Familienstammbaum Van Osch » Aart Geerits "Arnoldus" Vervoort (± 1695-< 1733)

Persönliche Daten Aart Geerits "Arnoldus" Vervoort 

• Spitzname ist Arnoldus.
• Er wurde geboren rund 1695 in Sint-Oedenrode.
• Er ist verstorben vor 1733.
• Ein Kind von Gerardus Aerts Vervoort und Mariken Dierckx Drisen van Liempt
• Diese Information wurde zuletzt aktualisiert am 1. Juni 2015.

Familie von Aart Geerits "Arnoldus" Vervoort

Er ist verheiratet mit Maria Jan Gijsbert Raijmakers.

Sie haben geheiratet am 17. Januar 1719 in Sint-Oedenrode.Quelle 1

Kind(er):

1. Johanna Aart Vervoort  1720-????
2. Gerardus Arnoldus Vervoort  1722-????
3. Joannes Aerts Vervoort  1724-????

Notizen bei Aart Geerits "Arnoldus" Vervoort

- Hij is in 1736 op 42-jarige leeftijd veroordeeld voor diefstal en het doden van Jan Kemps de Jonge. Vonnis op 10-10-1736 luidde doodstraf en radbraken. De verdachte pleegt zelfmoord. Zijn lichaam wordt op een horde gelegd, langs de straten gesleept, van de stadsmuur afgesmeten en aan het buitengerecht op een rad tentoongesteld.

In de eerstvolgende akte wordt Aart Gerits opgevoerd als de koning van het Barbara gilde (en niet Aert Gerits uit ca1650..?); kan misschien kloppen maar hij is wel erg jong, voorin de 20...?

zie akten:
- Inventaris 172 jaar 1718 folio 270
Gijsbert Jorissen van Strijp inwoonder alhier omtrent 34 jaer, den welcken ter instantie van Balthasar Repelaer quartierschout van Peellant verclaert, omtrent de maent januarij seventien hondert sestien savonts 't licht onsteecken sijnde ten sijne huijse is gecomen Hendrik van Roosmalen, den welcke hem deponent vraegde ofte hij deponent sijnen snaphaen in huijs hadde en of hij oock geladen was en hij de deselve wel aen hem leenen wilde, waer op hij deponent antwoorde van ja ende dat hij oock geladen was met een kogel, waerop hij Hendrik van Roosmalen seije dat is goet, want ick moet hem tavont eens gebruijcken, waer op hij Hendrik van Roosmalen den snaphaan onder de schou wegh vattende schielijck uijt den huijs liep ende dat daeghs daer aen gehoort ende verstaen hebbende dat Hendrik van Roosmalen den selve hadde willen gebruijken tegen de heer van de Velde. Hij deponent sijnen snaphaen wederom gehaelt heeft in eijgen persoon uijt het huijs van Hendrick van Roosmalen, om dat daer geen meerder of verder quaet mede soude cunnen uijtwercken ofte doen. Wijders verclarende hij deponent dat inde laetste Rode kermis weeck 1718 is geweest ten huijsse ende herberge van Martien de Cort alwaer mede was Hendrick van Roosmalen die onder andere vloecke sweere ende drijgemente sijde deese woorde in substantie ick sal den president Molemakers voorden cop schieten ende noch verder verclaerende gehoort te hebben dat Hendrik van Roosmalen omtrent die selfden tijt verschijde malen geseijt heeft ick sal den Barbera koninck (Aert Vervoort de koning van het Barbara gilde) voorden cop schieten ofte doodt schieten ofte doodt steecken waer ick hem maer krijgen can. Eijndelijk verclaerende hij deponent gesien te hebben dat Hendrick van Roosmalen omtrent veertien dage voor de evengenoemde Rooder kermis een sack pistool in sijn handt gehadt te hebben ende daer mede monsterende en aen alde werelt liet sien ende wederom in sijn sack van sijn broeck gestoocken heeft, ende welck pistool hij deponent oock inde kermis weeck van Hendrik van Roosmalen heeft geleent als op eenige bedelaers ofte haudieven die inde kermisse wel gewoon sijnde te comen in cas van gewelt ofte resistentie desnoots sijnde te connen gebruijcken ende waertoe hij deponent vande magistraet van de vrijheijt is aengestelt. Eijndigde hier mede sijne veclaeringe.

- Inventaris 172 jaar 1718 folio 273
Verklaringen omtrent Hendrik van Roosmalen op verzoek van de heer Balthasar Repelaer. Genoemde pesonen: Engel de huijsvrouw van Willem Willems Luijcas Mercx. Willem Vervoort. Hurck Jan Claesse. Johannis van Heretum. Jacobus Hombergh ondervorster. Martien de Kort. Aert Vervoort den koninck der Barbara gilt. Wilbert van de Keer. Cornelis Hendrick Jans.

- Inventaris 172 jaar 1720 folio 487
Peeter Molemakers president en Willem der Kinderen schepenen, verclaren dat sij ten versoeke van de heer Gijsbertus Waltheri stathouder van de de heer Baltasar Repelaer quartierschout van Peelant, sig hebben gevoegt ten huijse van Tonie Jan Claasse herbergier alhier binnen dese vrijheijt, alwaer gequets lag met eenen steek inden rugh en een slag op het hooft den persoon van Gijsbert Janse Raijmakers woonende alhier, ende den selve gevraagt sijnde wie hem den steek en slage heeft toe gebragt, heeft den selven gequetsen daar op geantwoort en verclaart dat hij op gisteren 27 maeij 1720 des savonts omtrent halff negen ure is gecomen met en beneffens Aalbert Soldaat woonende op de Santhoeff en passende alhier opde jagt, omtrent de huijsinge van Hendrik Goorts op de gemeene straat aldaar, alwaar den gequetsen wiert toe geroepen door sijn broer Lambert die voor hem gonk met Jan sijnen broeder Aart Vervoort sijne swager en Willem Jooste van de Ven, mitsgaders de molderin van Wolffswinkel, Gijsbert Gijsbert komt gouw se wagten ons hier in en worden soo geslagen. Waar opden voorschreven gequetsten en den gemelte Soldaat sijn toe gelopen om sijne broeders te ontsetten ent verder geselschap dat daar bij was en comende op de straat omtrent de voorscheven huijsinge van Hendrik Goorts, heeft den selven gequetsen een slag ontfangen op sijn hooft waar op hij is toe gelopen naar een persoon bij hem onbekent die een stok inde hant hadde en liet vallen, den selve stok oprapende om sijn leven daar mede te verweren en is daar mede gegaan naar Aart en Peeter soone Jan Tijsse en Claas Janse Campen, die de geene waare die hem de slag hadde toegebragt, en nog met de stocke in haare hande stonde en aparent die geene waare die sijne broeders en verder geselschap ook hadde opgewagt en geslagen om haar te verdrijven ende te weren etc.

- Inventaris 172 jaar 1720 folio 512
Soo heeft de heer Carel Dirk Munts, cornet ten dienste van deser Vereenigde Nederlande, als mondelinge last hebbende van juffrouw de weduwe van wijle de heer jonker Johan Willem Munts sijne mama, soo hij alhier opentlijk verclaarde, in geregte verpagting uijtgegeven aan Aart Gerits Vervoort eene schoone ende welgelege hoeve bestaande in huijsinge, scheur, schaapskoij ende torff schop, teul, hoij ende weijlanden. Soo ende gelijk Lambert Habraken in gebruijk heeft gehad. Gestaan ende gelegen binnen deser vrijheijt Sint Oedenrode ter plaatse opt Varenhout.

- Inventaris 173 jaar 1722 folio 142
Soo heeft de heer Fredrik Munts ende de heer Jacob Munts ende mede als mondeling last hebbende van haare absente suster en broeders soo sij verclaarde in geregte verpagting uijtgeven aan Jan Peter Gerit Diele een schoone ende welgelegen hoeve. Bestaande in huijsinge, scheur, schaapskoij ende torff schop, teul, hoij ende weijlanden in sulke groote en voegen ende manieren als Aart Gerits Vervoort dat van de verpagter in gebruijk is hebbende. Gestaan ende gelegen binne dese vrijheijt Sint Oedenrode ter plaatse opt Varenhout.

- Inventaris 174 jaar 1725 folio 300
Soo heeft Marie Janse Habraken weduwe wijlen Lambert Frans Rovers in geregte verpagting uijgegeven aan Aart Gerits Vervoort een huijs, hoff, teul, hoij ende weijlanden in sulken groote ende manieren als Willem Vervoort dat van de verpagter in gebruijk is hebbende, gestaan ende gelegen alhier op Kremsel.

- Inventaris 175 jaar 1728 folio 550
Pouwels van Veggel gewesen armmeester alhier ende Gijsbert Jan en Lambert soone Jan Andriesse Raijmakers, Aart Vervoort als in huwlijk hebbende Marie Jan Gijsbert Andriesse Raijmakers dat in ervaring gehouden sijnde dat Jan Peeter Maas overleden alhier tot Rode den 20e october 1727 bij sijn testamente alhier gepasseert den darthiende dito den armen dese vrijheijt als erffgenaam van sijne naarlatenschap hadde geinstitueert met exclusieve van sijne gewesene vrouwe voorkinderen, broeders en susters etc.

- Inventaris 178 jaar 1733 folio 169+171
Jan Jansse van der Heijde, die welke verclaarde alhier ter secretarije te consigneren een somme, sijnde soodaenige penningen als Lambert Raijmakers hier mede present verclaart genoten te hebben, wegens koeij, weij, hoij als teullandt. Verder genoemde personen: de weduwe Aart Vervoort. Evert Peeter Evers. Wilbert Vervoort.

- Inventaris 178 jaar 1734 folio 507
Soo heeft Aart Geerits Vervoort soo voor sig selve en als last hebbende en procuratie hebbende van Willem Vervoort. Hendrik Cornelis van Doremaelen. Johannis Cornelis van Doremaelen en Cathalijn Cornelis van Doremaele hebben in geregte verpagting uijtegeven aan Tomas Willem Raijmakers een parceul teullant genaamt de Cruijs acker, gelegen binnen deser vrijheijt ter plaatse inde Voorstenbosch.

- Inventaris 179 jaar 1735 folio 12 Gijsbert van Strijp inwoonder alhier ende Jan van den Hurk soldaat ten dienste deser nederlanden, staande ter goede naam en faam. Die welke ter requisitie van Aert Geerits Vervoort verclaart dat sij deponente van Peeter Fransse van der Meulen, jaeger van de heer Philipe Jacob van Borssele van der hooge raet en rentmeester generael der Domeijne waere aangestelt tot oppasser van de Jagt binnen deser vreijheijdt, in welke qualiteit sijn den jaere seventien hondert vier en twintigh, in het velt sijn gegaan met instantie omme te sien of geen stroopers van de jagt in het velt waere als toen op een uijthoek genoemt Cremsel sijn gecomen, alwaer seeker persoon Luijcas Merx met een snaphaan bij sig hebbende met hagel geladen gevonden en nae dat hij de deponente hem de selve hadde affgenomen hebben gecallangeerd als een strooper van de jagt, als toen verder comende ter plaatse op het Broek, aldaar gevonden Willem Geerits Vervoort mede met een snaphaan bij sig etc. Verder nog genoemde: Peeter Fransse van der Meulen, Lambert Hendrik Roovers in die tijt herbergier alhier.

- Inventaris 180 jaar 1735 folio 14
Lambert Jansen van der Heijde out omtrent 39 jaere en Goort Tomas van den Ven out omtrent 38 jaeren beijde inwoonder alhier, die welke ter instantie van Aart Geerits Vervoort hebben verclaart, genoegsaem daegelijx bij den requirant te hebben verkeert en ingeselschap te sijn geweest en den eerste deponent eenige jaere in sijn naebuerschap heeft gewoont en diensvolgende seer familaire ommegang met den selve gehad, noijt te hebben gehoort of gesien dat hij requirant met imande eenige verschille woorden heeft gehadt nogte ruesie ofte questie. Verclaerende den tweede deponet als nog int besonder dat een maant a drie geleden, wesende des avont omtrent een uur voor den sonne ondergang, van huijs is gegaan met intentie bij den requirant te gaan, als wanneer onderweegen sijnde hem deponent Frans soone Peeter Fransse van der Meule met een snaphaan bij sig hebbende is ontmoet en aangesprooken, seggende daar sijn hoender gevangen, en dat heeft Aart Geerits Vervoort en sijne knegt gedaan etc.

- Inventaris 179 jaar 1735 folio 22
Bastiaan van Heijst schoolmeester binnen deser vreijheijdt, Cornelis Habraeke, Andries Peeters van Heertum en Tonie Jan Claasse, die verclaarde ter instantie van Aart Geerits Vervoort, dat sij met den requirant daegelijx ommegang heeft gehad en eenige jaere in sijn nabuerschap gewoont, ende drie laaste deponente van haar jongheijt af altoos familaire ommegang met de requirant heeft gehadt, en nogt gehoort of gesien dat den requirant imande eenig moeijelijkheijt heeft aangedaan nogte nisie? ofte questie gemaakt off gesogt, maar ter contrarie sig altoos voor soo veel haer bekent is eerlijk en wel heeft gecomporteert en noijt imande van sijn nabuere eenige overlast met woorde nogte werken heeft gedaan, maer in tegendeel altoos met veel liefde en vreede met sijne nabuere en groot genoege van de selve heeft gewoont.

- Inventaris 179 jaar 1735 folio 23
Jan Wouters van Erp meester smit alhier, gewesenen tienman ende inwoonder deser vrijheijdt, die welke ter instantie van Aart Geerits Vervoort verclaart, dat een jaar a drie geleden is gecomen ten huijse van Frans Peeters van der Meulen met intentie omme der selve aan te maane wegens goede schuldverdienst die der deponent tot sijne laste was hebbende, tegen den welke de voorschreven Frans van der Meulen inbrengende, soo hoog niet de somme sijn ende deugdelijkheijt van dien onkende, waarop den deponent antwoorde hem dan door middele van regte tot die betaelinge te constrengeren? indien hij sulx in der minne niet of wilde doen. Waer op hij Frans van der Meulen antwoorde soude gij dat doen, ik soude u nog liever op u ribbe schieten, en als doen terug uijt liep en terwijle den deponent de vlugt heeft genomen vreesende dat hij Frans voornoemt met sijne snaphaan of onder schietgeweer op hem uijt soude comen.

- Inventaris 179 jaar 1735 folio 36
Antonie Brock out omtrent vijff en dartigh jaeren, Goort van de Ven out omtrent agt en dartigh jaeren ende Jan Ruth Coolen out omtrent dartig jaeren alle inwoondere deeser vrijheijt, diewelke ter intentie van Aart Geerits Vervoort mede inwoonder alhier hebben verclaert, dat aant huijs en herberge van den eerste deponent was alwaer Peeter Fransse van der Meulen ook in huijs comende, en den derde en laaste deponent versogt met hem te wille drinke, het welk alsoo geschieden. Dat wijder niet gehoort of gesien hebben dat den requirant nogte niemant vant geheele geselschap eenige rusie nog te verschille woorde hadde, dat ook de twee laaste deponent hebben gesien dat den requirant uijt den huijse door de agter deur is gegaan, terwijl dat Peeter Franse van der Meulen tegens den derde deponent in gesprek was en saeme dronken. Dat Peeter Fransse als doen ook uijt den huijse is gegaen de deponente een tumulte agter in den hoff van den eerste deponent gehoort hebben, de twee laatse deponente uijt den huijs sijn geloope waerop den eerste deponent als van sijn vrouw geroepe wordende wanneer besig sijnde in een ander op kaemer imande den baert te scheeren is gevolgt, en den requirant beneffens voorschreven Peeter Fransse in den hoff gevonde, die saeme hand gemeen waere en malandere met het haer vast hielde, dog niet gesien dat imande van haer bijde eenig geweer in de hand hadde off gebruijkte, en de deponent best doende om den requirant en Peeter Fransse van malcanderen te houden en te scheijden. Dat de deponente terwijl daer mede besig waere eene scheut hoorende gaan en den blaek van den selve scheut tussen haer beijde namentlijk den requirant en Peeter Fransse uijt quam als doen mede gesien dat Peeter Fransse een sak pistool in sijn hand hadde, dat doen den requirant seijde, daar schiet mijn de schelm in de ribbe en sulde gij luijden moeten tuijgen en wel tot twe of drie reijse die woorde hervatte sonder dat den voorschreven Peeter Fransse als doen nog eenigsinsints gequets waren, als ook de deponent en den requirant seijde hont schelm of diergelijke woorde nu moete gij ook sterven, daer op den requirant Peeter Franssen voorschreven de pisstool uijt de hand vatte en hem ter gront neder wierp, en alsdoen een steek bragt, hetwelk nogtans bij den laeste deponent niet is gesien dat de steek gebragt is, maar wel bij de twee eerste, wijders verclaerde de deponente dat den requirant in huijs gecome sijnde ofte wel op de selveplaets sijne cleedere los maekte ende wonde liet sien, alsook sijne cleedere die geheel van de scheut gesengt waere.

- Inventaris 179 jaar 1735 folio 95
Hendrik van Nouhuijs slands deurwaerder die welke verclaarde in arrest te stellen de vaste en onroerende goederen staande ten naeme van Jan Peeter Maas en nu toebehoorende Gijsbert Raijmakers, gebruijkt werdende bij Aart Geerits Vervoort gelegen binnen deser vrijheijt.

- Inventaris 179 jaar 1736 folio 222
Jan de La Court slands deurwaerder, die welke verclaarde in arrest te stellen in hande van de hoog overigheijt alle de vaste en onroerende gelegen binnen deser vrijheijt Sint Oedenrode, staande ten naeme van Gijsbert Jan Raijmakers en gebruijk werdende bij Aart Geerits Vervoort.

- Inventaris 179 jaar 1736 folio 234
Jan de La Court slands deurwaerder of vorster deser vrijheijt, die welke verclaarde in arrest te stellen alle de schaere van koren en graenen toebehoorende Aart Geerits Vervoort, tegenswoordig te velde staande.

- Inventaris 180 jaar 1738 folio 89
Ontlastbrief voor Maria Jan Gijsbert Raaijmakers weduwe Aart Vervoort, beneffens haare twee dogters net naame Johanna en Maria. Zij gaan naar Gemert.

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Aart Geerits "Arnoldus" Vervoort?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Zeitbalken Aart Geerits "Arnoldus" Vervoort

Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole:  Großeltern    Eltern    Geschwister    Kinder