Familienstammbaum Van Everdingen/Klerk en Wegman/de Beijer, van Olden en den Baars » Johannes Peters (van Flemingshoff) (± 1703-1764)

Persönliche Daten Johannes Peters (van Flemingshoff) 

• Er wurde geboren rund 1703.
• Er ist verstorben am 20. August 1764 in Lent.
• Er wurde beerdigt am 24. August 1764 in Lent.
• Ein Kind von Peter Ariesen und Anneke Tijse
• Diese Information wurde zuletzt aktualisiert am 25. Januar 2021.

Familie von Johannes Peters (van Flemingshoff)

Er ist verheiratet mit Anna Maria Rutten.

Die Erlaubnis zur Eheschließung wurde am 25. Mai 1731 in Eimeren erhalten.

Kind(er):

1. Theodora Peters  ± 1730-????
2. Gerrit Peters (van de Halve Weegse Bouwing)  1731-???? 
3. NN Peters  1738
4. Arnoldus Peters  1739-1740
5. Rutgerus Peters  1739-1740
6. NN Peters  1747-1747
7. Joanna Peters  1742-1743
8. Joanna Peters  1744-1746
9. Joanna Peters  1747-1769
10. Petrus Peters (van het Gruthuijs)  1749-1811 

Notizen bei Johannes Peters (van Flemingshoff)

landbouwer op Flemingshoff

Bron: Gelders Archief, Protocollen van Bezwaar Bemmel, 0913-320, fo 63 vso e.v.
Opdraght
D.J. Martini en Cornelis Driessen op Heijden als Erfp.n certificeren dat voor haar op den 20 junij 1744 gecompareert is de Hooghwelgeb Freulijn Johanna Christina de Flemingh voor soo veel nodigh geassisteert met den procureur Evert Sanders van Well voor haer selfs en haar sterkmaekende en de rato caverende voor haer broeder de Hooghwelgeb Heer Johannes Marcelis de Fleming en modo in qual.t als volmaghtersche van haer Hooghwelgeb broer den Hooghwelgeb Heer Francois de Flemingh capiteijn onder t regiment van Lamarck ten dienste van Sijne Koninglijke Majesteijt van Vrankrijck, vermogens procuratie te Sassenheijm in 't Quartier Generaal van d' Armée op den 21 septemb. 1743 gepasseert, en door de griffier Jacques Rogueux beteeckent, mitsgaders als volmaghtigerse van haere suster de Hooghwelgeb Freulijn Johanna Maurisse de Flemingh haar sterk gemaakt hebbende voor haere absente Hooghwelgeb voorn. Heeren Broederen met namen Francois de Flemingh en Jan Marcelis de Flemingh uijtwijsens procuratie voor schepenen der graefschap Boucchoven op den 5 meij 1744 gepasseert en door de twee schepenen neffens den secretaris A. Verheijden beteekckent, en nogh als volmagtigerse van haren voorn. Broe-der de Hooghwelgeb Heer Johan Marcelis de Fleming (waer voor sij Freulijn comparante haar hier voren heeft sterck gemaackt, en welcke volmaght sij eerst ontfangen heeft, doen deese al gesr. dogh nogh niet gepasseert was, luijdt procuratie voor schepenen der graefschap Bouchoven op den 16 junij 1744 gepasseert, en door twee schepenen neffens den secretaris A. Verheijden beteeckent, sijnde de voorn volmagten ons in originali vertoont en voorgeleesen, samentlijcke kinderen en erfgenaemen van wijlen den Hooghwelgeb Heere Justinus Francois de Fleming en Vrouwe M. Emerentia van de Pol gewesene echtel.n en kintskinderen en erfgenamen van den Hooghwelgeb Heer Willem Francois de Fleming en Vrouwe Johanna de Beijer in leven echtel.n, en verklaarde in haere opgemelte qualiteiten voor eene welbetaalde somma van twee duijsent negen hondert en tien glns verkoght en opgedragen te hebben aan Jan Peters en Anna Maria Rutten echteln en haeren erven seeckeren bouwhof genaemt Flemingshoff bestaende in Huijs, hof, boomgaert en landerijen groot te samen ongeveer vijftien mergen edog soo groot en kleijn als denselven met alle desselfs reghten en toebehoren onder 't kerspel Lent gelegen en bij coperen echteln. in paghtinge gebruijckt is, pae-lende oost de Griftdijk, west de stad Nijmegen, zuijt Gosen Rutjes, en noort d'Heer Lantsr J. Backer of wie anders daer omme met reght geërft moghte sijn, sijnde vrije allodiael erf en goed uijtgesondert eene rent van ses gulden vijftien strs. als de pastorije van Lent jaarlijcx daar uijt te vorderen heeft, en vier blocken dijcx na-mentlijk sub no 1 twee roeden en twaelf voeten, sub no 88 drie roeden en agt voeten, sub no 110 met den Hooghwelgeb Heere van Lent half en half ses roeden en tien voeten en sub no 122 vijf roeden en ses voeten, voorts verpondinge en Heeren schattingen, 't reght der tienden, ampts en dorpslasten, dijk, segen en wetering en verdere gemeijne lasten, bekennende derhalve de voorn transportante qp. van voorsr Bouwhoff met alle desselfs ap en dependentien ten eenemaal en geheel onterft en ontreghtight te sijn in en ten erffelijken behoeve van gem. Echteluijden Coperen en haeren erven, met belofte van vrijinge en waeringe als erfcoopsreght is, en allen voorkommer af te doen als naar reghten, onder renuntiatie van 't beneficie senatus consult vellejani medebrengende, dat een vrouwspersoon haar niet bestendiglijck voor anderen kan verbinden of sterckmaecken;
Registr den 20 juny 1744
Bron: Gelders Archief, ORA Overbetuwe, Protocol van Beswaar kerspel Oosterhout 1759-1777, inv. nr. 0193-345
Borgtogt
Aldewijle Gerrit Peeters en Alijda Janssen El., woonende tot Oosterholt, van de saamentlijcke juffrouwen met naemen Anna Petronella, Elisabeth en Gerardina de Beijer, saamentlijcke kinderen en erfgenaamen van weijlen de heer Wolter de Beijer, en juffr. Geertruijd Maria van Buijl, in leeven El. woonende binnen de stadt Nijmegen, op den 14 meij deses jaars 1759 hebben aangekofft seekeren Bouwhoff, groot in het geheel 23 merns, onder 't kersel Oosterholt ampte van Overbetuwe, in sijn voor en bepaalingen kennelijk geleegen, van outs genamt de halve weegse bouwingh, en sulx voor eene somma van drie duijsent agt hondert gl., te betaalen en te voldoen op sodaenen tijt en termijnen, soo en als bij de gem. coops conditiën tussen de contrahenten is veraccordeert en overkomen en daar bij naeder en breeder gespecificeert en uijtgedruckt quo relatio.
Edoch gem. juffrouwen verkooperen in desen, vermeenende niet genoegsaam te sijn gesecureert, over sulx ten voors. opsichte tot meerder securiteijdt insteerende.
Derhalven soo compareerden voor ons ondergeschreven erfpachteren des ampts Overbetuwes, Jan Peters en Maria Rutten El. sij vrouwe in dese voor sooveel nodig of dinstigh geassisteert, cum tutore marito, en verklaarden in de beste en bestendigste forma regtens in en ten behoeven van gem. juffrouwen De Beijer, voor 't effect en den inhoude van duckgem. coops voorwaarden in dato den 14 meij 1759 bij de El. comparanten haren voorn. soon en schoondochter als voors., met gem. juffrouwen De Beijer ingegaan, specialijck te verbinden, seeker parceel bouwland Assenburgs weijtje genamt, groot ongeveer 3½ morgen, onder het kerspel Oosterholt voors. kennelijk geleegen, ten eijnden, om bij wanbetaalinge en geene prompte nakoming van 't effect en contenue van gem. coops conditiën en aankleven van dien, daar van kost en schaadeloos te konnen en te mogen worden verhaalt, soo nogtans dat inval de El. cooperen, ingevolge de gem. conditie, de twee termijnen, bedraagende duijsent gl. Op gem. coops penningen te sullen hebben betaalt, als dan dese acte van verbandt sal worden gehouden voor gecasseert en geannuleert, en so en invoegen het een en ander bij de meergem. coops conditie breeder geinsereert en uijtgedruckt, renuntieerende de El. comparanten van alle exceptien wheren en defensien regtens, dese eenigsins obsterende, over sulx weijders submitteerende al 't gunt voors. de judicatuire van alle heren, hoven, richteren en gerichten en in specie die van den WelEd. Hove Provintiaal van Gelderlant, versoekende dat dese worde geregistreert daar en soo sulx gehooren sal.
In oirconde der waarheijt in dese door de El. comparanten neffens de hiertoe versogte Erfpachteren eijgenhandig beteekent op den 14 meij 1759.
Onder stont
Dit hant X Merck heeft Jan Peters eijgenhandig selfs geset mij present
En was geteekent
Anna Maria Ruten, vrouw van Jan Peters
G. van Werd als erfpachter
Johannes Bernardus Merts als erfpachter
Registratum den 2 junij 1759
Comparerende voor ons onderges erffpagteren des Ampts Overbetuwe, Gerrit Peters, en Leijda Jansen El., woonagtig onder Oosterhout ampte voors., Derk Holleman en Dorothea Peters El., woonagtig onder het kerspel Heteren ampte voorgen, de vrouwe comparante geassisteert met haren manne als regtens kinderen en erffgen. van wijlen Jan Peters, en Anna Maria Rutten, in leven El., als mede Peter Peters geassisteert met Matijs Peters, en den custos Michiel Schelkes, woonagtig onder 't kerspel Lent ampte meergem. als geauthoriseerden momboirs over denselven onmundigen Peter Peters, en bekende na vertoonde quitantie van den in termini betaalden 40sten penning voor eene somma van drie duijsent een hondert seven en vijfftig gulden en tien stuijvers te cederen en in vollen eijgendom te transporteren aan in en ten erffelijken behoeven van der transportanten zwager Arnoldus Hendriks en Jenneke Peters El., mede woonagtig onder het voors. kerspel Lent, ampte dickgem., sodane drie geregte vierde portien als de comparanten sijn aankomende in een seker huijs, hoff, schuur, berg en verder bijgehorig lant groot ongeveer vijfftien morgen, kennelijk onder het meergem. kerspel Lent ampte voorges. gelegen, van outs gent Flemings Hoff, waarvan de egtel. getransporteerdens een vierde part in eijgendom sijn toekoomende, palende oosten de Grift Zanddijck, westen de stadt Nijmegen, zuijdw. Baltus Clasen, noortw. de Wajesteijnsen uytweg, off wie anders met regt daar om geërft off gelandet mogte wesen, edog soo groot en kleijn als het selve met alle sijne regten en toebehooren, actieve en passieve servituten, mitsgaders uytwegen soo als met regt en van outs daartoe is gehorende, sijnde beswaart met 's heeren en gemeene lasten doende in de ordinaire verponding behalven den stuijver per gulden een en dertig gulden ses stuijvers agt dieniers, voorts met een jaarlijxe grontrente van ses gulden vijfftien stuijvers ten behoeve van de pastorij van Lenth, als mede met twee roede en twaalf voeten dijk onder de paal no 1, nog met drie roede en agt voeten onder de paal no 88, nog met de helft van ses roede en tien voeten onder de paal no 110, en dan nog met vijff roede en ses voeten onder de paal no 122, alle onder het kerspel Lent gelegen, voorts nog dijk, zegen en weteringen met het dorp Lent gemeen. Bekennende de comparante transportante ijder voor haar aandeel, en in haar aangetoge qualiteijt van het regt tot het voors. huijs, hoff, schuur, berg en bijgehoorig lant ten eenemaal onterft, ontregtigt en ontgoedt te sijn in en ten erffelijken behoeven van de egtelieden coperen voorschreve onder beloffte van vryingh en wharing als erffcoops regt is.
Dato oirconde der waarheijt is dese door de comparante en ons erffpagteren eijgenhandig betekent in Lent op den 16e Maij 1768
Was geteekent
Gerrit Peters, Aleida Jansen, Derk Holmans,
Dit is het + eijgenhandig hantmerk van Dorothea Peters, getuijge wij onderges. Erffpagteren
Peter Peters
Dat dit hant + merk door Matijs Peters als momboir selfs geset is, getuijge wij onderges. Erffpagteren
M. Schelkes
J. F. Broestershuysen als erffpagter
W. Willemsen als erffpagter
Reg. Den 21e Maij 1768
C.C. van Oven
Bron: Gelders Archief, ORA Over Betuwe, Protocol van Beswaar kerspel Lent, inv. nr 0193-402

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Johannes Peters (van Flemingshoff)?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!

Zeitbalken Johannes Peters (van Flemingshoff)

Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole:  Großeltern    Eltern    Geschwister    Kinder