Als Graaf van Vlaanderen eigende Boudewijn II zich na de invallen van de Noormannen grondgebied en rechten in de hele streek tussen de Schelde en Artois toe en werd zo de grondlegger van Vlaanderen als territoriaal vorstendom. In de strijd
tussen de diverse Westfrankische koningen wisselde Boudewijn II herhaaldelijk van partij. Hij liet Aartsbisschop Fulco van Reims (900) en Heribert I van Vermandois (907) vermoorden. Ter bescherming van zijn gebied liet hij een groot aantal
burchten bouwen. Zijn bijnaam "de Kale" was een bewuste verwijzing naar zijn grootvader Karel de Kale en onderstreepte dat Boudewijn een afstammeling van Karel de Grote was, iets wat in die tijd nog een factor vam politiek belang was.
Boudewijn werd graaf als opvolger van zijn vader en kreeg direct te maken met een periode van invallen van de Vikingen, ondere andere in:
* 879 Terwaan.
* 880 Gent.
* 881 Doornik.
* 882 Cambrai en Arras.
* 883 Boulogne, Sint Omaars, Saint Riquier, Gent en Atrecht.
Bij deze laatse inval moest Boudewijn zijn toevlucht zoeken in de moerassen van Sint Omaars. In 884 trouwde hij, vermoedelijk om zo meer steun tegen de Vikingen te krijgen, met Elfrida van Wessex, een dochter van Alfred de Grote. In 885
en 886 bouwden de Vikingen versterkingen in Condé en Kortrijk en Boudewijn wist maar langzaam verloren terrein terug te winnen. Uiteindelijk werden zij in 892 verjaagd nadat ze bij de "Slag aan de Dijle" (op de plaats waar nu Leuven ligt)
door Koning Arnulf van Karinthië waren verslagen. Vervolgens bouwde Boudewijn in Ieper, Kortrijk, Sint Winoksbergen, Sint Omaars, Brugge en Gent versterkingen om zijn graafschap te kunnen verdedigen.
In 888 steunde Boudewijn de keuze van Odo I van Frankrijk tot koning van West Francië. Hij kreeg echter direct een conflict met Odo over de Abdij van Sint Bertinus in Sint Omaars. Odo achtervolgde Boudewijn tot aan Brugge maar kon de stad
niet innemen. Als reactie daarop trok Boudewijn nog in dat zelfde jaar naar Arnulf van Karinthië in Worms en vroeg hem om ook koning van West Francië te worden. maar Arnulf sloeg de uitnodiging af. Toen in 892 de abt van Sint Bertinus
overleed, wachtte Boudewijn niet op de formele procedures maar bezette de abdij.
Boudewijn was één van de edelen die de kroning van Karel de Eenvoudige tot koning steunde maar tegelijkertijd zocht hij ook toenadering tot Zwentibold die in 895 tot koning van Lotharingen was benoemd. Door handig te opereren in het
spanningsveld tussen Karel en Zwentibold wist Boudewijn zijn positie te versterken. In 896 verkreeg hij het graafschap Boulogne. Boudewijn liet zijn broer Rudolf de Péronne en Vermandois binnenvallen, die toen net aan Heribert I van
Vermandois waren toegewezen. Heribert wist echter Rudolf in een hinderlaag te doden en het Vlaamse leger werd teruggedreven. Toen de koning in 900 Bisschop Fulco van Reims, een bondgenoot van Heribert, benoemde tot abt van Sint Bertinus,
kon Boudewijn dit niet accepteren en liet Fulco vermoorden. Boudewijn werd daarop geëxcommuniceerd maar Karel de Eenvoudige was niet in staat om strafmaatregelen door te voeren. Omdat de politieke situatie voor Boudewijn nu niet erger kon
worden, had hij geen belemmeringen meer om Artesië met inbegrip van de rijke Abdij van Sint Vaast te veroveren. Ook liet Boudewijn door een sluipmoordenaar Heribert I van Vermandois vermoorden.
Met zijn harde gewelddadige politiek had Boudewijn in de jaren na 900 zijn positie en die van zijn graafschap veilig gesteld. De laatste periode van zijn bewind tot zijn dood in 918 is rustig verlopen. Boudewijn werd na zijn dood begraven
in de Abdij van Sint Bertinus maar werd na de dood van zijn vrouw (929) bij haar begraven in de Sint Pietersabdij in Gent.
Er ist verheiratet mit Aelfryth van Wessex.
Sie haben geheiratet im Jahr 884, er war 21 Jahre alt.
Kind(er):
Boudewijn II (de Kale) van Vlaanderen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
884 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aelfryth van Wessex |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.