Ook bekend als: Berend Voets; Barend Voet; Barend Voets
[Delden 1765 NH doopboek 11 jan 1733 - 01 dec 1782 blad 21]
Peter Voet en Jude ten Velde in 1765 een zoon Berend.
[Delden 1847 Aktenummer: 24]
Er ist verheiratet mit Willemina ten Have.
Die Erlaubnis zur Eheschließung wurde am 10. März 1809 in Amsterdam, NH erhalten.Quelle 3
Sie haben in der Kirche geheiratet am 9. April 1809 in Stad Delden, Hof van Twente,, Overijssel, Nederland.[Amsterdam 1809 Ondertrouwregister: NL-SAA-26304894]
Woonde bij het huwelijk te Amsterdam
Ingetek. d. 1 Maart Copul. d. 9 April met attest van Amsterdam, BAREND VOET, J.M. Z. van wijlen Peter Voet en vrouw Judith van den Velde in de stad, met WILHELMINA TEN HAVE, J.D. D. van wijlen Meinderd ten Have en mede wijlen vrouw Hendrine Spiijkers, geboortig te Borne, laatst gewoond hebbende te Amsterdam
In het jaar 1832 waren er in Delden 3 schoenmakers en 3 klompenmakers. De schoenmakers waren Arend Averink in de Walstraat, Jan de Lat aan de Zuidwal en BAREND VOET aan het Ressingplein. In 1840 waren dat er respectievelijk 4 en 7. Schoenmakers waren toen J. B. Bose aan de Langestraat 135, J. A. de Lat aan de Langestraat 159, J. S. ten Raa , Achter de Wal 33 en H. Rekers aan de Langestraat 124. De huisnummers van die tijd zijn niet te vergelijken met de huisnummers van tegenwoordig. Mannen, want het waren altijd mannen die ervoor moesten zorgen dat de inwoners van Delden goed voor het dagelijkse werk werden uitgerust. Inkopen doen in de omgeving was voor de gewone mens meestal een kostbare zaak. Men bleef daarvoor dan ook vrijwel altijd in de eigen plaats. De schoenmaker maakte vroeger daarom de gehele schoen. Niks kopen bij de groothandel; zelf doen! Daarvoor was leer nodig. Het bereiden daarvan is al een heel oud ambacht. Voor onze jaartelling was leer al bekend. Men gebruikte de huid van een os, een kalf, een paard of een geit. Rundleer voor de zolen, schapenleer voor de voering en geitenleer voor de bovenstukken. Voor een huid tot leer werd, moest er veel gebeuren. Dat werk werd gedaan door leerlooiers, een ambacht dat "in een kwade reuk" stond!
Kind(er):