Familienstammbaum Ten Berge » Doeke Wychers Hellema (1766-1856)

Persönliche Daten Doeke Wychers Hellema 


Familie von Doeke Wychers Hellema

(1) Er ist verheiratet mit Lijsbeth Hendriks Palsma.

Sie haben geheiratet am 17. April 1796 in Wirdum, er war 30 Jahre alt.


Kind(er):

  1. Hendrik Doekes Hellema  1803-1884 


(2) Er ist verheiratet mit Dieuwke Klazes Nicolai.

Sie haben geheiratet am 2. Mai 1813 in Wirdum, er war 47 Jahre alt.


Kind(er):

  1. Akke Hellema  1814-1875
  2. Ijtje Hellema  1816-1890
  3. Klaaske Hellema  1819-1906
  4. Lykle Hellema  1821-1904
  5. Hanna Hellema  1824-1859
  6. Klaas Hellema  1826-1903


Notizen bei Doeke Wychers Hellema

Komt 1779 in huis bij zijn oom Hendrik Idzerda, schoolmeester te Grouw. Wordt reeds op 15-jarige leeftijd schoolmeester en organist te Wanswerd; vaste aanstelling gekregen 1787. Belijd. Wanswerd 11 mei 1787; att. naar Wirdum aug. 1792. Wordt als schoolmeester te Wanswerd in 1792 opgevolgd door broer Lykele. Schoolmeester en organist te Wirdum juni 1792-1819. Woonde aan de Grutte Buorren, zusters Ytje, later Sytske, doen de huishouding. Wordt 1806 ontvanger van de verponding, 1812 ontvanger der direkte belastingen. In 1815 is hijmede-oprichter en boekhouder van wat later de OBAS heet (Onderlinge Brand Assurantie Societeit). Vanaf 1819 boer (huis no. 93, op Barrahuis), 1823 rijksontvanger.
Tevens schrijver van een boek over het leven in Wirdum in die tijd.

Een Friese boer als kerkhistoricus
UIT HET DAGBOEK VAN DOEKE WYGERS HELLEMA (I)

In de eerste helft van de vorige eeuw woonde in het Friese Wirdum een man van bijzonder formaat: Doeke Wygers Hellema (1766-1856). Reeds op 16-jarige leeftijd werd hij onderwijzer in zijn geboortedorp Wanswerd. In 1792 werd hij alszodanig benoemd te Wirdum, werd aldaar later ook rijksontvanger der belastingen, legde zijn onderwijzersambt neer en vestigde zich als boer onder Barrahuis. Hij bekleedde onderscheidende functies in het kerkelijk en maatschappelijk leven en was dientengevolge een invloedrijk man.

Duidelijk treedt dit aan de dag in een uitvoerig dagboek, dat hij van 182! tot kort voor zijn dood in 1856 - op negentigjarige leeftijd - heeft bijgehouden en waarin hij jnet bijzondere opmerkingsgave diverse gebeurtenissen uit die tijd heeft vastgelegd.

Onder de titel "kroniek van een Friese boer" werd onlangs door de bekende historicus H. Algra een bloemlezing hieruit samengesteld en uitgegeven. Behalve dit dagboek, waarvan een afschrift zich in de Provinciale Bibliotheek van Friesland bevindt, heeft deze autodidact nog enkele belangrijke handschriften nagelaten, waaronder enkele historische werken en nog een geschrift met een meer persoonlijk karakter, dat volgens Algra een nadere analyse verdient.

Kerkelijke situatie
Weinig belangrijke zaken uit die ''tijd zijn aan de aandacht van boer ,Hellema ontgaan. Ook de kerkelijke situatie in de Hervormde Kerk en de gebeurtenissen rond de Afscheiding van 1834 trekken zijn belangstelling en hij volgt deze, voornamelijk voorzover zij in Friesland plaatsgrepen, op de voet. Zijn beoordeling hiervan is opmerkelijk evenwichting en onpartijdig, dit in tegenstelling tot diverse commentatoren uit die tijd.

Dit treft ons te meer, aangezien Hellema zelf niet alleen een trouw lid was en bleef van de Hervormde Kerk, maar ook een zoon had, Hendrik Doekes Hellema, die Hervormd predikant was in het Friese Achlum. Mede tengevolge van het feit, dat een andere zoon, Wyger Doekes Hellema, een belangrijke rol speelde in de Afscheiding in Friesland, raakte Hellema nauw betrokken bij allerlei kerkelijke verwikkelingen en menige bladzijde in zijn dagboek is hieraan dan ook gewijd.

De Wirdumer boer was tijdens zijn 90-jarige levensloop met onderscheidene predikanten in aanraking gekomen. Het blijkt wel dat hij de voorkeur geeft aan die leraars, die de oude Gereformeerde leer verkondigen en dan liefst met een bevindelijke inslag. Onderscheidene predikanten, door dr. Wumkes in zijn kerkhistorisch werk genoemd, komen wij dan ook tegen en het blijkt wel dat Hellema met hen in een goede betrekking staat.

Ds. Th. van Berkum
In de winter van het jaar 1829 treffen wij hem aan onder het gehoor van ds. Theunis van Berkum te Garijp. Voorheen stond deze leraar in Hellema''s geboorteplaats Wanswerd. Toen de bekende ds. Schotsman in 1819 publiekelijk een lans brak voor de Dordtse Synode, viel ds. Van Berkum hem in de prediking bij. Het is bekend dat een schildersknecht uit Rinsumageest, namelijk T. H. Uitterdijk, onder zijn bediening tot „krachtdadige bekering" kwam, grote afstanden liep om hem te horen en later een bekend predikant werd bij de Afgescheidenen in Friesland. Van de elf kinderen heeft ds. Van Berkum er acht verloren, waarvan de meesten op het kerkhof te Oosthem liggen begraven. Welnu, er zou nog wel meer te zeggen zijn van deze predikant, die nagenoeg zijn hele, meer dan 50-jarige ambtsbediening in onderscheidene Friese dorpen heeft doorgebracht.

De winter van 1829 was tamelijk streng, net als die van honderd jaar later. Alles was bevroren. Na de morgendienst in de dorpskerk besloten de Hellema''s de dienst van ds. Van Berkum te Garijp bij te wonen. Ook zijn (getrouwde) kinderen „uit de buren" gingen mee. „Zes met twee paarden met sleden en de overigen op schaatsen, tezamen veertien personen, kwamen te Garijp, al deze personen woonden daar de Godsdienst bij", zo schrijft onze croniqueur. „Na ''t eindigen dronken mijne'' kinderen en ik een kopje thee bij den Domeni, als oude kennissen uit hoofde zijner voorige standplaats te Wanswerd, de overige elders; bij het schoone ijs en aangenaam weder kwamen wij spoedig tehuis."

Dominee Van Berkum trok veel volk. Onder zijn gehoor kwamen zelfs „mennisten", die later gereformeerd werden, vertelt Wumkes. Hij was een echte „volksprediker". Hellema schrijft dan ook: „De kerk was aldaar even opgepropt vol met hoorders als weleer ook te Wanswerd, dewijl het algemeen gaarn Domeni van Berkum prediken hoort; hij is zeer ernstig en populair, en daarbij eenvoudig, dat de onkundigste hem kan begrijpen/^

Predikantsberoeping
Enige bladzijden verder in het dagboek - het is dan nog steeds in het jaar 1829 - treffen wij Hellema in zijn hoedanigheid als kerkvoogd, samen met een collega A. Palsma, aan op de pastorie van ds. Cornells Witteveen te Oosthem, die eveneens predikant was geweest te Garijp. Als bijzonderheid kan nog worden vermeld, dat de reeds genoemde ds. Van Berkum eerst te Garijp en later te Oosthem ds. Witteveens opvolger is geweest. Ds. Witteveen wordt een man van „onverdachte rechtzinnigheid" genoemd.

De beide Wirdumer kerkvoogden zijn op de pastorie van Oosthem om de predikant ervan in kennis te stellen, dat „de gemeente van Wirdum hem gaarn tot haren predikant verlangde". Het gesprek heeft een informatief karakter. De middag wordt aldaar genoeglijk doorgebracht „zonder van wederzijden eenige belofte te doen, namen een hartelijk afscheid en kwamen ''s avonds met de schuit ongeveer 7 uren thuis." In het waterrijke Friesland werd met het oog op het vervoer ''s winters dus van de slee of de schaatsen, des zomers van het schip gebruik gemaakt.

Ds. Witteveen wordt dan enige tijd later „volgens oproeping der hervormde Floreenplichtigen" met 630 stemmen en geen stem tegen in de gemeente van Wirdum beroepen. Hier stuiten wij op een eigenaardig, in Friesland voorkomend, collatierecht. Oorspronkelijk was de floreenrente een grondbelasting, welke echter in 1806 was afgeschaft. De floreenplichtigen (= grondbezitters) bleven echter het Nederlands Hervormde kerk te Abbega. recht houden om o.a. de kerkvoogden te benoemen en een predikant aan te wijzen, die door de kerkeraad diende te worden beroepen.

Op deze wijze konden enkele libe,rale grootgrondbezitters ''t beroepen van een rechtzinnig predikant in een overigens overwegend rechtzinnige gemeente soms jarenlang tegenhouden. Tegen deze zogenaamde „floreenkwestie" werd zelfs een „anti-floreenbond" in het leven beroepen, die in 1881 zegevierde, doordat de Hoge Raad aan de manslidmaten het stemrecht toekende. Over deze zaak is dus heel wat te doen geweest.

Welnu, „het beroepingswerk onder gebed en dankzegging eerwaardig en tevens wettig verrigt zijnde", zijn volgens Hellema enkele kerkeraadsleden naar Oosthem vertrokken met de beroepingsbrief. Onder deze kerkeraadsleden treffen we ook Hellema''s zoon Wyger, later ouderling bij de Afgescheidenen, aan als diaken. De Wirdumer gemeente „staat tusschen hoop en vrees", maar uit het vervolg blijkt dat ds. Witteveen, in weerwil van een afgelegd bezoek aan Wirdum - heeft bedankt. Later is hij naar Harderwijk vertrokken.

Een „dominees-reis"
In de zomer van het jaar 1833 maakt boer Hellema een echte „dominees-reis", waarbij hij enkele predikanten ontmoet, die in de Friese kerkhistorie een min of meer belangrijke plaats hebben ingenomen. Op 27 en 28 juli bezoekt hij eerst zijn neef Andriessen, bakker te Sneek. Deze was met Borneman - die we later tegenkomen een der leidende figuren onder de Afgescheidenen in die stad. Enkele jaren later logeerde ds. H. de Cock van Ulrum bij hem en werden er te zijner huize onderscheidene samenkomsten gehouden.

Zijn vrouw en talrijke gezin begroetten de Wirdumer boer hartelijk. Des zondagsmorgens ging hij met baas Gilhuis, „bevoreri mr. Smid" naar Oosthem. Deze baas Gilhuis behoort onmiskenbaar tot het voorgeslacht van de bekende onderwijsman dr. T. M. Gilhuis. ,,In Oosthem stond destijds de reeds genoemde ds. Witteveen, welke de vriendelijkheid hadde mij tusschen kerktijd aan zijn huis te verzoeken en met hun te eeten, waarvan ik ook gebruik maakte." Hellema vermeldt vervolgens dat „de kerk was aldaar ''s morgens vol, dog ''s middags staande vol." Wel een contrast met de huidige situatie.

Na het afscheid van de hem bekende predikant ging Hellema met baas Gilhuis weer naar het naburige Sneek, waar hij ''s avonds „den waardigen Domeni Fockens" hoorde. Deze ds. Lucas Fockens (1763-1850) was een echt oranjegezind en oud-gereformeerd predikant, wie ook op kerkelijk gebied de moeilijkheden niet bespaard waren gebleven. Door enkele vrijzinnige kerkeraadsleden werd hij eens aangeklaagd bij het classikaal bestuur omdat hij zijn collega''sambtsbroeders „had belasterd en verwarring in de gemeenten had gesticht". Hij werd vervolgens tot een boete en het aanhoren van een „boetepreek" door een van de ringpredikanten veroordeeld.

Maar de oude ds. Fockens kwam er recht voor uit dat hij een geestverwant was van Bilderdijk en Kohlbrugge. Hoewel ds. De Cock van Ulrum zijn neef was, ging hij echter met de Afscheiding niet mee. Na een ruim 60-jarige ambtsbediening - waarvan nagenoeg 43 jaar te Sneek - stierf hij kort na het houden van zijn laatste preek op 86-jarige leeftijd. Ds. Fockens was een man die - evenals zijn beide dochters - in de Friese kerkgeschiedenis met ere mag worden genoemd.

Aangezien neef Andriessen „zeer familair met dezen hunnen predikant ware", zo schrijft Hellema, „had hij de vriendelijkheid ook ten mijnen gevalle, Domeni bij ons te verzoeken en den avond met ons door te brengen." Na de avondpreek komt ds. Fockens inderdaad bij de vrienden op bezoek, waar „tot groot middernacht de tijd aangenaam en stigtelijk met eikanderen werd doorgebragt." Na een korte nachtrust werd Hellema om 3 uur door de daartoe bestelde „ratelwacht" (nachtwacht) gewekt, ging na afscheid te hebben genomen van de vrienden om 4 uur ''s ochtends in het schip. Om goed 7 uur arriveerde hij thuis en om 9 uur is hij weer aan het werk op het belastingkantoor!

Enkels „aantekeningen"
Op dezelfde datum verhaalt Hellema dat zijn zoon en behuwdzoon ,,uit de buren" (de ,,buorren" is het Friese woord voor dorpskern) „eenen zekeren Domeni Duin, een Oostfries, thans buiten dienst te Wanswerd" hadden gehoord. Dit was ds. R. W. Duin, op dat tijdstip inderdaad buiten de bediening. Hij is beroepen geweest bij de Hervormde gemeente te Balk en Drogeham, maar in beide gevallen werd de koninklijke approbatie geweigerd. Later is hij nog enige tijd predikant geweest bij de Afgescheidenen, naar Oostfriesland vertrokken en daar gestorven.

In Wanswerd, waar hij preekte, was volgens onze kroniekschrijver „de kerk zoo vol, uit alle oorden tezamen gevloeid, dat dezelve de menigte der menschen niet konde bevatten, maar van buiten met ladders bij de vensters opstonden".

Met Pinksteren 1847 - Hellema is dan al 81 jaar - is hij nog eens in de gelegenheid samen met zijn zwager zijn oude vriend ds. Van Berkum te beluisteren in Oosthem. Na kerktijd wordt bij deze predikant thee gedronken. „Zijne Eerw., ook zijne huisvrouw waren zeer verblijd mij in welstand aan dezelfs Pastorie te ontmoeten". Het was mogelijk reeds twintig jaar geleden dat men elkaar had gesproken. Afstanden telden vroeger meer dan tegenwoordig. Op Pinkstermaandag ging Hellema ter kerk in het onder de gemeente Oosthem behorende plaatsje Folsgare. Onze kroniekschrijver, als steeds bondig en ingetogen, vermeldt nogmaals van ds. Van Berkun: „Hij is een zeer vriendelijk, ernstig en goed predikant." Van de kerken te Oosthem en Folsgare weet hij te schrijven, dat ze „t''elkens vol toehoorders waren".

Eigen gezindheid
Over eigen zieisbeleving spreekt onze kroniekschrijver slechts sporadisch en dan nog zeer ingetogen. Het Friese volkskarakter zal hier een woordje hebben meegesproken. Inmiddels heeft hij in zijn voorliefde voor bepaalde vrienden en predikanten wel een bepaalde identiteit aan de dag gelegd. Slechts af en toe geeft Doeke Wygers Hellema - maar dan ook gedecideerd - zijn ware gezindheid bloot. Dit blijkt onder anderen uit het uitvoerig bezwaarschrift, dat hij in verband met het gebruik van de zgn. Evangelische Gezangen in de eredienst richtte aan zijn eigen plaatselijke predikant ds. Harders en waar we nog nader op terug komen. Het is een onomwonden geloofsmanifest!

En wie meent de spreekwoordelijke „domme boer" hier te ontmoeten heeft het faliekant mis. „Men zal hier en daar spelfouten in mijn schrijven aantreffen", zo merkte hij in zijn dagboeknotities ergens op. Hij verontschuldigt zich hiervoor door op te merken, dat door te veel aandacht aan de spelling te geven, „de leiding mijner gedagten vaak daardoor gebroken zouden worden". Overigens verklaart hij vroeger in zijn ongehuwde staat veel aan ''t Latijn onder leiding van een zekere dominee Bruining te hebben gedaan, zodat hij de klassieke leerboeken in die taal tamelijk goed verstond en ook de gemakkelijkste schrijvers kon lezen. Bovendien had hij tijdens de Franse overheersing goede vorderingen gemaakt in de Franse taal. Inmiddels werd met het noemen der namen van Andriessen en Borneman te Sneek en van ds. R. W. Duin te Wanswerd een voorspel vernomen op de naderende Afscheiding van 1834, die ook Friesland niet onberoerd heeft gelaten.

Straks gaat het optreden van ds. S. van Velzen te Drogeham - de eerste afgescheiden leraar in Friesland - gepaard met grote agitatie onder het volk en vervolging van de zijde der regering. Hellema laat zich bij zijn meningsvorming over deze predikant niet door vooroordelen leiden. Hij stelt zich van de achtergrond der zaak terdege op de hoogte en komt dan tot een onpartijdig en bezonken oordeel. Waren alle tijdgenoten, hetzij ongeletterd, hetzij wetenschappelijk gevormd, van eenzelfde gevoelen geweest!

Wanneer de Wirdumer boer een predikant ontmoet, met wie hij in geestelijk opzicht instemt, dan vindt dit - hoe ingehouden ook zijn weerslag in zijn notities. Is dat niet het geval - en Hellema beluistert overigens niets dan rechtzinnige predikanten - dan doet hij er het zwijgen toe. Maar Hellema had toch ook een zoon, die Ned. Hervormd predikant was in het Friese Achlum?

''Een enkele maal komen wij hem inderdaad tegen, zoals bijvoorbeeld in oktober 1835, toen Hellema bij hem in Achlum op bezoek was. ,,De Domini en Juffrouw bevonden zich wel, maar hunnen beide jongste kinderen en vooral het jongste waren opvolgende laborerende aan de koorts," aldus de Friese boer over zijn kinderen en kleinkinderen.,,Domeni hadde het zeer druk met zijn hof, hij had toen ik wegging rede 280 korven appels en peeren ingezameld, verzonden en verkogt, wel 20 korven zaten nog aan de boomen. Hij rekende de zomervruchten welken hij afzond en verkogte naar aftrek der onkosten op 50 cents en de winterappels op een gulden; behalven eigen behoeften maakte hij dus een aanzienlijke som uit zijn hof, een geschikte arbeider was met de \''erkooping belast."

„Domeni hadde het zeer druk met zijn hof!" En dat in het jaar, waarin vele oprechte christenen — ook predikanten — onder de vervolging zuchtten en leden onder boete, inkwartiering en gevangenisstraf! Maar Doeke Wygers Hellema heeft zich in zijn dagboeknotities uitvoerig met deze zaak bezig gehouden!

Haben Sie Ergänzungen, Korrekturen oder Fragen im Zusammenhang mit Doeke Wychers Hellema?
Der Autor dieser Publikation würde gerne von Ihnen hören!


Zeitbalken Doeke Wychers Hellema

  Diese Funktionalität ist Browsern mit aktivierten Javascript vorbehalten.
Klicken Sie auf den Namen für weitere Informationen. Verwendete Symbole: grootouders Großeltern   ouders Eltern   broers-zussen Geschwister   kinderen Kinder

Vorfahren (und Nachkommen) von Doeke Wychers Hellema


    Zeige ganze Ahnentafel

    Mit der Schnellsuche können Sie nach Name, Vorname gefolgt von Nachname suchen. Sie geben ein paar Buchstaben (mindestens 3) ein und schon erscheint eine Liste mit Personennamen in dieser Publikation. Je mehr Buchstaben Sie eingeben, desto genauer sind die Resultate. Klicken Sie auf den Namen einer Person, um zur Seite dieser Person zu gelangen.

    • Kleine oder grosse Zeichen sind egal.
    • Wenn Sie sich bezüglich des Vornamens oder der genauen Schreibweise nicht sicher sind, können Sie ein Sternchen (*) verwenden. Beispiel: „*ornelis de b*r“ findet sowohl „cornelis de boer“ als auch „kornelis de buur“.
    • Es ist nicht möglich, nichtalphabetische Zeichen einzugeben, also auch keine diakritischen Zeichen wie ö und é.



    Visualisieren Sie eine andere Beziehung

    Die angezeigten Daten haben keine Quellen.

    Anknüpfungspunkte in anderen Publikationen

    Diese Person kommt auch in der Publikation vor:

    Historische Ereignisse

    • Die Temperatur am 3. April 1766 war um die 9,0 °C. Es gab 66 mm NiederschlagDer Wind kam überwiegend aus Westlich von Süden. Charakterisierung des Wetters: regen zeer betrokken. Quelle: KNMI
    • Erfstadhouder Prins Willem V (Willem Batavus) (Huis van Oranje-Nassau) war von 1751 bis 1795 Fürst der Niederlande (auch Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genannt)
    • Im Jahr 1766: Quelle: Wikipedia
      • 11. Februar » In Ludwigsburg findet die Uraufführung der Oper Vologeso von Niccolò Jommelli statt.
      • 23. Februar » Mit dem Tod des letzten Herzogs von Lothringen und Bar Stanislaus I. Leszczyński fällt Lothringen entsprechend den Vereinbarungen des Friedens von Wien (1738) an Frankreich.
      • 10. März » Die spanische Regierung in Madrid verbietet ihren Bürgern, den runden breitkrempigen Hut und den langen Mantel zu tragen. Unwille in der Bevölkerung löst dreizehn Tage später den Madrider Hutaufstand aus.
      • 25. Juli » Pontiac, Häuptling der Ottawa, kapituliert bei Oswego vor William Johnson und beendet damit den 1763 ausgebrochenen Pontiac-Aufstand.
      • 25. November » In Leipzig findet die Uraufführung der romantischen und komischen Oper Lisuart und Dariolette oder Die Frage und die Antwort von Johann Adam Hiller statt.
      • 5. Dezember » Das Londoner Auktionshaus Christie’s veranstaltet seine erste Auktion.
    • Die Temperatur am 27. April 1766 war um die 14,0 °C. Es gab 22 mm NiederschlagDer Wind kam überwiegend aus Norden bis Westen. Charakterisierung des Wetters: regen donker. Besondere Wettererscheinungen: dauw. Quelle: KNMI
    • Erfstadhouder Prins Willem V (Willem Batavus) (Huis van Oranje-Nassau) war von 1751 bis 1795 Fürst der Niederlande (auch Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genannt)
    • Im Jahr 1766: Quelle: Wikipedia
      • 11. Februar » In Ludwigsburg findet die Uraufführung der Oper Vologeso von Niccolò Jommelli statt.
      • 10. März » Die spanische Regierung in Madrid verbietet ihren Bürgern, den runden breitkrempigen Hut und den langen Mantel zu tragen. Unwille in der Bevölkerung löst dreizehn Tage später den Madrider Hutaufstand aus.
      • 23. März » 13 Tage nach dem Verbot breitkrempiger Hüte und langer Mäntel durch Minister Leopoldo de Gregorio, Marquis de Esquilache bricht der Madrider Hutaufstand gegen den spanischen König KarlIII. aus. Der Aufstand, an dem rund 50.000 Menschen teilnehmen, kann auch von den Truppen nicht unter Kontrolle gebracht werden, der König muss fliehen und Esquilache entlassen.
      • 23. April » Die komische Oper Les Pêcheurs (Die Fischer) von François-Joseph Gossec hat ihre Uraufführung an der Comédie Italienne in Paris.
      • 10. November » Die Rutgers University in New Brunswick (New Jersey) wird als Queen’s College gegründet.
      • 25. November » In Leipzig findet die Uraufführung der romantischen und komischen Oper Lisuart und Dariolette oder Die Frage und die Antwort von Johann Adam Hiller statt.
    • Die Temperatur am 2. Mai 1813 war um die 11,0 °C. Der Wind kam überwiegend aus Nord-Osten. Charakterisierung des Wetters: half bewolkt. Quelle: KNMI
    •  Diese Seite ist nur auf Niederländisch verfügbar.
      De Republiek der Verenigde Nederlanden werd in 1794-1795 door de Fransen veroverd onder leiding van bevelhebber Charles Pichegru (geholpen door de Nederlander Herman Willem Daendels); de verovering werd vergemakkelijkt door het dichtvriezen van de Waterlinie; Willem V moest op 18 januari 1795 uitwijken naar Engeland (en van daaruit in 1801 naar Duitsland); de patriotten namen de macht over van de aristocratische regenten en proclameerden de Bataafsche Republiek; op 16 mei 1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarmee ons land een vazalstaat werd van Frankrijk; in 3.1796 kwam er een Nationale Vergadering; in 1798 pleegde Daendels een staatsgreep, die de unitarissen aan de macht bracht; er kwam een nieuwe grondwet, die een Vertegenwoordigend Lichaam (met een Eerste en Tweede Kamer) instelde en als regering een Directoire; in 1799 sloeg Daendels bij Castricum een Brits-Russische invasie af; in 1801 kwam er een nieuwe grondwet; bij de Vrede van Amiens (1802) kreeg ons land van Engeland zijn koloniën terug (behalve Ceylon); na de grondwetswijziging van 1805 kwam er een raadpensionaris als eenhoofdig gezag, namelijk Rutger Jan Schimmelpenninck (van 31 oktober 1761 tot 25 maart 1825).
    • Im Jahr 1813: Quelle: Wikipedia
      • 5. Januar » Dänemark erklärt seinen Staatsbankrott.
      • 25. März » Die Uraufführung der Oper Die Insulanerinnen von Conradin Kreutzer nach dem Stück L’isola disabitata von Pietro Metastasio erfolgt in Stuttgart.
      • 30. Mai » Französische Truppen unter dem Befehl von Louis-Nicolas Davout erobern die von den Russen unter Friedrich Karl von Tettenborn seit dem 18. März gehaltene Stadt Hamburg wieder zurück. Die zweite Hamburger Franzosenzeit dauert bis zum 29. Mai 1814.
      • 16. September » Eleonore Prochaska (Jäger August Renz), die sich als Mann in das Lützowsche Freikorps eingeschlichen hat, wird in einem Schlacht an der Göhrde während der Befreiungskriege tödlich verletzt.
      • 8. Dezember » In Wien dirigiert Ludwig van Beethoven die Uraufführung seiner 7. Sinfonie.
      • 21. Dezember » Alliierte Truppen der sechsten Koalition rücken zwischen Basel und Schaffhausen in die Schweiz ein, deren Grenztruppen sich kampflos zurückziehen. Mit der Besetzung zieht das Ende der Mediation im Alpenstaat herauf.
    • Die Temperatur am 17. Dezember 1856 war um die -2,9 °C. Die relative Luftfeuchtigkeit war 92%. Quelle: KNMI
    •  Diese Seite ist nur auf Niederländisch verfügbar.
      De Republiek der Verenigde Nederlanden werd in 1794-1795 door de Fransen veroverd onder leiding van bevelhebber Charles Pichegru (geholpen door de Nederlander Herman Willem Daendels); de verovering werd vergemakkelijkt door het dichtvriezen van de Waterlinie; Willem V moest op 18 januari 1795 uitwijken naar Engeland (en van daaruit in 1801 naar Duitsland); de patriotten namen de macht over van de aristocratische regenten en proclameerden de Bataafsche Republiek; op 16 mei 1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarmee ons land een vazalstaat werd van Frankrijk; in 3.1796 kwam er een Nationale Vergadering; in 1798 pleegde Daendels een staatsgreep, die de unitarissen aan de macht bracht; er kwam een nieuwe grondwet, die een Vertegenwoordigend Lichaam (met een Eerste en Tweede Kamer) instelde en als regering een Directoire; in 1799 sloeg Daendels bij Castricum een Brits-Russische invasie af; in 1801 kwam er een nieuwe grondwet; bij de Vrede van Amiens (1802) kreeg ons land van Engeland zijn koloniën terug (behalve Ceylon); na de grondwetswijziging van 1805 kwam er een raadpensionaris als eenhoofdig gezag, namelijk Rutger Jan Schimmelpenninck (van 31 oktober 1761 tot 25 maart 1825).
    • Von 19. April 1853 bis 1. Juli 1856 regierte in den Niederlanden die Regierung Van Hall - Donker Curtius mit als erste Minister Mr. F.A. baron Van Hall (conservatief-liberaal) und Mr. D. Donker Curtius (conservatief-liberaal).
    • Von 1. Juli 1856 bis 18. März 1858 regierte in den Niederlanden das Kabinett Van der Brugghen mit Mr. J.L.L. van der Brugghen (protestant) als ersten Minister.
    • Im Jahr 1856: Quelle: Wikipedia
      • Die Niederlande hatte ungefähr 3,3 Millionen Einwohner.
      • 5. März » Das Royal Theatre im Londoner Covent Garden fällt zum zweiten Mal einem Großbrand zum Opfer.
      • 21. April » Steinmetze und Gebäudearbeiter erkämpfen im australischen Melbourne mit einem Demonstrationsmarsch den weltweit ersten Achtstundentag.
      • 12. Mai » Mitglieder des Akademischen Vereins Hütte Berlin gründen auf einem Ausflug in Alexisbad im Harzgerode den Verein Deutscher Ingenieure (VDI).
      • 24. Mai » John Brown überfällt beim sogenannten Pottawatomie-Massaker gemeinsam mit acht Männern fünf Sklavereibefürworter und schlachtet sie als Rache für fünf kurz zuvor in Kansas ermordete Abolitionisten regelrecht ab.
      • 29. Juli » Otto Wagner gewinnt die Ausschreibung zur Errichtung des Wiener Postsparkassengebäudes.
      • 15. Oktober » Die Norddeutsche Bank wird in Hamburg gegründet, nachdem ihre Gesellschafter auf ursprüngliche Pläne, auch Banknoten auszugeben, verzichten. 1929 geht das Anleihen begebende Kreditinstitut in der Deutschen Bank auf.
    

    Gleicher Geburts-/Todestag

    Quelle: Wikipedia

    Quelle: Wikipedia


    Über den Familiennamen Hellema

    • Zeigen Sie die Informationen an, über die Genealogie Online verfügt über den Nachnamen Hellema.
    • Überprüfen Sie die Informationen, die Open Archives hat über Hellema.
    • Überprüfen Sie im Register Wie (onder)zoekt wie?, wer den Familiennamen Hellema (unter)sucht.

    Die Familienstammbaum Ten Berge-Veröffentlichung wurde von erstellt.nimm Kontakt auf
    Geben Sie beim Kopieren von Daten aus diesem Stammbaum bitte die Herkunft an:
    Olivier ten Berge, "Familienstammbaum Ten Berge", Datenbank, Genealogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-ten-berge/I3061.php : abgerufen 26. Mai 2024), "Doeke Wychers Hellema (1766-1856)".