doopgetuige Antje Venlet
Er ist verheiratet mit Marijtje Blad.
Sie haben geheiratet am 1. Mai 1763 in Beverwijk,NH,Netherlands, er war 30 Jahre alt.
Ned. Herv.
Kind(er):
Over je vraag over het huis, het volgende. In 1797 werd het huis verkocht, maar in de stukken daarna wordt Pieter Venlet nog wel vermeld als bewoner. De verkoop in 1797 was noodzakelijk ivm met het overlijden van Klaas Venlet en zijn vrouw Marijtje Blad.Hun kinderen Pieter en Willem waren wees geworden. Ik stuur je de transcriptie mee. Toen ik het stuk na las viel mij op dat hun grootvader Pieter Venlet het huis toebedeeld uit de nalatenschap, tussen zijn broeder en zuster. Alleen heb ik van deze twee geen gegevens. Maar ik maak hier wel uit op dat de vader van Pieter Venlet (die gehuwd met Jannetje Nederstigt) het huis gekocht moet hebben. Alleen zo ver ben ik nog niet ik ga terug in de tijd en ben in 1745, dus toen was het huis al in hun bezit. Ja duser moeten ook nog stukken zitten in het Gaarderarchief en de boedelinventaris.
Jan van der Linden
???Wij Thomas de Wolff en Gerrit Schoehuizen, leeden van het collegie van Rechtsoefening der Stede Beverwijk, oirconde ende kennen dat voor ons gecompareerd zijn de burgers Claas Huisman Venlet, Cornelis van Leeuwen en Cornelis Regtdoorzee, allen woonende binnen deeze stede; in qualiteit als excuteuren over den boedel en nalatenschap van wijlen KlaasVenlet en Marijtje Blad, indertijd echtelieden gewoond hebbende en overleeden zijnde binnen deeze stede en als voogden over hunne nagelaten en als toen onmondige kinderen Pieter en Willem Venlet, zijnde de voornoemde Klaas Venlet van het na te meldene perceel eigenaar geworden bij acte van scheiding en verdeeling, wegens den boedel en nalatenschap van wijlen dezelfs vader Pieter Venlet, tusschen hem en zijne broeder een zuster opgeregt en gepasseerd voor den notaris Jan van der Cocq en getuigen resideerende alhier ter stede op 5 juni 1763. mitsgaders nog de nu gehuwd en meerderjarig geworden zijnde gemelde Pieter en Willem Venlet, in qualiteit als wettige erfgenaamen hunner ouders - en zulks alles ingevolge de mutueele testamente van gemelde Klaas Venlet en Marijtje Blad op den 2e november 1781 gepasseerd voor den notaris Gerard van Rhijn en getuigen, resideerende alhier ter stede, waar bij aan de drie eerstgemelde comparanten het executeur en voogdijschap een aan de twee laatst gemelde het recht van eigendom is toegekend. Dewelke allen in die voorschreeve qualiteiten bekenden in publicque veiling en afslag verkogt te hebbe, en mitsdien tot eenen vollen en vrijen eigendom op te dragen, transporteeren en kwijt te schelden aan en ten behoeve den burger Jacob Aggesz Kool woonende binnen deze stede woonende een huis, erf en schuur staande en geleegen binnen deze stede op de Breestraat. Strekkende voor van de straattot achter aan de Achterweg. Belend ten zuidwesten de Molenstraat en ten noordoosten Johannes Pieter Ninck. Staande hetzelve in de ordinaire verponding aangeslagen met een somma van 4:3:- welke benevens de gemeene lands extra ordinaire lasten met primo januari deezes jaars ten laste van den koper zullen ingaan. Voorts vrij huis, erf en schuur en dat met al zulke belendenen strekkingen heerschende en leidende servituiten vrij en onvrijheden eigen en gemeene muuren, heiningen, gooten, waterloopen als andersints, als het voorschreeve perceel is hebbende of leidende buuren en belendens daar aan bekennen, en de oude opdrachtsbrieven en verdere bescheiden daarvan zijnde, zijn inhoudende en mede bengende waaraan ten dezen verder in allen opzichte verder werd gerefereerd. Ende bekende de comparanten in hunne voorschreven qualiteiten van de kooppenningen en transporten dezes voldaan en betaald te zijn, den laatsten penning met den eersten, en dat met een somma van 610 guldens contant en vrijgeld quiteerende daaromme de kooper des wegens en belovende alzo het voorschreeve verkogte en getransporteerd perceel, te zullen vrijen en waaren gelijk men schuldig is te vrijen en te waaren daar vooren verbindende de geheele nalatenschap van wijlen meergemelde klaas Venlet stellende dezelve ten bedwange van alle regters en gerechten ende specialijk van den Hove van Holland. Des ten oirconde deezen geteekend en gezegeld bij ons leeden van het Collegie van Rechtsoefening voornoemd deezen 9 juni 1797.
Wij Thomas de Wolff en Gerrit Schoehuizen, leeden van het collegie van Rechtsoefening der Stede Beverwijk, oirconde ende kennen dat voor ons gecompareerd zijn de burgers Claas Huisman Venlet, Cornelis van Leeuwen en Cornelis Regtdoorzee, allen woonende binnen deeze stede; in qualiteit als excuteuren over den boedel en nalatenschap van wijlen KlaasVenlet en Marijtje Blad, indertijd echtelieden gewoond hebbende en overleeden zijnde binnen deeze stede en als voogden over hunne nagelaten en als toen onmondigekinderen Pieter en Willem Venlet, zijnde de voornoemde Klaas Venlet van het na te meldene perceel eigenaar geworden bij acte van scheiding en verdeeling, wegens den boedel en nalatenschap van wijlen dezelfs vader Pieter Venlet, tusschen hem en zijne broeder een zuster opgeregt en gepasseerd voor den notaris Jan van der Cocq en getuigen resideerende alhier ter stede op 5 juni 1763. mitsgaders nog de nu gehuwd en meerderjarig geworden zijnde gemelde Pieter en Willem Venlet, in qualiteit als wettige erfgenaamen hunner ouders - en zulks alles ingevolge de mutueele testamente van gemelde Klaas Venlet en Marijtje Blad op den 2e november 1781 gepasseerd voor den notaris Gerard van Rhijn en getuigen, resideerende alhier ter stede, waar bij aan de drie eerstgemelde comparanten het executeur en voogdijschap een aan de twee laatst gemelde het recht van eigendom is toegekend. Dewelke allen in die voorschreeve qualiteiten bekenden in publicque veiling en afslag verkogt te hebbe, en mitsdien tot eenen vollen en vrijeneigendom op te dragen, transporteeren en kwijt te schelden aan en ten behoeve den burger Jacob Aggesz Kool woonende binnen deze stede woonende een huis, erf en schuur staande en geleegen binnen deze stede op de Breestraat. Strekkende voor van de straat tot achter aan de Achterweg. Belend ten zuidwesten de Molenstraat en ten noordoosten Johannes Pieter Ninck. Staande hetzelve in de ordinaire verponding aangeslagen met een somma van 4:3:- welke benevens de gemeene lands extra ordinaire lasten met primo januari deezes jaars ten laste van den koper zullen ingaan. Voorts vrij huis, erf en schuur en dat met al zulke belendenen strekkingen heerschende en leidende servituiten vrij en onvrijheden eigen en gemeene muuren, heiningen, gooten, waterloopen als andersints, als het voorschreeve perceel is hebbende of leidende buuren en belendens daar aan bekennen, en de oude opdrachtsbrieven en verdere bescheiden daarvan zijnde, zijn inhoudende en mede bengende waaraan ten dezen verder in allen opzichte verder werd gerefereerd. Ende bekende de comparanten in hunne voorschreven qualiteiten van de kooppenningen en transporten dezes voldaan en betaald te zijn, den laatsten penning met den eersten, en dat met een somma van 610 guldens contant en vrijgeld quiteerende daaromme de kooper des wegens en belovende alzo het voorschreeve verkogte en getransporteerd perceel, te zullen vrijen en waaren gelijk men schuldig is te vrijen en te waaren daar vooren verbindende de geheele nalatenschap van wijlen meergemelde klaas Venlet stellende dezelve ten bedwange van alle regters en gerechten ende specialijk van den Hove van Holland. Des ten oirconde deezen geteekend en gezegeld bij ons leeden van het Collegie van Rechtsoefening voornoemd deezen 9 juni 1797.
Klaas Venlet (Ven Let) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1763 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marijtje Blad |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.