Familienstammbaum Van Elderen en Van der Speld » Dirck Ottensz (Dirk) van Slingerland (van Slingerlant) (1390-1453)

Persönliche Daten Dirck Ottensz (Dirk) van Slingerland (van Slingerlant) 

Quelle 1

Familie von Dirck Ottensz (Dirk) van Slingerland (van Slingerlant)


Notizen bei Dirck Ottensz (Dirk) van Slingerland (van Slingerlant)

Geboren omstreeks 1390, overleden 1453. Schepen van Dordrecht 1426/1427, tresorier van Dordrecht

1439-1452 ambachtsheer van het halve ambacht van Pietershouck 1441-1453, burgemeester van

Dordrecht 1427-1451, hooghemraad van Mijnsheerenland, heemraad van het land van Strijen 1442,

zegelt 1426. Bron: C. Sigmond: "De geslachten Van Slingeland(t) in Dordrecht en het baljuwschap

Zuid-Holland in de 14de en 15de eeuw", in: De Nederlandsche Leeuw 118(2001), nr. 7-8, kol.521-580.

http://www.everyoneweb.com/WA/DataFilesrademakerbezemer/teunisbezemer.htm#BM3304

_P_CCINFO 1-50037

had tussen 1427 en 1451 zitting in de regering van dordrecht o.a. als burgemeester.eigenaar van de heerlijkheid houcke (later puttershoek) 1441-1447.

had tussen 1427 en 1451 zitting in de regering van dordrecht o.a. als burgemeester.

Original individual @I23323@ (@MS_M2.GED0@) merged with @I23322@ (@MS_M2.GED0@)

BIrt: RIN MH:IF30499

BIrt: RIN MH:IF30497

DEAT: RIN MH:IF30500

DEAT: RIN MH:IF30498

had tussen 1427 en 1451 zitting in de regering van dordrecht o.a. als burgemeester.

24

Dirck Ottenz. van SLINGELAND [6470], schepen 1426/1427, geboren circa 1390, overleden 1453 te Dordrecht. OUD-ALBLAS EN HET SCHROODAMBACHT VAN GIJSBRECHT VRANKENZ.

Opmerkelijk is de relatie die bestond tussen Dirck van Slingeland Ottenz. uit

het onderhavige geslacht (B) en de omgeving van Oud-Alblas, waar de wortels van

het andere Dordtse geslacht Van Slingeland (C) lagen. Dirck van Slingeland was

gehuwd met Heilwij Jansdr. van Naerssen, die een zuster was van Marije Jansdr.

van Naerssen (gehuwd met Reijnout Sarisz.) en van Adriana Jansdr. van Naerssen

(gehuwd met Willem van Vloeten. Deze familierelatie blijkt ui een reeks akten

tot land geheten 'Ghijsbrecht Vranck(en)soens hoeve' in Oud-Alblas, afkomstig

van de moeder van drie zusters: Hadewij Gijsbrecht Vranckenzdr. In de

aktenboeken van Dordrecht is een reeks akten opgetekend, die betrekking hebben

op een schroodambacht afkomstig van Ghijsbrecht Vranckenzoen, (zie J.A.Fruin,

De oudste rechten der stad Dordrcht en van het baljuwschap van Zuid-Holland,

p.119 e.v., 136 e.v.,163 e.v.),waarover diens erfgenamen gedurende een halve

eeuw (1424-1472) met elkaar hebben geprocedeerd. De ene partij bestond uit Yden,

weduwe van Ghijsbrecht Vranckensoen, later haar zoon Marten heren Ghijsbrecht

Vranckensoenssoen, terwijl de andere partij werd genoemde door (de erfgenamen

van) de drie bovengenoemde zusters van Naerssen, waaronder Dirck van Slingeland

Ottensoen's weduwe met haar kinderen. In het eindvonnis van 18 augustus 1472

werd de "oversaterie" van het schroodambacht, dat een leengoed was, toegewezen

aan Hubert van Zuylen, als man en voogd van Aleyt, dochter van Marten Gijsbrecht

Vranckensoen.

Een soortgelijke onenigheid bestond met betrekking tot het vroonrecht in de

Merwede: het viswater dat werd gebruikt van de landheer. In 1453 was er

arbitrage geweest betreffende "den vroen en de vyscherie dat Jan Reynerssoen

affter gelaten heeft". Onder de rechthebbende was meester Jan van Singeland

Dircksz., neef van voornoemde Jan Reijnnoutsz., een zoon van Reijnout Sarijsz.

en Marije Jansdr. van Naerssen. Blijkbaar was ook het nonnenklooster Sint Agnes

bij de zaak betrokken geraakt, want in de kloosterrekening van 1472 wordt

vermeld dat Pieter van Slingeland Dircksz. had geprobeerd "opter salen" (het

Dordtse gerecht) "ende oec in den Haghe"(voor het Hof van Holland) de brieven te

krijgen "van den fron", "dat ons docht dat hi ende syn voervaders of voerders te

onrecht ghebruket of besten hebben".Omdat hieruit onkosten, moeilijkheden en

"onvrienscap" zouden voortkomen en omdat het klooster niet de middelen en de

personen had om de zaak te vervolgen en te bepleiten, gaf het de voorkeur aan

een schikking, waar "hi nochtans mit groten arbeyt toe ghebrocht is". De

schikking hield in dat Peter van Slinghelant alle kosten zou betalen die hij in

's-Gravenhage gemaakt hand in zijn zaak tegen het klooster. Bovendien zou hij de

nonnen 25 stuivers schenken om op vastenavond "mede vrolic te sijn". Verder

schonk hij aan zijn nicht Adelyt (dochter van Marten Gijsbrecht Vranckensoen)

"vijf ellen wits, hier heeft hij zwart voer ghenomen" en zou hij "uut lieften"

de nonnen jaarlijks een Engelse nobel uitreiken.(Rekening 1472; GAD, Klooster

St.Agnes inv.nr1, fol.48vo.; J.C. van Overvoorde,'Rekeningen van het convent van

Sint Agnes te Dordrecht 1451 en 1464-1503', Bijdragen voor de Geschiedenis van

het bisdom Haarlem 1869, p.69).

28 juli 1424: Dirc van Slingelant Ottez. verklaart dat Heinric van Daenen hem

voor mei naastkomend 15 nobelen zal betalen, wegens de brief die Dirc op Heinric

sprekende heeft vanwege de verkoop van een half huis in de Vriesestrate.

(Aktenboek I;GAD,oud stadsarch.Dordrecht 13, akte 3003).

10 febr.1426(=1427): ingezworen "ten gerecte binne[n] Dordr[echt]", onder de

schepenen: Dirc van Slingelant Ottenz.(Klepboek Dordt 4,fol.8vo.).

16 okt.1428: Reynout Zariissoen, Dirc Ottensoen van Slingelant, Jan van Naerssen

Bertoutssoen, Willem van Naerssen Cleissoen en Lijsbet Aernt Pietersdochter

"vertogen" voor schepenen van alle roerende en onroerende goederen achtergelaten

bij Aernt Pieterssoen van Naerssen.(Aktenboek II,Dordt 14,akte 445). N.B.: 30

okt.1417: Lyewie Woutgher Haecx weduwe bestreed de geldigheid van de koop van

een moer gelegen in het ambacht van Drimmelen, waarin Aernt Pieterssoen door

Lijsbette Pieter heren Janssoen's weduwe gemachtigd is; dit deed Lyewie met een

schepenbrief die zij heeft op Pieter heren Janssoen en op Lijsbeth.(Aktenboek I,

Dordt 13,akte 2006).

17 mei 1429 "verteech" Pieter Janssoen vanwege Aryaen zijn wijf, dochter van

Aernt Pieterssoen van Naersen, van alle goederen die Aernt Pieterssoen voorszegd

achtergelaten heeft.(Aktenboek II;Dordt 14,akte 551).

1429: vermeld in de stadsrekening van Dordrecht: twee lijfrenten uit 1424 "om

des inbrekens wille vande(n) Groten Waert", aan Dirc Ottenzoon van Slingelant,

groot 8 Wilhelmusschilden; twee lijfrenten uit 1424 "om des inbrekens wille",

aan Dirc Ottenzoon van Slingelant, groot 5 Wilhelmusschilden; twee termijnen van

een rente uit het jaar 1424, aan Dirc van Slingelant Ottenzoon, groot 5 Arnhemse

guldens.(Tresorierrekening,Dordt 433,fol.33,33vo, 40vo.).

23 okt.1430: Claes die Voecht Florensz. bestreed de geldigheid van de verkoop

van 2 morgen 1,5 hond land gelegen in het ambacht van Bleskensgraaf, door

Florens van Wiitvliet aan Dirc van Slingelant Ottez.(Aktenboek II, Dordt 14,

akte 819).

23 okt.1430: Dirc Ottez. van Slingelant, als gemachtigde van Willem van Vlieten

(=Vloeten), keerde "sulke pande" als jonkvrouwe Marye Jan Zamencoper's wedue

heeft doen panden aan 4,5 morgen land gelegen in Bleskensgraaf, in een weer land

geheten "thuysweer"; Dirc vertoonde een brief waarin Florens van Wiitvliet 21

gaarden land verkocht heeft aan jonkvrouwe Adryaen en jonkvrouwe Treymen

Jansdochters van Naerssen, waarmee hij de panding keerde die jonkvrouwe Marye

voorzegd mag hebben op goederen die Florens van Wiitvliet toebehoren mogen.

(Ibidem,akte 820).

12 jan.1436 (=1437): voor schepenen van Dordrecht beloofde Willem van Vloeten

dat hij de 12 morgen land die hij bezit in het ambacht Alblas, gemeen gelegen in

een hoeve land geheten "Ghijsbrecht Vranck(en)soens hoeve". die "joncfrou

Adrijae[ne] siin wiif aen hem ten hylike heeft gebracht", niet zal verzetten,

veranderen, verkopen, et cetera; toegevoegd is een akte d.d. 24 okt.1444, waarin

Dirc van Slingelant Ottez., voor hemzelf en zijn nakomelingen, alsmede jonkvrouw

Marije, weduwe van Reynout Zrijs, voor haarzelf en haar nakomelingen, verklaren

dat Willem van Vloeten de 12 morgen zal mogen verkopen, "nyet tegenstaende die

wilkoer voerscr[even]".(Ibidem,akte 1770)

25 mei 1437: voor schepenen van Dordrecht machtigt Zarijs Jan van Tuulssoen zijn

oom Zarijs Jan Raetssoen om al zijn goederen binnen Dordrecht te regeren et

cetera; tevens verplichtte Sariis Jan van Tuulssoen zich geen van zijn goederen

ter verkopen, et cetera dan bij goeddunken van Abel Pieterssoen, Aernt

Zarijssoen, Dirc van Slingelant Ottez. en Zarijs Jan Raetssoen. (Ibidem,akte

1811).

30 juni 1440: Dirc van Slinghelant Ottensoen en Jacop van Overstge Pieterssoen,

tresoriers van Dordrecht.(Ibidem.akte 2124).

21 april 1441: Jan Reinoutsz.bij dode van zijn broer Saris Reinoutsz. beleend

met het ambacht Puttershoek; omdat Jan Reinoutsz. nog onmondig is, dragen Aernt

Sarijssoon, zijn oom en gekoren voogd, en Jacob Pieterssoon, schepen van

Dordrecht en oppervoogd vanwege de stad, het leen over aan Dirk van Slingeland

Ottenz.; jonkvrouwe Marije Jansdr. van Aersen geeft hem kwijtschelding van alle

daarop rustende lasten.(Extractd.d. 20 juni 1690 in: HRA,

Familiearch.Slingelandt, pakketnr.51; zie ook Kort, 'Repertorium grafelijke

lenen in de Grote Zuidhollandse Waard', p.296).

N.B.: 19 febr.1434(=1435): Jan Nemery ontvangt van Philips van Bourgondie

privilege en brieve d.d. 15 febr.1434 om zijn "uutlande gelegen voer den

Maesdam" te bedijken tot "enen coernlande"en aan beide einden aan te sluiten aan

"den ouden Hollantschen diick van onsen groten waerde van Zuijthollant;

(Aktenboek II,Dordt 14,akte 1464a). 19 febr.1434(=1435); Jan Nemery, jonkvrouwe

Marije Reijnout Sariissoen's weduwe en de geburen van de Maesdam en van de Hoeck

sluiten een overeenkomst betreffende de sloot gelegen tegen hun land bij de

Maesdam en de Butershoeck;(Ibidem,akte 1464b),30 dec.1438: manieren en

voorwaarden waarop Marije Reynout Zarijsssoen's weduwe haar land gelegen in het

ambacht van Puttershoek zal verhuren, gedaan d.d. 27 aug.1438 voor schepenen van

Dordrecht (Ibidem akte 1977), 18 juli 1440: Saris Reinoutsz., bij overdracht

door zijn moeder Maria van Aersen weduwe van Reinout Sarisz., beleend met het

ambacht van Puttershoek; het leen eventueel te komen op zijn broer Jan, die hij

een derde van het bedijkte en onbedijkte land in achterleen mag geven.

(Kort,p.296).

12 mei 1441: Dirk Ottensz. van Slyngeland, hoogheemraad van Moerkerken, en

anderen wijzen vonnis over de betaling van de omslag over een aveling met vier

morgen land.(GA Mijnsheerenland 226).

9 aug.1442: Dirck Ottensz. van Slingelant, heemraad, bezegelt de akte van

landscheiding van de zomerpolder gelegen voor de Strijense dijk, tussen het

klooster en de weduwe van Willem Witmans.(OV 16(1961).p.161-192,ald.p.171).

17 aug.1446: Cornelis Gheraet Boeghaertssoen machtigt Florens vander Dussen,

Adryaen Haeck Harmansz,, jonge Willem Boeghaertsz. en Dirck van Slingelant

Ottensoen "scheiding te nemen en te geven" van de goederen die hem bij dode van

jonkvrouwe Gheertrui, zijn moeder, aangekomen en bestorven zijn.(Aktenboek

II.Dordt 14, akte 2610).

23 aug.1447: Abel Pietersz. bij overdracht door Dirk van Slingeland Ottenz. man

van Heilwig Jansdr.van Aerssen, met lijftocht van Elisabeth Jansdr. van Aerssen,

beleend met de mindere helft van het ambacht Puttershoek.(Kort,p.296).

20 sept.1447: Dirc van Slingelant Ottenz.transporteert aan Philips Pieterssoen

een rente van 3 pond 12 schellingen per jaar, staande op een huis aan de Grote

Vismarkt; 15 april 1455 bekrachtigd.(H.Geest-en Pesthuis ter Grote Kerk 69).

21 jan.1447(=1448): Dirc van Slingelant Ottenssoen en Jan van Muijlwijck

Gheritsz., vermeld als tresoriers der stede van Dordrecht (Aktenboek II, Dordt

14,akte 2739).

28 maart 1449(=1450): Dirc van Slingelant Ottenssoen en Willem Duijck, als

zegsluiden vanwege Jacob Samencoepers Gherijtssoen's kinderen.(Ibidem,akte

2875).

23 dec. 1452: zaak voor Dordtse schepen en burgemeester Dirck van Slingelant

Ottez. als "ov[er]man.(Ibidem,akte 3056).

17 jan.1458(=1459): kwestie tussen Marten Ghijsbrecht Franckensoen, op de ene

zijde, en jonkvrouw Helwij Dircicx van Slingelant Ottensoen's weduwe met haar

kinderen, op de andere zijde, betreffende een schroodambacht dat eertijds

toebehoorde aan Ghijsbrecht Franckensoen, Marten's vader. Marten Gijsbrecht

Franckensoen vertoonde als eiser zekere brieven: Een brief van huwelijkse

voorwaarden tussen zijn vader Gijsbrecht Franckensoen en zijn moeder jonkvrouwe

Yden. Voorts een vertichting van Gijsbrecht Franckensoen's dood, met een gewezen

vonnis van 12 januari 1424.Hieruit zou blijken dat Marten enig erfgenaam was van

jonkvr.Yden. zijn moeder. Jonkvrouw Heilwij Diricx van Slingelant Ottensoen's

weduwe met haar kinderen zou hem moeten betalen "die veroirsatinge vanden

voirsz.scro-amboecht Inner so verre als sij mit haire kinderen van hairs vaders

wegen en de anders dair in bestorffen ware. Dit omdat haar vader Jan van Narssen

mede-erfgenaam was van Franck Ghijsbrechtszoen, Marten's oudste broeder, "dat

dat scroambocht besaten hadde in sijnenlevende live. (Ibidem, akte 3347).

Gehuwd [2942] 1422 te Dordrecht met

Geboren omstreeks 1390, overleden 1453. Schepen van Dordrecht 1426/1427, tresorier van Dordrecht

1439-1452 ambachtsheer van het halve ambacht van Pietershouck 1441-1453, burgemeester van

Dordrecht 1427-1451, hooghemraad van Mijnsheerenland, heemraad van het land van Strijen 1442,

zegelt 1426. Bron: C. Sigmond: "De geslachten Van Slingeland(t) in Dordrecht en het baljuwschap

Zuid-Holland in de 14de en 15de eeuw", in: De Nederlandsche Leeuw 118(2001), nr. 7-8, kol.521-580.

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Dirck Ottensz (Dirk) van Slingerland (van Slingerlant)?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Zeitbalken Dirck Ottensz (Dirk) van Slingerland (van Slingerlant)

  Diese Funktionalität ist Browsern mit aktivierten Javascript vorbehalten.
Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole: grootouders Großeltern   ouders Eltern   broers-zussen Geschwister   kinderen Kinder

Vorfahren (und Nachkommen) von Dirck Ottensz (Dirk) van Slingerland (van Slingerlant)

Dirck Ottensz (Dirk) van Slingerland (van Slingerlant)
1390-1453


    Zeige ganze Ahnentafel

    Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

    • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
    • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
    • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.



    Visualisieren Sie eine andere Beziehung

    Quellen

    1. van 't Veld Web Site, Steven van 't Veld, Dirck Ottensz (Dirk) van Slingerland (van Slingerlant), 2. Oktober 2018
      Toegevoegd via een Smart Match
      Stamboom op MyHeritage.com
      Familiesite: van 't Veld Web Site
      Stamboom: van t Veld Family Tree

    Anknüpfungspunkte in anderen Publikationen

    Diese Person kommt auch in der Publikation vor:

    Über den Familiennamen Van Slingerland (van Slingerlant)


    Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
    Reinhard van Elderen, "Familienstammbaum Van Elderen en Van der Speld", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-van-elderen-en-van-der-speld/I540865.php : abgerufen 24. Juni 2024), "Dirck Ottensz (Dirk) van Slingerland (van Slingerlant) (1390-1453)".