Telefoontje op 28 januari 2008 ontvangen van de heer van Ravensbergen dat Tante Truus om 12.15 uur zacht is ingeslapen, nadat zij twee weken eerder een hersenbloeding had gehad.
De crematieplechtigheid vindt plaats om 15.30 uur in het crematorium te Almelo.
Tijdstip: 12:15 uur.
Truus werd gedoopt in Soerbaja bij de Orde van Ursulinen (gesticht in 1863). Op 23-jarige leeftijd was Truus in het klooster van de Benedictinessen in Schoten (België), een beschouwende orde. Zij werkte veel buiten het klooster en was kunstzinnig en ruim van begrip. In de oorlog vluchtte ze naar een onbewoond klooster, dat naar later bleek ook in gebruik te zijn bij de Duitsers. Dat werd te gevaarlijk en zij is opnieuw gevlucht. Truus was toen nog in opleiding. Na de oorlog keerde Tuus weer terug naar Schoten. Truus sloot zich aan bij een stichting in Brazilië. Zij heeft daar genoten van haar werk: ze maakten 'paramenten' (kleding voor de priesters, gordijnen, weefwerk etc.) op kunstzinnige wijze. Er was veel armoede en weinig te eten. Uit noodzaak is ze een schooltje begonnen, na een stoomcursus Portugees te hebben gevolgd. Dit was een Benedictessen school in Ribeirão Preto in de buurt van Sao Paulo. Truus is 15 jaar gebleven in Brazilië. Voor het eerst in 10 jaar keerde ze naar Nederland terug waar ze van vemoeidheid in elkaar zakte. Zij werd overspannen opgenomen in een Ursulinenkliniek. Truus kon zich niet aanpassen aan de gesloten cultuur. Zij verbleef daar zes maanden en heette daar 'zuster Monica'. Dé en Hannie wisten van deze situatie, maar moeder Ita wist nergens van. Zij was daar kennelijk onder behandeling van een Belgische psychiater. Er gaat ook een verhaal over een intimiderende geneesheer-directeur, dr. Peute.
Truus is op de bus gestapt en gevlucht en kwam uiteindelijk terecht bij een dominee en zijn gezin van 5 kinderen in Velp. Er zou contact geweest zijn met pastor Vendrik, als begeleider van zusters uit een klooster. Truus zou een paar keer naar haar broer in Nieuw-Zeeland zijn geweest. Ze vond zelf dat ze bij het klooster hoorde, maar heeft uiteindelijke twee verzoeken gedaan aan de paus om te mogen uittreden. Na ongeveer 40 jaar klooster is ze rond haar 60e uitgetreden en heeft daarna overal werk gezocht.
(Verhaal verteld door tante Wil van Hutten).