Er hat eine Beziehung mit N.N. van Ansen.
Kind(er):
zie
http://dorpshistorie.nl/OttovanRuinen.html#p258/1.2.1.4.1.3.1.1.1 Coenraed van de Ghore van Kuinre
zie: "De Vos van Steenwijk in het licht van de geschiedenis van de drentse adel" blz. 149 - 154
Het geslacht De Vos van Steenwijk behoort tot de oude Drentse adel en is een van de weinige nog bloeiende inheemse oud-adellijke Nederlandse geslachten. De bewezen, geregelde stamreeks gaat terug tot Coenraad van den Goer wiens naam met deze en gelijkluidende schrijfwijze is verbonden aan een omvangrijk bisschoppelijk goed ‘In den Goere’ nabij Steenwijk. Hij wordt het eerst vermeld in 1318 en was in het bezit van allodiale, dus niet leenroerige, goederen in en om Steenwijk en bij Kampen. Een van zijn drie zonen is de eerste die in oorkonden voorkomt als Johan van Steenwijc dictus Vos van het huis Batinge te Dwingeloo. Uit hem stamt het huidige geslacht De Vos van Steenwijk. Zijn oudere broer, Roelof, ambtman van Drenthe, zette het geslacht voort onder de naam Steenwijck. Deze tak van de familie was tegen het einde van de 17e eeuw uitgestorven. Vanaf de 15e eeuw hadden leden van dit geslacht zitting in de Ridderschappen.
Een tak kwam in de 15e eeuw op de Veluwe terecht door het huwelijk van Reinoud de Vos van Steenwijk met Aleid van Putten. Deze tak stierf in de 16e eeuw in mannelijke lijn uit met het overlijden van Frans de Vos van Steenwijk.
Een Vlaamse tak stamde af van Roelof, een natuurlijke zoon van Reynolt de Vos van Steenwijck die in 1536 werd gelegitimeerd door keizer Karel V. Deze tak stierf in de 18e eeuw uit.
Het geslacht dat tijdens de Republiek van de Verenigde Provincies steeds een vooraanstaande rol speelde in de provinciale besturen en de ridderschappen, trad in de tijd van de Patriotten en na de omwenteling van 1795 ook landelijk op de voorgrond, zowel in de zogeheten Franse Tijd als daarna toen het Koninkrijk der Nederlanden ontstond.
Alle (modern) adellijke telgen stammen af van Jan Arent Godert de Vos van Steenwijk tot Nijerwal (1713-1779), en splitste zich in de 14e generatie in de takken van drie zonen: De Vos van Steenwijk genaamd van Essen (uitgestorven in 2008), de takken Havixhorst en Dikninge en de tak Voorstonden, vernoemd naar diverse adellijke huizen die zij bezaten. De meeste huizen werden in de 20e eeuw van de hand gedaan; in de 21e eeuw bezaten leden van het geslacht nog de huizen Voorwijk (Drenthe), De Gelder en Huis Diepenheim (Overijssel).
Er bestaan telgen met de geslachtsnaam Baron[es] De Vos van Steenwijk en De Vos van Steenwijk welke niet wettig behoren tot het adellijke geslacht en derhalve evenmin een adellijke titel mogen voeren. (Het woord Baron[es] is in dit geval deel van de geslachtsnaam.)[1]
In 1976 publiceerde A.N. baron de Vos van Steenwijk (1912-1996) een omvangrijk werk over zijn geslacht: Het geslacht De Vos van Steenwijk in het licht van de geschiedenis van de Drentse Adel; met name over de oudste generaties, maar ook over 17e-eeuwse telgen, bevat dit werk speculaties waarvan niet alles in latere publicaties werd overgenomen.
Adelsbesluiten
Tussen 1814 en 1816 werden verschillende leden van het geslacht benoemd in de nieuw ingestelde Ridderschappen, hetgeen opname voor hen en hun nageslacht in de (moderne) Nederlandse adel betekende. In 1821 werd voor G.W. de Vos van Steenwijk, voor zijn broers en voor de zonen van zijn overleden broer, erkend de titel van baron.
Coenraad van der Goer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N.N. van Ansen |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.