstraat 14 in Hilversum, betekend. Hij staat samen terecht met Maurits de Jong, 17 jaar oud, koopman van beroep en ook wonende aan de Hertenstraat in Hilversum. Leendert van 't Veld wordt verdacht van diefstal, waarbij het door verbreking de goederen binnen zijn bereik heeft gebracht. Maurits de Jong staat terecht voor heling. De officier eist tegen Leendert een gevangenisstraf van twee jaar en zes maanden en tegen Maurits van zes maanden. Voor Leendert geldt als verzwarende omstandigheid recidive vanwege een eerdere veroordeling wegens diefstal. Opnieuw zijn zinken pijpen de gestolen voorwerpen, zo blijkt uit de overwegingen. Op 20 december 1894 heeft Leendert van 't Veld van de villa van Adrianus Marinus van Schaik aan het Melkpad 6 te Hilversum een zinken pijp weggenomen, alsmede enkele stukken zinken pijp van het schuurtje op het erf van de woning. Hij heeft deze pijpen met geweld losgebroken. Maurits de Jong wordt verweten dat hij de gestolen goederen heeft gekocht terwijl hij kon weten dat deze niet aan de verkoper toebehoorden. Een aantal getuigen leggen elkaar aanvullende verklaringen af. O.a. dat de pijpen op 19 december nog in tact waren, dat behalve de weggenomen stukken andere zijn beschadigd, dat de in beslag genomen stukken precies pasten qua maat, beschadiging en kleur, etc. Ook wordt verklaard dat een klompafdruk van een rechtervoet exact overeenkomt met de bij Leendert van 't Veld in beslag genomen klomp. Ene Willem van Leuverden verklaart dat hij op 20 december van circa twee uur 's middags tot 's avonds in gezelschap van Leendert van 't Veld is geweest, met uitzondering van half zeven tot acht uur 's avonds en dat Leendert van 't Veld. Om acht uur zag hij hem op de Kerkstraat en droeg klompen. In het vonnis is ook sprake van een "Engelsche greep" (een moersleutel - jv) die door Van 't Veldt gestolen zou zijn en na 20 december is teruggevonden. Tijdens verhoren voorafgaand aan de zitting heeft Leendert van 't Veld verklaart de zinken pijpen op zo'n 300 passen afstand van de villa van Van Schaik te hebben gevonden. Als hij met twee agenten de plaats met een houtwal zoekt waar dat dan gebeurd zou zijn, verspreekt hij zich en zegt "daar heb ik ze verstopt", waarop hij dadelijk liet volgen "ik bedoel gevonden". Ter zitting legt Leendert van 't Veld een bekentenis af voor de diefstal van zowel de zinken pijpen als de greep. Hij verklaart het gestolene aan Maurits de Jong te hebben verkocht voor vijfenzeventig cent. Maurits de Jong verklaart dat hij op 21 december 1894 op verzoek van Leendert van 't Veld mee is gelopen naar de eiken houtwal waar de zinken pijpen en de greep zich bevonden. Leendert had hem verteld dat hij deze spullen daar gevonden had. De rechtbank vindt de verklaring van Leendert van 't Veld dat het gevonden goederen betreft onaannemelijk en verklaart het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Ook het aan De Jong ten laste gelegde wordt wettig en overtuigend bewezen verklaard. De rechtbank vindt dat hij had kunnen weten dat de goederen niet aan Van 't Veld toebehoorden. Dit temeer daar het deze zelfde De Jong is aan wie Leendert van 't Veld en Cornelis Kruimel in 1892 (zie vorige vonnis - jv) zinken pijpen te koop hadden aangeboden die ongeveer op dezelfde plek waren verstopt. Op 6 maart 1895 veroordeelt de rechtbank beide beklaagden conform de eis van de officier, t.w. Leendert van 't Veld een gevangenisstraf van twee jaar en zes maanden en Maurits de Jong van zes maanden.
(bron: www.archieven.nl)
=
In 1895 komt Leendert van 't Veld nog een tweede keer voor in een klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Op 8 mei 1895 is de dagvaarding aan hem, 21 jaar, sjouwer van beroep en wonende Doelenstraat 41 in Hilversum, betekend. Leendert is niet ter terechtzitting verschenen. Hij wordt verdacht van het opzettelijk beschadigen van andermans goed. De officier eist een gevangenisstraf van acht dagen. Uit de overwegingen blijkt dat hij op 5 februari 1895 op het ijs van de Craayloosche Brug opzettelijk met een mes in de kleren van ene Antonius Bernardus Kuyper heeft gesneden. De onder- en bovenjas raakten beschadigd. Omdat tijdens het onderzoek ter terechtzitting de opzet niet is gebleken spreekt de rechtbank Leendert van 't Veld op 28 mei 1895 vrij.
(bron: www.archieven.nl)
=
In 1898 komt Leendert van 't Veldt opnieuw voor in een klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Op 14 oktober 1898 is de dagvaarding aan hem, wever van beroep en wonende Nieuwe Doelenstraat 21 in Hilversum, betekend. Hij is niet ter terechtzitting verschenen. Hij wordt verdacht van zowel ('gewone') mishandeling als mishandeling van "een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening". De officier eist een gevangenisstraf van een jaar. Uit de overwegingen blijkt dat hij:
1. op de avond van 22 juli 1898 op de Kerkbrink in Hilversum Jacobus Johannes Lankrijer in de rechterarm heeft gestoken met een schaar, althans een scherp snijdend voorwerp. Dit leidde tot een bloedende wond.
2. op 18 september 1898 een agent van politie met een mes of ander scherp voorwerp opzettelijk heeft gestoken in het aangezicht, bij de neus. Ook hier is sprake van een bloedende wond.
In de eerste zaak is op 13 augustus 1898 proces-verbaal opgemaakt. Daaruit blijkt dat hij op de avond van 22 juli 1898 onder een doorrit van een stal van logement Het Hof van Holland schuilde voor de regen met "nog andere lieden". Daar kreeg hij ongenoegen met Lankrijer. Leendert van 't Veldt sloeg Lankrijer, deze sloeg terug. Daarop pakte Van 't Veld een weverschaar uit zijn rechterbroekzak en stootte Lankrijer daarmee tegen de rechterbovenarm niet ver van de schouder. Zo'n schaar is twee à twee-en-eenhalve decimeter lang en heeft een ronde en een scherpe punt. Bij gesloten toestand steekt de scherpe punt een vingerlid uit boven de ronde punt. Behalve de bloedende wond waren ook zijn kleren kapot en bebloed. Lankrijer is daarop weggerend en eerst naar de politie en toen naar een geneesheer gegaan.
In de tweede zaak is op 26 september 1898 proces-verbaal opgemaakt. Leendert van 't Veldt bevond zich op 18 september 1898 's ochtends rond half twaalf met zes makkers op de 's Gravelandschenweg, op de grens (bij de scheiwal) van Hilversum en 's Graveland. Van 't Veldt stond met twee vrienden aan de ene kant van een sloot aldaar, de andere vier aan de overkant. De ene kant van de sloot is grondgebied van Hilversum, de andere kant van 's Graveland. Twee veldwachters wilden één van de twee die bij Van 't Veldt liepen arresteren. Dit op last van de burgemeester van 's Graveland die door deze man beledigd was. Daarbij onstond een woordenwisseling. De vier mannen die aan de overkant stonden waadden zich door de sloot en voegden zich bij hen. De veldwachters voelden zich in 't nauw gedreven en trokken hun sabel. Eén van hen raakte Van 't Veldt op de schouder, die werd driftig, pakte een aardappelmesje, bracht de agent een snee in het gelaat toe en rende hard weg. De wond zat bij de linkerzijde van de neus en vlak bij het oog en bloedde hevig. Ook de agent ging naar een arts, de wond was ongevaarlijk maar wel erg dicht bij het oog.
Leendert van 't Veldt heeft in een eerder stadium voor beide zaken een bekentenis afgelegd en mede op basis van getuigenverklaringen worden de feiten wettig en overtuigend bewezen geacht. Op 2 november 1898 veroordeelt de rechtbank Leendert van 't Veldt conform de eis tot een gevangenisstraf van een jaar (het signalement 'ontslag 1899' hoort waarschijnlijk bij dit misdrijf - jv)
(bron: www.archieven.nl)
=
In 1902 komt Leendert van 't Veldt wederom voor in een klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Op 19 april 1902 is de dagvaarding aan hem, 28 jaar, tapijtwerker van beroep en wonende Nieuwe Doelenstraat 14 in Hilversum, betekend. Hij staat samen terecht met Hendrika Johanna van Staveren (19 jaar), Willem Bakker (20 jaar) en Geertje van de Velden (15 jaar). De laatste is niet ter terechtzitting verschenen. Zij worden verdacht van het zonder voorkennis van de rechthebbende en niet per vergissing binnendringen van een bij een ander in gebruik zijnde woning. Het voorval heeft plaatsgehad in Hilversum in de nacht van 26 op 27 januari 1902, omstreeks één uur, een voor de nachtrust bestemde tijd. Zij zijn een met rietwerk afgedekte waranda in gegaan die deel uitmaakt van villa Akkerzicht, gelegen op de hoek van het Noordsche Boschje en het Melkpad. De aanwezige beklaagden leggen een bekentenis af. Leendert van 't Veldt verklaart dat hij die nacht om 12 uur het danshuis van Schouten met de andere beklaagden heeft verlaten. Hij had geen lust om al naar huis te gaan, hij wilde nog ergens wat gaan vrijen. Ze zijn via een hek het terrein van de villa binnen gegaan en daarna via een opening in de rietmatten op de waranda gekomen. De andere aanwezige beklaagden verklaren hetzelfde. Daarna wordt een proces-verbaal voorgelezen van het verhoor van Geertje van de Velden door de kantonrechter. Zij verklaart ook het danshuis (nu de herberg genoemd) van Schouten met de anderen te hebben verlaten en de deur van haar woning, ook aan het Noorsche Boschje, gesloten vond. Zij besloot daarom met de andere drie mee te lopen. Twee getuigen die geraas op de waranda hoorden en op hun roep 'wie is hier?' geen antwoord kregen, namen poolshoogte en troffen de drie aanwezige beklaagden en een meisje aan. De feiten worden als wettig en overtuigend bewijs aangemerkt. Op 13 mei 1902 veroordeelt de rechtbank Leendert van 't Veldt en Willem Bakker tot een boete van tien gulden en Hendrika Johanna van Staveren van vijf gulden. Geertje van de Velden wordt ontslagen van rechtsvervolging omdat zij de leeftijd van 16 jaar niet heeft bereikt en volgens de rechtbank niet heeft gehandeld met het oordeel des onderscheids.
(bron: www.archieven)
=
In 1886, 1887 (twee keer), 1888 (nog drie keer), 1890 (nog drie keer) en in 1902 (nog twee keer) komt Leendert van 't Veldt voor in een klapper op naam van veroordeelden van de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam. Deze vonnissen zijn echter niet online toegankelijk.
(bron: www.archieven.nl)

INDEX BEKEURDEN 1878-1890
Zoals in de aanhef aangegeven wordt Leendert van 't Veldt 20 keer vermeld in het indexregister van bekeurden in Hilversum 1878-1890. Hieronder de zaken die niet al onder de rubriek vonnissen zijn vermeld. Waar geen straf staat wordt deze in het register niet genoemd:
- 26 juli 1883 - diefstal van peren uit de tuin van Buwalda - hij wordt niet vervolgd want te jong geacht.
- 12 maart 1884 - diefstal van brood uit de kar van G.R. Fokker - hij wordt niet vervolgd want te jong geacht.
- 14 juli 1887 - moedwillig een ruit van een lantaarn ingeworpen.
- 25 augustus 1887 - diefstal van een portemonnee uit de zak van H. Paap op de kermis - 6 weken gevangenisstraf.
- 21 september 1887 - mishandeling van een hond - 8 dagen gevangenisstraf.
- 17 november 1887 - moedwillig jassen vernield van C. Tabak en Lucassen - 8 dagen gevangenisstraf.
- 26 december 1887 - diefstal van een stuk worst ten nadele en uit winkel van C. Bikker.
- 2 februari 1888 - samen met L. van Beusekom diefstal van twee paar schaatsen ten nadele van Lacher op de Scheiwal - 2 maanden gevangenisstraf.
- 11 mei 1888 - samen met J. Huizens en L. van Beusekom diefstal van fl. 1.39 uit de portemonnee van S. de Leeuw terwijl deze beschonken was - 4 maanden gevangenisstraf.
- 15 juni 1888 - reizigers lastig vallen op Stationsplein.
- 18 juni 1888 - moedwillig paneel uit de deur getrapt van de weduwe Schouten - 1 maand gevangenis.
- 10 januari 1889 - reizigers lastig gevallen.
- 16 oktober 1889 - diefstal van een brood uit de winkel van Seppe.
- 12 november 1889 - voortdurend staan tegen het stationsgebouw.
- 30 november 1889 - diefstal van een sigarenpijpje ten nadele van Ridderikhof.
- 1 mei 1890 - belediging van Van de Hengel.
- 28 juni 1890 - getracht een gevonden zilveren lepel te verkopen.
- 30 juni 1890 - bedelarij
- 4 juli 1890 - diefstal van een portemonee en verduistering van fl. 0,30 ten nadele van Schmasen.
- 16 augustus 1890 - diefstal van appelen en peren.
- 18 augustus 1890 - dragen van een verboden wapen.
- 21 augustus 1890 - verbreking van een omheining.
- 1 april 1891 - aanhouding nadat ontvluchting uit de werkinrichting was gesignaleerd.
(bron: indexregister van bekeurden 1878-1890)

KRANTENARTIKELEN
Dit is een mix van kleine vergrijpen en uitermate ernstige zaken. Ten aanzien van de kleine vergrijpen betreft het een selectie, veroordelingen over alleen maar openbare dronkenschap of het verstoren van de (nacht)rust heb ik achterwege gelaten.
=
Op 11 december 1886 schrijft de Gooi- en Eemlander over een veroordeling van Leendert van 't Veldt door de rechtbank in Utrecht. Het betreft twee diefstallen: een zilveren horloge ten nadele van ene J.E.L. en een paar bottines ten nadele van de heer N. Leendert, die ten tijde van de zitting uit anderen hoofde in de gevangenis in Amsterdam verblijft wordt veroordeeld tot één maand gevangenisstraf. Zijn twee medeverdachten, waaronder zijn broer Willem, worden vrijgesproken.
(bron: Gooi- en Eemlander)
=
Een kort berichtje in de Apeldoornsche Courant op 7 november 1899 maakt melding van een veroordeling door de rechtbank in Zutphen. Het betreft 'L.v.t.'V., 26 jaar, tapijtwever, te Hilversum, diefstal te Apeldoorn, 2 jaar gevangenisstraf'.
(bron: Apeldoornsche Courant)
=
Op 31 mei 1890 kunnen we in Tubantia het volgende bericht lezen: 'Zondagavond werd te Hilversum in de R. K. kerk vrij wat ontsteltenis veroorzaakt, doordien zekere L. v. 't V., een opgeschoten jongen, een brandenden voetzoeker door het ruim der kerk wierp. In het eerst dacht men aan een gasontploffing. Weldra ontdekte men wat er gaande was; de dienst werd nu weder voortgezet en de dader in handen der politie gesteld'.
Op dezelfde datum doet de Gooi- en Eemlander op een wel heel beeldende wijze verslag van dit voorval: 'De R. C. kerk alhier was Dinsdagavond, terwijl de Meimaand godsdienstoefening gehouden werd en de gewone gebeden plaats hadden, het toneel van eene hevige ontsteltenis Een baldadige 16 jarige knaap wierp een brandende voetzoeker achter in het kerkgebouw, waardoor de daar zittende personen, op zoo iets natuurlijk niet verdacht, of zelfs geheel onbewust van wat er gebeurde, hevig verschrikten en angstkreten uitende, de kerk gingen ontloopen. Dit gerucht plantte de ontsteltenis in nog heviger mate voort bij degenen, die voor in de kerk zaten en aan een groot ongeluk, aan brand of ander gevaar dachten. Sommigen meenden, dat de zangkoortribune was ingestort. Eenigen stonden in angstige besluiteloosheid om zich heen te zien, anderen liepen naar de uitgangen, en drongen op elkander ondanks de geruststellende verzekering van den Eerw. Geestelijke, dat er geen gevaar was. Gelukkig was de kerk niet vol, anders zouden er zeker groote ongelukken ontstaan zijn. Toen de oorzaak der opschudding van mond tot mond bekend was geworden, waarmede natuurlijk enkele minuten verliepen, en het orgel en het koor zich deden hooren, week allengs de grootste ongerustheid, doch overbodig te zeggen, dat de verontwaardiging algemeen en groot was tegen die baldadige oorzaak der ontsteltenis en den verstoorder der godsdienstoefening. Deze had, na het binnenwerpen van den voetzoeker, ijlings de vlucht genomen, doch niet zoo snel, of een der kerkbezoekers was hem gevolgd, en dezen gelukte het, den knaap nabij het R. C. kerkhof te vatten en met behulp van den koster, op het politie-bureau te brengen. De jeugdige dader staat nu reeds onder treurige bekendheid ten opzichte van zijn gedrag en zijn onverschilligheid, en dat hij gestraft wordt, is zoowel tot afschrik van anderen als, zoo mogelijk, tot zijne beterschap wenschelijk'. In september 1890 is de zaak aan de orde geweest bij een zitting van de rechtbank in Amsterdam (de uitkomst is mij niet bekend - jv).
(bronnen: Tubantia - Gooi- en Eemlander)
=
Op 12 maart 1902 staat in de Gooi- en Eemlander onder de noemer ‘vonnissen kantonrechter Hilversum’ het volgende: ‘Wegens het in het openbaar voor de eerbaarheid aanstootelijke toespraken houden: L. v. 't V;, E. D., J. 8., allen te Hilversum, elk f 6 of 3 d. h.’
(bron: Gooi- en Eemlander)
=
Op 9 april 1902 schrijft de Gooi- en Eemlander wederom over een vonnis van de kantonrechter: 'Wegens het voorbijrijden van een voertuig, baldadig de zweep van dat voertuig vastgrijpen: L. v. 't V., te Hilversum, f 1 of 1 d. h.'
(bron: Gooi- en Eemlander)
=
Krantenartikelen in de Gooi- en Eemlander en Nieuws van den Dag reppen over een inbraak in 1902 waarbij Leendert van 't Veld in 1902 betrokken is.
- eerst op 30 augustus 1902. Het betreft een inbraak aan de Van der Lindenlaan in de nacht van 11 op 12 augustus 1902. Hij wordt in het artikel 'de beruchte Leendert van 't Veld' genoemd. Hij pleegde de inbraak samen met Theodorus Heinrich Hendriks, bijgenaamd Dorus Kruis. Samen boden zij op 12 augustus aan 'een mand vol flesschen met verschillende dranken' en behalve de bruinlederen knooplaarzen nog 2 paar pantoffels en 1 paar stoffen laarzen'.
- op 22 november1902 wordt verslag gedaan van de terechtzitting bij de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam op 20 november 1902. Alles bij elkaar bedraagt de buit 3 paar pantoffels, 1 paar vrouwenschoenen, en de flessen met jenever, cognac en advocaat. Van 't Veld en Hendriks hebben een ruit van een kelderraam gebroken en zijn zo in de woning van het echtpaar Lub gekomen. De beklaagden ontkennen. Wel geven ze toe enige flessen verkocht te hebben en twee flessen cognac en een paar flessen jenever te hebben uitgedronken. Daarbij verschuilt de ene zich achter de ander. Van 't Veld zegt dat hij Hendriks met deze spullen is tegengekomen. Hendriks zegt het omgekeerde. Dat bemoeilijkt de bewijsvoering, reden voor het OM om 25 getuigen te dagvaarden. Daaruit komt naar voren dat het huis enige tijd onbewoond was omdat het echtpaar in Zandvoort verbleef. De volgende ochtend ontdekt de zoon van de tuinman dat de ruit is ingeslagen. Zijn vader haalt de commissaris van politie erbij en zo ontdekken ze dat én het gaslicht brandde én een kist was opengebroken. Het lukte niet direct om de daders te vinden. Hendriks bijvoorbeeld was daags na de inbraak onder dienst gegaan als huzaar. Maar bij een volgende diefstal aan het Ministerpark waarbij Leendert van 't Veld werd gearresteerd kwam er schot in de zaak (uit een krantenartikel over een moordzaak waarbij Van ’t Veld als getuige optreedt blijkt dat hij voor deze diefstal tot vijf jaar gevangenisstraf is veroordeeld - jv). Belangrijk is de verklaring van de vrouw van puttenmaker Bokhorst aan wie de goederen te koop waren aangeboden. Toen zij vroeg hoe ze aan de spullen kwamen en de vrouw desgevraagd zei dat ze kon zwijgen als het haar niet aangaat, zei Leendert "we hebben ingebroken in een villa aan de Lindelaan, waar de menschen voor drie maanden uit zijn en eerst veertien dagen weg zijn". Hendriks was daar bij en sprak hem niet tegen. Toen mevrouw Bokhorst dit later aan haar man vertelde, wilde hij de spullen niet kopen want hij koopt niets dat van diefstal afkomstig is. Ook bij wever-koopman Beuk probeerden ze de goederen tevergeefs te verkopen. Een andere getuige, Lustig - een vriend van de beklaagden, verklaart hij hen heeft geholpen de twee flessen cognac op te drinken. Daarvan werd hij zo dronken dat hij in arrest werd gebracht. Hij vermoedt dat dit komt omdat hij 'aan Catz gewoon is' (is merk jenever - jv). Hij vond het heel goed, maar toen de rechter zei dat het lekkerder was dan jenever wilde hij dat zo grof niet toegeven. De volgende morgen ging Lustig met twee andere kameraden aan de oude klare van Hoppe, die ze hadden gevonden in een kuil in het bos. Daarvan werd hij slechts half dronken. Ook andere vrienden deden zich te goed aan 'Lub's night cap', de lege flessen werden stukgeslagen. De schoenen werden door Van 't Veld voor drie gulden verkocht aan schoenmaker Van Kampen, nadat zij eerst voor twee gulden beleend waren geweest. De officier eist tegen Hendriks drie en tegen Van 't Veld zes maanden gevangenisstraf. De zwaardere eis tegen Van 't Veld is een gevolg van zijn eerdere veroordelingen voor diefstal. Tijdens die eerdere gevangenisstraf had de officier hem bezocht. Van 't Veld had toen al aangekondigd dat hij, zodra hij vrij was er weer op uit zou gaan om te stelen en dat het aan de politie van Hilversum was hem dan weer aan te houden. De officier verbond hieraan complimenten voor die politie omdat zij daar in waren geslaagd. Omdat de tijd gevorderd gaat wordt de behandeling geschorst tot de volgende dag. Dan wordt aan het begin gemeld dat uit de villa ook geld is gestolen dat toebehoorde aan het dienstmeisje van de familie. Dan is het woord aan de advocaten van de beklaagden die het roerend met elkaar eens zijn: dat er is ingebroken en gestolen is duidelijk. Dat is geprobeerd goederen te verkopen door de beklaagden evenzeer. Net als dat het grootste deel van de drank is opgedronken. Maar niet is aangetoond dat hun cliënten de inbraak en diefstal ook zelf hebben gepleegd. De getuigenverklaring van mevrouw Bokhorst wordt in dat kader als niet betrouwbaar afgedaan. Dit mede omdat cliënt Van 't Veldt tegen zijn advocaat had gezegd "Meneer, denkt U nou dat een fatsoenlijke dief zoo stom zou zijn dergelijke mededeelingen te doen". De advocaten eisen vrijspraak. Op 5 december 1902 bericht het Nieuws van den Dag dat Leendert van 't Veld tot drie-en-een-half jaar gevangenisstraf is veroordeeld. De andere verdachte wordt bij gebrek aan bewijs vrijgesproken. Op 13 februari 1903 staat in de Maasbode een kort verslag van het hoger beroep. Leendert van 't Veld had dat ingesteld en legt nu verklaringen af waarbij hij de schuld vooral aan Hendriks geeft. Ook het Openbaar Ministerie had hoger beroep aangetekend vanwege de vrijspraak van de laatste. Nu wordt tegen beide verdachten drie-en-een-half-jaar gevangenisstraf geëist.
(bron: Gooi- en Eemlander - Nieuws van den Dag - Maasbode)
=
Op 4 april 1891 staat Leendert van 't Veld(t) bij de Gooi- en Eemlander al bekend als berucht, getuige het volgende bericht: 'De beruchte en sedert geruimen tijd voortvluchtige L. v. 't V., omtrent wien onlangs allerlei geruchten werden vernomen, en dien men zelfs verongelukt waande, werd Dinsdag in levenden lijve door de politie aangetroffen en aangehouden. Woensdagmorgen werd hij door drie agenten weder opgebracht."
(bron: Gooi- en Eemlander)
=
En dan is er nog een zaak waar de Gooi- en Eemlander driemaal over bericht:
- eerst op 16 augustus 1902: Op woensdagnacht (13 augustus 1902) heeft een brutale inbraak plaatsgehad op het Ministerpark in Hilversum. Omstreeks half een zag buurman Van der Helm vanaf zijn balkon dat er licht brandde in villa Rustoord van de familie Havelaar. Hij belt de politie die met 6 agenten ter plaatse gaat. Met bij andere buren opgehaalde sleutels konden zij binnenkomen. Op de tweede verdieping hoorden zij gestommel. Daar zagen zij een deur waarvan het onderste paneel uitgezaagd was en uit die richting kwamen mannenstemmen. Agent Westerveld liet het bovenste paneel inslaan en begaf zich alleen in de kamer, maar deze was leeg. Het geluid kwam van het aangrenzende vertrek. Zonder dralen opende de agent Westerveld de deur van de aangrenzende kamer en vond daar twee mannen, waarvan hij één terstond herkende als Leendert van 't Veld, de ander bleek een oude kennis der politie te zijn, een Amsterdammer, genaamd Hendrik Verleij. De beide mannen werden gearresteerd, geboeid naar het bureau van politie vervoerd, vanwaar zij de volgende dag naar Amsterdam zijn overgebracht. Uit eerste onderzoek blijkt, dat de inbrekers naar binnen zijn gekomen door een closet-raampje. In het hele huis, tot zelfs in de dienstbodenkamers, vond men vuile voetsporen, lucifers en kaarsvetdruppels, een bewijs dat de dieven het huis op hun gemak hadden doorzocht. Alle deuren en kasten die niet goedschiks te openen waren, hadden zij met geweld opengebroken. Overal was wanorde, alles wat maar enige waarde had, was op den grond gegooid en bij elkaar geraapt. Men vond bij de inbrekers tafelzilver, lepels, vorken, en verder enige juwelen zoals ringetjes en broches en geld die uit een dienstbodenkamer waren ontvreemd. Ook wordt gemeld dat de heer Havelaar tegen inbraak verzekerd was en in Villa Rustoord ook in 1901 in ingebroken.
- op 15 oktober1902. Er wordt verslag gedaan van een rechtszitting op 14 oktober 1902 bij de rechtbank in Amsterdam Het betreft de in de marge van het vorige artikel genoemde diefstal aan het Ministerpark in Hilversum. De beklaagden zijn Leendert van 't Veldt, 29 jaar oud en tapijtwever van beroep, en Hendricus Verlee, 39 jaar, koffer- en zadelmaker, beiden woonachtig in Hilversum, maar ten tijde van de zitting gedetineerd. Zij hebben op 13 augustus 1902 (dit is één dag na de vorige inbraak - jv) goederen weggenomen uit een villa aan het Ministerpark in Hilversum. Van de daar wonende echtelieden Havelaar namen zij weg 'onderscheidene zilveren voorwerpen, als lepels, vorken en vingerdoekringen, benevens een vaas met zilveren hengsel, alsmede een bedrag van omstreeks negen gulden 50 cents". Verder namen zij spullen weg van dienstmeisje Antje, te weten een zilveren ring, een gouden medaillon, een zilveren hartje en een zilveren oorbelletje. Ze zijn de villa door ramen binnen geklommen en de goederen meegenomen na met geweld kasten open te breken. De beide beklaagden zijn inbrekers van beroep en oude bekenden van justitie. Verlee heeft op zijn 39e al 28 vonnissen achter de rug. Ook in 1901 is in dit huis door dieven ingebroken. Ook toen was niemand thuis. Nu was de familie op 4 augustus naar Den Haag vertrokken om te logeren, na alles zorgvuldig te hebben afgesloten en verzekerd. Het dienstmeisje verbleef in die tijd bij haar ouders. Mevrouw Havelaar en Antje treden als getuigen op. Zij herkennen de gestolen goederen als de hunne en verklaren dat alles in huis was overhoop gehaald, deuren en kasten waren opengebroken en overal op de tapijten lag kaarsvet. Van 't Veld en Verlee zijn op heterdaad betrapt. Een bewoner van het Ministerpark had 's nachts licht zien branden in de villa van Havelaar en de politie 'opgescheld'. Drie veldwachters gingen ter plaatse. Twee bewaakten de uitgangen, een derde ging naar binnen en arresteerde de beklaagden in de kamer van de dochter van de familie Havelaar. Van 't Veld konden moeilijk anders dan een volledige bekentenis afleggen. De officier van justitie eist voor allebei vijf jaar gevangenisstraf. De verdedigers vragen een lichtere straf aangezien zij beiden "slachtoffers zijn van het gebruik van alcohol".
- op 29 oktober 1902 wordt het vonnis bekend gemaakt: 'door de 4e Kamer van Strafzaken der Amsterdamsche rechtbank zijn gisteren Leendert van 't Veldt en Hendrikus Verlee, wegens den bekenden inbraak op villa „Rustoord" in het Ministerpark, alhier, overeenkomstig den eisch veroordeeld tot 5 jaren gevangenisstraf' (het signalement 'ontslag 1907' hoort waarschijnlijk bij dit misdrijf - jv).
(bron: Gooi- en Eemlander)
=
In de Gooi- en Eemlander van 28 maart 1903 komt Leendert Van 't Veld voor als getuige. Maar het is te bijzonder om er verder aan voorbij te gaan... In Amsterdam staan twee verdachten terecht van een dubbele moord, gepleegd op 10 april 1902 op de Czaar Peterstraat in Amsterdam. De slachtoffers zijn de invalide kruidenier Brouwer en zijn nicht Smaal. Zij zijn op gruwelijke wijze toegetakeld (kelen door gesneden, hoofden verbrijzeld, met hakmessen bewerkt, etc.). Het is een toentertijd spraakmakende zaak waar veel kranten in het hele land uitvoerig en bij herhaling over berichten. De ene verdachte, De Wolff, was volgens de verklaring van Van 't Veld iemand met wie hij al jaren intiem omging. Deze had hem de omstandigheden waaronder de moorden zijn gepleegd verteld en Van 't Veld doet dat verhaal uitvoerig in de rechtszaal in de rol van getuige. Het toeval wil dat de andere verdachte, Donker, in de gevangenis een cel krijgt naast die van Van 't Veld. Deze laatste zit daar de vijf jaar gevangenisstraf uit voor de diefstal op het Ministerpark in Hilversum (waar in de voorafgaande krantenartikelen melding wordt gemaakt - jv). De communicatie tussen heb beiden verloopt via tikken op de verwarmingsbuizen. Van 't Veld meldt aan Donker dat hij weet van de moorden. Donker schrikt, maar Van 't Veld stelt hem gerust dat De Wolff en hij elkaar al lang kennen en De Wolff dit heus niet zomaar aan iedereen heeft verteld. Daardoor wint hij vertrouwen en doet Donker zelf ook verslag aan Van 't Veld van de moorden. Ter zitting ontkennen De Wolff en Donker echter iets over deze zaak aan Van 't Veld te hebben verteld. Tijdens de voortzetting van de zaak de volgende dag treedt Van 't Veld weer als getuige op. Dit vanwege opnieuw een contact met een celgenoot naast hem. Nu ene Seppen. Dat contact ging niet via tikken op leidingen, maar op de muur. Het discussiepunt is of Van 't Veld deze Seppen als één van de mogelijke daders van de dubbele moord heeft genoemd. Van 't Veld verklaart dat hij Seppen niet direct wilde vertellen wat hij wist over De Wolff en Donker en toen maar wat heeft opgenoemd, t.w. "Spekkers, Hagens en enige Hilversummers". Pas later heeft hij via de tikken op de muur aan Seppen verteld over degenen die nu verdacht worden.
In de Nieuwe Veendammer Courant van 28 maart 1903 wordt over de getuigenis van Leendert van 't Veld nog een saillant detail toegevoegd. Hij heeft, zo bevestigt hij, aan de directeur van de gevangenis verteld dat hij van De Wolff zoveel wist dat hij hem levenslang kon bezorgen.
Ook het Nieuwsblad van het Noorden doet verslag van deze zitting. Daar ligt het accent op de feitelijke omstandigheden van de moorden, die Van ’t Veld blijkens zijn getuigenis heeft gehoord van De Wolff zelf. Daarbij wordt duidelijk dat de buit bij dit misdrijf zestig gulden was en dat dit aan drank is verteerd. De zaak wordt verdaagd naar 1 april 1903. Nieuwe informatie uit het verslag dat het Nieuws van den Dag op 28 maart 1903 doet is met name dat Leendert van 't Veld een bijnaam had 'de schurftkop'.
Van die vervolgzitting doet het Nieuws van den Dag op 2 april 1903 verslag. De rol van Leendert van ’t Veld spitst zich toe op de vraag waarom hij De Wolff (bijgenaamd ‘Blommetje”) heeft ‘verrajen’ en of hij, zoals hij zelf beweert Wolff al langer kende. De Wolff ontkent dat, maar diverse getuigen bevestigen dat zij hen in Hilversum samen hebben gezien. Daaronder Hendrika (Rika) van Staveren uit Bussum die verkering heeft met Leendert. Zij verklaart hem samen met Leendert en twee andere mannen in een bierhuis te hebben gezien. De vier spraken maar in een rare taal, waarop ze vroeg “wat praat jij toch raar, het lijkt wel dieventaal”. Ze vertelt hem vaker te hebben gezien, ook bij de moeder van Leendert, en ook mej. Bekerkamp, waar Rika werkte, bevestigde hen samen te hebben gezien. ‘Blommetje’ vond het sterk dat hij zo pertinent werd herkend, maar hij “kon ’t niet helpen”. Op 6 april doet dezelfde krant verslag van een zitting waarbij artsen de gruwelijkheid van de moordpartij beschrijven en waarin de relatie tussen Van 't Veld en een andere getuige (die meerdere dreigbrieven heeft gekregen) ter discussie wordt gesteld. Deze getuige is vrouw Verhoef, uitbaatster van de tapperij waar Rika van Staveren gesprekken heeft opgevangen.
(bronnen: Gooi- en Eemlander - Nieuwsblad van het Noorden - Nieuws van den Dag - Nieuwe Veendammer Courant)
=
Op 18 december 1907 staat in de Gooi- en Eemlander het volgende bericht: 'Zondagnacht omstreeks 3 uur, ontving W.v.B., van den Geuzenweg, toen hij in de Heerenstraat liep, een slag op het hoofd, waardoor een vrij ernstige wonde ontstond. De mishandelde begaf zich naar het politiebureau, waar hij werd verbonden. Als vermoedelijke dader werd gearresteerd L. v. 't V. die kort geleden uit de gevangenis werd ontslagen. Na verhoord te zijn, werd hij weder op vrije voeten gesteld'.
(bron: Gooi- en Eemlander)
=
In 1913 en 1914 komt Leendert van ’t Veld(t) voor in krantenartikelen in de Gooi- en Eemlander over dronkenschap:
- op 4 januari 1913: 'Woensdagavond werd door de politie een beschonken persoon L. v. 't V. onder hevig verzet naar het bureau overgebracht, waarbij hij een agent van politie in een der vingers heeft gebeten'.
- op 8 januari 1913: ‘Zaterdagavond had op de Groest een relletje plaats, veroorzaakt door L. v. 't V. die, in beschonken toestand verkeerende, zich hevig tegen zijn arrestatie verzette. Toen v. 't V. in het politiebureau was overgebracht, herstelde de rust spoedig’.
- op 22 februari 1913: een veroordeling van de kantonrechter tot drie gulden of drie dagen cel wegens openbare dronkenschap.
- op 21 december 1914: 'L.v.’t.V. te Hilversum, thans gedetineerd, was in verzet gekomen tegen een vonnis van den kantonrechter waarbij hij was veroordeeld tot een principale hechtenis van 3 dagen wegens openbare dronkenschap bij herhaling gepleegd. De man die was verschenen en die het blijkbaar te doen was geweest om eens een luchtje te happen, hoorde echter het vonnis tegen zich bekrachtigen.
Ook in de categorie kleinigheidjes valt de volgende veroordeling waar de krant op 20 augustus 1913 over bericht: 'Wegens het rooken in een rijtuigafdeeling van een trein, die daarvoor niet is aangewezen: L. v. 't V. te Bussum f 5 of 3 d'.
(bron: Gooi- en Eemlander)
=
Eind 1915 en begin 1916 schrijven zowel De Telegraaf als het Algemeen Handelsblad, de Gooi- en Eemlander en Het Volk over een andere zaak. Leendert van 't Veldt is dan 42 jaar, los werkman van beroep en verblijft uit andere hoofde in de strafgevangenis in Utrecht (hieruit blijkt dat er nog meer strafzaken moeten zijn na de voorgaande in 1902 - jv). Hij wordt er van verdacht eind juli of begin augustus 2014 in het perceel Lindenheuvel 2 te Hilversum, toebehorend aan de familie Bijleveld goederen te hebben weggenomen. Het betreft twee beeldjes, een toiletspiegel, een koperen kannetje, een opengewerkt vaasje met deksel en een vaasje bedekt met bloemen. Dit na inbraak via de op zich goed afgesloten tuindeur. Een andere verdenking betreft een diefstal uit het Palace Hotel in Hilversum.
Het Volk schrijft over Leendert als iemand die 'reeds 26 vonnissen te zijnen laste heeft en 16 jaar in de gevangenis doorbracht'. Het Algemeen Handelsblad spreekt over 'den 42-jarigen recidivist Leendert van 't Veldt' en schrijft dat hij ontkent deze inbraken te hebben gepleegd en beweert dat hij "het slachtoffer te zijn van gebroeders die hem valschelijk beschuldigden". De Telegraaf en Het Volk hebben over de inbraak bij Bijleveld een andere lezing. Leendert beweert volgens deze kranten dat zijn inmiddels overleden vrouw (Gerritje Knijf - jv) deze inbraak heeft gepleegd. Getuigen van de familie Van Velzen verklaren echter dat hij hun heeft verteld de inbraak te hebben gepleegd. Leendert heeft ook aan hen geschreven dat hij van het in de gevangenis verdiende geld een revolver zou kopen om zijn vrouw dood te schieten. Deze vrouw wordt in het requisitoir van het Openbaar Ministerie 'beschouwd als beklaagde's boozen geest'. De officier zegt dat deze vrouw veel schuld had gehad aan het leven dat door de beklaagde geleid werd. Omtrent de rol van de vrouw bericht de Gooi- en Eemlander dat de commissaris van politie ter zitting een verklaring heeft afgelegd, inhoudende "dat de vrouw van beklaagde zeer slecht bekend stond en wel als heelster van door beklaagde gestolen goederen verdacht werd, maar dat de politie toch nooit iets bemerkt had, dat zij zelf diefstallen pleegde". De vrouw wordt ook genoemd door de eerder gememoreerde getuigen. 13 Maanden na de inbraak bij Bijleveld heeft zij in dronken toestand de gehele toedracht aan hen verteld. Daarbij deed ze ook het verhaal over de revolver en vertelde nu uit angst te handelen. Op haar verzoek is de getuige toen naar de politie gegaan. Andere leden van de getuigende familie vertellen dat Leendert niet alleen over deze inbraak met hen gesproken had, maar het er altijd over had en hun ook geregeld inbrekerswerktuigen liet zien. Weer een andere getuige verklaart dat Van 't Veld ergens had gestolen ging hij de buurt rond om te vertellen over zijn heldendaden en zich daarop te beroemen. Deze getuige zegt ook dat Leendert van 't Veldt meermalen heeft gedreigd hem dood te schieten.
De eis van de officier van negen maanden wordt door hem in dat kader geschetst als een betrekkelijk geringe straf om hem nu zijn vrouw, "'die aan hem gewaagd was", is overleden niet de gelegenheid te ontnemen een nieuw leven te beginnen. Deze eis betreft alleen de inbraak bij Bijleveld aangezien voor de diefstal in het hotel onvoldoende bewijs wordt gevonden.
Op 8 februari 1916 bericht Het Volk dat Leendert van 't Veldt conform de eis tot negen maanden cel is veroordeeld (het signalement 'ontslag 1916' hoort waarschijnlijk bij dit misdrijf - wel valt op dat hij in februari veroordeeld en al in april 19016 ontslagen is - jv).
(bronnen: Telegraaf - Algemeen Handelsblad - Gooi- en Eemlander - Het Volk)
=
Op 30 oktober 1924 schrijft de Gooi- en Eemlander over een vechtpartij op 29 oktober in café Van Lunteren op de hoek van de Groest en de Nieuwe Doelensteeg in Hilversum. Leendert van 't Veld (die dan in Utrecht woont) is sterk onder de invloed van drank en zoekt ruzie met ene C. van R. Een woordenwisseling gaat over in een vechtpartij. Van R. vliegt Leendert aan en trapt en stompt hem waar hij maar kan. Leendert van 't Veld pakt daarop een mes en steekt zijn opponent in de hand. De markt was zojuist afgelopen, het was druk op straat en van alle zijden zijn mensen samengestroomd om van het schouwspel te genieten. De politie moet met de blanke sabel een charge maken om de honderden belangstellenden achteruit te drijven. Een verpleger van de G.G.D. wil Van 't Veld die hevig is toegetakeld onderzoeken. Maar deze verzet zich hevig en moet geboeid en vastgebonden op een handkar naar het politiebureau worden gebracht. Hij heeft gekneusde spieren bij de ribbenkast, terwijl zijn hoofd aan alle kanten gewond is en hevig bloedt. Na verzorging wordt hij in een cel opgesloten om zijn roes uit te slapen. Over aanvaller Van 't Veld wordt nog geschreven dat hij vroeger in Hilversum woonde en een bekende is van de politie vanwege meerdere inbraken en andere onverkwikkelijke zaken. Ook toen was hij al een beruchte vechtersbaas. Volgens de krant leek hij na de verhuizing naar Utrecht op de goede weg te zijn gekomen, maar nu is het onder invloed van drank weer fout gegaan.
(bron: Gooi- en Eemlander)
=
Op 31 december 1930 gaat het in de Gooi- en Eemlander opnieuw over een inbraak. Leendert van 't Veld woont dan weer in Hilversum, maar de zaak speelt in Utrecht. Ene Van O. die bij Leendert in huis woonde stapt naar de politie en vertelt dat hij op diens voorstel en samen met hem heeft ingebroken in het huis van professor B. aan de Ramstraat in Hilversum. Ze zijn binnengekomen door het forceren van een deur en met enige munten weer verdwenen. De professor was op dat moment in Indië. Na diens terugkeer leidt onderzoek tot de conclusie dat de schoen van Van 't Veld past in een aangetroffen voetafdruk. Maar Leendert ontkent ten stelligste iets met de zaak te maken te hebben en ziet de aangifte van Van O. als een wraakneming over een ruzie. De officier eist een gevangenisstraf van één jaar en zes maanden en gebruikt in zijn requisitoir het recidive karakter van de verdachte (met al 30 veroordelingen op zak) als argument. De advocaat van Leendert vindt dat onterecht en doet een beroep op de rechtbank om het moeizame maar succesvolle reclasseringswerk nu niet door een lichtvaardige veroordeling teniet te doen. De rechtbank in Utrecht volgt de redenering van de advocaat, spreekt Leendert vrij en gelast zijn onmiddellijke invrijheidstelling.
(bron: Gooi- en Eemlander)
=
In de jaren tussen 1916 en 1948 komt de naam van Leendert van 't Veld(t) ook opnieuw voor in krantenberichten over zaken die door de kantonrechter worden afgehandeld. Het gaat o.a. om het overtreden van de ijkwet, het niet vastzetten van een aan de openbare weg geplaatste verstelbare trap, het niet opvolgen van bevelen van de politie, zwerven, etc. De veroordelingen hebben een omvang van tussen 1 en 15 dagen cel en/of tussen 1 en 15 gulden boete.
(bronnen: diverse kranten, waaronder Gooi- en Eemlander.
=
Op 27 januari 1948 staat er een bericht in het Parool onder de titel 'Weer op oorlogspad'. Voor de politie is hij dan 10 jaar buiten beeld geweest. De krant schrijft dat het Politiebureau Leidsestraat in Amsterdam weer eens last heeft van een oude dief, die van 75 levensjaren 26 jaar in de cel doorbracht, maar de laatste 10 jaar in armoedige, doch eerzame ruste in Hilversum verblijft. Hij wordt door collega's met permissie "De Schurftkop" genoemd. Het enige verzetje van de grijsaard is elk jaar zijn oude bekenden, de heren van de rechterlijke macht in Amsterdam, "een récht gelukkig nieuwjaar wenschen". Dit jaar haalt hij daar "60 pop" mee op en daar gaat hij met oude kameraden een borreltje van drinken. Om te voorkomen dat andere veteranen hem zullen rollen stopt hij 50 gulden in een sok. In een kroegje wordt hij echter onwel en wordt door de G.G.D. naar het Wilhelmina Gasthuis gebracht. Daar wordt hij de volgende ochtend wakker zonder 50 pop in zijn sok. Aangezien de mede-genieters van emeritaat bezweren dat zij part noch deel hebben aan de 50 pop groeit in de oude dief de overtuiging dat de broeder van de G.G.D. een lange vinger in de sok heeft gestoken. De politie die het voorval onderzoekt lijkt dat in hoge mate onwaarschijnlijk. Op een vrijdag belt de Hilversumse politie de collega's in Amsterdam op: Leendert van 't Veld(t), de Schurftkop, is met de trein onderweg naar Amsterdam met een stuk ijzer van 40 cm om de broeder van de G.G.D. toe te takelen. De politie vangt hem op als hij door de Leidsestraat sjokt 'met moord in de ogen'. "Doe dat nu niet jongen, want dan zit je zo weer in de bajes" argumenteren de rechercheurs. "Liever bij de jongens in Groningen dan die swerrefur mijn cente late houwe", roept Schurftkop trillend van woede. Daarop hebben de ooms agenten van het Leidseplein het stuk ijzer maar afgenomen en hem vastgehouden.
(bron: Parool)
=
In het signalementenregister zijn 3 registraties van Leendert van 't Veldt opgenomen:
- uit 1899 wegens mishandeling. Hiervoor verbleef hij tot 25 december 1899 in de strafgevangenis aan de Amstelveenseweg in Amsterdam;
- uit 1907 wegens diefstal. Tot 12 november 1907 verbleef hij in de gevangenis.
- uit 1916 wegens diefstal. Bij de ontslagdatum (21 april 1916) staat 'Utrecht' (aangezien dit document te vinden is in het Stadsarchief Amsterdam en zijn straftijd nog niet verstreken is betreft het mogelijk een overplaatsing naar een andere gevangenis - jv).
Uit de signalementen blijkt dat hij 1.72m lang was, blauwe ogen had en donkerblond haar (met knevel). Op het eerste en laatste signalement wordt ook gesproken over een litteken op en rond de linkerzijde van de neus. Het signalement uit 1916 vermeldt ook een tatoeage op de linkeronderarm en dat de haren licht grijzend zijn.
(bron: Stadsarchief Amsterdam)
=
Tot slot: Leendert van 't Veld(t) overleed in Best, maar woonde bij zijn overlijden in Hilversum (de plaats van overlijden zou kunnen duiden op familiebezoek bij de familie van zijn vrouw, aangezien zij in Woensel is geb oren. Woensel grenst aan Best - jv).
(bron: overlijdensakte)

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Leendert van 't Veld (ook Veldt)?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Zeitbalken Leendert van 't Veld (ook Veldt)

  Diese Funktionalität ist Browsern mit aktivierten Javascript vorbehalten.
Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole: grootouders Großeltern   ouders Eltern   broers-zussen Geschwister   kinderen Kinder

Abbildung(en) Leendert van \'t Veld (ook Veldt)

Vorfahren (und Nachkommen) von Leendert van 't Veld (ook Veldt)


    Zeige ganze Ahnentafel

    Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

    • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
    • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
    • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.

    Verwandschaft Leendert van 't Veld (ook Veldt)



    Visualisieren Sie eine andere Beziehung

    Quellen

    1. Genealogie Hilversum
    2. overgenomen delen 1892-1920 (verkregen via Stadarchief Amsterdam)
    3. gezinskaart (verkregen via Stadsarchief Amsterdam)
    4. krantenartikel Gooi- en Eemlander
    5. www.archieven.nl
    6. Noord-Hollands Archief
    7. overlijdensakte
    8. Noord-Hollands Archief - Brabants Historisch Informatie Centrum - overlijdensakte
    9. parenteel Gooische families - Het Utrechts Archief

    Historische Ereignisse

    • Die Temperatur am 21. September 1873 war um die 17,2 °C. Es gab 0.1 mm Niederschlag. Der Winddruck war 3 kgf/m2 und kam überwiegend aus West-Nord-Westen. Der Luftdruck war 77 cm. Die relative Luftfeuchtigkeit war 65%. Quelle: KNMI
    • Koning Willem III (Huis van Oranje-Nassau) war von 1849 bis 1890 Fürst der Niederlande (auch Koninkrijk der Nederlanden genannt)
    • Von 6. Juli 1872 bis 27. August 1874 regierte in den Niederlanden die Regierung De Vries - Fransen van de Putte mit als erste Minister Mr. G. de Vries Azn. (liberaal) und I.D. Fransen van de Putte (liberaal).
    • Im Jahr 1873: Quelle: Wikipedia
      • Die Niederlande hatte ungefähr 4,0 Millionen Einwohner.
      • 30. Januar » Der Roman Le Tour du monde en quatre-vingts jours (Reise um die Erde in 80 Tagen) von Jules Verne erscheint.
      • 11. Februar » Während des Dritten Carlistenkrieges wird nach der Abdankung von Amadeus von Savoyen als König von Spanien am Tag zuvor nun die Erste Spanische Republik ausgerufen.
      • 1. April » Beim Untergang des Passagierdampfers RMS Atlantic der britischen White Star Line vor der Küste von Nova Scotia (Kanada) kommen 545 Passagiere und Besatzungsmitglieder ums Leben. Es handelt sich um das bis dahin schwerste Schiffsunglück auf dem Nordatlantik.
      • 20. Mai » Der Stoffhändler Levi Strauss und der Schneider Jacob Davis lassen gemeinsam genietete Hosen aus Denim-Stoff patentieren, die sogenannten Jeans.
      • 8. Juni » Ein Ferman des Sultans Abdülaziz gewährt Ägypten unter seinem Khediven Ismail Pascha fast völlige Unabhängigkeit.
      • 16. November » König Chulalongkorn stiftet den Orden von Chula Chom Klao des Königreichs Siam.
    • Die Temperatur am 27. Juni 1917 lag zwischen 7,7 °C und 20,5 °C und war durchschnittlich 15,1 °C. Es gab 6,7 Stunden Sonnenschein (40%). Die durchschnittliche Windgeschwindigkeit war 2 Bft (Schwacher Wind) und kam überwiegend aus Süden. Quelle: KNMI
    • Koningin Wilhelmina (Huis van Oranje-Nassau) war von 1890 bis 1948 Fürst der Niederlande (auch Koninkrijk der Nederlanden genannt)
    • Von 29. August 1913 bis 9. September 1918 regierte in den Niederlanden das Kabinett Cort van der Linden mit Mr. P.W.A. Cort van der Linden (liberaal) als ersten Minister.
    • Im Jahr 1917: Quelle: Wikipedia
      • Die Niederlande hatte ungefähr 6,5 Millionen Einwohner.
      • 1. Februar » Die deutsche Marine eröffnet im Zuge des Ersten Weltkrieges den uneingeschränkten U-Boot-Krieg in den Sperrgebieten um Großbritannien, Frankreich und im Mittelmeer.
      • 4. März » Die Republikanerin Jeannette Rankin tritt als erste Frau ihr Amt als Mitglied des US-Repräsentantenhauses an, in das sie vom Staat Montana gewählt worden ist.
      • 12. Juli » Gaskrieg während des Ersten Weltkrieges: Deutsche Truppen setzen während des Ersten Weltkriegs erstmals Senfgas als chemischen Kampfstoff ein.
      • 1. Oktober » Das Kaiser-Wilhelm-Institut für Physik nimmt die Arbeit auf. Einziger Mitarbeiter und Direktor ist Albert Einstein.
      • 30. Oktober » Im Rahmen der Dritten Flandernschlacht während des Ersten Weltkriegs erobern die Briten unter schweren Verlusten den Ort Passendale.
      • 30. Dezember » Der britische Truppentransporter Aragon und der Zerstörer Attack werden vor Alexandria von dem deutschen U-Boot UC 34 versenkt. 610 britische Soldaten und Besatzungsmitglieder sterben.
    • Die Temperatur am 13. Mai 1953 lag zwischen 6,2 °C und 15,0 °C und war durchschnittlich 10,7 °C. Es gab 5,9 Stunden Sonnenschein (38%). Es war halb bewölkt. Die durchschnittliche Windgeschwindigkeit war 3 Bft (mäßiger Wind) und kam überwiegend aus Nord-Osten. Quelle: KNMI
    • Koningin Juliana (Huis van Oranje-Nassau) war von 4. September 1948 bis 30. April 1980 Fürst der Niederlande (auch Koninkrijk der Nederlanden genannt)
    • Von 2. September 1952 bis 13. Oktober 1956 regierte in den Niederlanden das Kabinett Drees II mit Dr. W. Drees (PvdA) als ersten Minister.
    • Im Jahr 1953: Quelle: Wikipedia
      • Die Niederlande hatte ungefähr 10,4 Millionen Einwohner.
      • 28. Januar » Der 19-jährige Derek Bentley wird trotz scharfer Proteste der Öffentlichkeit im Londoner Gefängnis von Wandsworth durch den Henker Albert Pierrepoint für einen Mord hingerichtet, der nach seiner Verhaftung von seinem Komplizen begangen worden ist. Das Urteil, auf dem diese Hinrichtung basiert, wird über 40 Jahre später aufgehoben.
      • 1. Februar » Bei der Hollandsturmflut brechen viele Deiche der Niederlande. Dabei kommen 1.853 Menschen ums Leben. Weitere 307 Opfer fordert die Sturmflut in Großbritannien.
      • 28. Februar » Die englischen Biochemiker James Watson und Francis Crick enträtseln aufgrund von Daten der Röntgenstrukturanalyse von Rosalind Franklin und Maurice Wilkins die Struktur der Erbsubstanz Desoxyribonukleinsäure (DNS).
      • 18. März » Der Deutsche Bundestag in Bonn verabschiedet das deutsch-israelische Wiedergutmachungsabkommen.
      • 25. Mai » Die einaktige Oper The Harpies von Marc Blitzstein hat unter der Leitung von Hugh Ross in New York City ihre Uraufführung.
      • 23. Oktober » In Mainz präsentieren die US-Streitkräfte ihre neue atomare Artillerie mit einer Reichweite von 32km.
    

    Gleicher Geburts-/Todestag

    Quelle: Wikipedia

    Quelle: Wikipedia


    Über den Familiennamen Van 't Veld (ook Veldt)


    Die Familienstammbaum Voorhaar-Veröffentlichung wurde von erstellt.nimm Kontakt auf
    Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
    Jan Voorhaar, "Familienstammbaum Voorhaar", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-voorhaar/I2766.php : abgerufen 9. Juni 2024), "Leendert van 't Veld (ook Veldt) (1873-1953)".