Familienstammbaum Van Elderen en Van der Speld » Gerard Dircksz van Batenburg (1233-1282)

Persönliche Daten Gerard Dircksz van Batenburg 

• Er wurde geboren im Jahr 1233 in Batenburg, Wijchen, Gelderland, NL.
• Beruf: Bannerheer en Ridder van Batenburg.
• Er ist verstorben im Jahr 1282 in Batenburg, Wijchen, Gelderland, NL, er war 49 Jahre alt.

Familie von Gerard Dircksz van Batenburg

Er ist verheiratet mit Elisabeth van Elsloo.

Sie haben geheiratet im Jahr 1255, er war 22 Jahre alt.

Kind(er):

1. Dirck VI van Batenburg  1264-1311 

Notizen bei Gerard Dircksz van Batenburg

Bannerheer en Ridder van Batenburg

Over het adellijk geslacht Van Batenburg is bijzonder weinig gepubliceerd. Slechts een tweetal publicaties zijn gevonden. De oudste publicatie, die van baron W.A. van Spaen, schetst in grove trekken het geslacht Van Batenburg, en de jongste publicatie, die van H. van Heiningen, betreft in hoofdzaak het kasteel van Batenburg. Het vroege voorkomen van het geslacht Van Batenburg heeft er niet toe bijgedragen dat veel gegevens over die familie bewaard zijn gebleven. Dit wordt nog versterkt door het feit dat de familie reeds halverwege de veertiende eeuw is uitgestorven. De bestudering van de familie Van Bronkhorst, die de goederen van het geslacht Van Batenburg door erfenis in bezit kreeg, heeft een aantal nieuwe gegevens boven tafel gebracht. Ondanks deze vondsten blijft het bijzonder moeilijk de opvolgende heren goed in kaart te brengen, hun echtgenoten te duiden en hun kinderen te vinden. Ook dit is weer zon familie waarvan de gegevens over verschillende landen, te weten Nederland, Duitsland en Belgi�, zijn verspreid. Ongetwijfeld zal de bestudering van ongekende en/of moeilijk toegankelijke archieven nieuwe gegevens kunnen opleveren. De oogst aan nieuwe gegevens is echter zo rijk en de kijk op verwante families zodanig veranderd dat dit alleszins een publicatie rechtvaardigt. De Gelderse ridderschap bestond oorspronkelijk uit een drietal lagen, de edelen, de ministerialen en de niet-edele vrijen. Het geslacht Van Batenburg behoorde, samen met onder andere de geslachten Van de Bergh, Van Bronkhorst, Van Rheden en Van Wisch, tot de bovenste laag. Deze geslachten behoorden tot de oeradel en waren als zodanig schildboortig. Zij waren de gelijken van de graaf en werden in oorkonden vaak aangeduid met edelheer of -vrouwe. De gebieden, die zij bestuurden, werden naderhand de bannerheerlijkheden genoemd. Wij onderscheiden daarom de bannerheerlijkheden Baar, Batenburg, Bergh, Bronkhorst en Wisch. De graaf van Gelre kon door zijn hogere afkomst, cumulatie van bezit en grotere daadkracht, uiteindelijk een landsheerlijke rol gaan spelen. Een rol die voor bovengenoemde geslachten niet was weggelegd, waardoor zij op den duur in een meer afhankelijke positie kwamen te verkeren.Voor het geslacht Van Batenburg was de heerlijkheid Batenburg het belangrijkste bezit. De heren van Batenburg hielden deze heerlijkheid rechtstreeks van de rooms-koning in leen. Dit blijkt uit een oorkonde van 27 juli 1349, waarvan een afschrift uit circa 1550 bewaard is gebleven. In deze oorkonde wordt Johanna, vrouwe van Batenburg, door Karel, rooms-keizer en koning van Bohemen, met de heerlijkheid, de munt, de gruit en de jaar- en weekmarkten beleend. Vast staat dat de rooms-koning c.q. rooms-keizer in de dertiende eeuw, maar waarschijnlijk al veel vroeger, zijn rechten op dit kleine en veraf gelegen gebied aan het geslacht Van Batenburg had afgestaan. Dit blijkt uit een oorkonde van 27 maart 1254, waarvan eveneens een afschrift van circa 1550 bewaard is gebleven. Uit deze oorkonde blijkt, dat de rechten toen al in het bezit van het geslacht Van Batenburg waren, immers op genoemde datum geeft Willem van Holland, rooms-koning toestemming aan Gerard van Batenburg om de twee markten, die Gerard van het rijk in leen houdt, aan Bele diens echtgenote, in lijftocht te geven. Als de vermelding van W.A. Baron van Spaen, volgens welke Willem, (heer van Bronkhorst), door (Lodewijk de Beier), (rooms)-keizer in 1317 met de heerlijkheid Batenburg en het tol- en muntrecht aldaar wordt beleend op waarheid berust, kan het hierboven gememoreerde worden aangevuld. Uit deze oorkonden blijkt duidelijk dat de graaf van Gelre het in Batenburg niet voor het zeggen had. Dit onderstreept nogmaals dat de graaf van Gelre en de heer van Batenburg elkaars gelijken waren.

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Gerard Dircksz van Batenburg?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!