wonend bij de Pekelvenen (1628), vaandrig onder kapitein Nijs (1633), vermeld als eigenaar en vervener van De Pekel (ongeveer 1640).
Er ist verheiratet mit Tieets (Tzieets,Tiets) Boeles.
Sie haben geheiratet am 19. Januar 1623 in Heerenveen, Friesland, Nederland., er war 18 Jahre alt.
Kind(er):
Doop:
Feicke Alles werd gedoopt op 1 januari 1605 in Leeuwarden, Friesland, zoon van Alle Feickes.
Bronvermelding Doopboek Herv. gem. Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0925 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1603-1612
Bron: DTB Geboortes / dopen Soort registratie: DTB geboortes / dopen inschrijving (Akte)datum: 01-01-1605 Plaats: Leeuwarden
https://allefriezen.nl/zoeken/deeds/0d33b1b5-e25f-40aa-8f52-2e2ed2b931ee
Huwelijk:
Feycke Alles (Feicke Allertszn) wonende te Leeuwarden, trouwde met Tzieets Boeles wonende te Heerenveen
Ondertrouw op 24 december 1622 voor het Gerecht Leeuwarden.
Bronvermelding Trouwregister Gerecht Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0897 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1618-1623
https://allefriezen.nl/zoeken/deeds/bd0a9603-2218-4e81-89f9-aba9300279b6
Attestatie afgegeven op 16 janauari 1623 in de Hervormde gemeente met Tzieets Boeles (Tiets Boelisdr) wonende te Heerenveen.
Bronvermelding Trouwregister Hervormde gemeente Leeuwarden, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0971 Gemeente: Leeuwarden Periode: 1617-1623
https://allefriezen.nl/zoeken/deeds/b35dc9d1-ade3-4285-9293-638749fcfe1d
Bevestiging huwelijk op 19 Januari 1623 in de Hervormde gemeente Heerenveen
Bronvermelding Trouwregister Hervormde gemeente Heerenveen, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken - Tresoar, inventarisnummer 0596 Gemeente: Schoterland Periode: 1614-1638
Autorisatieboek 1611-1624
Bron: Nedergerechten Soort registratie: Nedergerechten inschrijving (Akte)datum: 03-04-1619
Requirant Ees Cornelis Diversen: grootmoeder, weduwe
Genoemd Pyter Jans van Clock Diversen: overleden
Weeskind Cornelis Allis leeftijd 11 jaar Weeskind Jan Allis leeftijd 16 jaar Weeskind Feike Allis leeftijd 14 jaar
Vader Alle Feikes Diversen: overledenin leven gehuwd met Tialke Pytersdr Clock Diversen: moeder, overleden Relatie later gehuwd met Arien Engels Diversen: stiefvader, er zijn ook kinderen uit 2e huwelijk
Curator Dr. Focke Feikens Diversen: curator ter rekening en verantwoording vaderlijke en grootvaderlijke goederen
Curator Focke Tiaards Diversen: curator ter rekening en verantwoording vaderlijke en grootvaderlijke goederen
Curator Aggeus Nicolai (notaris publicus) Diversen: curator ad actum divisionis ouderlijke goederen met stiefvader
Bronvermelding
Autorisatieboek 1611-1624, archiefnummer 1001, Archief van de stad Leeuwarden - Historisch Centrum Leeuwarden, inventarisnummer 3318, blad 124v Gemeente: Leeuwarden Periode: 1611-1624
Feike Alles Clock was de tweede zoon uit het huwelijk van Alle Feickes en Talke Pieters Clock, die op 15 oktober 1603 in Leeuwarden in het huwelijk waren getreden. Hij werd waarschijnlijk geboren eind 1604. Op 1 januari 1605 werd hij gedoopt te Leeuwarden. Op 19 januari 1623 trouwde hij te Heerenveen met Tieets Boelens. Clock trad vanaf 1629 op als vervener in Oude Pekela. Van 1630 tot 1635 en in 1644 kwam hij tevens voor als officier in het leger.
Verwerving van de venen door Clock
e toen al enige tijd in de omgeving van deze venen. In de jaren daarna woonde hij in Westerwolde en in Blijham. Clock kwam door aankoop en vererving in het bezit van een groot gedeelte van de venen in Pekela. Zowel zijn grootvader van moederszijde Pieter Jansz. Clock, als zijn vader Alle Feickes, hadden al vanaf 1599 veenpercelen in dit gebied weten te verwerven.Venen komen in het bezit van de stad Groningen
wikiwand.com/nl/articles/Rentmeester_(beroep)">rentmeester van de stad Groningen, Johan de Mepsche, drie vierde van 58 lotten in 101 lotten van deze venen, gelegen boven en beneden de verlaten, gedeeld en ongedeeld, zowel in Westerwolde als in het Oldambt voor 30.000 Car. gulden.Contract tussen Clock en de stad Groningen
de delen, alsmede het in eigendom behouden een vierde deel, diende te voorzien van verlaten, gruppen, wijcken, tillen ende gravinge des dieps zonder dat daar een vergoeding van de stad tegenover zou staan. Verder werd hem toegestaan gedurende 10 jaren, op eigen kosten, de venen af te graven, te verkopen en te vervoeren, mits hij gedurende deze periode aan de rentmeester huur zou betalen. Tevens werd er, op dezelfde dag, een apart contract opgemaakt met aanvullende voorwaarden, die buiten het eerste contract werd gehouden. Het waren deze aanvullende voorwaarden, waarin de stad zich onder meer verbond met de ingezetenen van Winschoten een regeling te treffen over het graven van een nieuw diep vanuit de venen te Pekela tot een nieuw te leggen verlaat bij Winschoterzijl, die enkele jaren later aanleiding zouden geven tot allerlei misverstanden, beschuldigingen en processen. Dit nieuwe diep was nodig teneinde Clock in staat te stellen de door hem gegraven turf af te kunnen voeren.Onder leiding van Clock werden de ontginningswerkzaamheden voortvarend en op een kundige wijze aangepakt. Aangezien Clock de eerste vier à vijf jaren naar verwachting grote kosten moest maken bij het in cultuur brengen van de door hem aan te kopen venen, kwam hij in 1637 met de stad een financiële regeling overeen, in die zin dat hij een jaar nadat de koopsom was betaald, een rente aan de stad Groningen zou betalen van 6% en wel gedurende 15 jaren.
Tegenslagen en problemen
er">waterstaatkundige werken werd getroffen door tegenslagen en extra kosten moest maken, zag hij zich genoodzaakt uitstel van betaling te vragen voor de huur van de hem in 1635 door de stad Groningen in gebruik gegeven venen. Mede naar aanleiding van de opstelling van de Winschoters, die bij de stad Groningen bezwaar maakten tegen het verbreden en verdiepen van de Rensel en de Pekel A, stagneerden de werkzaamheden van Clock. Zijn schulden liepen op en weldra was hij niet meer in staat de door hem verschuldigde rente op tijd aan de stad te voldoen.In 1640 begonnen de problemen voor Clock pas echt. De stad wilde haar geld zien, maar Clock was nog steeds niet bij machte zijn schulden te voldoen. Clock komt met een voorstel teneinde uit de problemen te komen, echter de stad ging hiermee niet akkoord en kwam met een tegenvoorstel. Een jaar later was men er nog niet uit, reden voor de stad om Clock de duimschroeven nog verder aan te draaien door hem te dagvaarden voor burgemeesters en raad van Groningen.
Processen over en weer
, tenzij de stad bereid was de toenmalige koopprijs aan te vullen. De stad wees dit aanbod resoluut af en eiste van Clock intrekking van de door hem geopperde beschuldiging. Clock richtte zich zelfs tot de Prins van Oranje, op dat moment stadhouder van Stad en Lande, en legde hem het probleem van de vermeende, onjuiste rechtsgang voor. Frederik-Hendrik liet echter weten zich niet met deze zaak te willen bemoeien, waarna de zaak nog verder in het slop kwam. In maart 1642 werd Clock verzocht te verschijnen voor de Hoofdmannenkamer, een door de stad samengesteld rechtscollege, om tekst en uitleg te geven over zijn achterstallige landhuren en verschuldigde rente. Clock verweerde zich door te melden dat de stad hem, in het contract van 1635 een open diep had beloofd, zodat hij zijn venen kon afvoeren, doch dat daaraan niet was voldaan, waardoor het nieuw gegraven diep weer was dichtgeslibd, waardoor de uitvoer van turf was belet en hij grote schade had geleden. Verder zouden de door Clock in 1635 aan de stad verkochte venen, bij nader inzien wel 100 à 200 duizend gulden waard zijn geweest. Teneinde de zaak niet in een impasse te laten geraken, stelde Clock opnieuw voor, vanwege zijn swaar huisgezinne en om 't overige van sijn leven in vrede ende ruste te eindigen de overgedragen venen, met verrekening van kosten en rente, terug te kopen. Dit voorstel van Clock werd echter door de Hoofdmannenkamer afgewezen.Op zeker moment was ook de stad bereid tot een oplossing te komen en stelde voor haar drie vierde deel weer aan Clock te verkopen. Het is hier echter bij een voorstel gebleven. Partijen zijn niet tot een akkoord gekomen, waarna het proces in 1643 werd voortgezet. Rentmeester De Mepsche verweet Clock dat de door hem verkochte venen slechts een waarde hadden van ƒ 18.400,–. Hij beschuldigde Clock er verder van dat deze, om diverse redenen, de stad schandelijk bedrogen had.
Opnieuw kwam Clock met een voorstel. Hij stelde nogmaals voor de door hem in 1635 voor ƒ 30.000,– aan de stad verkochte venen voor ƒ 80.000,– terug te kopen, al was hij wel van mening dat de prijsersmannen die destijds de waarde van de venen hadden vastgesteld meerendeels partijdich ende deze saecken onervaren waren geweest. Zijn hernieuwde pogingen bleven echter ook dit keer zonder resultaat.
Uitspraak
en. Clock werd veroordeeld en diende met de stad een regeling te treffen. Op uitdrukkelijk verzoek van Clock stelde de stad zich soepel op, al werd er een nieuw contract opgemaakt waarin werd bepaald dat Clock, ter betaling van alle verschuldigde gelden zijn resterende vierde deel in de 58 lotten én de later door hem aangekochte 11 1/4 lotten, aan de stad diende af te staan.In 1649 had Clock opnieuw 12 lotten veen van de stad gekocht. Toen op 1 november 1652 echter bleek dat hij, ondanks enkele malen verleend uitstel, nog steeds niet aan zijn verplichting had voldaan de verschuldigde gelden te betalen, besliste de stad hem gerechtelijk aan te spreken en begon de ellende voor Clock opnieuw.
Wat de reden voor Clock is geweest om toen, in tegenstelling tot enkele jaren daarvoor, niet te gaan procederen, wordt door de archieven niet vermeld. Feit is dat hij de stad onmiddellijk voorstelde al zijn bezittingen in de Pekel, na taxatie of uit de hand, te willen verkopen om daaruit de stad ten volle te kunnen betalen.
Afwikkeling
n weduwe dat zij alles wilde afstaan, mits aan haar enige penningen worden gelaten tot onderhoud van haar en haar kinderen.Uiteindelijk vond op 24 juli 1656 de executoriale verkoop plaats van de venen en nalatenschap van Feike Alles Clock, waarmee een einde kwam aan een enerverende periode in de ontstaansgeschiedenis van de oudste veenkolonie van Groningen. Zijn echtgenote Tieets Boeles overleed omstreeks 1666.
In 1966 werd in zijn herinnering de Feico Clockpolder opgericht. De gemeenteraad van de op 1 januari 1990 nieuwgevormde gemeente Pekela heeft de herinnering aan Clock levendig gehouden door in het nieuwe gemeentewapen een afbeelding van een klok op te nemen. Reeds eerder, al voor de herindeling van Oude en Nieuwe Pekela, werden een straat, een school en een bejaardencentrum in de Pekela's naar hem genoemd.
Bron: Wikiwand
Feike (Feicke Feycke) Alles (Allis) Clock | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1623 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tieets (Tzieets,Tiets) Boeles |
Toegevoegd door een Smart Match te bevestigen
Stamboom op MyHeritage.com
Familiesite: KLOK Web Site
Stamboom: klok-Akkerman
Toegevoegd via een Instant Discovery™
Stamboom op MyHeritage.com
Familiesite: addens Web Site
Stamboom: henny addens