Sie ist verheiratet mit Livinus Vereecke.
Sie haben geheiratet am 1. Juli 1650 in Lochristi, sie war 26 Jahre alt.
Kind(er):
OOSTAKKER Over de wijk / Geschiedenis geschiedenis Oostakker Hier leest u de geschiedenis van: centrum Oostakker Lourdes Wittewalle Mager Goed Wolfput Kennedylaan Drie Zwaantjes Oostakkerveld Krijte Schansakker Goedlevenstraat Het centrum van Oostakker is een driessite waarvan de geschiedenis mogelijk in de vroege Middeleeuwen begon en die in verbinding stond met het nabijgelegen uitbatingscentrum Puigem. Ten minste sinds het midden van de 14de eeuw bestond aan het huidige Oostakkerdorp een Sint-Laurentiuskapel. In het begin van de 17de eeuw werd die vervangen door de nog bestaande, maar inmiddels erg verbouwde Sint-Amandskerk. Toen het centrum van Oostakker in 1917 door bombardementen werd geteisterd, werd ook de kerk sterk beschadigd. De bebouwing rondom Oostakkerdorp, een vermenging van openbare gebouwen - met de vroegere gemeentelijke functies zoals het voormalige gemeentehuis -, handel en woonfuncties, is overwegend 20ste eeuws. Het deelgebied Lourdes behoort tot het zuidelijke deel van Oostakker, nabij de grens met de deelgemeente Sint-Amandsberg die in 1872 van Oostakker werd afgesplitst. Topografisch gezien bevindt deze locatie zich op een hoge kouterrug met menselijke nederzettingssporen van in de prehistorie (cf. de vindplaatsen John Kennedylaan, Hogeweg, Sint-Bernadettestraat en Waterstraat). De kern van het deelgebied Lourdes wordt gevormd door de Merovingische site Slote waaraan nog de toponiemen Slotendries, Slotenkouter, Slotenhage en Slotenmeers herinneren. Slote of Sclautis is één van de oudst vermelde Merovingische dorpen in Vlaanderen. Zendeling Amandus die in het tweede kwart van de 7de eeuw de christianisering in onze gewesten doorvoerde, schonk Slote aan het Gandaklooster (de latere Sint-Baafsabdij). In de 12de eeuw ontwikkelde Slote zich tot het belangrijkste uitbatingscentrum van de bezittingen die de Sint-Baafsabdij ten noordoosten van Gent had. De belangrijkste hoeve was aan de dries gelegen en kan geïdentificeerd worden met het Hof ter Linden. Het goed ontwikkelde zich verder tot een adellijk kasteel met meerdere belangrijke bouwfasen in de periode tussen de 16de en de 19de eeuw. Het nog bestaande kasteel Slotendries ontstond omstreeks 1800 en bevindt zich te midden van een landschapspark. Op initiatief van gravin de Courtebourne werd in 1873-1874 op het kasteeldomein een bedevaartsoord ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes opgericht. Centraal gegeven is een rotsstructuur waarin een Mariabeeld werd geplaatst. Ten gevolge van het succes van de bedevaartplaats stelde de gravin langs de bedevaartsweg gronden ter beschikking voor de bouw van een kerk, een klooster, scholen, winkels en een hotel. De bebouwing langsheen de verbindingsweg van Sint-Amandsberg naar Oostakker, waarvan de Lourdesstraat een onderdeel vormt, hangt nauw samen met de ontwikkeling van het bedevaartsoord Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Ook de nabijgelegen spoorweghalte met het station van 1911-1912 zijn in die ontwikkelingscontext te situeren. Het noordelijke deelgebied Wittewalle bevindt zich op de grens van de Gentse territoria. De John Kennedylaan begrenst het kanaal Gent-Terneuzen aan de oostzijde en behoort tot de industriële sector van het Gentse havengebied. Dit areaal, in een lange strook van Gent tot Zelzate, werd voornamelijk geïndustrialiseerd sinds de jaren 1960. Bij het bouwrijp maken en het ophogen van de terreinen verdween heel wat oudere geschiedenis. Een nog niet ontwikkelde zone langsheen de John Kennedylaan werd in 1982 voorafgaand aan de realisatie van grootschalige wegeninfrastructuur archeologisch onderzocht. Daarbij kwamen nederzettingssporen uit de voor-Romeinse IJzertijd en de Romeinse tijd aan het licht. Het deelgebied Mager Goed behoort tot de noordoostelijke deelgemeente Oostakker, nabij de grens met Lochristi. Het gebied wordt bepaald door het tracé van de Oude Veldstraat, een toponiem dat al bekend is sinds het midden van de 12de eeuw. De benaming verwijst tevens naar een landschap van woeste gronden met heide en onontgonnen bosjes. Pas in de latere Middeleeuwen werden die in cultuur gebracht. Het algemeen landelijke voorkomen bleef behouden tot ver in de 20ste eeuw. De schaarse bewoning bestond uit verspreid gelegen hoeven. De oudste en belangrijkste waren sites met walgracht, zoals het Mager Goed dat wellicht in de late Middeleeuwen ontstond en een kenmerkende dubbele omgrachting had met opperhof en voorhof. Het oorspronkelijke agrarische cultuurlandschap wordt steeds meer ingenomen door nieuwe woningen binnen een dicht 20ste-eeuws verkavelingspatroon Het deelgebied Walput of Wolfput is historisch bekend als de site Puigem of Puddegem, een nederzettingskern waarvan het ontstaan in de vroege Middeleeuwen, wellicht in de 6de-7de eeuw wordt gesitueerd. Het uitbatingscentrum Puigem zou van de oudere site Slote (huidige Oostakker-Lourdes) afgesplitst zijn. Over de precieze lokalisatie van de verscheidene delen waaruit Puigem bestond (hoofdhoeve, andere hoeven, akkerlanden, meersgebieden, dries), is thans weinig bekend, vooral door het ontbreken van archeologisch onderzoek of archeologische waarnemingen. Puigem en Wolfput behielden een algemeen landelijk voorkomen met schaarse verspreide bewoning tot ver in de 20ste eeuw. De huidige bebouwing is vooral het resultaat van recente urbanisatie die, behalve woonfuncties, ook grootschalige infrastructuur kent. De John Kennedylaan begrenst het kanaal Gent-Terneuzen aan de oostzijde en behoort tot de industriezone van het Gentse havengebied. Dit areaal, in een lange strook van Gent tot Zelzate, werd voornamelijk geïndustrialiseerd sinds de jaren 1960. Imposante wegeninfrastructuur en grootschalige industriële vestigingen verstoorden het oudere cultuurlandschap dat tot dan voornamelijk uit landbouw en verspreide hoeven bestond. Hoeven- of bewoningsconcentratie was er in de vroegere dorpen (Desteldonk, Sint-Kruis-Winkel) of gehuchten (Rostijne). Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat de hogere zandgronden al door mensen bezocht werden in de Midden-Steentijd en dat er nederzettingskernen waren in de Bronstijd, de IJzertijd en de Romeinse tijd. Ook de middeleeuwse nederzettingen waren goed vertegenwoordigd. De Drie Zwaantjes bevinden zich op de overgang van de Gentse kanaalzone en Oostakker. De geschiedenis van dit gebied wordt in belangrijke mate bepaald door de site Slote(n), waarvan de oudste gegevens en archeologische relicten uit de Merovingische tijd dateren. Als afhankelijkheid van de Sint-Baafsabdij bleef de site in de Middeleeuwen voortbestaan. Een bewaard gebleven poortgebouw herinnert nog aan de 17de-eeuwse hoevegebouwen. Op die plaats bevindt zich thans het Hof ter Linde uit 1908. De middeleeuwse site ontwikkelde zich verder tot een kasteel, nog bekend als Slotendries. In 1870-1871 legde markgravin de Courtebourne de basis voor het bedevaartsoord Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Het succes van dit bedevaartsoord bepaalde de verdere ontwikkeling rondom Slotendries: huizen, maar ook horeca en bedevaartsinfrastructuur zoals een klooster en een neogotische bedevaartskerk. Zo kwam ook de nabijgelegen Eikstraat in 1929 tot stand, een tuinwijk waar ontwerp van architect Valentin Vaernwyck in opdracht van bouwmaatschappij De Gentse Haard. Met de verdere uitbouw van de Gentse haven en de bijbehorende infrastructuur zoals de John Kennedylaan, de industriële vestigingen en de R4, werd ook ingegrepen op het deelgebied van de Drie Zwaantjes en verloor het heel wat oorspronkelijke samenhang. Het deelgebied Oostakkerveld ligt vlakbij de grens met Lochristi. Historisch gezien gaat het om de zogenoemde Meulevelden. Dit toponiem verwijst naar de grote middeleeuwse ontginningsbewegingen waarbij voornamelijk tot dan nog grotendeels woeste gronden (bos, heide) in de overgangszones tussen hogere kouterruggen en moerasgronden in cultuur werden gebracht. Deze ontginningen gingen samen met de verkavelingen van de oudere domeinstructuren, afhankelijkheden van de Gentse Sint-Baafsabdij, en met het ontstaan van nieuwe uitbatingscentra die doorgaans als een site met walgracht te herkennen waren. De Meulevelden bleven tot ver in de 20ste eeuw een door landbouw gekenmerkt gebied. Sindsdien vervangen steeds meer woonzones met een kenmerkend 20ste-eeuws verkavelingspatroon het oudere cultuurlandschap. Het deelgebied Krijte was tot ver in de 20ste eeuw een overwegend landbouwgebied met verspreide, schaarse bewoning. Langzamerhand verdwijnt dit kenmerkende cultuurlandschap door de uitzwermende nieuwe woonwijken met hun typische 20ste-eeuwse verkavelingspatroon. Het deelgebied Schansakker ligt naar de grens met Lochristi toe. De oudste kern bestond wellicht uit een vroegmiddeleeuwse nederzetting aan een dries, bekend onder het toponiem Meerhoutdries. Het aanvankelijk beboomde landschap, onderdeel van een groot bos, werd langzamerhand ontgonnen en omgezet in landbouwgebied dat vanuit de hoeven aan de dries en verder verspreid gelegen hoeven werd uitgebaat. Pas in de latere 20ste eeuw kende het deelgebied heel wat urbanisatie, zowel grootschalige wegeninfrastructuur en grote industriële vestigingen als particuliere huisvesting in dichte 20ste-eeuwse verkavelingspatronen. Het deelgebied Goedlevenstraat bevindt zich op de oostelijke grens. De geschiedenis van het westelijke gedeelte van de Goedlevenstraat is niet los te koppelen van de site Slote of Sloten dat zich ten noorden bevond. De geschiedenis van deze site klimt op zijn minst op tot de Merovingische tijd. Het latere kasteel Slotendries en het bedevaartcomplex Onze-Lieve-Vrouw Lourdes zijn de jongere opvolgers van de site Sloten. Voor het overige behoorde de Goedlevenstraat tot een overwegend landbouwgebied met verspreide, schaarse bewoning. Sinds de 20ste eeuw wordt steeds meer landbouwgebied ingenomen door bewoning
Livina van Peteghem | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1650 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Livinus Vereecke |
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.