Familienstammbaum Van de Ven » Goossen Claes Schepens (± 1489-± 1553)

Persönliche Daten Goossen Claes Schepens 

• Er wurde geboren rund 1489 in Oirschot,NB,NLD.
• Er ist verstorben rund 1553 in Oirschot,NB,NLD.
• Diese Information wurde zuletzt aktualisiert am 15. Februar 2013.

Familie von Goossen Claes Schepens

Er hat eine Beziehung mit Henrickske Willem Henricks van der Vleuten.

Die Beziehung begann rund 1518 in Oirschot,NB,NLD.

Kind(er):

1. Willem Goossen Claes Schepens  ± 1520-± 1570 
2. Aleydt Goossen Claes Schepens  ± 1525-± 1590 
3. Yken Goossen Claes Schepens  ± 1530-± 1558 

Notizen bei Goossen Claes Schepens

Naam vaak als Goessen (Claes) Scepens geschreven.
Woont herdgang Kerkhof.
Schepen van Oirschot in:1524, 1527, 1530, 1533, 1536, 1539, 1542, 1545, 1548, 1551, 1553, 1554. ook gezworene en raadsman en Kerkmeester (Fabrieksmeester) van de St. Petruskerk
Sch. v. O. d.d.: 15-3-1535 (110) 46 jaar oud
Sch. v. O. d.d.: 6-12-1525 (1526) =================011===================
Andries Matheus Corstens heeft aan Goessen Claes Scepens die een huis met tuin etc. verkocht, gelegen in herdgang de Kerkhof dat hij zelf had verkregen van Aert Henricks van der Ameijden, b.p. Claes Scepens, Jan Dirck Vrancken, de erfgenamen van Henrick van Berse, de gemeenschappelijke straat daar. De lasten hieruit zijn anderhalve oude grote en 4 schillingen payment aan het kapittel van Oirschot, nog een jaarlijkse rogpacht van een mud aan Marie dochter van wijlen Jan Peters van Bantsvoort, nog 8 lopen rogge aan de H. Geest, aan de O.L. Vrouwekapel, aan de St. Peterskerk te Oirschot en St. Odolphus te Best, samen, en verder nog 2 Rijnsguldens aan Margriet Belaerts, 2 guldens aan het kapittel van Den Bosch, nog anderhalf mudde rogge aan Aert van der Ameijden dat aflosbaar is. Datum 6 december 1525(jaar?), getuigen Vos en Wouter.
=================012===================
Goessen Claes Scepens uit de vorige akte heeft beloofd om aan Andries Matheus Corstens die een jaarlijkse rente van 5 Rijnsguldens te betalen en een pacht van 2 mudde per jaar uit het hiervoor genoemde bezit. Actum als boven.
De rente kan worden afgelost op St. Jansdag mits er 3 maanden vooraf is opgezegd, tegen 100 Rijnsguldens en 2 mudde pas na de dood van Andries en diens vrouw Heijlwich, met een bedrag van 80 Rijnsguldens. Actum als boven.
=================013===================
Goessen Claes Scepens uit de voorgaande akte heeft aan Andries Matheus Corstens en diens vrouw Heijlwich beloofd om voor hen een huis te zullen zetten op de aangekochte grond van vandaag, waarin Andries en diens vrouw zolang ze leven mogen wonen. Het huis moet 2 of 3 gebonden groot worden, met een afgepaalde tuin zodat Andries en zijn vrouw daar zelf kunnen wonen, maar niemand anders, zolang ze leven en daarna komt het weer in bezit van Goessen. Andries en zijn vrouw mogen op het perceel slechts 2 hoenderen houden maar kunnen wel een ren hebben. Indien Andries of diens vrouw op enig moment afstand willen doen van het woonrecht in het huis, dan moet Goessen hen daarvoor 30 gulden geven. Actum als boven.
Sch. v. O. d.d.: 19-12-1523 =================218====================
Willem Dirck Corten als gemachtigde van de erfgenamen van wijlen Aert Schepens heeft zijn achterstallige vordering aangetoond met een schepenbrief van Oirschot inzake een rente van 2 rijnsguldens die 3 jaar achterstallig is, welke rente Willem Henrick Willems eerder had beloofd aan Aert Heijmerick Schepens, op onderpand van een stuk land gelegen in herdgang Aerle, b.p. Daniel de Brouwer, Metken Happen, de erfgenamen van Dirck de Leege, alles volgens de originele brief d.d. 4 december 1516. Na dat vonnis is het aan Willem als gemachtigde toegestaaan zijn vordering op het onderpand in kwestie te mogen verhalen en voor de uitwinning is Philips van den Doeren gemachtigd. Het bezit is ook in Den Bosch gepubliceerd geweest op het raadhuis daar zoals gebruikelijk is volgens een certificatie van Willem Baliaert en ons is gebleken. Het bezit is daarna hier voor 3 herbergen geveild geweest door Philips van den Doeren en het bezit is verkocht aan Goessen Claes Schepens voor de achterstalligheid etc. Omdat er verder niemand meer nog een bod heeft uitgebracht (na de 3 dagentermijn, JT) heeft Goessen de koop behouden. Datum 19 december 1523, getuigen Adriaen Vos en Dirck Hoppenbrouwers.
=================219====================
Goessen Claes Schepens uit de vorige akte verkoopt het bezit samen met de vonnisbrief weer door aan Willem Dirck Cortten. Datum 24 december 1423. (geen getuigen meer vernoemd, JT)
Sch. v. O. d.d.: 6-2-1539 =============113====================
Goessen Scepens onze collega-schepen als partij ter ener zijde en Willem zoon wijlen Willems van der Vlueten, zijnde zijn zwager ter andere zijde, hebben met elkaar een afrekening gemaakt van het beheer dat Goessen een tijdlang heeft gehad over het bezit van Willem. Deze Willem bedankt Goessen nu voor dat beheer en geeft hem nu kwijting. Daarvoor heeft Goessen eerder ten behoeve van Willem een jaarlijkse rente opgenomen (geleend, JT) van een gulden van Aelbrecht Aerts, aflosbaar met 20 gulden en een stuk land van 29 gulden gekocht van Geerlick Peter Laureijssen (van Oerle, JT) en van Goijaert Willems van der Vlueten. Daarom is Willem nu een bedrag schuldig van 14 gulden 15 stuivers een oort en diens broer Rutger nog 17 en een halve stuiver. Vervolgens hebben Goessen en Willem nu een nieuwe overeenkomst gemaakt dat zolang als ze dat beiden samen willen, dat Goessen het beheer zal hebben over het bezit van Willem. Daarvoor geeft Willem aan Goessen hem het recht van vruchtgebruik over van zijn bezit en Goessen is daarvoor verplicht om Willem de kost en inwoning te geven, zoals hij bij zijn eigen kinderen doet en hem te voorzien van kleding en schoeisel, en van alle andere dingen die hij nodig heeft. Goessen moet ook alle lasten voor hem afhandelen. (het lijkt erop dat Willem weliswaar handelingsbekwaam is, maar mogelijk zeer oud of lichamelijk gehandicapt, JT). Datum 6 februari 1539, getuigen Scoet en Cort.
Sch. v. O. d.d.: 25-5-1547 ==================189=======================
Goessen Scepens als voogd over de minderjarige kinderen van wijlen Jan Wouters van de Mereven heeft voor de voltallige schepenbankvergadering zijn beklag gedaan dat het bezit van deze kinderen met diverse vervallen rentes en schulden is belast en wel dermate dat hij geen kans ziet zonder wettelijke middelen dit bezit te kunnen handhaven. Hij ziet daartoe alleen mogelijkheid als hij het bezit van de kinderen mag verkopen hetgeen hij alleen met toestemming van de wet kan doen. Hij verzoekt nu aan de stadhouder van de schout van Kempenland om verdere schade voor de kinderen te vermijden om zulks te mogen doen. Na aanwijzing hierover door deze stadhouder hehben wij schepenen aangetekend dat Goessen als voogd blijk zou doen geven van hetgeen hij beweert.
Daarna is daarvan een produktie opgesteld en e.e.a. is voldoende door Goessen aangetoond. Daarop wij bij vonnis bepaald dat de voogden over de genoemde minderjarige kinderen van Jan van de Mereven dit bezit van de kinderen in zoverre mogen belasten dat daarmee de achterstallige schulden zijnde 24 gulden betaald kunnen worden maar voor niet meer dan dat bedrag. Door ons uitgesproken als schepenen op 25 mei 1547, getuigen alle schepenen.
In marge : Wordt aan Antonis van de Velde gegeven.
Sch. v. O. d.d.: 23-6-1547 ==================217=======================
Willem wettige zoon van Goossen zoon van wijlen Claes Scepens verwekt bij deze Goossen en bij wijlen Henrieken dochter van wijlen Willems van der Vlueten, verder Jorden Jan Philips van Herzele als man van Ijken, nog Dirck zoon wijlen Dielis Hoppenbrouwers als man van Aleijt, beiden wettige dochters van genoemde Goosen Claes Scepens en van genoemde Henriekske, hebben met elkaar een boedelverdeling gemaakt inzake het bezit dat ze hebben geerfd bij de dood van wijlen hun moeder Henrieksken en voorwelk bezit deze Goossen afstand van zijn recht van vruchtgebruik heeft gedaan. Inzake alle andere bezit dat hier niet is vermeld en niet is gedeeld, daarvan behoudt Goessen zijn vruchtgebruik.
Genoemde Willem krijgt een stuk land, deels akker en deels groesland, genoemd de Mortel, met recht van overpad over de percelen van Alaert Scepens, Loijwijch Timmermans en Aleijt Scepens, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, b.p. Alaert Scepens,Jan Philips van Herzele. Verder krijgt hij een stuk grond zijnde hei en weiland, genoemd dat Hoelcop, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, b.p. de gemeijnte genoemd het Liefveld, Dirk van Kuijck. Hieruit moet jaarlijks 12 en en halve stuivers als grondchijns aan de hertog worden betaald.
Genoemde Joirdaen krijgt het bakhuis met de grond aldaar, en de betimmering van de schaapskooi, maar niet volledig af te breken, met de tuin die daar ligt tot aan de palen die daar zijn aangebracht, samen de helft van het daar gelegen akkerland, datnog onafgemaakt aan elkaar ligt, gelegen in Oirschot herdgang de Kerkhof, b.p. Alaert Scepens, Loijwich Timmermans, genoemde Dirck waarvan het is afgedeeld, Adriana weduwe en kinderen van Henrick van Berze, de gemeenschappelijke straat. Verder krijgt hij een stuk land genoemd de Pelsart, deels heide en deels weiland, met recht van overpad over het perceel van Dirck Castermans, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, b.p. Dirck Castermans, Jenneken weduwe van Henrick Toirkens en haar kinderen,Jan Peter Gielis. Verder krijgt hij de helft van een beemd, genoemd dat Henrickslaer, in totaal nog onverdeeld zijnde, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, b.p. de rector van het St. Anne-altaar, Adriana weduwe van Henrick van Berze en haar kinderen. Hieruit moet jaarlijks een moortje als grondchijns aan de hertog worden betaald, nog 45 stuivers per jaar aan de erfgenamen van Antonis Belaerts, nog 30 stuivers per jaar aan het kapittel en de kapelanen in Oirschot voor een jaargetijde van heer Willem van Petershem. Verder moet er gezorgd worden voor het onderhoud van wegen en waterlopen.
Genoemde Dirck krijgt het huis met schuur, schop etc. met de dries en de boomgaard tot aande palen aldaar met de helft van het genoemde akkerladn, samen aan elkaar en onafgemaakt nog gelegen, in Oirschot herdgang de Kerkhof, b.p. Henrick van Lille, genoemde Joirden waarvan het wordt afgedeeld, Adriana weduwe en kinderen van Henrick van Berze, de gemeenschappelijke straat. Verder krijgt hij een beemd genoemd de Berckt, gelegen in Oirschot herdgang Spoordonck, b.p. Jaspaer van Esch, meester Cornelis Opstal, de gemeijnte. Hieruit moet jaarlijks twee stuivers 3 oort als gewinchijns worden betaald aan het kapittel te Oirschot, nog 2 gulden 14 stuivers per jaar aan het kapittel in Den Bosch, nog anderhalve gulden per jaar aan de fabriek van de O.L. Vrouwekapel, nog 4 lopen rogge per jaar aan de rector van de St. Odolphus te Best. Verder moet er gezorgd worden voor onderhoud van wegen en waterlopen. Verder moet aan genoemde Goessen zolang hij leeft inwoning worden toegestaan in de kamer van het huis aan de oostkant daarvan en hij krijgt ook de jaarlijkse vruchten van de notenboom die bij de schuur staat.
Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelverdeling altijd gestand te zullen doen en dat ieder de lasten op het eigen erfdeel zodanig zal betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor gevrijwaard blijven. Indien er op iemands erfdeel meer lasten zouden blijken te drukken dan zullen ze die gemeenschappelijk betalen. Datum 23 juni 1547, getuigen Brogel en Rutger.
Sch. v. O. d.d.; 18-10-1554 ==================349=======================
Willem zoon wijlen Goessen Claes Scepens, verder Dirck Dielis Hoppenbrouwers als man van Aleiden en Joorden Janszoon van Hersele als man van Ijden allen wettige kinderen van genoemde Goessen Claes Scepens, verwekt bij Henrieksken dochter van Willem van der Vleuten, verkopen hierbij een stuk akkerland, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. Goijaert Willems van der Vleuten, Rutgers van der Vleuten, Willem Aert Custers, en zoals deze Willem, Dirck en Joorden dit perceel hebben geerfd bij de dood van Willem Willems van der Vleuten.
Ze verkopen dit nu aan Goijaerden en aan Rutger kinderen van Willem van der Vleuten en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen, behalve het zesde deel van een oude grote als grondschijns aan de heer van Moncheau en de gebruikelijke dorpslasten. Verder moet er door het voorste perceel overpad worden verleend aan het achterste perceel over de kanten van het perceel van Aleijt van der Cappellen. Datum en getuigen als boven die het aandroegen.
Sch. v. O. d.d.: 1556 ==================391=======================
Rutger zoon wijlen Willem Henricks van der Vlueten voor hemzelf en ook optredend voor zijn broers Goijaert en Jan en voor zijn zus Ijken, verder Willem zoon Goessen Scepens verwekt bij wijlen Henrieksken dochter van genoemde Willem Willem Henricks van der Vlueten, verder Dirck zoon wijlen Dielis Hoppenbrouwers als man van Aleijt dochter van genoemde Goessen en Henrieksken, verder Joerden Philips van Hersel als man van Ijken dochter van genoemde Goessens Scepens, verkopen hun erfdelen en aanspraken in de helft van een pacht van 10 lopen rogge per jaar en 5 lopen gerst per jaar die ze hebben geerfd van wijlen Willem zoon Willems van der Vlueten en deze Willem
(akte is niet verder afgemaakt, JT)

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Goossen Claes Schepens?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!