Sie war verwandt mit Mercelis (Marcelis Marcel) Jansz van Waecker.
Kind(er):
Begraafakte
m betreft betaaldatum voor luiden klok of openen graf.
Begraafdatum: 1645
Aktedatum: 28-11-1645
Akteplaats: Veenendaal
Gezindte: Nederlands-hervormdHet Toegangsnummer: DTBGAVeenendaal 5 Inventarisnummer: 59 Paginanummer: 2 https://www.hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven?mivast=39&mizig=100&miadt=39&miaet=54&micode=DTBGAVeenendaal5-59&minr=28263107&miview=ldt" href="https://www.hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven?mivast=39&mizig=100&miadt=39&miaet=54&micode=DTBGAVeenendaal5-59&minr=28263107&miview=ldt" rel="nofollow">Death/Burial Lijsbeth Joosten Steck
Transcriptie Tekst;Ontfanck. Specefikacie van mijnen ontfanck wat ick ontfangen hebben van de gerechticheyt van de kerck soo van de huergraven alsmede van de vier stuyvers van den rekendach anno 1645 of tot den rekendacht anno 1646 toe. - Item ten eersten den 28sten november een graftstede geoopent voor de vrou van Mercelis Jansz de gerechticheyt van de kerckkomt f. 0-4-0.
Notarieele Akte
Cornelis de Beet (wonenden in Venendael aan de Stichtse zijde), e.v. Catharina Willems(dr.). Akten: Testament, d.d. 30-10-1666 (ouden stijl), notaris R. van Ingen, A.T.008a002 folio 106 R; recordnr. 13983, notariele archieven, archief Eemland. Inhoud: Zij herropen alle voorgaande codicillen en testamenten, die zij samen of ieder afzonderlijk gemaakt hebben. Zij bemaken elkaar over en weer de levenslange lijftocht van al hun na te laten goederen, met uitzondering van hun klederen, juwelen, kleinoden en zilverwerk tot hun lijve behorende. Mocht Catharina Willems, voor haar man komen te overlijden, dan zullen haar erfgenamen binnen 6 weken de helft van het linnen van de boedel nemen. Zij secluderen de Weeskamer. Catharina Willems disponeert krachtens brieven van Octroy haar na te laten goederen, klederen, juwelen en zilverwerk ten lijve met de helft van het linnen in de boedel aan: - haar nicht Uliana Joosten Steck, weduwe van Thonis Gerritsz Spithoven, wonenden tot Buiiren, indien zij haar dood beleeft, met twee handen of voor twee hoofden (d.w.z. een dubbele portie), of ingeval van overlijden, haar na te laten kinderen die dan in leven zijn, hoofd voor hoofd in gelijke porties; - de twee nagelaten kinderen van haar nicht Elisabeth Joosten Steck zaliger en haar man Marcelis Jans. Waecker zaliger, mede hoofd voor hoofd en gelijk: - Elias Waecker; - Heijltgen Waecker; - de vier nagelaten kinderen van haar nicht Barbara Joosten Steck zaliger en Johan van Broeckhuijsen, alle hoofd voor hoofd en gelijk: - Willem van Broeckhuijsen; - Joost van Broeckhuijsen; en Margaretha van Broeckhuijsen, impotent dochterken. Zij prelegateert aan haar neef Willem van Broeckhuijsen voornoemd 100 gulden uit haar gereetste goederen. Mocht Willem van Broeckhuijsen komen te overlijden zonder getrouwd te zijn, dan zal de portie die hij van haar testatrice had geerfd plus het legaat van 100 gulden erven op zijn impotente zusterken Margareta van Broeckhuijsen. Zij benoemt tot haar erfgenamen: - Uliana Joosten (of haar kinderen); - de kinderen van Elisabeth Joosten Steck zaliger; - de kinderen van Barbara Joosten Steck.
Testateurs legateren voorts uit hun gereetste goederen en na hun beider dood aan de Armmeesters in Venedael 200 Carolus gulden t.b.v. de armen aldaar, waarvan de Armmeester de jaarlijkse renten zullen trekken tot levenslang onderhoud van Grietgen Thonis, genaamd Griet Nicht, impotente dochter en wonende te Veenendaal. En na haar dood te gebruiken voor het onderhoud van andere armen aldaar. Hun beider erfgenamen mogen na hun dood de nalatenschap niet eerder delen en scheiden voor de erfgenamen de crediteuren zullen hebben betaald. Akte gepasseerd te Amersfoort ten comptoire mijns Notarii. Getuigen: Goordt Bartholtsz van Malsen (tekent: Geurt Bartelss. van Mals; bombasijdeverwer), Mr. Aernt Dieprinck (ook: Arent; Duijts schoolmeester) en Lambert Segerss (bombasijdewercker), allen borgers en inwoonders van Amersfoort. In de marge is bijgeschreven dat op 02-07-16784 extract authentiek is geschreven voor de twee zusters van Cornelis de Beet zaliger, wonende tot Dordrecht.
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.